Leer en Verbonden 76:81–119; 77–83 (unit 17)

Lesmateriaal voor de thuisseminarieleerkracht

Samenvatting van dagelijkse thuisseminarielessen

De volgende samenvatting van de gebeurtenissen, leerstellingen en beginselen die de cursisten bij hun studie van Leer en Verbonden 76:81–119; 77–83 (unit 17) geleerd hebben, is niet bedoeld om als onderdeel van uw les te worden behandeld. Uw les richt zich op slechts enkele van deze leerstellingen en beginselen. Volg de ingevingen van de Heilige Geest terwijl u over de behoeften van uw cursisten nadenkt.

Dag 1 (Leer en Verbonden 76:81–119; 77)

De cursisten leerden tot besluit van het visioen van de koninkrijken van heerlijkheid het volgende: wie het telestiale koninkrijk beërven, moeten eerst in de hel lijden voordat ze door de Heiland verlost worden. Ze leerden ook dat het koninkrijk van heerlijkheid dat wij beërven, wordt bepaald door ons gedrag in dit leven en de verlangens van ons hart.

Dag 2 (Leer en Verbonden 78–80)

De Heer gaf opdracht om de Verenigde Firma op te richten. De cursisten leerden dat gehoorzaamheid aan wat de Heer gebiedt ons op een plek in het celestiale koninkrijk voorbereidt. Ze leerden ook dat de Heer onze zegeningen zal vermenigvuldigen als we alle dingen met dankbaarheid ontvangen.

Dag 3 (Leer en Verbonden 81)

De cursisten maakten kennis met de instructies van de Heer aan de raadgevers in het Eerste Presidium. Ze ontdekten dat het Presidium van de Hoge Priesterschap de sleutels van Gods koninkrijk op aarde bezit. Ze leerden ook dat de raadgevers in een presidium de president moeten steunen en sterken. De cursisten leerden ook dat we veel goeds voor anderen kunnen doen als we onze roepingen trouw vervullen.

Dag 4 (Leer en Verbonden 82–83)

De cursisten leerden uit de instructies van de Heer aan kerkleiders van weleer: ‘van hem aan wie veel is gegeven, wordt veel geëist’ (LV 82:3). De cursisten maakten kennis met de volgende waarschuwing van de Heer: als we ons bekeerd hebben en opnieuw zondigen, keren onze vorige zonden terug. Ze leerden ook dat de Heer Zich altijd aan zijn beloften houdt en ons zal zegenen als wij de Hem gehoorzamen.

Inleiding

In deze les maken de cursisten kennis met beginselen door het voorbeeld van de profeet Joseph Smith toen hij de Heer vragen over het boek Openbaring stelde.

Lessuggesties

Noot: de cursisten maakten deze week kennis met twee kernteksten. Ze schreven een toespraak van twee minuten over Leer en Verbonden 78:19. Laat desgewenst een paar cursisten hun toespraak aan de klas presenteren. Ze leerden ook Leer en Verbonden 82:10 uit het hoofd. Laat de klas dit vers eventueel samen opzeggen.

Leer en Verbonden 77

De Heer beantwoordt Joseph Smiths vragen over het boek Openbaring

Laat de cursisten zich afvragen wat ze onlangs van hun persoonlijke Schriftstudie hebben geleerd. Laat enkele cursisten vertellen wat ze hebben geleerd. Laat ze vervolgens vertellen wat voor vragen ze tijdens hun Schriftstudie hadden. Dat kunnen vragen zijn over de betekenis van een woord of zinsnede, de historische achtergrond van wat ze hebben gelezen of het belang van een bepaald vers. (Het doel van deze oefening is niet om de vragen van de cursisten over de Schriften te beantwoorden, maar om duidelijk te maken hoe belangrijk het is om bij onze studie vragen te stellen.) Als enkele cursisten iets hebben verteld, stelt u de volgende vraag:

Wat heeft je geholpen om de Schriften beter te begrijpen en antwoorden op je vragen te vinden?

Om de cursisten een beter begrip van de context van Leer en Verbonden 77 bij te brengen, laat u ze de inleiding tot deze afdeling doorlezen. Laat ze daarbij opletten wat de profeet Joseph Smith aan het doen was toen hij deze openbaring ontving. Vraag de cursisten naar hun bevindingen. U kunt uitleggen dat de woorden ‘naar aanleiding van de vertaling van de Schriften’ op het gebod van de Heer slaat dat Joseph Smith een geïnspireerde herziening van de Bijbel moest maken. Deze herziening wordt de Bijbelvertaling van Joseph Smith genoemd. Leg uit dat toen Joseph Smith met het boek Openbaring bezig was, hij de Heer om opheldering vroeg betreffende sommige verzen. Zijn vragen en de geopenbaarde antwoorden van de Heer staan in Leer en Verbonden 77. Moedig de cursisten aan om in Leer en Verbonden 77 op inzichten te letten waardoor ze een beter begrip van de Schriften krijgen.

Wijs de cursisten erop dat de opzet van Leer en Verbonden 77 van de andere afdelingen in de Leer en Verbonden verschilt. Laat ze de woorden Vraag en Antwoord in elk vers opmerken. Leg uit dat elke Vraag een vraag van Joseph Smith inluid. Elk Antwoord luidt het antwoord van de Heer in.

Vraag wie het boek Openbaring weleens gedeeltelijk of helemaal hebben gelezen.

Waarom kan het moeilijk zijn om het boek Openbaring te lezen? (Als de cursisten niet noemen dat het boek Openbaring vanwege de symboliek moeilijk te begrijpen kan zijn, noemt u dat.)

Om een voorbeeld te geven van de symboliek in het boek Openbaring, laat u enkele cursisten beurtelings een vers uit Openbaring 4:2–8 voorlezen. Laat de klas meelezen en in deze verzen op symbolen letten. Laat de klas deze symbolen benoemen. Vraag een cursist om ze op het bord te zetten. (Mogelijke antwoorden: een regenboog rondom een troon, vierentwintig tronen, gouden kronen, zeven vurige fakkels, een glazen zee en vier dieren.)

Laat een cursist de vraag van Joseph Smith in Leer en Verbonden 77:1 voorlezen. Laat een cursist op het bord het symbool omcirkelen waar Joseph een vraag over stelde (de glazen zee). Laat een andere cursist de uitleg van de Heer in Leer en Verbonden 77:1 voorlezen.

Hoe kunnen we door dat antwoord Openbaring 4:6 beter begrijpen?

Deel de cursisten in koppels op. Laat elk koppel Leer en Verbonden 77:2–5 doorlezen. Laat ze letten op andere vragen die Joseph Smith over de symbolen in Openbaring 4 stelde, evenals de antwoorden van de Heer op die vragen. Na voldoende tijd laat u enkele cursisten vertellen wat ze van de antwoorden van de Heer op de vragen van Joseph Smith hebben geleerd om de symbolen in Openbaring 4:2–8 beter te begrijpen.

Laat de cursisten zich afvragen hoe zij het geleerde in Leer en Verbonden 77 zouden gebruiken om de beschrijving van Johannes in Openbaring 4:2–8 samen te vatten. Laat enkele cursisten iets over hun samenvatting vertellen. Stel dan de volgende vraag:

Wat kunnen we uit Leer en Verbonden 77 leren over de rol van een profeet om ons de betekenis van de Schriften bij te brengen? (De woorden van de cursisten dienen de volgende leerstelling te omvatten: de Heer openbaart de juiste uitleg van de Schriften aan zijn profeten. Laat de cursisten deze leerstelling desgewenst bij het begin van Leer en Verbonden 77 in hun Schriften noteren.)
Waarom is het volgens jullie belangrijk om te weten wat profeten hebben gezegd over wat wij in de Schriften bestuderen?
Waar kunnen we de leringen van de profeten vinden over de betekenis van wat we in de Schriften lezen?

Als de cursisten deze vraag beantwoorden, legt u uit dat er in Leer en Verbonden 77 staat dat de woorden van de profeten in de Schriften andere teksten kunnen uitleggen. Door een tekst in de Schriften worden vaak openbaringen in andere teksten uitgelegd. Leg uit dat de voetnoten in de Schriften vaak verwijzingen naar die nuttige teksten bevatten.

Om dat duidelijk te maken, laat u de cursisten Openbaring 5:1 doorlezen en opletten wat Johannes in de hand van de persoon op de troon zag. Vraag de cursisten naar hun bevindingen. Als de cursisten een exemplaar van de Engelstalige Bijbel van de kerk hebben, kunt u ze de tekst in voetnoot b in Openbaring 5:1 laten opzoeken (LV 77:6). (Als de cursisten die Engelstalige Bijbel van de kerk niet hebben, laat ze dan Leer en Verbonden 77:6 opzoeken nadat ze beschrijven wat ze in Openbaring 5:1 hebben gevonden.)

Laat een cursist Leer en Verbonden 77:6–7 voorlezen. Laat de klas meelezen op vragen letten die Joseph Smith over Openbaring 5:1 stelde, evenals de antwoorden van de Heer. Leg desgewenst uit dat de zevenduizend jaar naar de tijd sinds de val van Adam en Eva verwijst. Die jaren verwijzen niet naar de daadwerkelijke leeftijd van de aarde, met inbegrip van de scheppingsperioden.

Laat de cursisten in hun eigen woorden de vragen en antwoorden samenvatten. Vertel ze na de activiteit dat gebruik van de voetnoten bij onze Schriftstudie nuttig kan zijn om te ontdekken wat profeten hebben gezegd over de teksten die we lezen.

Leg uit dat hoewel alleen de profeten het gezag hebben om de Schriften aan de wereld uit te leggen, wij er bij onze studie van de Schriften naar moeten streven om ze te begrijpen en ze te leren toepassen.

Hoe kunnen we wat Joseph Smith deed bij zijn studie van het boek Openbaring met onze eigen Schriftstudie vergelijken? (De cursisten kunnen het volgende beginsel noemen: als we de hulp van de Heer inroepen, kan Hij ons meer begrip van de Schriften geven.)
Waarom is het belangrijk om naar de juiste betekenis van de Schriften te zoeken en ze dan proberen toe te passen?

Laat de cursisten aan een moment in hun leven denken waarop ze de Heer om hulp hebben gevraagd om de Schriften beter te begrijpen, en hoe ze de leringen daarin in hun eigen omstandigheden konden toepassen. Laat enkele cursisten over een ervaring vertellen.

Leg uit dat de rest van Leer en Verbonden 77 meer vragen van Joseph Smith over het boek Openbaring en de antwoorden van de Heer op die vragen bevat. Vat Leer en Verbonden 77:8–15 samen. Zeg dat Joseph Smith door deze openbaring iets leerde over de gebeurtenissen die vóór de wederkomst van de Heiland zullen plaatsvinden.

Vertel de cursisten dat ze door de antwoorden van de Heer in Leer en Verbonden 77 de betekenis van de symboliek in het boek Openbaring beter zullen begrijpen.

Sluit de les af met uw getuigenis van de leerstellingen en beginselen in deze les. U kunt ook vertellen wat u hebt meegemaakt toen u de Heer vroeg om de Schriften beter te begrijpen.

Volgende unit (Leer en Verbonden 84–87)

Laat de cursisten eventueel het volgende overdenken om ze op hun studie de komende week voor te bereiden: Heb je weleens nagedacht over alles wat de Vader heeft? Weet je dat Hij heeft beloofd om ons te laten delen in alles wat Hij heeft? Leer en Verbonden 84–87 zal je meer inzicht geven in wat je moet doen om God te leren kennen en alle zegeningen te ontvangen die Hij voor je in petto heeft.