Seminarie
Les 20: Leer en Verbonden 14–16


Les 20

Leer en Verbonden 14–16

Inleiding

Eind mei 1829 worden Joseph en Oliver Cowdery door bendes bedreigd terwijl ze de laatste hand leggen aan de vertaling van het Boek van Mormon. David Whitmer helpt hen met de verhuizing van Harmony (Pennsylvania, VS) naar het huis van de familie Whitmer in Fayette (New York), zodat ze aan vervolging kunnen ontsnappen en het herstelde evangelie aan de familie Whitmer en hun buren kunnen onderwijzen. De familie Whitmer heeft grote belangstelling voor de gebeurtenissen tijdens de herstelling. Joseph Smith beschrijft David Whitmer, John Whitmer en Peter Whitmer jr. als ‘ijverige vrienden en helpers bij het werk; en […] willen graag weten wat hun taak is’ (History of the Church, deel 1, 48–49). De profeet bidt en ontvangt openbaringen voor David Whitmer en zijn broers John en Peter. Deze broers komen te weten wat hun rol in het voortbrengen van het werk van de Heer is.

Lessuggesties

Leer en Verbonden 14

De Heer roept David Whitmer om met het werk in de laatste dagen te helpen

Om de cursisten de historische context van de openbaringen die ze vandaag bestuderen beter te laten begrijpen, vat u de informatie in de inleiding tot deze les samen. Daarnaast kunt u een cursist het volgende verslag laten voorlezen. Leg vooraf uit dat David Whitmer op de boerderij van de familie tarwe diende te zaaien en gips diende te strooien als bemesting. Hij had het gevoel dat hij Joseph en Oliver diende te helpen zo gauw hij hiermee klaar was. Laat de klas nagaan welke wonderen ervoor zorgden dat David Whitmer in staat was Oliver Cowdery en Joseph Smith te helpen om aan hun achtervolgers te ontsnappen:

Afbeelding
Lucy Mack Smith

‘David ging naar de akker en zag dat hij twee dagen hard zou moeten werken. […] Hij spande de paarden voor de eg en in plaats van het veld te verdelen in wat boeren gewoonlijk “zaaibedden” noemden, begon hij het veld te bewerken vanaf de buitenste randen. Toen hij rond de middag stopte om te eten en rondkeek, zag hij dat hij al de helft van de tarwe had ingezaaid. Na de maaltijd ging hij weer aan het werk en tegen de avond was hij helemaal klaar.

‘Toen zijn vader die avond naar de akker ging en zag wat er was gebeurd, riep hij uit: “Hier is een allesoverheersende macht aan het werk geweest, en ik denk dat je beter naar Pennsylvania kunt gaan zo gauw je het gips hebt gestrooid.”

‘De volgende ochtend nam David een houten schep onder de arm en ging op pad om het gips te strooien, dat hij twee dagen voordien bij het huis van zijn zuster had opgehoopt. Maar toen hij daar aankwam, ontdekte hij dat het weg was! Hij rende naar zijn zuster en vroeg of ze wist wat ermee was gebeurd. Verbaasd zei ze: “Waarom vraag je dat aan mij? Is het gisteren niet allemaal verwerkt?”

“Voor zover ik weet niet”, antwoordde David.

“Dat verbaast mij”, zei zijn zuster, “want de kinderen kwamen in de ochtend vragen of ik mee ging kijken naar de mannen op de akker, want ze hadden nog nooit iemand gezien die zo snel gips kon strooien. Ik ging ernaartoe en zag drie mannen aan het werk, net als de kinderen hadden gezegd, maar omdat ik veronderstelde dat je in de haast enkele werknemers had aangenomen, ging ik meteen terug naar huis en dacht ik er niet meer aan.”

‘David deed bij al zijn verwanten en buren navraag om te weten te komen wat er was gebeurd, maar kwam er niet achter wie het had gedaan.’ (Lucy Mack Smith, History of Joseph Smith by His Mother, Preston Nibley [1958, red.], 148–149.)

  • Wat voor invloed zouden deze ervaringen op David Whitmer hebben gehad?

Vat Leer en Verbonden 14:1–5 samen: de Heer kondigde het tot stand komen van zijn werk aan en beloofde zegeningen aan hen die eraan deelnemen. Laat een cursist Leer en Verbonden 14:6–7 voorlezen. Laat de klas meelezen, nagaan welke aanwijzingen de Heer aan David gaf en welke zegening David zou ontvangen als hij gehoor gaf aan de instructies van de Heer.

  • Wat beloofde de Heer David Whitmer? Wat moest David doen om deze belofte in vervulling te zien gaan?

Laat de cursisten het beginsel in Leer en Verbonden 14:7 in hun eigen woorden formuleren. Zet na de antwoorden van de cursisten dit beginsel op het bord: Als wij Gods geboden onderhouden en tot het einde volharden, zullen wij het eeuwige leven ontvangen.

  • Wat houdt het in om het eeuwige leven te ontvangen? (Het eeuwige leven ontvangen, betekent dat we voor altijd met onze familie bij God wonen. Het eeuwige leven is het soort leven dat God leidt.)

  • Hoe kan de belofte van het eeuwige leven ons motiveren om Gods geboden te onderhouden en tot het einde te volharden?

Laat een cursist Leer en Verbonden 14:8 voorlezen. Laat de klas meelezen en nagaan welke andere zegeningen David Whitmer kon ontvangen als hij gehoorzaamde. Laat de cursisten verslag uitbrengen en leg vervolgens uit dat David Whitmer, kort nadat Joseph Smith deze openbaring voor hem had ontvangen, een van de drie getuigen van het Boek van Mormon werd. Hij zag de engel Moroni en de gouden platen, en hij hoorde de stem van God getuigen van de waarachtigheid van de kroniek.

Leg uit dat de Heer David Whitmer een andere belofte deed die op de getrouwheid van David was gebaseerd. Om de cursisten te helpen een beginsel terug te vinden in de woorden van de Heer aan David, zet u het volgende op het bord: Als wij , dan zal de Heer .

Laat de cursisten Leer en Verbonden 14:9–11 in stilte doornemen. Laat de cursisten een beginsel noemen dat in deze zin past. Vraag een aantal cursisten naar hun bevindingen.De cursisten kunnen verschillende beginselen noemen, maar beklemtoon zeker dat de Heer ons in geestelijk en materieel opzicht helpt als wij Hem ijverig bij zijn werk helpen.

  • Op welke manieren heeft de Heer jou gevraagd om Hem bij zijn werk te helpen? Welke zegeningen heb je ontvangen door de Heer bij zijn werk te helpen?

Leer en Verbonden 15–16

Jezus Christus leert John Whitmer en Peter Whitmer jr. wat voor hen de meeste waarde heeft

Laat twee cursisten voor de klas komen. Laat de ene cursist Leer en Verbonden 15:1 voorlezen en de andere Leer en Verbonden 16:1. Laat deze cursisten de verzen 2–6 van deze afdelingen op dezelfde manier voorlezen.

Laat de cursisten in Leer en Verbonden 15:3–4 en Leer en Verbonden 16:3–4 opzoeken welk verlangen John Whitmer en Peter Whitmer jr. gemeen hadden.

  • Wat verlangden John Whitmer en Peter Whitmer jr.? (Te weten wat voor hen de meeste waarde zou hebben.)

Laat de cursisten Leer en Verbonden 15:6 en 16:6 in stilte doornemen. Vraag ze welk antwoord de Heer deze mannen gaf.

  • Hoe beantwoordde de Heer hun vraag? Welk beginsel halen we uit het antwoord van de Heer? (Hoewel de cursisten andere woorden kunnen gebruiken, ziet u erop toe dat ze begrijpen dat onze inspanningen om anderen tot Jezus Christus te brengen, van grote waarde voor ons zijn.)

  • Hoe kunnen we anderen uitnodigen om tot Christus te komen?

  • Waarom zijn deze inspanningen van grote waarde voor ons?

Laat de cursisten Leer en Verbonden 15 en 16 opnieuw lezen en nagaan in welk opzicht deze twee openbaringen verschillen. (Het enige verschil is dat de ene aan John is gericht en de andere aan Peter.)

Leg uit dat de Heer af en toe dezelfde boodschap aan verschillende personen openbaart omdat hun noden, omstandigheden of verlangens dezelfde zijn. We kunnen er echter op vertrouwen dat Hij ons persoonlijk kent. In dit voorbeeld noemde Hij John Whitmer en Peter Whitmer jr. bij naam en Hij openbaarde zijn wil aan ieder van hen afzonderlijk.

  • Hoe kan een priesterschapszegen of een zendingsoproep erop wijzen dat God ons persoonlijk kent, ook al bevat de zegen of de zendingsoproep dezelfde woorden aan verschillende mensen?

Laat een cursist het volgende verhaal van ouderling David A. Bednar van het Quorum der Twaalf Apostelen voorlezen om de cursisten duidelijk te maken dat God ons persoonlijk kent:

Afbeelding
Ouderling David A. Bednar

‘Enige tijd geleden sprak ik met een priesterschapsleider die het gevoel kreeg dat hij de namen van alle jongeren in zijn ring in de leeftijd van 13 tot 21 uit het hoofd moest leren. Met foto’s van de jongemannen en jongevrouwen maakte hij systeemkaartjes die hij tijdens zijn zakenreizen en op andere momenten bestudeerde. De priesterschapsleider leerde al snel alle namen van de jongeren.

‘Hij droomde een keer over een jongeman die hij alleen van zijn foto herkende. In de droom zag hij de jongeman in een wit overhemd met een naamplaatje van een zendeling. Samen met een collega was hij een gezin aan het onderwijzen. De jongeman had een exemplaar van het Boek van Mormon in zijn hand, en het leek wel of hij van de waarheid van het boek getuigde. Toen werd de priesterschapsleider wakker.

‘Tijdens een priesterschapsbijeenkomst benaderde de leider de jongeman die hij in zijn droom had gezien. Hij vroeg of hij even met hem mocht praten. Na een korte introductie noemde de leider de jongeman bij naam en zei: “Ik ben geen dromer. Ik heb nog nooit een droom over een lid van de ring gehad, behalve over jou. Ik zal je vertellen wat ik gedroomd heb en dan moet je mij helpen begrijpen wat de betekenis ervan is.”

‘De priesterschapsleider vertelde zijn droom en vroeg de jongeman wat de betekenis zou kunnen zijn. De jongeman snakte naar adem en antwoordde eenvoudig: “Het betekent dat God weet wie ik ben.” De rest van het gesprek tussen deze jongeman en zijn priesterschapsleider was van grote betekenis. Zij spraken af om de komende maanden geregeld met elkaar te praten.’ (‘De tedere barmhartigheden van de Heer’, Liahona, mei 2005, 100.)

  • Waarom is het nuttig om te weten dat God ons persoonlijk kent?

Laat enkele cursisten vertellen hoe ze weten dat God hen persoonlijk kent. (Leg eventueel uit dat de voorbeelden van de cursisten niet buitengewoon hoeven te zijn. Herinner de cursisten eraan dat ze niet over ervaringen hoeven te praten die te persoonlijk zijn.)

  • Hoe kan weten dat God jou kent je dagelijkse beslissingen beïnvloeden? Heeft deze kennis jouw beslissingen weleens beïnvloed?

Geef tot slot uw getuigenis van de waarheden die in deze les aan bod zijn gekomen en moedig de cursisten aan ernaar te handelen.