Instituut
Hoofdstuk 17


Hoofdstuk 17

Enos–Woorden van Mormon

Inleiding

Uw cursisten zijn waarschijnlijk al vertrouwd met het verhaal van Enos, die een hele dag en nacht heeft gebeden. U bent nu in de gelegenheid om hun begrip van dit verhaal te verdiepen. Doordat zij het verhaal lezen en bespreken, zullen ze leren hoe ze hun gebeden meer zin en betekenis kunnen geven. Ook zullen ze inzien hoe de zegeningen van de verzoening van invloed op hun leven zijn.

De boeken Jarom, Omni en de Woorden van Mormon beschrijven hoe sommige Nephieten in de problemen kwamen doordat zij ervoor kozen de leringen van de profeten niet op te volgen. U kunt de cursisten duidelijk maken hoe vertrouwen stellen in de Heer en zijn profeten vrede verschaft, zelfs in tijden van beproeving en tegenspoed.

Enkele leerstellingen en beginselen

  • Wanneer wij vergeving van onze zonden ontvangen, door geloof in Christus en de genezingskracht van zijn verzoening, ontstaat bij ons het verlangen om anderen eeuwig heil te helpen ontvangen (zie Enos 1:5–27).

  • Soms moeten leiders scherp waarschuwen om mensen tot bekering te motiveren (zie Enos 1:22–23; Jarom 1:10–12; Woorden van Mormon 1:15–18).

  • Getrouwe heiligen die naar de profeten luisteren zullen in tijden van beproeving en tegenspoed worden geholpen en geleid (zie Omni 1:12–19).

  • De Heer weet alle dingen die zullen komen (zie Woorden van Mormon 1:1–9).

Onderwijsideeën

Enos 1:2–15. Gebed is persoonlijke communicatie met God

Vraag de klas om alles te vertellen wat ze van Enos weten. Hun antwoorden kunnen onder andere bestaan uit:

  1. Hij was de zoon van Jakob, de kleinzoon van Lehi, en de neef van Nephi.

  2. Hij was rechtschapen.

  3. Hij bad de hele dag en nacht.

  4. De stem van de Heer liet hem weten dat hij vergeving van zonden had ontvangen.

  5. Hij bad voor het welzijn van anderen.

Deel de klas op in koppels. Laat elk koppel Enos 1:1–5 lezen en gezamenlijk op zoek gaan naar daden en gedrag die het gebed meer betekenis geeft. Vraag de cursisten na een paar minuten te vertellen wat hun bevindingen zijn.

Zet de antwoorden van de cursisten op het bord. Laat de cursisten uit deze bespreking beginselen opschrijven die hun zullen helpen om hun persoonlijke gebeden te verbeteren. Voor meer inzicht kunt u eventueel verwijzen naar de citaten van ouderling Robert D. Hales en ouderling Neal A. Maxwell op pp. 134–135 in het cursistenboek.

Enos 1:5–27. Wanneer wij vergeving van onze zonden ontvangen, door geloof in Christus en de genezingskracht van zijn verzoening, ontstaat bij ons het verlangen om anderen eeuwig heil te helpen ontvangen

Zet het volgende schema op het bord:

Verlangen bij te dragen aan het eeuwig heil van anderen

Vergeving van onze zonden door de verzoening

Vraag een cursist Enos 1:5–8 voor te lezen.

  • Door welk gevoel wist Enos dat hij de reinigende kracht van de verzoening had ervaren?

  • Hoe kunnen wij dezelfde kracht voelen?

Laat een cursist Enos 10:9–12 voorlezen.

  • Aan wie dacht Enos vervolgens toen hij door de verzoening vergeving had ontvangen?

  • Waarom denkt u dat hij aan anderen begon te denken?

  • Hoe kan dit patroon ons helpen?

Leg uit dat wanneer we door de verzoening gereinigd en veranderd zijn, we anderen beter kunnen helpen.

Vraag of de cursisten voorbeelden kunnen geven van mensen die met hun levenswandel laten zien dat ze het welzijn van anderen zijn toegedaan. Geef de cursisten de uitdaging om de zegenende kracht van de verzoening in hun leven te ervaren en daarna anderen te helpen diezelfde kracht in hun leven te ontvangen.

Enos 1:22–23; Jarom 1:10–12; Woorden van Mormon 1:15–18. Soms moeten leiders scherp waarschuwen om mensen tot bekering te motiveren

Toon een paar illustraties waarop waarschuwingen staan. (Zoals verkeerstekens, levensgevaarlijk hoge spanning, enzovoort)

  • Waarom hebben we die waarschuwingen?

  • Wat kunnen de gevolgen zijn als we geen acht slaan op een waarschuwing?

Vraag de cursisten Enos 1:22–23 te lezen.

  • Wat betekent het volgens u om ‘halsstarrig’ te zijn? Hoe kunnen we ons veranderen als we die houding in onszelf zien?

Laat de cursisten Jarom 1:10–12 lezen.

  • Waarom denkt u dat sommige leiders en leerkrachten ijverig en lankmoedig blijven, hoewel hun boodschap wordt verworpen?

Vraag de cursisten Woorden van Mormon 1:15–18 te lezen.

  • Wat houdt het in om Gods woord met kracht en gezag te spreken? Waarom is het soms noodzakelijk om met scherpte te spreken?

  • Welke duidelijke waarschuwingen hebben we van onze leiders gekregen?

  • Hoe zijn scherpe waarschuwingen in feite uitingen van liefde?

Moedig de cursisten aan acht te slaan op de waarschuwingen die afkomstig zijn van profeten, priesterschapsleiders en ouders, die hun welzijn voor ogen hebben.

Omni 1:12–19. Getrouwe heiligen die naar de profeten luisteren zullen in tijden van beproeving en tegenspoed worden geholpen en geleid

Schrijf de volgende oefening vóór de les op het bord of maak er een uitreikblad van:

  1. Welk land vonden Mosiah en zijn volk?

  2. Wat had Mosiah dat ertoe leidde dat het volk van Zarahemla, dat afstamde van Mulek, zich verheugde?

  3. Waar was het volk van Zarahemla vandaan gekomen?

  4. Wat was er met de taal van het volk van Zarahemla gebeurd?

  5. Wie werd er koning van zowel de Nephieten als het volk van Zarahemla?

  1. Verbasterd

  2. Jeruzalem

  3. Mosiah

  4. De platen van koper

  5. Zarahemla

Vraag de cursisten Omni 1:12–19 te lezen. Laat ze de oefening op het bord of op het uitreikblad maken. De letters moeten met het juiste antwoord worden verbonden. Na verloop van tijd bespreekt u kort de juiste antwoorden. (1–E, 2–D, 3–B, 4–A, 5–C.)

  • Hoe werden de getrouwe heiligen die Mosiah de wildernis in volgden van gevaar gered?

  • Hoe redde de komst van Mosiah en zijn volk het volk van Zarahemla van geestelijke blindheid?

  • 1 Nephi 4:13 bevat de uitleg van de Heer waarom Nephi Laban moest doden en de koperen platen moest meenemen. Hoe houdt dit vers verband met Omni 1:14–17? (Omdat de mensen in Zarahemla geen kronieken hadden meegebracht, was hun taal verbasterd en hadden ze hun geloof in God verloren. Zij waren een natie die tot ongeloof was vervallen. Zij waren blij toen zij zagen dat het volk van Mosiah een kroniek van de Joden op koperen platen bij zich had.)

Leg uit dat gehoorzaamheid aan de raad van de profeet geen garantie is dat we in dit leven van alle moeilijkheden worden gevrijwaard. We hebben echter wel de zekerheid dat we, door de profeet te volgen, op het veiligste pad zijn en dat we de kracht krijgen om onze beproevingen te doorstaan.

Lees Leer en Verbonden 21:4–6 met de cursisten.

  • Waarom kunnen we geloof hebben in de raad van de profeet?

  • Hoe heeft raad van de profeet u door moeilijke tijden geloodst?

Omni 1:25–26. ‘Geeft Hem uw gehele ziel als een offerande’

Laat de cursisten in het resumé van Omni 1 nakijken hoeveel schrijvers aan dit boek hebben bijgedragen. Leg uit dat Amaleki, de vijfde schrijver, de laatste was die iets op de kleine platen van Nephi heeft geschreven en meer dan de helft van het boek Omni heeft geschreven (zie Omni 1:12–30).

Vraag de cursisten Omni 1:25–26 te lezen. Laat ze onderstrepen (of op een blaadje opschrijven) welke specifieke aansporingen en adviezen Amaleki heeft gegeven. Vraag de cursisten na verloop van tijd te vertellen wat hun bevindingen zijn.

  • Welke betekenis heeft de herhaalde uitnodiging ‘komt’ voor u?

  • Wat is volgens u het verband tussen tot Christus komen en onze ‘gehele ziel als een offerande’ aan Hem geven?

Bespreek het volgende citaat van president Ezra Taft Benson (1899–1994), de dertiende president van de kerk:

‘God heeft ons lief. Hij slaat ons gade. Hij wil dat wij slagen. We zullen op zekere dag weten dat Hij al het mogelijke heeft gedaan voor het eeuwige welzijn van ieder van ons. (…) Dit is onze tijd om te laten zien wat wij kunnen doen — welk offer we elke dag, elk uur en nu aan God kunnen brengen. Als we alles geven wat we hebben, zullen we alles krijgen wat Hij, de grootste van allen, heeft’ (‘Jesus Christ—Gifts and Expectations’, Ensign, december 1988, p. 4).

Waarom moeten wij onze ‘gehele ziel’ offeren om de zegen van eeuwig heil te ontvangen?

Vraag de cursisten te overwegen welke offers ze deze week kunnen brengen om dichter bij God te komen. Getuig van de zegeningen die we ontvangen als we ingaan op de uitnodiging van de Heer om tot Hem te komen.

Woorden van Mormon 1:1–9. De Heer weet alle dingen die zullen komen

Vraag de cursisten om de datums te zoeken waarop het boek Omni en de Woorden van Mormon zijn geschreven, en te kijken hoeveel jaar er tussen beide boeken zit. Leg uit dat de Mormon in de Woorden van Mormon onder andere ingaat op de samenvatting van de heilige kronieken van zijn volk.

Vraag een paar cursisten Woorden van Mormon 1:1–9 te lezen, een of twee verzen per cursist.

  • Wat voelde Mormon dat hij moest doen toen hij de kleine platen onder de kronieken vond? Waarom?

  • Welke gebeurtenis in de kerkgeschiedenis maakt duidelijk waarom de Heer Mormon inspireerde om deze kroniek toe te voegen?

Vraag een cursist de inleiding van Leer en Verbonden 10 voor te lezen.

  • Hoe werden Joseph Smith en het Boek van Mormon beschermd door Mormons toevoeging van de kleine platen van Nephi? Hoe zijn wij gezegend door Mormons toevoeging van deze platen?

Moedig de cursisten aan de zinsnede ‘de Heer weet alle dingen die zullen komen’ in Woorden van Mormon 1:7 te markeren.

  • Hoe helpt het u dat u weet dat de Heer alle dingen weet? Hoe kan deze kennis ons geloof in de Heer en zijn plan voor ieder van ons beïnvoeden?

Verwijs de cursisten naar het citaat van ouderling Neal A. Maxwell op p. 139 in het cursistenboek.

Vraag de cursisten of ze een ervaring willen vertellen waaruit ze geleerd hebben dat onze hemelse Vader Zich bewust is van hun toekomstige noden. Wellicht wilt u ook vertellen hoe u de voorkennis van God in uw leven aan het werk heeft gezien.