Instituut
Hoofdstuk 14: 2 Nephi 31–33


Hoofdstuk 14

2 Nephi 31–33

Inleiding

In zijn laatste boodschap aan zijn volk onderwees Nephi in de leer van Christus ‘volgens de duidelijkheid van [zijn] profeteren’ (2 Nephi 31:2). Hij predikte dat we het voorbeeld van Jezus Christus moeten volgen, ons van onze zonden moeten bekeren, ons moeten laten dopen, de Heilige Geest moeten ontvangen en tot het einde toe moeten volharden. Deze ‘leer van Christus’ was door de stem van Jezus Christus geopenbaard en door de stem van de Vader bevestigd (zie 2 Nephi 31:12, 15). Nephi verklaarde dat we door de leer van Christus te volgen het eeuwige leven zullen ontvangen (zie 2 Nephi 31:20).

Zijn boodschap vervolgend moedigde Nephi ons aan om ons aan de woorden van Christus te vergasten (zie 2 Nephi 32:3), de Heilige Geest te ontvangen (zie 2 Nephi 32:5), en altijd te bidden (zie 2 Nephi 32:9). Wanneer u in de boodschap van Nephi onderwijst, kunt u de cursisten ervan verzekeren dat als zij zich door de ingevingen van de Heilige Geest laten leiden, de Heilige Geest ‘[hun] alle dingen zal tonen die [zij] beho[ren] te doen’ (2 Nephi 32:5).

Nephi besloot zijn boodschap met een smeekbede om in Jezus Christus te geloven. Hij predikte dat wij, als we in Christus geloven, voorbereid zijn om zijn woorden in de Schriften te ontvangen (zie 2 Nephi 33:10). U kunt de cursisten duidelijk maken hoe hun geloof in de Heer Jezus Christus toevoegt aan hun begrip van en waardering voor zijn woorden die bij monde van de hedendaagse profeten worden gesproken.

Enkele leerstellingen en beginselen

  • De leer van Christus brengt het eeuwige leven (zie 2 Nephi 31).

  • De woorden van Christus en de Heilige Geest leren ons wat we moeten doen (zie 2 Nephi 32; 33:1–5).

  • Wie in Jezus Christus geloven zullen ook in de woorden van Nephi geloven (zie 2 Nephi 33:3–15).

Onderwijsideeën

2 Nephi 31. De leer van Christus brengt het eeuwige leven

Schrijf De leer van Christus op het bord. Leg uit dat Nephi deze woorden gebruikt in 2 Nephi 31:2, 21.

Bespreek het volgende citaat, waarin ouderling Jeffrey R. Holland van het Quorum der Twaalf Apostelen de eenvoud en directheid van de ‘leer van Christus’ uitlegt, zoals die in het Boek van Mormon wordt gepredikt:

‘De “leer van Christus” zoals die door Nephi in zijn grootse, samenvattende leerrede wordt onderwezen, concentreert zich op geloof in de Heer Jezus Christus, bekering, doop door onderdompeling, de gave van de Heilige Geest ontvangen en volharden tot het einde. (…) In het Boek van Mormon wordt “de leer van Christus” eenvoudig en direct verkondigd. Zij richt zich uitsluitend op de eerste beginselen van het evangelie, met inbegrip van de bemoediging om te volharden, door te zetten en voort te gaan. Het is juist in de helderheid en eenvoud van “de leer van Christus” dat haar kracht zich openbaart. (…)

‘(…) De leer van Christus is niet ingewikkeld. Zij is diepzinnig, prachtig, doelbewust helder en volledig’ (Christ and the New Covenant: The Messianic Message of the Book of Mormon [1997], pp. 49–50, 56).

Leg uit dat Nephi in 2 Nephi 31 in de leer van Christus onderwijst.

Vraag de cursisten 2 Nephi 31:5–9 te bestuderen en redenen te zoeken waarom Jezus Christus Zich liet dopen. Zet de reacties van de cursisten op het bord. Ze kunnen opnoemen dat hij Zich liet dopen om alle gerechtigheid te vervullen, om Zich voor de Vader te verootmoedigen, om Zich tot gehoorzaamheid te verbinden, om toegang te krijgen tot het celestiale koninkrijk, en om ons het goede voorbeeld te geven.

Vraag de cursisten 2 Nephi 31:10–18 te lezen. Vraag ze deze verzen te onderzoeken om te zien wat ze te weten komen over geloof, bekering, doop, de gave van de Heilige Geest en volharden tot het einde. Leg uit dat ze moeten letten op de betekenis van Nephi’s leringen alsmede op specifieke woorden. Zij behoren bijvoorbeeld te letten op voorbeelden van geloof in aanvulling op het woord geloof.

Als de cursisten voldoende tijd hebben gekregen om de tekst te lezen en te overdenken, bespreekt u met ze wat ze hebben geleerd. Teneinde ze begrip te geven van het fundamentele karakter van de beginselen en verordeningen die in deze verzen worden genoemd, bespreekt u elk beginsel en elke verordening apart.

Zorg ervoor dat de cursisten begrijpen dat elk beginsel en elke verordening noodzakelijk is om ten volle door de verzoening te worden gezegend. Deze beginselen en verordeningen zijn het fundament van de leer van Jezus Christus omdat ze noodzakelijk zijn om tot Hem te komen.

Gebruik enkele of alle van de volgende vragen om de discussie in goede banen te leiden:

  • Welke andere redenen zijn er behalve de redenen die voor Jezus’ doop worden gegeven, waarom wij ons behoren te laten dopen? (Om de Heilige Geest te ontvangen [zie vss. 12–14], om vergeving van zonden te ontvangen [zie vs. 17], en lid van de kerk te worden [zie LV 20:37].)

  • Wat bent u uit deze verzen te weten gekomen over geloof? Over bekering? Over de doop? Over de gave van de Heilige Geest? Over volharden tot het einde?

  • Hoe houdt elk van de eerste beginselen en verordeningen verband met de verzoening van Jezus Christus?

  • Hoe leidt elk punt in de leer van Christus tot het volgende punt? Hoe leidt geloof bij voorbeeld tot bekering? Hoe draagt de Heilige Geest ertoe bij dat we tot het einde volharden?

  • Hoe houden al die beginselen en verordeningen verband met elkaar?

Maak de cursisten duidelijk dat bekering en de doop niet de poort tot het celestiale koninkrijk zijn. Ze zijn de poort tot het pad dat tot het eeuwige leven leidt. Vraag de cursisten 2 Nephi 31:19–20 te onderzoeken en na te gaan welke beginselen we moeten naleven om het eeuwige leven te beërven. Geef de cursisten in overweging deze beginselen in hun Schriften te markeren.

  • Wat moeten we behalve ons te bekeren en ons te laten dopen doen om het eeuwige leven te beërven?

  • Wat houdt het woord standvastigin? Hoe omschrijft dit woord onze voortgang op het pad naar het eeuwige leven?

  • Waarom denkt u dat liefde voor alle mensen een vereiste is om het eeuwige leven te beërven?

  • Hoe maakt 2 Nephi 31:16 duidelijk wat het betekent om tot het einde toe te volharden?

  • U zou de cursisten kunnen vragen om 2 Nephi 31:20 te lezen.

Geef de cursisten de tijd om over de volgende vraag na te denken. Geef ze in overweging om hun antwoord op te schrijven.

  • Hoe kunt u de Heiland beter gaan volgen?

2 Nephi 31:19–20; 32:2–3. Vergast u aan de woorden van Christus

Vraag de cursisten 2 Nephi 31:19–20; 32:2–3 te lezen.

  • Wat houdt het voor u in om voorwaarts te streven? Wat houdt het voor u in om u aan het woord van Christus te vergasten? Waar kunnen we de woorden van Christus vinden?

Bespreek het volgende citaat van president Ezra Taft Benson (1899–1994), de dertiende president van de kerk:

‘Het is belangrijk dat we tot Christus komen en in Hem worden vervolmaakt. (Zie Moroni 10:32.) We dienen dat met ‘gebroken hart en een verslagen geest’ te doen (3 Nephi 12:19), te hongeren en dorsten naar gerechtigheid (zie 3 Nephi 12:6). We dienen ons te vergasten aan het woord van Christus (zie 2 Nephi 31:20), zoals dat tot ons komt door zijn Schriften, zijn gezalfden en zijn Heilige Geest’ (A Witness and a Warning [1988], p. 51).

  • Hoe draagt ons vergasten aan de woorden van Christus ertoe bij dat we een ‘volmaakt stralende hoop, en liefde voor God en voor alle mensen’ hebben?

  • Hoe draagt onze liefde voor de Schriften ertoe bij dat we tot het einde volharden?

Ouderling Robert D. Hales van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft uitgelegd hoe we ons aan de woorden van Christus kunnen vergasten:

‘Om ons aan Christus’ woorden te vergasten, moeten u en ik de Schriften bestuderen en zijn woorden in ons opnemen door ze te overpeinzen en al onze gedachten en handelingen erop te baseren’ (Conference Report, oktober 1998, p. 16; of Ensign, november 1998, p. 15).

  • Wat hebt u gedaan om uw dagelijkse schriftstudie zinvoller te maken?

  • Hoe zijn de Schriften een feestmaal voor u?

2 Nephi 32; 33:1–5. De woorden van Christus en de Heilige Geest leren ons wat we moeten doen

Vraag de cursisten 2 Nephi 32:3, 5 te lezen. Leg uit dat Nephi in deze verzen getuigt van twee grote bronnen van geestelijke kennis: de woorden van Christus en de Heilige Geest. (U kunt de cursisten eraan herinneren dat 2 Nephi 32:3 een kerntekst is .)

  • Waar kunnen we de woorden van Christus lezen of horen? Hoe leren we uit de woorden van Christus wat we behoren te doen?

  • Hoe leren we van de Heilige Geest wat we behoren te doen?

  • Hoe houden de woorden van Christus en de leiding van de Heilige Geest verband met elkaar?

Zet de volgende tekstverwijzingen op het bord:

Leg uit dat deze teksten voorbeelden zijn van hoe de woorden van Christus en de leiding van de Heilige Geest verband met elkaar houden. Geef de cursisten de tijd om deze teksten te lezen.

  • Wat deden deze profeten dat ertoe leidde dat zij aanvullende openbaring van de Heer kregen? (Benadruk dat ze zich niet alleen aan de Schriften vergastten, maar de woorden ook overpeinsden. Zie 1 Nephi 11:1; LV 76:15–19; 138:1, 11; Geschiedenis van Joseph Smith 1:12–13.)

  • Hoe kwamen de woorden van Christus en de ingevingen van de Heilige Geest samen in deze openbaringen?

  • Waarom denkt u dat zich aan de woorden van Christus vergasten de ingevingen van de Heilige Geest mogelijk maakt?

Vraag een cursist 2 Nephi 33:2 voor te lezen. Benadruk dat wanneer mensen hun hart verstokken de Heilige Geest ‘in hen geen plaats heeft’. Vraag de klas vervolgens zich op te splitsen in koppels. Vraag elk koppel 2 Nephi 32:4–9 en 33:1–3 te lezen en te bespreken. Laat ze ook bespreken hoe zij hun hart kunnen voorbereiden, zodat de Heilige Geest plaats in hen kan hebben. Stel na verloop van tijd enkele of alle van de volgende vragen om te zien welk begrip ze hebben opgedaan:

  • Waarom valt het soms niet mee om geestelijke zaken te begrijpen en te ervaren?

  • Welke belofte doet Nephi als we de leringen in deze verzen in praktijk brengen?

  • Welke woorden in 2 Nephi 32:8 geven aan hoe ernstig het is om ons gebed te veronachtzamen?

  • Waarom is het belangrijk dat we bidden voordat we ‘[iets] voor de Heer […] doen’? (2 Nephi 32:9.) Welke zegeningen hebt u ontvangen doordat u deze raad hebt opgevolgd?

  • Nephi heeft gezegd dat de Heilige Geest boodschappen ‘tot het hart der mensenkinderen’ voert (2 Nephi 33:1). Wat betekent dat voor u? (U kunt de cursisten eventueel het citaat van ouderling David A. Bednar op p. 115 in het cursistenboek laten lezen.)

2 Nephi 33:3–15. Wie in Jezus Christus geloven zullen ook in de woorden van Nephi geloven

Vraag de cursisten 2 Nephi 33:4–5 te lezen en de redenen te noteren die Nephi opnoemt waarom zijn woorden een bron van kracht zullen zijn voor wie ze leest. De lijst zou de volgende redenen kunnen bevatten:

  1. Nephi’s woorden overreden mensen om goed te doen.

  2. Ze geven de afstammelingen van Lehi kennis van hun voorouders.

  3. Zij spreken over Jezus Christus en overreden mensen in Hem te geloven.

  4. Ze moedigen mensen aan om tot het einde te volharden.

  5. Zij spreken zich scherp uit tegen zonde.

Om de cursisten Nephi’s rol — en de rol van alle profeten — om de mensen te overreden in Christus te geloven duidelijk te maken, stelt u de volgende vragen:

  • Welke informatie nam Nephi in zijn kroniek op om de mensen te overreden in Christus te geloven?

  • Hoe heeft het bestuderen van Nephi’s woorden u geholpen om nader tot Christus te komen?

  • Wat doen de hedendaagse profeten om ons ertoe te brengen in Christus te geloven? (Raad de cursisten aan de adviezen die in de recentste algemene conferentie zijn gegeven, door te nemen.)

Geef tot slot uw getuigenis van de woorden van Nephi. Vraag de cursisten om ook hun getuigenis te geven.