Ezra Thayre wordt aangewezen om, samen met Joseph Smith sr., op de boerderij van Frederick G. Williams in Kirtland (Ohio) te wonen en te werken. Broeder Thayre draagt ook deels bij aan de afbetaling van de lening die voor de aankoop van het land was afgesloten. Begin juni 1831 worden hij en Thomas B. Marsh op zending naar Missouri geroepen (zie LV 52:22). Wegens hoogmoed en zelfzucht is broeder Thayre niet voorbereid om met broeder Marsh te vertrekken. In de openbaring van 15 juni die in Leer en Verbonden 56 opgetekend is, herroept de Heer broeder Thayre’s roeping. Hij wijst een nieuwe collega voor broeder Marsh toe. De Heer waarschuwt voor hoogmoed. Hij vertelt de heiligen dat Hij veel meer dan land en geld voor hen in petto heeft.
De Heer herroept Ezra Thayre’s zendingsoproep en waarschuwt hem zich te bekeren
Vraag de cursisten of ze iemand kennen die iets belangrijks opgegeven heeft om een van de geboden van de Heer te gehoorzamen. (Mogelijke voorbeelden: iemand die offers gebracht heeft om lid van de kerk te worden, op zending te gaan of bepaalde normen van de kerk te gehoorzamen.) Laat een paar cursisten over een voorbeeld vertellen.
Leg uit dat de Heer Ezra Thayre in juni 1831 riep om met Thomas B. Marsh een zending in Missouri te vervullen. Broeder Thayre’s zorgen over bezittingen en geld leidden ertoe dat hij niet voorbereid was om te vertrekken toen broeder Marsh er klaar voor was. Broeder Marsh zocht Joseph Smith op en vroeg hem wat er gebeuren moest. Toen de profeet bij de Heer navraag deed, antwoordde de Heer hem met de openbaring in Leer en Verbonden 56.
Laat een cursist Leer en Verbonden 56:1–2 voorlezen. Laat de klas meelezen en opletten wat de Heer zei over wie zijn geboden niet willen onderhouden.
Wat zei de Heer over wie zijn geboden niet willen onderhouden?
Zet de volgende onvolledige zin op het bord: Als wij behouden willen worden, moeten wij …
Laat de cursisten de zin op basis van vers 2 aanvullen. De strekking van de woorden van de cursisten dient het volgende beginsel te omvatten: Als wij behouden willen worden, moeten wij ons kruis opnemen, de Heiland volgen en zijn geboden onderhouden. (Maak het beginsel op het bord af.)
Wat betekent ‘ons kruis opnemen’ volgens jullie? (Maak de cursisten deze zinsnede eventueel duidelijk door ze in de Bijbelvertaling van Joseph Smith Matteüs 16:26 te laten lezen.)
Welke geboden heeft de Heer gegeven die vereisen dat je je kruis opneemt en offers brengt om gehoorzaam te zijn? (In Voor de kracht van de jeugd staan enkele voorbeelden.)
Welke zegeningen heb of zul je ontvangen omdat je voor gehoorzaamheid gekozen hebt?
Vraag hoe de mensen in de volgende voorbeelden hun kruis kunnen opnemen en de geboden van de Heer gehoorzamen:
Een jongeman nadert de leeftijd dat hij op zending kan gaan. Hij maakt zich zorgen om alles wat hij dan achterlaat.
Een jongevrouw weet dat de jongeren in haar wijk over een paar maanden naar de tempel gaan. Zij heeft echter geen tempelaanbeveling. Er speelt op dit moment iets waardoor ze er niet voor in aanmerking zal komen.
Leg uit dat we kansen om anderen tot zegen te zijn en zelf zegeningen te ontvangen verspelen als we ons kruis niet willen opnemen. Laat een cursist Leer en Verbonden 56:3–5 voorlezen. Laat de klas opletten wat er gebeurde omdat Ezra Thayre niet klaar was om naar Missouri te gaan. Leg eventueel eerst uit dat het woord herroepen terugnemen of intrekken betekent.
Wat verspeelde Ezra Thayre omdat hij er niet klaar voor was om te gaan? (Hij verspeelde zijn kans om op zending te gaan en de zegeningen die daaruit voortgekomen zouden zijn.)
Wat kan de Heer volgens vers 4 doen met geboden die Hij geeft? (De cursisten dienen het volgende beginsel te vinden: de Heer kan een gebod geven of een gebod herroepen naar het Hem goeddunkt.)
Vraag de cursisten om voorbeelden uit de Schriften of de kerkgeschiedenis waarin de Heer een gebod geeft en het vervolgens herroept. Hieronder staan enkele voorbeelden:
De Heiland zond de apostelen tijdens zijn aardse bediening alleen naar leden van het huis van Israël (zie Mattheüs 10:5). Kort na zijn opstanding droeg de Heiland de apostelen op om het evangelie aan mensen in alle landen te prediken (zie Mattheüs 28:19).
De Heer heeft in deze bedeling een aantal heiligen in de beginperiode van de kerk geboden het meervoudig huwelijk toe te passen. De profeet Joseph Smith en vele andere kerkleiders hadden moeite met dit gebod. Toch gehoorzaamden ze het. President Wilford Woodruff vaardigde na een openbaring het Manifest uit. Dat werd op 6 oktober 1890 als gezaghebbend en bindend door de kerk aangenomen. Daarmee kwam er een einde aan de uitoefening van het meervoudig huwelijk in de kerk (zie Officiële verklaring 1).
Vat Leer en Verbonden 56:6–7 samen. Leg uit dat de Heer ook de zendingsoproep van Selah J. Griffin en Newel Knight veranderde. Herinner de cursisten eraan dat de heiligen uit Colesville wegens de moeilijkheden op aanstichten van Leman Copley in Thompson (Ohio) de opdracht kregen naar Missouri te verhuizen. Zij vroegen de profeet Joseph Smith of zij die tocht onder leiding van Newel Knight konden maken, zoals bij hun vertrek uit Colesville ook het geval was. Newel Knight was vóór die moeilijkheden op zending geroepen met Selah J. Griffin (zie LV 52:32). De Heer wees Selah J. Griffin nu aan om Ezra Thayre’s plaats als collega van Thomas B. Marsh in te nemen. Newel Knight kreeg de aanwijzing om bij de heiligen uit Colesville te blijven.
Laat een cursist Leer en Verbonden 56:8–11 voorlezen. Laat de klas meelezen en opletten wat de Heer Ezra Thayre opdroeg nadat zijn zendingsoproep herroepen was.
Wat zou er volgens de Heer gebeuren als Ezra Thayre zich bekeerde? Wat zou er gebeuren als hij zich niet bekeerde?
Leg uit dat Ezra ervoor koos om zich te bekeren. Zeven maanden later werd hij wederom met Thomas B. Marsh op zending geroepen (zie LV 75:31).
De Heer waarschuwt de heiligen voor hebzucht en een hoogmoedig hart
Laat de cursisten zich voorstellen dat ze een vriend(in) hebben die gezondigd heeft en daarmee zit. De vriend(in) komt naar ze toe en vraagt: ‘Wat moet ik doen om me te bekeren?’ Geef de cursisten voldoende tijd om na te denken en te reageren. Laat een cursist vervolgens Leer en Verbonden 56:14–15 voorlezen. Laat de klas meelezen en op houdingen en daden letten die vergeving van onze zonden in de weg staan.
Wat betekent ‘omdat u zich op uw eigen wegen verlaat’? Wat spreekt uit de zinsnede ‘uw hart is niet tevreden’? (Dat je niet tevreden bent met wat je hebt.)
Wat is er volgens de verzen 14 en 15 nodig om ons te bekeren en vergeving te ontvangen? (De cursisten kunnen verschillende beginselen noemen, maar beklemtoon in elk geval het volgende: bekering houdt onder meer in dat we de raad van de Heer opvolgen en ons van onrechtvaardige verlangens afkeren. U kunt de cursisten dit beginsel desgewenst naast Leer en Verbonden 56:14–15 in hun Schriften laten noteren.)
Waarom zijn gehoorzaamheid en ongerechtigheid verzaken noodzakelijk voor ware bekering?
Leg uit dat bekering niet alleen een reeks stappen inhoudt, maar een volkomen verandering van hart vereist – een vast voornemen om de Heer te gehoorzamen en alle ongerechtigheid te verzaken. Ten tijde van deze openbaring leek het erop dat Ezra Thayre’s zelfzucht en hoogmoed hem ervan weerhielden om de raad van de Heer op te volgen.
Hoe kan iemands hoogmoed een bekeerlijk hart in de weg staan?
Laat de cursisten Leer en Verbonden 56:16–17 met een medecursist lezen. Laat een van de cursisten opletten hoe iemand die rijk is een onbekeerlijk hart kan hebben. Laat de andere cursist opletten hoe iemand die arm is een onbekeerlijk hart kan hebben. Laat ze hun bevindingen desgewenst markeren. Laat de cursisten hun bevindingen aan hun medecursist uitleggen en daarna samen de volgende vragen bespreken (u kunt deze op het bord zetten):
Welke overeenkomsten zie je in het onbekeerlijke hart van zowel de rijke als de arme?
Waarom kan hebzucht bij zowel rijke als arme mensen voorkomen?
Laat de cursisten overdenken in hoeverre een dergelijke houding bij zichzelf of bij anderen die ze kennen tot uiting komt.
Laat een cursist Leer en Verbonden 56:18 voorlezen. Laat de klas meelezen en naar woorden zoeken die het hart beschrijven van wie gezegend zullen worden.
Hoe dient ons hart volgens vers 18 te zijn? Wat betekent het om een gebroken hart te hebben? En een verslagen geest? (Deze termen duiden nederigheid en overgave aan de Heer aan.)
Hoe kunnen we veranderen als ons hart hebzuchtig of hoogmoedig is?
Laat de cursisten Leer en Verbonden 56:19–20 met hun medecursist lezen. Vraag ze te letten op zegeningen die de Heer beloofde aan wie een nederig hart hebben. Laat de cursisten hun bevindingen desgewenst markeren.
Zet de volgende onvolledige zin op het bord: Mensen met een nederig hart zullen …
Welke zegeningen maken de zin op het bord volgens de verzen 18–20 af? (Zet de zegeningen die de cursisten uit deze verzen noemen op het bord. Leg eventueel uit dat het woord vergelding op beloningen voor goede daden en straf voor onrechtvaardige daden slaat.)
Leg uit dat het deel dat onder de wet van toewijding aan een persoon of gezin overeenkomstig hun omstandigheden gegeven werd, een ‘erfdeel’ heette (LV 57:7). Het is aannemelijk dat sommige heiligen, zoals Ezra Thayre, in de beginfase van de uitoefening van deze wet hun ‘erfdeel’ maar al te graag wilden opeisen.
Zet de woorden Mijn erfdeel naast de genoteerde zegeningen op het bord.
Hoe zou je de zegeningen samenvatten die de Heer voor mensen met een nederig hart in petto heeft? (De strekking van de woorden van de cursisten op het bord dient het volgende beginsel te omvatten: Mensen met een nederig hart zullen de aarde beërven.)
Hoe staan de genoemde zegeningen in de verzen 18–20 in contrast met de bezittingen en het geld waar Ezra Thayre en andere heiligen waarschijnlijk zo naar verlangden?
Getuig van de zegeningen, of het ‘erfdeel’, waarmee de Heer ons overladen wil als we ongerechtigheid verzaken en zijn geboden met een vast voornemen willen gehoorzamen.
President Ezra Taft Benson heeft gesproken over de verwachting dat jongemannen de nodige offers brengen om een zending te vervullen:
Afbeelding
President Ezra Taft Benson
‘Aangaande een zending heeft president [Spencer W.] Kimball gezegd: “Hoe zelfzuchtig en onnadenkend zou het voor een opgroeiende jongeman zijn om zijn tijd aan de voorbereiding op zijn toekomstige werk en beroep te besteden terwijl hij zijn Schepper in dit, het belangrijkste werk ter wereld, niet wil dienen.” (Seminar voor regionaal vertegenwoordigers, 30 september 1977.) […]
‘Jongemannen, deze uitspraak van president Kimball dient jullie persoonlijke motto te zijn: “Iedere getrouwe en bekwame jongeman behoort op zending te gaan.” (Ensign, mei 1974, 87.) We vragen je om dat offer te brengen. We hebben er geen betere benaming voor. Het is een investering. Laat je voor de geweldigste dienstplicht ter wereld oproepen. Ga die plicht niet uit de weg. Teken geen bezwaar aan. We nodigen je uit om je bij het leger aan te sluiten […] dat dagelijks in aantal toeneemt. Je zult tot taak hebben om de boodschap van het herstelde evangelie aan de wereld te verkondigen. Weet dat je ons vertrouwen en onze liefde geniet. We rekenen erop dat je die zending vervult.’ (‘This Is a Day of Sacrifice’, Ensign, mei 1979, 33.)
President Boyd K. Packer van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft uitgelegd dat de Heer de aanwijzingen aan de kerk soms bijstelt. President Packer moedigt de leden aan om op het proces van openbaring aan de apostelen te vertrouwen, en de veranderingen in praktijken en procedures te aanvaarden zoals die geopenbaard worden:
Afbeelding
President Boyd K. Packer
‘Organisatorische of procedurele veranderingen getuigen van voortdurende openbaring. Hoewel de leer niet verandert, doen werkwijzen en procedures dat wél. […]
‘Het evangelieplan is regel op regel, voorschrift op voorschrift, hier een weinig, daar een weinig, geopenbaard. En het gaat nog steeds door: “Wij geloven dat Hij nog vele grote en belangrijke dingen aangaande het koninkrijk Gods zal openbaren.” (Geloofsartikelen 1:9.)
Net als in het verleden zullen er ook in de toekomst veranderingen komen. Of de algemene autoriteiten nu veranderingen doorvoeren of tegenhouden, hangt geheel af van de instructies die zij door de kanalen van openbaring die vanaf het begin ingesteld zijn, ontvangen.
De leer zal altijd hetzelfde blijven. De organisatie, programma’s en procedures zullen bijgesteld worden op aanwijzing van Hem wiens kerk dit is. […]
‘En uiteindelijk komt wat gegeven wordt, omdat de Heer het gesproken heeft, “hetzij door [z]ijn eigen stem, hetzij door de stem van [z]ijn dienstknechten, dat is hetzelfde”. (LV 1:38.) Wij kennen zijn stem als Hij spreekt.’ (‘Revelation in a Changing World’, Ensign, november 1989, 15, 16.)
Ouderling D. Todd Christofferson van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft beklemtoond welke resultaten we krijgen als we door bekering een volledige verandering van hart ondervinden:
Afbeelding
Ouderling D. Todd Christofferson
‘Bekering vergt serieuze doelgerichtheid en de bereidheid om door te zetten, zelfs als dat pijnlijk is. Pogingen om een lijst met concrete stappen tot bekering op te stellen, kunnen voor sommigen nuttig zijn. Ze kunnen echter ook leiden tot een mechanische afvinkbenadering zonder echt gevoel of verandering. Ware bekering is niet oppervlakkig. […]
‘Iemands geloof in de genadige Verlosser en zijn kracht doet potentiële wanhoop omslaan in hoop. Het hart en de verlangens van de persoon veranderen. De eens zo aantrekkelijke zonde wordt steeds weerzinwekkender. Een vast voornemen om de zonde achter zich te laten en te verzaken, en om zo goed mogelijk de veroorzaakte schade te herstellen, neemt dan vaste vorm aan in dat hernieuwde hart. Dit voornemen rijpt al gauw en wordt een verbond van gehoorzaamheid aan God. Als dat verbond gesloten is, biedt de Heilige Geest als boodschapper van goddelijke genade verlichting en vergiffenis.’ (Zie ‘De goddelijke gave van bekering’, Liahona, november 2011, 40.)
Het volgende citaat van ouderling Joseph B. Wirthlin van het Quorum der Twaalf Apostelen gaat in op het beginsel van compensatie, wat tot de belofte van vergelding door de Heiland behoort:
Afbeelding
Ouderling Joseph B. Wirthlin
‘De Heer compenseert zijn getrouwe kinderen voor elk verlies. Wat is weggenomen van hen die de Heer liefhebben, zal op zijn eigen manier aan hen worden teruggegeven. Hoewel het misschien niet gebeurt op het moment dat wij [dit] willen, weten de getrouwen dat iedere traan uiteindelijk honderdvoudig zal worden vergoed met tranen van vreugde en dankbaarheid.’ (‘Wat er ook gebeurt, geniet ervan’, Liahona, november 2008, 28.)