Instituut
Hoofdstuk 34: Alma 52–63


Hoofdstuk 34

Alma 52–63

Inleiding

Sommige leerkrachten zijn geneigd om snel door de hoofdstukken over oorlog in het boek Alma te lopen, omdat ze andere leringen en verhalen belangrijker achten. Deze hoofdstukken bevatten echter goede ideeën die van waarde kunnen zijn voor uw cursisten. Uw cursisten liggen in veel opzichten onder vuur van kwade krachten. Door deze hoofdstukken te bestuderen, kunnen zij een voorbeeld nemen aan mensen als bevelhebber Moroni, Pahoran, en Helaman en zijn jonge krijgers — lessen die hun veiligheid zullen bieden. Ze leren wat de prijs is van twist en de kracht van rechtvaardige eensgezindheid. Ze zullen inzien wat de gevolgen zijn van het naleven van verbonden en de zegeningen die voortvloeien uit getrouwheid, ongeacht de omstandigheden waarmee zij worden geconfronteerd. Ze zullen de zegeningen inzien die evangeliegerichte gezinnen ervaren. Ze zullen meer waardering krijgen voor de nauwe band die de Heer met zijn gekozen dienstknechten in moeilijke tijden onderhoudt.

Enkele leerstellingen en beginselen

  • Verbonden nakomen leidt tot Gods zegeningen en bescherming (zie Alma 53:10–18).

  • Discipelen van de Heer zijn getrouw in alles wat hun wordt toevertrouwd (zie Alma 53:16–23; 57:19–27).

  • God schenkt de rechtvaardigen hoop, geloof en de zekerheid van bevrijding (zie Alma 58:1–12).

  • De Heer verwacht van ons dat wij de vrijheid verdedigen (zie Alma 60–61).

Onderwijsideeën

Alma 53:4–5. We moeten onszelf versterken tegen de verleidingen van Satan

Laat een cursist Alma 53:4–5 voorlezen. Laat een plaat zien van een vesting rond een oude stad (zie bijvoorbeeld Evangelieplatenboek [2009], nr. 52, waarop in de achtergrond de muren rond Jeruzalem te zien zijn, of Evangelieplatenboek, nr. 81, waarop Samuël de Lamaniet op de muur van de stad Zarahemla staat). Leg uit dat in men in oude tijden vaak vestingwerken om steden heen bouwde.

  • Welke voordelen bood een ommuurde stad in oude tijden als er gevaar dreigde?

  • Wat kunnen we nu doen dat lijkt op het optrekken van een beschermende muur om ons heen?

U kunt de cursisten, terwijl zij deze vragen bespreken, verwijzen naar Alma 37:6–7 . U kunt ze vragen ‘kleine en eenvoudige dingen’ op te noemen die ‘grote dingen’ tot stand kunnen brengen om ons te beschermen. Antwoorden kunnen bestaan uit persoonlijk gebed, schriftstudie, kerkbezoek, en vasten. Leg uit dat onze vesting sterker en hoger wordt door elk gebed dat we uitspreken, elk schriftvers dat we lezen, elk vasten dat we in acht nemen, elke goede daad die we doen enzovoort. Satan is de vijand van alle gerechtigheid en hij doet er alles aan om onze verdediging neer te halen. Onze persoonlijke vestingwerken moeten solide zijn en regelmatig worden versterkt. Laat de cursisten de volgende vraag in groepjes van twee of drie bespreken:

  • Hoe kunnen we onze persoonlijke vestingwerken tegen het kwaad versterken?

Vraag de cursisten de volgende waarschuwing, die president Henry B. Eyring van het Eerste Presidium heeft gegeven, te overdenken:

‘Nu de krachten om ons heen in intensiteit toenemen, zal de geestelijke kracht die tot nu toe voldoende was niet meer volstaan. En welke groei in geestelijke kracht we eens voor mogelijk hielden, zal overtroffen worden door de grotere groei die binnen ons bereik ligt. Zowel de noodzaak van geestelijke kracht als de kans om die te verwerven, zal toenemen en op een tempo dat we niet ongestraft kunnen onderschatten’ (‘Always’ [CES-haardvuuravond voor jongvolwassenen], 3 januari 1999, p. 3, ldsces.org).

Alma 53:10–18. Verbonden nakomen leidt tot Gods zegeningen en bescherming

Schrijf Verbonden nakomen leidt tot Gods zegeningen op het bord. Vraag de cursisten welke verbonden zij hebben gesloten of nog zullen sluiten. Zet hun antwoorden op het bord.

  • Welke zegeningen schenkt de Heer ons als we onze verbonden nakomen?

Vraag de cursisten Alma 53:10–18 te lezen en de woorden eed en verbond en andere soortgelijke woorden te markeren. Vraag de cursisten te vertellen welke verbonden de ouders in dit verhaal sloten en de verbonden die de zoons sloten.

  • Hoe was het verbond van de ouders de mensen tot zegen?

  • Waarom leidde het verbond van de ouders tot bezorgdheid?

  • Hoe onderving het verbond van de zoons die bezorgdheid?

  • Waarom is het belangrijk om onze verbonden na te komen, ook als dat nadelig lijkt te zijn? (Neem Alma 53:14–15 door; zie ook LV 82:10 .)

Terwijl de cursisten bespreken waarom het belangrijk is om altijd verbonden na te komen, kunt u ze eventueel verwijzen naar het citaat van ouderling M. Russell Ballard op p. 267 in het cursistenboek. Dit citaat staat ook op de meegeleverde dvd A.

Alma 53:16–23; 57:19–27. Discipelen van de Heer zijn getrouw in alles wat hun wordt toevertrouwd

Vestig de aandacht van de cursisten op Mormons uitspraak in Alma 53:20 dat de zoons van de Ammonieten ‘te allen tijde getrouw waren in alle dingen die hun werden toevertrouwd’. Vraag de cursisten terug te denken aan een tijd dat hun een taak was toevertrouwd die moeilijk leek. Laat ze overwegen wat ze toen gedaan hebben om het in hen gestelde vertrouwen waardig te zijn.

Deel de klas op in twee groepjes. Laat het ene groepje Alma 53:20–21 lezen en het andere groepje Alma 57:19–21, 26. Vraag ze te zoeken naar eigenschappen van deze jonge mannen en die daarna aan de klas te vertellen. U kunt hun antwoorden eventueel op het bord zetten. Moedig hen aan die punten in hun notitieboekje of in hun Schriften te schrijven.

  • Hoe houden die eigenschappen verband met betrouwbaarheid?

Alma 56:31–57. Moeders kunnen een goede invloed op hun kinderen hebben

Lees Alma 56:31–48 met de cursisten. Overweeg de cursisten om de beurt een vers te laten lezen. Ter beklemtoning van de invloed die de Ammonitische moeders op hun zoons hadden, vraagt u een cursist het citaat van zuster Julie B. Beck op p. 269 in het cursistenboek voor te lezen. Dit citaat staat ook op de meegeleverde dvd B.

  • Waarom denkt u dat deze krijgers zoveel vertrouwen in de leringen van hun moeders hadden?

  • Wanneer hebt u de invloed van een moeder gezien of gevoeld die weet wie zij is en wie God is?

Terwijl de cursisten deze vragen bespreken, kunt u eventueel het volgende citaat van ouderling Neal A. Maxwell (1926–2004) van het Quorum der Twaalf Apostelen voorlezen:

‘Vrouwen (…) wiegen een huilend kind zonder zich af te vragen of de wereld van vandaag aan hen voorbijgaat, want zij weten dat zij de toekomst in hun armen houden. (…)

‘Zal er, als de echte geschiedenis van het mensdom wordt ontvouwd, gewag worden gemaakt van het bulderen van de kanonnen — of het vormende gezang van slaapliedjes?’ (Woman [1979], p. 96).

  • Waarom denkt u dat moeders zo’n grote invloed op hun kinderen hebben?

Vestig nogmaals de aandacht van de cursisten op Alma 56:47. Maak ze duidelijk dat de jonge krijgers van Helaman ook toegewijd waren aan hun vader.

Om aan te geven dat het van belang is dat moeders en vaders samen hun kinderen opvoeden, leest u het volgende segment uit ‘Het gezin: een proclamatie aan de wereld’:

‘Ouders hebben de heilige plicht om hun kinderen in liefde en rechtschapenheid op te voeden, te voorzien in hun stoffelijke en geestelijke behoeften, en ze te leren dat ze elkaar moeten liefhebben en helpen, de geboden van God moeten naleven, en gezagsgetrouwe burgers behoren te zijn, waar ze zich ook bevinden. De echtelieden — de moeders en vaders — zullen door God verantwoordelijk worden gehouden voor het nakomen van deze verplichtingen.

‘(…) Volgens het goddelijk plan behoort de vader zijn gezin met liefde en in rechtschapenheid te presideren. Hij heeft tot taak te voorzien in de behoeften en de bescherming van zijn gezin. De taak van de moeder is op de eerste plaats de zorg voor de kinderen. Vader en moeder hebben de plicht om elkaar als gelijkwaardige partners met deze heilige taken te helpen’ (De Ster, januari 1996, p. 93).

Geef uw getuigenis van dit beginsel.

Alma 58:1–12. God schenkt de rechtvaardigen hoop, geloof en de zekerheid van bevrijding

Laat de cursisten Alma 58:2 en 56:21 lezen en vaststellen wat het leger van Helaman heeft gedaan om veilig te zijn.

  • Wat wordt er bedoeld met de term verschansing?

  • Wat zijn enkele verschansingen van de Heer — veilige plaatsen waar we tegenwoordig naartoe kunnen?

  • Welke verschansingen heeft Satan tegenwoordig?

Lees het volgende citaat van president George Albert Smith (1870–1951), de achtste president van de kerk voor:

‘Er is een duidelijke scheidingslijn tussen het terrein van de Heer en dat van Lucifer. Als we aan de kant van de Heer leven, kan Lucifer daar niet komen om ons te beïnvloeden. Maar als we over die scheidingslijn zijn terrein betreden, bevinden we ons in zijn macht. Als we de geboden van de Heer onderhouden, zijn we veilig aan zijn kant van de lijn; maar als we ongehoorzaam zijn, begeven we ons in het gebied van verleiding en stellen we ons bloot aan de verwoesting die daar altijd aanwezig is’ (Improvement Era, mei 1935, p. 278).

  • Wat maakt het gevaarlijk om ons op het terrein van Satan te begeven? Waarom zijn we daar zwakker dan aan de kant van de Heer?

Laat de cursisten Alma 58:3–9 lezen en het probleem benoemen waarmee Helamans leger te maken kreeg.

  • Wat zou u in die situatie doen?

Lees Alma 58:10–13.

  • Hoe gingen volgens Alma Helaman en zijn jonge krijgers met dit dilemma om?

  • Hoe beantwoordde de Heer hun gebeden?

  • Hoe kunnen wij bij problemen ons voordeel doen met het volgen van dit patroon?

Ouderling Gene R. Cook van de Zeventig heeft over deze situatie in het Boek van Mormon geschreven:

‘Het kan zijn dat de Nephieten op een wonder hoopten. Misschien wilden ze dat er engelen kwamen om hen te bevrijden, zoals een keer of twee in het Oude Testament was gebeurd. Maar wat gebeurde er? De Heer schonk hun zekerheid, vrede, geloof en hoop. Hij vernietigde hun vijand niet voor hen, maar Hij schonk ze wel de gaven die ze nodig hadden om zelf de strijd te winnen. (…)

‘Met andere woorden, de Heer legde in deze mannen de wil en de kracht om te doen wat ze wilden doen — met een vast voornemen aan de slag te gaan en daarin te volharden. Toen hun gebed was verhoord, stelden de Nephieten hun vrijheid zeker.

‘Als de Heer mensen doordrenkt met hoop, geloof, vrede en zekerheid kunnen ze grote dingen tot stand brengen. Dat is waar we op uit behoren te zijn als we om hulp vragen — niet een wonder waarmee ons probleem wordt opgelost, maar een innerlijk wonder, om ons te helpen om zelf tot een oplossing te komen, met de hulp van de Heer en in de kracht van de Heer’ (Receiving Answers to Our Prayers [1996], pp. 156–157).

Hoe kan dit citaat van invloed zijn op wat we als antwoord op onze gebeden willen?

Alma 60:23–24. Wij moeten het vat van binnen reinigen

Geef een cursist een drinkbeker die aan de buitenkant schoon is maar vuil aan de binnenkant.

  • Waarom is het niet voldoende om de buitenkant van de beker schoon te houden?

Vraag de cursisten Alma 60:23–24 te lezen. U kunt ze ook Matteüs 23:25–26 laten lezen.

  • Wat betekent de zinsnede ‘vat van binnen’ in deze verzen?

  • Op welke manieren kan deze term betrekking hebben op ons?

  • Waarom dient onze beker van binnen schoon te zijn? Wat kunnen we zoal doen om onze beker schoon te houden?

Bespreek de aansporing van president Ezra Taft Benson op p. 271 in het cursistenboek. Vraag de cursisten daarna de volgende vragen te overdenken zonder die hardop te beantwoorden:

  • Op welke manieren kunt u de raad van president Benson toepassen?

Alma 60–61. De Heer verwacht van ons dat wij de vrijheid verdedigen

Leg uit dat elke natie zijn eigen patriotten kent — mannen en vrouwen die van hun land houden en zich inzetten voor de vrijheid van hun volk. Zij worden geëerd als patriot vanwege hun eigenschappen en capaciteiten. Deel de cursisten op in koppels. Vraag aan de ene cursist in het koppel om in hoofdstuk 60 de woorden van bevelhebber Moroni te lezen en aan de andere om in hoofdstuk 61 de woorden van Pahoran te lezen. Laat ze zoeken naar eigenschappen van Moroni en Pahoran die volgens hen van belang zijn om in een natie de vrijheid te behouden. Laat ze daarna met elkaar bespreken wat ze hebben gevonden. Hun lijstjes zou de volgende eigenschappen kunnen bevatten:

Bevelhebber Moroni

(Alma 60)

Pahoran

(Alma 61)

Doortastend (zie vers 2)

Verdriet om de ellende van anderen (vers 2)

Aandacht voor het welzijn van anderen (vers 2)

Verlangen de vrijheid te verdedigen (vers 6)

In herinnering houden van ontvangen zegeningen (vers 27).

Niet beledigd door kritiek (vers 9).

  • Waar bent u het meest van onder de indruk bij bevelhebber Moroni en Pahoran?

  • Waardoor wordt een vaderlandslievende houding volgens deze hoofdstukken gekenmerkt?

  • Hoe kunt u deze beginselen met uw leven verweven?

  • Kunt u voorbeelden geven van mensen die deze beginselen naleven?

Alma 62:39–51. In tijden van tegenspoed verootmoedigen sommige mensen zich voor God, terwijl anderen zich verharden

Vraag de cursisten Alma 62:39–41 te lezen.

  • Wat is in vers 41 de betekenis van het woord verhard? Wat is de betekenis van het woord verzacht?

  • Waarom denkt u dat sommige Nephieten vanwege de oorlog hard werden en anderen zacht?

  • Waarom waren de Nephieten volgens de woorden van Mormon in vers 40 gespaard? (Zie ook Alma 10:22–23.)

Lees Romeinen 8:28, 35–39. Geef de cursisten de gelegenheid om te vertellen over een tijd waarin zij vanwege benauwingen tot de Heer zijn genaderd.

Lees Alma 62:42–51 en bespreek hoe de kerk een volk kan helpen te herstellen van de gevolgen van oorlog. Getuig dat de Heer alle oorlogswonden kan genezen. U kunt eventueel ook uitleggen dat de Heer niet alleen een natie die in oorlog is geweest kan genezen, maar ook ieder van ons kan genezen in tijden van tegenspoed.

Vraag de cursisten na te denken over de discussies die zij hebben gehad over de hoofdstukken in het Boek van Mormon die over oorlog gaan (Alma 43–62). Herhaal bepaalde beginselen die u en uw cursisten hebben besproken tijdens uw studie van deze hoofdstukken.

  • Waarom denkt u dat Mormon zoveel over oorlog heeft opgetekend?

Geef uw eigen gedachten over deze hoofdstukken over oorlog weer. Geef uw getuigenis.