Seminarie
Les 9: Geschiedenis van Joseph Smith 1:27–54; Leer en Verbonden 2


Les 9

Geschiedenis van Joseph Smith 1:27–54; Leer en Verbonden 2

Inleiding

De jonge Joseph Smith blijft volhouden dat hij een visioen heeft gezien en men blijft hem daarom vervolgen. Later vertelt hij over deze periode dat hij ‘vaak in vele domme fouten [verviel], en […] jeugdige zwakheid [vertoonde].’ (Geschiedenis van Joseph Smith 1:28.) Als hij 17 jaar oud is, bidt hij op een avond om vergeving en vraagt hij wat zijn status voor God is. Een engel met de naam Moroni verschijnt en verklaart dat God voor Joseph een werk te doen heeft, waaronder het vertalen van een oude kroniek die op gouden platen is geschreven. Nadat Moroni de rol van Joseph in de herstelling van het evangelie heeft uitgelegd, citeert hij enkele profetieën uit de Bijbel, waaronder de profetie van Maleachi over de terugkeer van Elia. De volgende dag gaat Joseph naar de heuvel waar volgens Moroni de gouden platen begraven liggen. Daar ontvangt hij verder onderricht van Moroni.

Lessuggesties

Geschiedenis van Joseph Smith 1:27–29

Joseph Smith bidt om vergeving

Laat de cursisten overdenken wat zij van het voorbeeld van de jonge Joseph Smith hebben geleerd. U kunt enkele cursisten vragen kort te vertellen over een beginsel dat indruk op hen heeft gemaakt. Laat een cursist vervolgens Geschiedenis van Joseph Smith 1:27–29 voorlezen. Wijs er eerst op dat de gebeurtenissen in deze verzen plaatsvonden toen Joseph 14 tot 17 jaar oud was. Laat de cursisten deze verzen toepassen op zichzelf door ervaringen van Joseph Smith te benoemen die lijken op ervaringen die ze zelf hebben meegemaakt.

  • In welke ervaringen van de jonge Joseph Smith kun jij jezelf herkennen? (Herinner de cursisten eraan dat ze niet over ervaringen dienen te praten die te persoonlijk zijn.)

  • Wat zei Joseph aan het einde van Geschiedenis van Joseph Smith 1:28 over de verleidingen en fouten waarin hij verviel? (Hij had geen grote zonde begaan maar hij vond dat zijn gedrag niet altijd verenigbaar was met iemand die door God was geroepen.)

  • Hoe pakte Joseph Smith de schuldgevoelens over zijn zonden aan? (Hij bad om vergeving en vroeg wat zijn status voor God was.)

  • Welke waarheden kunnen wij van het voorbeeld van Joseph Smith leren?

Laat de cursisten van gedachten wisselen en help hen om het volgende te vinden:

Als wij onze zonden erkennen en berouw voelen, kunnen wij onze hemelse Vader om vergeving bidden.

Wij kunnen bidden om te weten te komen wat onze status voor God is.

  • Wat betekent het volgens jou om te weten wat je status voor God is? (Leg eventueel uit dat weten wat onze status voor God is, betekent dat wij weten of God blij is met wat wij doen.)

  • Waarom is het belangrijk dat wij weten wat onze status voor God is?

Laat een cursist het volgende citaat van ouderling Neil L. Andersen van het Quorum der Twaalf Apostelen voorlezen. Leg uit dat wij aan de hand van het advies van ouderling Andersen te weten kunnen komen wat onze status voor God is.

Afbeelding
Ouderling Neil L. Andersen

‘Wij kunnen […] de Heer nederig om inzicht vragen: “Vader, wat wilt Gij dat ik doe?” Dan komen de antwoorden. Dan zien wij in hoe we moeten veranderen. De Heer spreekt dan tot ons in onze gedachten en in ons hart.’ (‘Bekeer u opdat ik u moge genezen’, Liahona, november 2009, 41.)

Getuig van de waarheden die de cursisten hebben besproken. Verzeker de cursisten ervan dat onze hemelse Vader bereid is ons te vergeven als wij geloof in Jezus Christus oefenen en alles doen wat nodig is om ons van onze zonden te bekeren.

Geschiedenis van Joseph Smith 1:30–35

De engel Moroni verschijnt aan Joseph Smith

Laat de cursisten Geschiedenis van Joseph Smith 1:30 doornemen en nagaan wat er gebeurde toen Joseph Smith om vergeving bad. Vraag ze naar hun bevindingen. Toon de plaat Moroni verschijnt aan Joseph Smith in zijn kamer (Evangelieplatenboek [2009], nummer 91; zie ook LDS.org).

Afbeelding
Moroni verschijnt aan Joseph Smith in zijn kamer

Laat een cursist Geschiedenis van Joseph Smith 1:32–33 voorlezen en laat de rest van de klas opzoeken wat de eerste boodschap van Moroni aan Joseph Smith was.

  • Wat zei Moroni over de toekomst van Joseph Smith? (De cursisten dienen te vermelden dat God voor Joseph een bepaald werk te doen had.)

  • Moroni zei dat de naam van Joseph Smith ‘onder alle natiën […] zowel ten goede als ten kwade bekend zou zijn’. Wanneer heb je hier voorbeelden van gezien?

Laat een cursist Geschiedenis van Joseph Smith 1:34–35 voorlezen. Laat de klas meelezen en nagaan wat Moroni zei over het werk dat Joseph moest doen.

  • Hoe zou het boek worden vertaald? (Door middel van speciale stenen, de Urim en Tummim, die God had bereid.)

Leg uit dat de cursisten in de volgende lessen over de inspanningen van Joseph Smith bij het vertalen en publiceren van het Boek van Mormon zullen leren.

Geschiedenis van Joseph Smith 1:36–49; Leer en Verbonden 2

Moroni onderricht Joseph Smith

Vat Geschiedenis van Joseph Smith 1:36–42 samen: Moroni citeerde profetieën uit de Bijbel om de rol van Joseph Smith in de herstelling van het evangelie te verduidelijken. (U kunt de cursisten vragen de tekstverwijzingen in deze verzen te markeren. Zo kunnen ze in vers 40 de zinsnede ‘het elfde hoofdstuk van Jesaja’ markeren.)

Wijs erop dat de woorden van de profetie die in Geschiedenis van Joseph Smith 1:38–39 wordt geciteerd, ook in Leer en Verbonden 2 staan. Dit is een van de eerste openbaringen van onze bedeling, gegeven aan Joseph Smith toen hij 17 jaar oud was.

U kunt eveneens vermelden dat deze profetie zo belangrijk is dat ze ook in het Oude Testament (zie Maleachi 4:5–6), het Nieuwe Testament (zie Lukas 1:17) en het Boek van Mormon (zie 3 Nephi 25:5–6) is opgenomen.

Maak vóór de les kopieën van het volgende opdrachtenblad. Knip het in drieën. Verdeel de klas in drie groepen en geef iedere groep een van de opdrachten. Laat de groepjes hun vers en de daaropvolgende profetische verklaring lezen. Laat elke groep eveneens de boodschap van hun vers in hun eigen woorden samenvatten en de vraag of vragen van hun opdrachtenblad beantwoorden.

Groep 1

Leer en Verbonden 2:1 – Wie is Elia? Welke priesterschapsmacht zou Elia volgens Moroni herstellen?

Afbeelding
President Henry B. Eyring

‘Elia was een groot profeet met grote macht van God. Hij had de grootste macht die God zijn kinderen geeft: de verzegelbevoegdheid, de macht om op aarde te binden wat ook in de hemel gebonden zal zijn.’ (President Henry B. Eyring, ‘Harten samengevoegd’, Liahona, mei 2005, 78.)

Groep 2

Leer en Verbonden 2:2 – Wie zijn de vaders en de kinderen naar wie in dit vers wordt verwezen?

Afbeelding
Ouderling Bruce R. McConkie

In de profetie ‘hij zal in het hart van de kinderen de aan de vaders gedane beloften planten’ verwijst de zinsnede ‘de vaders’ naar ‘Abraham, Izak en Jakob, aan wie deze beloften zijn gedaan. Wat zijn de beloften? Ze zijn de beloften van een eeuwig gezin.’ (Ouderling Bruce R. McConkie, Millennial Messiah [1982], 267.)

Afbeelding
President Joseph Fielding Smith

In de profetie ‘het hart van de kinderen zal zich tot hun vaders wenden’ verwijst de zinsnede ‘de vaders’ naar ‘onze dode voorouders die zijn gestorven zonder dat zij van het evangelie wisten, maar aan wie de belofte was gedaan dat ze dat alsnog zouden horen. De kinderen leven nu en doen genealogisch onderzoek en verrichten de verordeningen plaatsvervangend in de tempel.’ (President Joseph Fielding Smith, Doctrines of Salvation, samengesteld door Bruce R. McConkie, 3 delen [1954–1956], deel 2, 127.)

Groep 3

Leer en Verbonden 2:3 – Waarom zou de aarde volslagen worden verwoest als de verzegelbevoegdheid niet was hersteld?

Afbeelding
President Joseph Fielding Smith

‘Waarom zou de aarde worden verwoest? Eenvoudig omdat wij zonder de verbindende schakel tussen de vaders en de kinderen – wat het werk voor de doden is – allen worden verworpen. Dan zouden alle werken Gods mislukken en teniet worden gedaan.’ (President Joseph Fielding Smith, Doctrines of Salvation, samengesteld door Bruce R. McConkie, 3 delen [1954–1956], deel 2, 122.)

Laat een cursist uit ieder groepje na enige tijd verslag uitbrengen over hun samenvatting en hun antwoorden. In de antwoorden van de cursisten dienen de volgende waarheden naar voren te komen:

Leer en Verbonden 2:1God zou Elia vóór de wederkomst van Jezus Christus terug naar de aarde zenden om de verzegelbevoegdheid te herstellen.

Leer en Verbonden 2:2Ons hart kan zich naar onze voorouders wenden en wij kunnen voor hen tempelverordeningen verrichten.

Leer en Verbonden 2:3Zonder de macht om gezinsleden voor eeuwig aan elkaar te verzegelen, zou de aarde bij de wederkomst worden verwoest.

Als u in de tempel bent verzegeld, kunt u een foto van uw gezin laten zien. Als u nog niet bent verzegeld, kunt u vertellen hoezeer u ernaar uitkijkt. Leg kort uit dat de cursisten in de les over Leer en Verbonden 110 meer te weten komen over Elia die de verzegelbevoegdheid aan de profeet Joseph Smith verleent.

Vestig de aandacht van de cursisten weer op de verhaallijn in de Geschiedenis van Joseph Smith: nadat Moroni de profetie aangaande de terugkeer van Elia had aangehaald, citeerde hij andere profetieën over de herstelling. Daarna gaf hij verdere instructies over de gouden platen en vertrok hij (zie Geschiedenis van Joseph Smith 1:42–43). Laat een cursist Geschiedenis van Joseph Smith 1:44–45 voorlezen. Laat de klas meelezen en nagaan wat er na het vertrek van Moroni gebeurde. Zo gauw de cursisten beseffen dat Moroni die nacht terugkwam en dezelfde boodschap herhaalde, laat u hen Geschiedenis van Joseph Smith 1:46–49 doornemen en nagaan hoe vaak Moroni deze boodschap aan Joseph Smith bracht.

  • Hoe vaak heeft Moroni dezelfde boodschap aan Joseph Smith gebracht? (Vier keer.)

  • Welke boodschappen worden er in de Schriften, in lessen in de kerk en in conferentietoespraken herhaald?

  • Op welke manieren hebben wij er baat bij dat de Heer en zijn dienstknechten hun boodschappen herhalen?

Moedig de cursisten aan om bij hun persoonlijke Schriftstudie te letten op herhaalde leerstellingen en het belang ervan te overdenken.

Geschiedenis van Joseph Smith 1:50–54

Joseph Smith gaat naar de heuvel en graaft de platen, de Urim en Tummim en de borstplaat op

Vat Geschiedenis van Joseph Smith 1:50–51 samen: Joseph gehoorzaamde het gebod van Moroni en vertelde zijn vader wat er de voorgaande nacht was gebeurd. Zijn vader geloofde hem en raadde hem aan te doen wat Moroni hem had geboden. En dus ging Joseph naar de heuvel waar de gouden platen waren begraven. Laat drie cursisten beurtelings een vers uit Geschiedenis van Joseph Smith 1:52–54 voorlezen terwijl de klas meeleest. Om zeker te weten dat de cursisten begrijpen wat er in deze verzen gebeurt, laat u een cursist de gebeurtenissen in zijn of haar eigen woorden navertellen. Vertel de cursisten dat de volgende les gaat over de gebeurtenissen rond de tijd waarin Joseph de platen in ontvangst mocht nemen.

Geef tot slot uw getuigenis van de waarheden die in deze les aan de orde zijn gekomen. Moedig de cursisten aan om te handelen naar de ingevingen die ze ontvingen om deze waarheden in praktijk te brengen.

Toelichting en achtergrondinformatie

Geschiedenis van Joseph Smith 1:33. ‘Onder alle volken [zou] zowel goed als kwaad over [mijn naam] worden gesproken.’

Ouderling John H. Groberg van de Zeventig vertelde over een ervaring waarbij hij de profetie van Moroni in Geschiedenis van Joseph Smith 1:33 in vervulling zag gaan. Toen hij als zendeling in Oceanië diende, bezocht ouderling Groberg het afgelegen eiland Tafahi, waar slechts achttien huizen stonden en niemand elektriciteit of stromend water had. Hij schreef:

Afbeelding
Ouderling John H. Groberg

‘Bij het laatste huis kreeg ik een vreemde gedachte: “Waarom stel je de profetie niet op de proef dat de naam van Joseph Smith zowel ten goede als ten kwade over de hele wereld bekend zou zijn?” Ik weet niet waarom ik die gedachte kreeg, maar het gebeurde gewoon.’

Hij vroeg het gezin of ze ooit van de president van de Verenigde Staten hadden gehoord. “Wie is dat?” en “Waar zijn de Verenigde Staten?” was hun reactie. Ouderling Groberg zei:

‘Ik probeerde uit te leggen waar het was, maar ze konden het niet begrijpen. Ze vroegen hoe groot dat eiland was. Ik antwoordde dat het een heel groot eiland was, duizenden kilometers bij hen vandaan met miljoenen mensen erop. Ik vertelde dat veel mensen nog nooit de oceaan hadden gezien en dat de meeste mensen elkaar niet kenden. Ze konden het niet begrijpen.’

Vervolgens stelde hij hun vragen over de leiders van Rusland en Frankrijk, maar ze konden zijn vragen niet beantwoorden.

Hij zei: ‘Daarna stelde ik hen vragen over sporthelden, filmsterren, beroemde zakenlui, de grote economische crisis, de Koreaanse Oorlog en dergelijke. […]

‘Er was geen enkel lid van de kerk op het eiland, hoewel er twee andere kerken waren. Ik haalde diep adem en vroeg: “Hebt u ooit van Joseph Smith gehoord?”’

‘Hun gezichtsuitdrukking veranderde meteen. Iedereen keek naar me en de vader zei: “Praat niet tegen ons over die valse profeet! Niet in ons huis! We weten alles van hem. Onze predikant heeft ons over hem verteld!” Ik kon mijn oren bijna niet geloven. In mijn gedachten hoorde ik de Schrifttekst dat de naam van Joseph ‘zowel ten goede als ten kwade onder alle natiën bekend zou zijn’ (zie GJS 1:33). Dat was voor mij een rechtstreekse vervulling van die profetie.

‘Ik ben ervan overtuigd dat je nauwelijks een plek kunt vinden die meer afgelegen is, meer bij de moderne samenleving vandaan, dan dat eilandje Tafahi. De mensen daar wisten niets van de grote leiders uit hun tijd – politiek, economisch of anderszins – maar ze kenden wel de naam van Joseph Smith. In dit geval kenden ze zijn naam aanvankelijk alleen ten kwade. De volgende dagen vertelde ik hun over de zending van de profeet Joseph Smith, en voordat we vertrokken, kenden sommigen van hen zijn naam ten goede.’ (In the Eye of the Storm [1993], 104–106.)