Seminarie
Les 144: Leer en Verbonden 135, deel 1


Les 144

Leer en Verbonden 135, deel 1

Inleiding

Op 27 juni 1844 worden de profeet Joseph Smith en zijn broer Hyrum, assistent van de president en patriarch van de kerk, in Carthage (Illinois) vermoord. Het Quorum der Twaalf Apostelen geeft goedkeuring om achterin de editie van 1844 van de Leer en Verbonden, die bijna klaar voor publicatie is, een kennisgeving van de martelaarsdood op te nemen. De aankondiging is gebaseerd op het ooggetuigenverslag van de ouderlingen John Taylor en Willard Richards, die lid van het Quorum der Twaalf zijn. De verklaring is nu in Leer en Verbonden 135 opgenomen.

Noot: in deze les staan verscheidene historische verslagen die de cursisten kunnen lezen. U kunt kopieën van die verslagen maken en ze aan het begin van de les aan de cursisten geven.

Lessuggesties

Leer en Verbonden 135:1–7

De martelaarsdood van Joseph en Hyrum Smith wordt aangekondigd

Vraag aan het begin van de les of de cursisten zich herinneren waar zij waren toen ze hoorden dat er een president van de kerk of een familielid of vriend(in) was overleden.

Laat de cursisten zich voorstellen dat ze in 1844 als lid van de kerk in Nauvoo (Illinois) wonen, en dat ze het nieuws in Leer en Verbonden 135:1 te horen krijgen. Laat een cursist dit vers voorlezen.

  • Hoe zouden jullie je gevoeld hebben als je dat hoorde?

Leg uit dat veel heiligen door verdriet overstelpt waren toen ze te horen kregen dat Joseph en Hyrum Smith vermoord waren. Laat de cursisten aan hun gevoelens en getuigenis van de profeet Joseph Smith denken terwijl ze de laatste dagen van zijn leven bestuderen.

Vertel dat Joseph Smith en de heiligen zo’n drie jaar vrij vredig in de staat Illinois hadden gewoond. Maar in 1842 kwam er weer tegenstand. Andersdenkenden binnen de kerk en tegenstanders buiten de kerk sloegen de handen ineen om de profeet en de kerk te bestrijden. Sommige burgers van Illinois begonnen de politieke invloed van de heiligen te vrezen en te verachten. Anderen waren jaloers op de economische groei van Nauvoo en bekritiseerden de macht van haar overheid en militie. Sommige mensen hadden een hekel aan de heiligen door misvattingen betreffende hun unieke leerstellingen en gebruiken, zoals het meervoudig huwelijk. Sommige gebruiken werden door afvallige leden van de kerk verkeerd voorgesteld. (Zie Church History in the Fulness of Times Student Manual, 2e uitgave [lesboek kerkelijke onderwijsinstellingen, 2003], 263–266, 270–271.)

Laat een cursist de volgende alinea voorlezen:

Cursist 1

In juni 1844 was de vijandigheid tegen de kerk sterk toegenomen. Sommige burgers van Illinois smeedden plannen om de heiligen uit de staat te verdrijven, terwijl anderen de profeet wilden doden. Sommigen die tegen de profeet en de kerk samenzweerden, waren voormalige leden van de kerk die afvallig geworden waren. Op 7 juni 1844 drukten William Law, voormalig tweede raadgever in het Eerste Presidium, en andere afvalligen de eerste uitgave van de krant Nauvoo Expositor. In een poging om de bevolking tegen de profeet en de kerk op te stoken, gebruikten deze mannen de krant om Joseph Smith en andere kerkleiders zwart te maken. Joseph Smith en de meerderheid van de stadsraad beseften dat de opruiende krant het gepeupel tot geweld tegen de stad zou aanzetten. Ze verklaarden dat de krant een plaag was en bevolen dat de drukpers van de Nauvoo Expositor vernietigd moest worden.

Leg uit dat de inhoud van de Nauvoo Expositor, evenals de vernietiging van de drukpers, de haat tegen de mormonen aanwakkerde. De eigenaren van de drukpers spanden een rechtszaak aan tegen Joseph Smith en andere leden van het stadsbestuur. Ze beschuldigden hen ervan dat ze rellen veroorzaakten. Joseph Smith werd vrijgesproken van de aanklacht. Maar omdat hij werd vrijgelaten, werden zijn vijanden alleen maar kwader. Toen bekend werd dat benden zich verzamelden om de stad Nauvoo aan te vallen, kondigde Joseph Smith als burgemeester van Nauvoo de staat van beleg af. Na goedkeuring van gouverneur Thomas Ford van Illinois, liet Joseph de Nauvoo Legion de stad verdedigen.

Laat een cursist de volgende twee alinea’s voorlezen:

Cursist 2

De onrust in het gebied werd zo groot dat gouverneur Ford naar Carthage ging, waar de regionale overheid zich bevond, om de explosieve situatie te neutraliseren. Hij schreef aan Joseph Smith dat alleen een rechtszaak tegen de profeet en andere kerkleiders, met een niet-mormoonse jury, de bevolking tevreden zou stellen. Gouverneur Ford beloofde dat ze volledig beschermd zouden worden en dat het een eerlijke rechtszaak zou zijn als ze vrijwillig zouden opdagen. Joseph antwoordde dat zijn leven onderweg in gevaar zou zijn en dat hij niet zou komen.

Joseph Smith overlegde met de broeders wat hij moest doen. Hij dacht dat als hij met Hyrum Nauvoo zou verlaten en naar het westen zou trekken, de heiligen in Nauvoo met rust zouden worden gelaten. Dus staken Joseph en Hyrum de Mississippi over en gingen naar Iowa. Sommige leden van de kerk in Nauvoo twijfelden aan het plan van de profeet. Enkelen van hen gingen naar hem toe en beschuldigden hem van lafheid. Ze zeiden dat hij de heiligen in de steek liet en dat zij nu de vervolging moesten verduren. De profeet antwoordde: ‘Als mijn leven in de ogen van mijn vrienden niets waard is, is het in mijn ogen ook niets waard.’ (History of the Church, deel 6, 549.) Na enig overleg keerden Joseph en Hyrum terug naar Nauvoo. Op 24 juni 1844 vertrokken ze ’s morgen vroeg naar Carthage.

Vraag een cursist Leer en Verbonden 135:4 voor te lezen. Laat de klas meelezen en opzoeken wat Joseph Smith op weg naar Carthage profeteerde.

  • Wat zou er volgens Joseph met hem gebeuren?

  • Hoe zou het voor de profeet zijn geweest om zijn familie achter te laten en te weten dat hij niet meer terug zou komen?

  • Waarom denk je dat Joseph ‘zo kalm als een zomermorgen’ was toen hij wist dat hij ‘als een lam ter slachting’ ging?

Leg uit dat de profeet wist dat zijn dood het leven van de heiligen zou behouden.

Toen Hyrum Smith zich voorbereidde om naar de gevangenis in Carthage te gaan, las hij Ether 12:36–38 en vouwde die bladzijde om. Vraag een cursist Leer en Verbonden 135:5 voor te lezen. Laat de klas meelezen en opzoeken wat Hyrum las en markeerde voordat hij naar Carthage Jail ging.

  • Waarom zouden deze verzen uit het boek Ether toen zinvol zijn geweest voor Hyrum?

  • Wat betekent het volgens jullie dat ‘alle mensen zullen weten dat mijn klederen niet met uw bloed zijn bevlekt’ (LV 135:5)?

Laat de cursisten zich afvragen hoe Joseph en Hyrum zich gevoeld moeten hebben omdat ze wisten dat ze hun roepingen en plichten van God zo goed mogelijk vervuld hadden.

  • Wat leren we uit het voorbeeld van Joseph en Hyrum Smith waardoor wij onze taken van God beter kunnen uitvoeren?

Laat een cursist de volgende samenvatting voorlezen van de gebeurtenissen die van 25 t/m 27 juni 1844 plaatsvonden:

Cursist 3

Op 25 juni 1844 werden Joseph en Hyrum Smith en andere leiders op borgtocht vrijgelaten totdat de rechtszaak zou worden gehouden betreffende de aanklacht dat ze rellen hadden veroorzaakt (verwijzend naar de vernietiging van de Nauvoo Expositor). Maar die avond werden Joseph en Hyrum op verdenking van verraad gearresteerd en naar de gevangenis in Carthage gebracht. Joseph en zijn advocaten tekenden daar protest tegen aan omdat die aanklacht niet tijdens bij de eerdere behandeling van hun borgtocht was genoemd. Voor verraad kon er geen borgtocht worden betaald. Daarom moesten ze in Carthage blijven – en bleven ze in gevaar.

(Op 26 juni 1844 sprak Joseph in de gevangenis met gouverneur Ford. Gouverneur Ford zei dat hij overwoog om naar Nauvoo te gaan. Joseph vroeg of hij hem mocht vergezellen omdat hij in Carthage niet veilig was. Gouverneur Ford beloofde dat hij Joseph en Hyrum zou meenemen als hij naar Nauvoo zou gaan. Die avond gaf de profeet zijn getuigenis van het Boek van Mormon en de herstelling van het evangelie aan de gevangenbewaarders.

Op 27 juni 1844 schreef Joseph ’s morgens in een brief aan Emma: ‘Ik berust in mijn lot, omdat ik weet dat mijn geweten vrij is van schuld en dat ik alles heb gedaan wat ik kon doen. Zeg tegen de kinderen en al mijn vrienden dat ik van ze houd.’ (History of the Church, deel 6, 605.) Hoewel hij wist dat de plaatselijke bewoners van plan waren de gevangenis te bestormen en de gevangenen te doden, ging gouverneur Ford later die dag naar Nauvoo. Hij hield zich niet aan zijn belofte om Joseph en Hyrum mee te nemen. Voordat hij vertrok, stelde gouverneur Ford de Carthage Greys – de meest vijandige van de milities in Carthage —verantwoordelijk voor de beveiliging van de gevangenis. Hij ontbond de andere milities.

Vertel dat op de hete en vochtige middag van 27 juni de apostelen John Taylor en Willard Richards bij Joseph en Hyrum in de gevangenis waren. De profeet en zijn metgezellen kregen een voorgevoel van de Geest toen ze in de slaapkamer van de gevangenbewaarder op de eerste verdieping zaten. Hyrum Smith vroeg aan John Taylor of hij ‘Een arme zwerver, moed’ en mat (Lofzangen, nr. 29) wilde zingen. U kunt de cursisten enkele coupletten van deze lofzang laten zingen. Laat ze zich tijdens het zingen afvragen wat deze lofzang toen kan hebben betekend voor Joseph en Hyrum Smith.

Laat drie cursisten beurtelings een van de volgende samenvattingen van het martelaarschap voorlezen. Moedig de cursisten aan om zich de gebeurtenissen voor te stellen alsof ze bij de profeet in de gevangenis zaten.

Cursist 4

Op 27 juni 1844, even na vijf uur ’s middags, werd de gevangenis omsingeld door zo’n 150 tot 200 man. Ze hadden hun gezicht beschilderd om hun ware identiteit te verbergen. De gevangenbewaarders boden weinig weerstand toen verscheidene bendeleden de trap op renden naar het vertrek waar de profeet en zijn vrienden zich bevonden.

Joseph en de anderen probeerden de deur dicht te houden. Iemand in de bende vuurde een schot af door het bovengedeelte van de deur. Hyrum werd in zijn gezicht getroffen, vlak naast zijn neus. Hij viel achterover en riep uit: ‘Ik ben er geweest!’ (History of the Church, deel 6, 617.) ‘Ik zal nooit het diepe gevoel van genegenheid en respect vergeten dat op het gezicht van broeder Joseph te zien was toen hij naar Hyrum toeging, zich over hem heen boog en uitriep: “Och! mijn arme, lieve broer Hyrum!” (History of the Church, deel 6, 102.)

Cursist 5

Eerder op de dag had een bezoeker Joseph een revolver gegeven. Om iedereen in de kamer te beschermen sprong Joseph naar de deur toe en schoot met de revolver de gang in. Hij schoot drie keer en verwonde een aantal mannen in de menigte. De bende forceerde hun geweren vervolgens door de halfgesloten deur, waarop John Taylor de loop van hun geweren met een wandelstok probeerde weg te slaan.

Het conflict in de deuropening werd erger en John Taylor probeerde de kamer via het raam te ontvluchten. Toen hij uit het raam probeerde te springen, werd hij vanuit de deuropening in de dij geschoten en ook door iemand die buiten stond geraakt. Hij viel op de grond en terwijl hij trachtte onder het bed naast het raam te kruipen, werd hij door nog drie kogels ernstig verwond. Ondertussen kwamen de geweren door de deuropening, waarop Willard Richards ze met een wandelstok begon weg te slaan.

Cursist 6

Joseph Smith besloot toen om te proberen door dat raam te ontsnappen, waarschijnlijk om zijn leven en volgens sommigen ook om het leven van Willard Richards en John Taylor te redden. Willard Richards bleef de menigte aan de deur tegenhouden terwijl de profeet naar het open raam sprong. Terwijl hij dat deed, werd hij door kogels van binnen en buiten de gevangenis geraakt. Hij viel uit het raam en riep ‘O Heer, mijn God!’ uit, waarna hij op de grond terechtkwam. De menigte die binnen was, rende naar buiten om zich ervan te verzekeren dat Joseph dood was. Hoewel er geen leden van de kerk op weg naar Carthage waren, riep iemand ‘De mormonen komen eraan!’ en de menigte vluchtte. (Zie History of the Church, deel 6, 618, 620–621; zie ook Church History in the Fulness of Times Student Manual, 283.)

Vraag een cursist Leer en Verbonden 135:2 voor te lezen. Laat de klas meelezen en op de beschrijving van het lot van John Taylor en Willard Richards letten. Vertel dat alleen het linkeroor van Willard Richards door een kogel was geraakt. Dat was de vervulling van de profetie van de profeet, die tegen hem had gezegd dat ‘de tijd zou komen dat de kogels als hagel om hem heen zouden vliegen, en dat hij zijn vrienden zowel links als rechts van hem zou zien vallen, maar dat er geen gat in zijn kleding zou komen.’ (History of the Church, deel 6, 619.)

Vestig de aandacht van de cursisten op de eerste zin van Leer en Verbonden 135:1, en stel deze vraag:

  • Wat betekent de zinsnede ‘Ter verzegeling van het getuigenis van dit boek en van het Boek van Mormon’? (Het is wellicht nuttig om uit te leggen dat in deze context verzegelen iets permanent vaststellen is, zoals een getuigenis.)

Wijs ze ook op het woord martelaarschap in vers 1, en vraag:

  • Wat is een martelaar? (Iemand die sterft als getuige van de waarheid van zijn of haar overtuiging of doel. Leg uit dat het woord martelaar afkomstig is van het Griekse woord dat getuige betekent [zie Bible Dictionary, ‘Martyr’].)

Laat de cursisten in Leer en Verbonden 135:7 opzoeken waar het martelaarschap van Joseph en Hyrum Smith een getuigenis van is.

  • Waar hebben Joseph en Hyrum Smith hun getuigenis mee verzegeld? (De strekking van de woorden van de cursisten dient het volgende beginsel te omvatten: Joseph en Hyrum Smith hebben hun getuigenis van de waarheid van het herstelde evangelie met hun leven verzegeld. Zet deze waarheid eventueel op het bord.)

Laat de cursisten over de volgende vraag nadenken en die in hun aantekenschrift of Schriftendagboek beantwoorden:

  • Hoe wordt jullie getuigenis beïnvloed door de kennis dat Joseph en Hyrum Smith bereid waren om voor de waarheid te sterven?

Laat enkele cursisten die daartoe bereid zijn iets over hun antwoord vertellen. Geef tot slot uw getuigenis van de profeet Joseph Smith.

Toelichting en achtergrondinformatie

Op weg naar Carthage

Emma Smith heeft het volgende over haar gevoelens gezegd toen haar man de Mississippi overstak en naar Nauvoo terugkeerde: ‘Ik had me nog nooit zo slecht gevoeld, en vanaf dat moment verwachtte ik dat hij gedood zou worden.’ (Edmund C. Briggs, ‘A Visit to Nauvoo in 1856’, Journal of History, oktober 1916, 454.) Toen Joseph op maandag 24 juni 1844 ’s morgens zijn huis verliet om naar Carthage te gaan, zei hij tegen zijn vrouw: ‘Emma, kun jij mijn zoons leren om in de voetsporen van hun vader te lopen?’ Emma antwoordde: ‘O Joseph, je komt wel terug.’ Joseph herhaalde dat verzoek twee keer, en Emma gaf hem steeds hetzelfde antwoord. (‘Edwin Rushton, Related by his Son’, in Hyrum L. Andrus and Helen Mae Andrus, They Knew the Prophet [1974], 171.) Ten tijde van het martelaarschap was Emma vier maanden zwanger. Joseph en zij hadden toen nog vier kinderen die in leven waren: Julia (13), die geadopteerd was, Joseph III (11), Frederick (8) en Alexander (6).

Buiten zijn huis sprak Joseph vervolgens de menigte toe die zich die ochtend had verzameld. Terwijl hij dat deed, trokken zijn zoons aan zijn kleding en huilden: ‘Papa, ga alstublieft niet naar Carthage. Zij zullen u vermoorden.’ Zijn moeder vroeg hem of hij kon beloven dat hij zou terugkeren. (Dan Jones, ‘The Martyrdom of Joseph and Hyrum Smith’, manuscript, 20 januari 1855, Church History Library, Salt Lake City.) Joseph antwoordde haar niet direct, maar zei tegen de heiligen: ‘Als ik daar niet naartoe ga [naar Carthage], zullen deze stad en haar inwoners worden verdelgd. Ik kan niet toezien dat mijn geliefde broeders en zusters en hun kinderen in Nauvoo hetzelfde moeten ondergaan als in Missouri. Nee, het is beter dat uw broeder Joseph voor zijn broeders en zusters sterft, want ik ben bereid om voor hen te sterven. Mijn werk is gedaan.’ (Dan Jones, ‘The Martyrdom of Joseph Smith and His Brother, Hyrum!’ trans., Ronald D. Dennis, in Ronald D. Dennis, ‘The Martyrdom of Joseph Smith and His Brother Hyrum’, BYU Studies, deel 24, nr. 1 [Winter 1984], 85; zie ook Church History in the Fulness of Times Student Manual, 2e uitgave [lesboek kerkelijke onderwijsinstellingen, 2003], 277.)

‘Nadat hij zijn kleine kinderen had omarmd, die zich aan zijn kleding vasthielden, en nadat hij afscheid had genomen van zijn vrouw, die hij zo liefhad, en die in tranen uitbarstte, en nadat hij zijn oude, vrome moeder had getroost, sprak hij de menigte krachtig toe en spoorde hen aan om getrouw te blijven in de levenswijze en godsdienst die hij aan hen had verkondigd.’ (Dan Jones, ‘The Martyrdom of Joseph Smith and His Brother, Hyrum!’ 85–86.)

Toen Joseph met zijn begeleiders uit Nauvoo vertrok, bleef hij even bij de tempel stilstaan, ‘keek over de stad uit en zei: “Dit zijn de lieflijkste plek en de beste mensen onder de hemel; zij beseffen nauwelijks welke beproevingen hen nog te wachten staan.”’ (History of the Church, deel 6, 554; zie ook Church History in the Fulness of Times Student Manual, 277.)