Seminarie
Les 152: De totstandkoming van de Parel van grote waarde


Les 152

De totstandkoming van de Parel van grote waarde

Inleiding

In 1851 publiceert ouderling Franklin D. Richards, lid van het Quorum der Twaalf Apostelen en president van de Britse Zending, diverse openbaringen, vertalingen en geschriften van de profeet Joseph Smith en noemt de verzameling de Parel van grote waarde. Tijdens de algemene conferentie van de kerk in oktober 1880 aanvaardt de kerk de Parel van grote waarde als Schriftuur – als een van de standaardwerken. ‘De Parel van grote waarde bestaat uit een selectie uitgelezen materiaal over vele belangrijke aspecten van het geloof en de leer van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen.’ (Inleiding tot de Parel van grote waarde).

Lessuggesties

De totstandkoming van de Parel van grote waarde

Toon of teken een afbeelding van een parel. Vraag de cursisten of zij weten hoe parels worden gemaakt. Weten ze dat niet, leg dan uit dat een parel binnen in een oester wordt gevormd als de oester reageert op de irritatie van vreemd materiaal, zoals een zandkorrel. De oester produceert een substantie om de korrel heen, waardoor uiteindelijk een parel ontstaat. Natuurlijke parels zijn zeldzaam en worden als kostbaar beschouwd.

Afbeelding
parel in oesterschelp

Leg uit dat de les van vandaag over de oorsprong van het Schriftuurlijke boek met de titel de Parel van grote waarde zal gaan. Ze zullen ontdekken waarom de Parel van grote waarde zoal kostbaar is.

Laat een cursist de eerste alinea in de inleiding tot de Parel van grote waarde voorlezen. Vraag de klas te letten op wat de Parel van grote waarde bevat. Licht eventueel toe dat periodieken kranten of tijdschriften zijn – publicaties die periodiek, bijvoorbeeld dagelijks, wekelijks of maandelijks, worden uitgebracht.

  • In welke opzichten is de Parel van grote waarde zeldzaam en kostbaar?

Laat een cursist de tweede alinea van de inleiding voorlezen. Laat de klas meelezen en opletten waarom de Parel van grote waarde is samengesteld. Vraag ze naar hun bevindingen.

Vat de derde alinea van de inleiding samen met de uitleg dat sommige inhoud van de Parel van grote waarde sinds de eerste druk is uitgebreid of overgeheveld. Bepaalde gedeelten zijn toegevoegd en later naar de Leer en Verbonden overgeheveld.

Laat een cursist de alinea voorlezen die begint met de zinsnede ‘Selectie uit het boek Mozes’. Vraag de klas hoe Joseph Smith de openbaringen in dit boek ontving.

Laat de cursisten het boek Mozes doorbladeren en ten minste één vers opzoeken met een waarheid die zij kostbaar achten. Vraag de cursisten na verloop van tijd een medecursist of de hele klas over hun vers of verzen te vertellen.

Laat de cursisten terugkeren naar de inleiding tot de Parel van grote waarde. Laat een cursist de alinea voorlezen die begint met de zinsnede ‘Het boek Abraham’. Vraag de klas mee te lezen en op te letten hoe Joseph Smith de geschriften in het boek Abraham ontving. Vraag de cursisten naar hun bevindingen.

Licht nader toe hoe Joseph Smith de oude geschriften in het boek Abraham verkreeg door het volgende voor te (laten) lezen:

‘Op 3 juli 1835 bracht een man, Michael Chandler, vier Egyptische mummies en verscheidene papyrusrollen met oude Egyptische tekst naar Kirtland (Ohio). De mummies en de papyrusrollen waren een aantal jaren eerder door Antonio Lebolo in Egypte ontdekt. Kirtland was een van de vele plaatsen in het oosten van de Verenigde Staten waar Chandler zijn mummies tentoonstelde. Chandler bood de mummies en de papyrusrollen te koop aan en op aandringen van de profeet Joseph Smith doneerden verscheidene leden van de kerk geld om ze te kopen. In een verklaring, gedateerd 5 juli 1835, legde Joseph Smith nadruk op het belang van deze oude Egyptische geschriften: “Ik begon met de vertaling van een aantal van de symbolen of hiërogliefen. Tot onze vreugde ontdekte ik dat op een van de rollen de geschriften van Abraham stonden. […] We kunnen waarlijk zeggen dat de Heer een overvloed van vrede en waarheid begint te openbaren.” (History of the Church, deel 2, 236.)’ (Parel van grote waarde – lesboek voor de cursist [lesboek kerkelijke onderwijsinstellingen, 2000], 28.)

Sommigen hebben zich afgevraagd hoe de profeet de oude geschriften heeft vertaald. Leg het volgende uit: ‘De profeet Joseph Smith heeft nooit verteld hoe hij deze verslagen heeft vertaald. Net als met alle andere Schriften is een getuigenis van de waarheid van deze geschriften voornamelijk een geloofskwestie. Het grootste bewijs van de waarheid van het boek Abraham is niet zozeer te vinden in een analyse van stoffelijke bewijzen of historische achtergronden, maar in gebedsvolle overweging van de inhoud en de kracht ervan.’ (Parel van grote waarde – lesboek voor de cursist, 28.) Hoewel we niet de exacte methode kennen waarmee Joseph Smith de geschriften vertaalde, weten we wel dat hij het boek Abraham door de gave en macht van God heeft vertaald.

  • Waarom is het belangrijk een geestelijk getuigenis van het boek Abraham te krijgen?

Overweeg voor het volgende gedeelte van de les twee cursisten een rollenspel te laten doen van een verslaggever die een wetenschapper met een gedegen kennis van de inhoud en oorsprong van de boeken in de Parel van grote waarde interviewt. Laat hen het volgende script voorlezen:

Verslaggever:Waarom zei Joseph Smith dat hij de geschriften van Abraham had vertaald, terwijl de manuscripten niet uit Abrahams tijd afkomstig waren?

Wetenschapper:De profeet Joseph Smith heeft nooit beweerd dat de papyrusrollen daadwerkelijk de geschriften van Abraham waren. Hij zei dat het boek Abraham ‘een vertaling van enkele zeer oude kronieken [was] die in onze handen zijn gevallen, afkomstig uit de catacomben van Egypte, ogenschijnlijk de geschriften van Abraham, terwijl hij in Egypte was.’ (Times and Seasons, 1 maart 1842, 704.)

‘In 1966 zijn er elf fragmenten van de papyrusrollen die de profeet Joseph Smith ooit in bezit had, in het Metropolitan Museum of Art in New York City ontdekt. Ze zijn aan de kerk gegeven en door wetenschappers geanalyseerd die beweren dat ze tussen 100 v.C. en 100 n.C. geschreven moeten zijn. Een gebruikelijk bezwaar tegen de echtheid van het boek Abraham is dat het manuscript niet oud genoeg is om door Abraham geschreven te zijn. Hij leefde bijna tweeduizend jaar vóór Christus. Joseph Smith heeft echter nooit beweerd dat de papyrusrollen autografisch waren (door Abraham zelf geschreven), of dat ze uit de tijd van Abraham afkomstig waren. Het is gebruikelijk om het werk van een schrijver ‘zijn’ geschriften te noemen, en dan maakt het niet uit of hij ze zelf heeft geschreven of aan anderen heeft gedicteerd, of dat anderen zijn geschriften later hebben overgeschreven.’ (Parel van grote waarde – lesboek voor de cursist, 28.)

Verslaggever:Wat heeft de profeet Joseph Smith met zijn vertaling gedaan?

Wetenschapper:‘Het boek Abraham werd oorspronkelijk vanaf maart 1842 in Nauvoo (Illinois) in delen gepubliceerd in de Times and Seasons, een publicatie van de kerk (zie [de inleiding] aan het begin van de Parel van grote waarde). De profeet Joseph Smith had aangegeven dat hij later meer van het Boek van Abraham zou publiceren, maar hij werd vermoord voordat hij daartoe in staat was. Over de mogelijke lengte van de volledige vertaling heeft Oliver Cowdery ooit gezegd dat er “boekdelen” nodig zouden zijn om alles te bevatten. (Zie Messenger and Advocate, december 1835, 236.)

‘Naast de hiërogliefen bevatte het manuscript ook Egyptische tekeningen. Op 23 februari 1842 vroeg de profeet Joseph Smith aan Reuben Hedlock, een professioneel houtbewerker en lid van de kerk, om houtsneden van deze tekeningen te maken zodat ze gedrukt konden worden. Hedlock maakte de houtsneden binnen een week, en Joseph Smith publiceerde de kopieën (facsimile’s) samen met het boek Abraham. De uitleg die Joseph Smith aan de verklaringen heeft gegeven, staat bij de facsimile’s.’ (Parel van grote waarde – lesboek voor de cursist, 28–29.)

Verslaggever:Wat is er met de mummies en de papyrusrollen gebeurd?

Wetenschapper:‘Na de dood van de profeet Joseph Smith kwamen de vier mummies en de papyrusrollen in bezit van Josephs moeder, de weduwe Lucy Mack Smith.’ (Parel van grote waarde – lesboek voor de cursist, 29.) Na de dood van Lucy Mack Smith werd de collectie verkocht aan ene Abel Combs. De collectie werd mogelijk verkocht door Joseph Smiths echtgenote Emma, of misschien door zijn broer William. De heer Combs verkocht een deel van de collectie aan een museum in St. Louis (Missouri). Hij behield andere gedeelten en gaf daar later iets van weg. (Zie Parel van grote waarde – lesboek voor de cursist, 29; H. Donl Peterson, The Story of the Book of Abraham: Mummies, Manuscripts, and Mormonism [1995], 204–209, 257.)

‘Er zijn verschillende theorieën over wat er met de mummies en de papyrusrollen is gebeurd. Het blijkt dat minimaal twee mummies tijdens de grote brand in Chicago in 1871 zijn verbrand. (Zie B.H. Roberts, New Witnesses for God, 3 delen [1909–1911], deel 2, 380–382.)

‘In het voorjaar van 1966 [bracht] doctor Aziz S. Atiya, hoogleraar aan de University of Utah, verschillende delen van de papyrusrollen [van Joseph Smith die zich] in het Metropolitan Museum of Art in New York City [bevonden onder de aandacht van de kerk]. Deze delen zijn op 27 november 1967 door de directeur van het museum aan de kerk overhandigd. Waar de andere mummies en de rest van de papyrusrollen zijn gebleven, is onbekend. [Zie H. Donl Peterson, ‘Some Joseph Smith Papyri Rediscovered (1967)’ in Studies in Scripture, Volume Two: The Pearl of Great Price, red. Robert L. Millett en Kent P. Jackson (1985), 183–185].’ (Parel van grote waarde – lesboek voor de cursist, 29.)

Laat de cursisten het boek Abraham doorbladeren en ten minste één vers opzoeken dat zij kostbaar achten. Vraag de cursisten na verloop van tijd een medecursist of de hele klas over hun vers of verzen te vertellen.

Laat de cursisten terugkeren naar de inleiding. Laat een cursist de alinea voorlezen die begint met de zinsnede ‘Mattheüs naar Joseph Smith’. Vraag de klas mee te lezen en op te letten hoe Joseph Smith deze openbaring ontving. Vraag de cursisten naar hun bevindingen.

Leg uit dat Mattheüs naar Joseph Smith onder meer kostbaar is omdat er een van de redevoeringen van de Heiland over de wederkomst in staat.

Laat een cursist de alinea voorlezen die begint met de zinsnede ‘Geschiedenis van Joseph Smith’. Vraag de klas mee te lezen en op te letten wanneer Joseph Smith deze geschiedenis schreef.

Laat de cursisten Geschiedenis van Joseph Smith doorbladeren en ten minste één vers opzoeken dat zij kostbaar achten. Vraag de cursisten na verloop van tijd een medecursist of de hele klas over die verzen te vertellen.

Laat de cursisten zich indenken dat een vriend of vriendin vraagt de geloofspunten van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen in twee minuten uit te leggen. Vraag de cursisten in hun Schriftendagboek of aantekenschrift te noteren hoe ze dat zouden aanpakken. Vraag enkele cursisten na een paar minuten wat ze hebben opgeschreven.

Wijs erop dat de Geloofsartikelen een goede samenvatting van onze geloofsovertuigingen vormen. Maak de cursisten de oorsprong van de Geloofsartikelen duidelijk met de uitleg dat de profeet Joseph Smith op 1 maart 1842 reageerde op het verzoek van John Wentworth, redacteur van een krant, om informatie over zichzelf, de geschiedenis en geloofsovertuiging van de kerk te verschaffen. Die informatie is vervat in wat de Wentworthbrief genoemd wordt. Daarin verklaarde Joseph dertien fundamentele beginselen van het evangelie. Deze geloofspunten zijn in de Parel van grote waarde opgenomen als de Geloofsartikelen. Hoewel ze niet een verklaring van al onze geloofsovertuigingen zijn, worden er wel belangrijke leerstellingen en beginselen in genoemd.

Deel de cursisten op in groepjes van twee. Wijs elk groepje minimaal één geloofsartikel toe. (Afhankelijk van de behoeften en het aantal cursisten in uw klas kunt u elk groepje een of meer geloofsartikelen toewijzen.) Laat elk groepje hun geloofsartikel lezen en de volgende aanwijzingen opvolgen. U kunt desgewenst een uitreikblad met de aanwijzingen uitdelen of ze op het bord schrijven. De cursisten kunnen de aanwijzingen in hun aantekenschrift of Schriftendagboek uitwerken.

  1. Schrijf na het lezen van het geloofsartikel in je eigen woorden de leerstelling of het beginsel erin op.

  2. Zoek een Schrifttekst op die de leerstelling of het beginsel in het geloofsartikel ondersteunt. Noteer welke inzichten de Schrifttekst aan je begrip van dit beginsel toevoegt.

  3. Noteer hoe begrip van en geloof in dit geloofsartikel iemand tot zegen kunnen zijn.

Geef de cursisten voldoende tijd voor de opdrachten en vraag ze daarna wat ze opgeschreven hebben. Schrijf desgewenst enkele beginselen die ze gevonden hebben op het bord.

Laat de cursisten vertellen hoe de Geloofsartikelen hen wel eens geholpen hebben om het evangelie aan iemand uit te leggen. U kunt ook iets vertellen dat u zelf hebt meegemaakt.

Geef de cursisten de uitdaging om de geloofsartikelen te bestuderen en uit het hoofd te leren. U kunt desgewenst een van de activiteiten in het aanhangsel gebruiken om de cursisten te helpen een van de Geloofsartikelen klassikaal uit het hoofd te leren. Moedig de cursisten aan hun kennis van de Geloofsartikelen te gebruiken om hun geloof aan anderen uit te leggen.

Zet de volgende onvolledige zin op het bord: De Parel van grote waarde bewijst dat Joseph Smith een …

Stel de volgende vragen om de cursisten te helpen de zin af te maken:

  • Wat komen we door de kostbare waarheden in de Parel van grote waarde over Joseph Smith te weten? (Vul de waarheid op het bord als volgt aan: De Parel van grote waarde bewijst dat Joseph Smith een profeet, ziener en openbaarder was.

  • In welke opzichten bewijst de Parel van grote waarde volgens jou dat Joseph Smith tot profeet geroepen was?

Getuig dat de Parel van grote waarde bewijst dat Joseph Smith een profeet, ziener en openbaarder is. Dit boek leert ons waardevolle waarheden over onze hemelse Vader en Jezus Christus.

Toelichting en achtergrondinformatie

Het boek Abraham: bewijs van de goddelijke roeping van de profeet Joseph Smith

‘Het boek Abraham is een bewijs van de geïnspireerde roeping van de profeet Joseph Smith. Het kwam tevoorschijn toen de studie van de oude Egyptische taal en cultuur net was begonnen. De wetenschappers uit de negentiende eeuw begonnen egyptologie te studeren. En zonder opleiding in oude talen en zonder enige kennis van het oude Egypte (behalve zijn vertaling van het Boek van Mormon) begon Joseph Smith de oude manuscripten te vertalen. Zijn kennis en vaardigheid kreeg hij door de macht en gave van God, in combinatie met zijn eigen vastberadenheid en geloof.’ (Parel van grote waarde – lesboek voor de cursist [lesboek kerkelijke onderwijsinstellingen, 2000], 29.)

De geloofsartikelen en de Wentworthbrief

Joseph Smith schreef een brief aan John Wentworth, redacteur en eigenaar van de Chicago Democrat, een krant uit Illinois. In de brief zette de profeet Joseph Smith de leerstellingen en de geschiedenis van de Heiligen der Laatste Dagen uiteen. De Geloofsartikelen vormden een onderdeel van die brief. Zie voor de tekst van de gehele brief het hoofdstuk ‘The Wentworth Letter’, Ensign, juli 2002, 26–32.