Seminarie
Les 43: Leer en Verbonden 38:17–42


Les 43

Leer en Verbonden 38:17–42

Inleiding

De vorige les ging over de eerste 16 verzen van Leer en Verbonden 38. Deze les gaat over de rest van die afdeling. De Heer openbaart enkele zegeningen voor de rechtvaardigen tijdens het millennium. Dat doet Hij in antwoord op de wens van de heiligen om meer te weten te komen over het gebod om zich in Ohio te vergaderen. Hij draagt de heiligen vervolgens op één te zijn. Ook legt Hij uit waarom ze zich in Ohio moeten vergaderen. Tot slot geeft de Heer geboden zodat de heiligen weten hoe ze aan de vergadering moeten beginnen.

Lessuggesties

Leer en Verbonden 38:17–22

De Heer openbaart enkele zegeningen die nu en in het millennium voor de rechtvaardigen weggelegd zijn

Vraag de cursisten wat een erfland of erfgoed is en wie dat doorgaans ontvangt.

  • Waarom zou je een erfland of erfgoed willen?

Laat enkele cursisten beurtelings een vers uit Leer en Verbonden 38:17–22 voorlezen. Laat de klas meelezen en vaststellen welk erfland of erfgoed de Heer zijn volk beloofde te geven.

  • Wat moest zijn volk volgens de Heer doen om het erfland of erfgoed te ontvangen waarvan in deze verzen sprake is? (Er met hun gehele hart naar streven [zie LV 38:19]; naar zijn stem horen en Hem volgen [zie LV 38:22].)

Vraag een van de cursisten de achtergrond van Leer en Verbonden 38 te schetsen die ze de vorige les behandeld hebben. Wijs de cursisten er zo nodig op dat sommige heiligen in New York meer informatie gevraagd hadden over het gebod om naar Ohio te verhuizen.

  • Hoe zou het onderricht aan de heiligen over hun eeuwige erfland of erfgoed doorgewerkt hebben in hun gevoelens over het gebod om naar Ohio te verhuizen?

Spoor de cursisten aan om bij hun studie van de rest van Leer en Verbonden 38 nog meer redenen te vinden waarom de Heer de heiligen gebood zich in Ohio te vergaderen.

Leer en Verbonden 38:23–27

De Heer gebiedt de heiligen eensgezind te zijn

Schets vóór de les de contouren van een gebouw in uw gebied op het bord. Of maak een eenvoudige tekening van een huis zoals hier is afgebeeld. Neem essentiële elementen van het gebouw in uw tekening op, zoals de ingang, ramen, muren en het dak. Vraag de cursisten welk gedeelte van het gebouw het belangrijkst is. Maak de cursisten duidelijk dat elk gedeelte van het gebouw een onmisbaar doel heeft.

Afbeelding
contouren van huis
  • Hoe zijn de elementen van een gebouw met de leden van een gezin of de mensen in een wijk of gemeente te vergelijken? (Elk onderdeel van een gebouw is belangrijk. Zo speelt ook iedereen in een gezin, wijk of gemeente een waardevolle rol.)

Laat de cursisten Leer en Verbonden 38:23–25 doorlezen en zoeken naar een zinsnede die beschrijft hoe we tegen andere mensen aan moeten kijken. Vraag de cursisten naar hun bevindingen.

  • Wat zou het betekenen dat we onze ‘broeder achten als [ons]zelf’? (Laat de cursisten antwoorden en zet dan dit beginsel op het bord: We moeten anderen net zo achten als onszelf.)

Zet het volgende citaat van president Boyd K. Packer van het Quorum der Twaalf Apostelen op het bord om de cursisten dit beginsel in te prenten. Laat de cursisten het desgewenst in hun Schriften, aantekenschrift of Schriftendagboek overnemen. (Het citaat is te vinden in ‘De zwakken en eenvoudigen van de kerk’, Liahona, november 2007, 7.)

‘Er bestaat een unieke gelijkheid onder de leden [van de kerk]. Niemand dient zich hoger te achten dan een ander (zie LV 38:24–25).’ (President Boyd K. Packer)

  • Wat gebeurt er als mensen zichzelf hoger achten of denken dat ze beter zijn dan anderen?

  • Hoe wordt de kerk gezegend als we onszelf niet hoger achten dan anderen?

Vertel de cursisten dat de Heiland een gelijkenis aanhaalde waarom we anderen als onszelf behoren te achten. Laat een cursist die gelijkenis uit Leer en Verbonden 38:26 voorlezen. Laat de klas meelezen en opletten hoe de man in de gelijkenis zijn zonen behandelde.

  • Wat zou jij ervan vinden als je de zoon in lompen in deze gelijkenis was?

  • Wat zou de zoon in feestkledij kunnen doen om de situatie te verbeteren?

  • Wat is volgens jullie de boodschap van de Heer aan ons in deze gelijkenis?

Laat de cursisten Leer en Verbonden 38:27 doorlezen en opletten welk beginsel de Heer ons met deze gelijkenis duidelijk wil maken. (De cursisten kunnen verschillende woorden gebruiken maar moeten het volgende beginsel weergeven: als we niet één zijn, kunnen we niet het volk van de Heer zijn. Noteer dit beginsel bij het eerste beginsel op het bord. U kunt de cursisten ook aanmoedigen om de woorden in hun Schriften te markeren waarin dit beginsel wordt vermeld.)

  • Wat houdt het in de context van vers 27 in om ‘één’ te zijn? (In rechtschapenheid eensgezind met anderen en met de Heer zijn.)

  • Hoe kan anderen net zo achten als onszelf ons eensgezinder maken? Hoe kunnen we daardoor één met de Heer worden?

  • Waarom kunnen we het volk van de Heer niet zijn als we niet één zijn?

Leg uit dat de leden uit de begintijd van de kerk die geroepen waren om zich in Ohio te vergaderen niet dezelfde achtergrond hadden. Sommigen bezaten een goedlopende boerderij en genoten respect in hun gemeenschap. Anderen bezaten weinig en genoten een lagere sociale status.

  • Hoe zouden de beginselen op het bord de heiligen bij hun vergadering met andere kerkleden in Ohio tot zegen geweest kunnen zijn?

Maak vóór de les desgewenst een uitreikblad voor iedere cursist met het volgende citaat van president Henry B. Eyring van het Eerste Presidium. Laat een cursist het citaat voorlezen. Laat de klas meelezen en opletten hoe het gebod om één te zijn te maken heeft met Gods gebod aan zijn volk om zich te vergaderen.

Afbeelding
President Henry B. Eyring

‘Wij weten uit ervaring dat we vreugde ontvangen als we gezegend worden met eenheid. […] Uit liefde voor ons wil [onze hemelse Vader] die heilige wens van eenheid voor ons vervullen.

‘Hij kan ons die zegen niet individueel geven. De vreugde uit eensgezindheid die Hij ons graag wil geven, is niet individueel. We moeten er samen met anderen naar streven en ervoor in aanmerking komen. Het is dan ook niet verbazend dat God ons aanspoort om bij elkaar te komen, zodat Hij ons kan zegenen. Hij wil ons bijeenbrengen in gezinsverband. Hij heeft ook klassen, wijken en gemeenten ingesteld en ons geboden om vaak bijeen te komen. In die bijeenkomsten die God voor ons heeft opgezet, ligt onze grote kans. We kunnen bidden en werken aan die eenheid die ons vreugde zal geven en onze kracht om de Heer te dienen zal vermenigvuldigen.’ (‘Onze harten tot één samensmeden’, Liahona, november 2008, 69.)

  • Waarom wil de Heer volgens president Eyring dat wij bijeenkomen? (Zodat Hij ons kan zegenen en ons naar eensgezindheid kan laten streven.) Wat zijn de zegeningen van eensgezindheid? (Vreugde en vermenigvuldiging van onze kracht om te dienen.)

  • Hoe geeft het citaat van president Eyring ons meer begrip waarom we in gezinsverband bijeenkomen? Als kerkleden? Als seminarieklas?

  • Wanneer heb je de zegeningen meegemaakt door met anderen samen te komen?

Vraag de cursisten in hun Schriftendagboek of aantekenschrift te noteren wat ze kunnen doen om met anderen één te zijn. Laat ze daarbij aan hun gezin, aan de jongemannen en jongevrouwen in hun quorum en klas, en aan de Heer denken. Vraag enkele cursisten na verloop van tijd wat ze hebben opgeschreven.

Leer en Verbonden 38:28–33

De Heer legt uit waarom Hij zijn kerk gebood zich in Ohio te vergaderen

Leg uit dat de Heer nog meer redenen openbaarde waarom Hij de heiligen gebood om New York te verlaten en zich in Ohio te vergaderen. Laat een cursist Leer en Verbonden 38:28–30 voorlezen. Vraag de klas op nog meer redenen te letten waarom de heiligen het gebod kregen zich in Ohio te vergaderen.

  • Waarvoor waarschuwde de Heer zijn heiligen?

  • Wat kan het volk van de Heer volgens vers 30 doen om hun vijanden niet te vrezen? (U kunt voorstellen dat de cursisten de woorden in hun Schriften markeren die het volgende beginsel onderwijzen: als we voorbereid zijn, hoeven we niet te vrezen.)

Deel de cursisten in koppels op en laat elk koppel antwoorden op de volgende vragen bespreken. Zo krijgen ze meer inzicht in het beginsel dat ze net ontdekt hebben en leren ze het toepassen. (Zet deze vragen eventueel op het bord.)

  • Waarom denk je dat voorbereiding ons zelfvertrouwen geeft als we met tegenstand of gevaar te maken krijgen?

  • Hoe kunnen wij ons voorbereiden op de pogingen van de tegenstander om ons kwaad te doen?

Wijs de cursisten erop dat sommige heiligen in New York zich in 1831 afvroegen waarom ze het gebod kregen om naar Ohio te gaan. Laat een cursist Leer en Verbonden 38:31–33 voorlezen. Laat klas meelezen en letten op manieren waarop de heiligen gezegend zouden worden als ze het gebod om zich in Ohio te vergaderen gehoorzaamden. De cursisten dienen vier zegeningen te vinden: (1) ze zouden ‘ontsnappen aan de macht van de vijand’, (2) tot God ‘worden vergaderd als rechtvaardig volk’, (3) Gods wet ontvangen en (4) ‘worden begiftigd met macht uit den hoge’.

Zet het volgende op het bord: De Heer vergadert zijn volk om het te beschermen en geestelijk te sterken.

  • Hoe biedt bijeenkomen met mensen met dezelfde normen je bescherming tegen de macht van Satan?

  • Hoe worden we in geestelijk opzicht sterker als we Gods wetten ontvangen?

Leer en Verbonden 38:34–42

De kerk krijgt geboden inzake de vergadering in Ohio

Vat Leer en Verbonden 38:34–42 samen. Leg uit dat de Heer enige geboden en raad aan de heiligen gaf die bij hun verhuizing naar Ohio van pas zouden komen. Leg ook uit dat vele heiligen voor hun levensonderhoud volkomen van hun boerderij afhankelijk waren. Veel leden van de kerk moesten hun bezittingen op hetzelfde moment zien te verkopen. Dat zadelde veel heiligen op met het vooruitzicht dat ze er financieel bij in zouden schieten of helemaal geen koper voor hun boerderij zouden vinden. De overvloed aan te koop aangeboden landerijen zou de prijzen laten kelderen. Kopers zouden de boerderijen van de heiligen dan voor een schijntje in handen krijgen.

Laat de cursisten Leer en Verbonden 38:37, 39 doorlezen en op de raad van de Heer aangaande de boerderijen en rijkdommen van de heiligen letten. Vraag de cursisten naar hun bevindingen.

  • Hoe ben je door kennis van de eeuwige beloften van de Heer zijn geboden gaan gehoorzamen?

Leg uit dat sommige heiligen na dit gebod moeite hadden om hun boerderij te verkopen. Sommigen verkochten hun boerderij voor een te lage prijs en anderen raakten hun bezittingen helemaal niet kwijt. Sommige trouwe leden lieten hun onverkochte woning en bezittingen eenvoudigweg achter en gingen toch naar Ohio.

U kunt tot slot uw getuigenis geven van wat in deze les aan bod gekomen is. Vraag de cursisten te handelen naar wat ze tijdens de les gevoeld en opgeschreven hebben.

Toelichting en achtergrondinformatie

Leer en Verbonden 38:24–25. ‘Laat ieder mens zijn broeder achten als zichzelf’

President Boyd K. Packer heeft eens een verhaal verteld dat de leringen van de Heer in Leer en Verbonden 38:24–25 illustreert:

Afbeelding
President Boyd K. Packer

‘Lang geleden was ik de huisonderwijzer van een heel oude zuster. Ik kreeg een paar wijze levenslessen.

‘Toen ze nog een meisje was, kwam president Brigham Young naar Brigham City, een grote gebeurtenis in de stad die naar hem was vernoemd. Ter ere van hem werden de in wit geklede jeugdwerkkinderen met een mand vol bloemen aan de kant van de weg opgesteld om die voor de koets van de president van de kerk te strooien.

‘Dat zat haar niet lekker. In plaats van bloemen rond te strooien, schopte ze een steen voor de koets terwijl ze riep: “Hij is heus geen sikkepit beter dan mijn opa Lovelund.” Dat werd gehoord en daarvoor kreeg ze de wind van voren.

‘Ik ben er heel zeker van dat president Brigham Young de eerste zou zijn om het met de kleine Janie Steed eens te zijn. Hij zou zichzelf niet hoger achten dan opa Lovelund of enig ander waardig lid van de kerk.’ (‘De zwakken en eenvoudigen van de kerk’, Liahona, november 2007, 7.)

Leer en Verbonden 38:27, 34–36. Zorg voor de armen en wees eensgezind

In deze openbaring gebood de Heer de heiligen eensgezind te zijn en voor de armen te zorgen. Dat zijn twee fundamentele geboden van de wet van toewijding. Die twee geboden worden ook in Mozes 7:18 en 4 Nephi 1:2–3 beklemtoond. Toen de heiligen de wet van toewijding in Missouri trachtten na te leven, slaagden ze daar niet in. Dat kwam omdat ze ‘niet […] van hun bezit aan de armen’ gaven en ‘niet één’ waren (LV 105:3–5).