Seminarie
Les 19: Geschiedenis van Joseph Smith 1:68–75; Leer en Verbonden 13


Les 19

Geschiedenis van Joseph Smith 1:68–75; Leer en Verbonden 13

Inleiding

Op 15 mei 1829 gaan Joseph Smith en Oliver Cowdery naar een bos in de buurt van Josephs boerderij in Harmony (Pennsylvania, VS) om bij de Heer navraag te doen naar aanleiding van de vertaling van een passage in het Boek van Mormon waarin het belang van de verordening van de doop wordt benadrukt. Terwijl ze bidden, verschijnt Johannes de Doper in herrezen gedaante. Hij verleent hun het Aäronisch priesterschap, draagt hen op elkaar in de Susquehanna te dopen en elkaar vervolgens tot het Aäronisch priesterschap te ordenen. De woorden van Johannes aan Joseph Smith en Oliver Cowdery staan in Leer en Verbonden 13 opgetekend. Na hun doop worden Joseph Smith en Oliver Cowdery ‘vervuld van de Heilige Geest’ en ervaren ze grote zegeningen.

Lessuggesties

Geschiedenis van Joseph Smith 1:68–72; Leer en Verbonden 13

Johannes de Doper verleent het Aäronische priesterschap aan Joseph Smith en Oliver Cowdery

Zet de volgende vragen vóór de les op het bord of maak er een uitreikblad voor iedere cursist van. (Laat de antwoorden weg.) Wanneer de cursisten binnenkomen, laat u hen de vragen op een blaadje papier of op het uitreikblad beantwoorden. U kunt hen desgewenst aanraden de Gids bij de Schriften (zie Aäronisch priesterschap) te gebruiken om de antwoorden op te zoeken. Begin pas met het openingsprogramma als alle cursisten hun antwoorden hebben genoteerd.

  1. Waar kunnen wij in de Schriften meer te weten komen over de herstelling van het Aäronisch priesterschap?

  2. Op welke datum werd het Aäronisch priesterschap hersteld?

  3. Hoe heette de engel die het Aäronisch priesterschap op aarde herstelde door het aan Joseph Smith en Oliver Cowdery te verlenen?

  4. Hoe werd hun het Aäronisch priesterschap verleend?

  5. Wat beloofde de engel Joseph en Oliver nog meer? Van wie zouden zij dat ontvangen?

(Antwoorden: (1) Geschiedenis van Joseph Smith of Leer en Verbonden 13; (2) 15 mei 1829 [zie Geschiedenis van Joseph Smith 1:72]; (3) Johannes de Doper [zie Geschiedenis van Joseph Smith 1:72]; (4) door handoplegging [zie Geschiedenis van Joseph Smith 1:68, 71]; (5) Johannes de Doper vertelde hen dat ze later het Melchizedeks priesterschap van Petrus, Jakobus en Johannes zouden ontvangen [zie Geschiedenis van Joseph Smith 1:72].)

Laat de cursisten na het openingsprogramma hun antwoord op de eerste vraag vertellen. Als ze de eerste vraag correct hebben beantwoord, laat u de cursisten in groepjes van twee werken om hun antwoorden op de volgende vragen na te kijken. Laat hen Geschiedenis van Joseph Smith 1:68–72 en de beschrijving van Oliver Cowdery die op de Geschiedenis van Joseph Smith volgt, gebruiken. U kunt eventueel door de klas lopen en de cursisten helpen de juiste antwoorden te vinden.

Bespreek de vragen na verloop van tijd met de hele klas. Help de cursisten bij de bespreking van de antwoorden de volgende leerstellingen terug te vinden en te begrijpen: Joannes de Doper heeft het Aäronisch priesterschap op aarde hersteld (zie Geschiedenis van Joseph Smith 1:72). Het priesterschap wordt verleend door handoplegging (zie Geschiedenis van Joseph Smith 1:68, 71). Leg bij de bespreking van de antwoorden van de cursisten uit dat Joseph Smith en Oliver Cowdery later in mei 1829 het Melchizedeks priesterschap van Petrus, Jakobus en Johannes ontvingen. (Zie Larry C. Porter, ‘The Restoration of the Aaronic and Melchizedek Priesthoods’, Ensign, december 1996, 30–47.)

Laat een cursist Geschiedenis van Joseph Smith 1:68 voorlezen. Laat de andere cursisten meelezen en nagaan wat Joseph Smith en Oliver Cowdery aan het doen waren dat hen ertoe bewoog om de Heer over de doop tot vergeving van zonden te vragen.

  • Hoe komt het volgens dit vers dat Joseph en Oliver navraag deden over de doop tot vergeving van zonden? (Ze waren bezig met de vertaling van het Boek van Mormon en kwamen leringen over de doop tot vergeving van zonden tegen.)

Wijs erop dat de herstelling van het Aäronisch priesterschap zo belangrijk is dat de woorden van Johannes de Doper ook in Leer en Verbonden 13 staan. Laat een cursist Leer en Verbonden 35:13 voorlezen. Laat de klas meelezen en nagaan hoe de herstelling van het Aäronisch priesterschap een antwoord was op het gebed van Joseph en Oliver om meer over de doop tot vergeving van zonden te weten te komen.

  • In welk opzicht was de herstelling van het Aäronisch priesterschap een antwoord op het gebed van Joseph en Oliver om meer over de doop tot vergeving van zonden te weten te komen?

Teken een eenvoudige deur met een sleutelgat op het bord.

Afbeelding
tekening deur
Afbeelding
tekening sleutel
  • Wat is het doel van een deur? (Terwijl de cursisten dit bespreken, wijst u erop dat een deur in de opening van een doorgang naar een andere plaats hangt. Bovendien kan een deur ons ergens buiten houden of toegang toe verschaffen.)

Toon een sleutelbos (of teken een sleutel op het bord) en vraag:

  • Wat heeft een sleutel met een deur te maken? (Een sleutel opent een deur. Met een sleutel kunnen we door de deur naar de andere kant gaan.)

Leg uit dat de Heer sleutels gebruikt als symbool van het priesterschapsgezag, waarmee we de weg naar eeuwige waarheden en zegeningen kunnen ontgrendelen en openen. Laat de cursisten in Leer en Verbonden 13:1 opzoeken welke sleutels met het Aäronisch priesterschap verband houden. Laat de cursisten deze passages in hun Schriften markeren.

  • Welke sleutels heeft het Aäronisch priesterschap volgens Johannes de Doper? (Het Aäronisch priesterschap heeft de sleutels van de bediening van engelen, van het evangelie van bekering en van de doop door onderdompeling tot vergeving van zonden. Laat een cursist deze uitspraak onder de tekening van de deur zetten.)

Laat een cursist het volgende citaat van ouderling Dallin H. Oaks van het Quorum der Twaalf Apostelen voorlezen om de cursisten meer te leren over de sleutels van het Aäronisch priesterschap en de zegeningen die ze de leden van de kerk bieden. (U kunt de cursisten een kopie van dit citaat geven die ze in hun Schriften kunnen bewaren.)

Afbeelding
Ouderling Dallin H. Oaks

‘Wat betekent het dat het Aäronisch priesterschap [de sleutels van] het “evangelie van bekering en van de doop tot vergeving van zonden” bevat? In de verordeningen van de doop en het avondmaal vinden we de betekenis. De doop dient voor de vergeving van zonden en het avondmaal is een hernieuwing van de verbonden en zegeningen van de doop. Aan beide dient bekering vooraf te gaan. […]

‘Niemand van [ons] is na zijn doop zonder zonde gebleven. Zonder enige maatregelen voor verdere reiniging na onze doop zouden we met betrekking tot geestelijke zaken allemaal verloren zijn. […]

‘Ons is geboden ons van onze zonden te bekeren, met een gebroken hart en verslagen geest tot de Heer te komen en aan het avondmaal deel te nemen, overeenkomstig de verbonden ervan. Wanneer we zo onze doopverbonden hernieuwen, hernieuwt de Heer het reinigende effect van onze doop. […]

‘Het Aäronisch priesterschap is hierbij uiterst belangrijk. Al de essentiële stappen die tot vergeving van zonden leiden, worden door de heilsverordening van de doop en de hernieuwende verordening van het avondmaal uitgevoerd. Beide verordeningen worden verricht door dragers van het Aäronisch priesterschap onder leiding van de bisschap, die de sleutels van het evangelie van bekering, van de doop en de vergeving van zonden.’ (’De Aäronische priesterschap en het avondmaal’, De Ster, januari 1999, 44.)

  • Hoe ontvangen we dankzij de sleutels van het Aäronisch priesterschap de zegeningen van de verzoening van Jezus Christus?

  • Wie bezit volgens ouderling Oaks de sleutels van het evangelie van bekering in elke wijk?

Laat een cursist de volgende verklaring van ouderling Oaks voorlezen om de cursisten meer over de sleutel van de bediening van engelen te leren:

Afbeelding
Ouderling Dallin H. Oaks

‘Als jonge Aäronisch-priesterschapsdrager verwachtte ik geen engel te zien en vroeg ik me af wat zulke verschijningen met het Aäronisch priesterschap te maken hadden.

‘Maar de bediening van engelen kan ook onzichtbaar plaatsvinden. Boodschappen van engelen kunnen gegeven worden door een stem, of door gedachten of gevoelens die ingegeven worden.’ (‘De Aäronische priesterschap en het avondmaal’, 45.)

Laat een cursist naar voren komen en de afbeeldingen Een jongeman wordt gedoopt (Evangelieplatenboek [2009], nr. 103; zie ook LDS.org) en Het avondmaal zegenen (nr. 107) laten zien als u die hebt.

Afbeelding
Een jongeman wordt gedoopt
Afbeelding
Het avondmaal zegenen
  • Hoe kan jouw kennis over de sleutels van het Aäronisch priesterschap je gedachten en daden beïnvloeden? Ga je nu elke week het avondmaal anders voorbereiden, bedienen of eraan deelnemen?

Laat de jongevrouwen vertellen wat ze van het Aäronisch priesterschap en de bijbehorende zegeningen vinden. Vertel ook waarom u dankbaar bent voor de herstelling van het Aäronisch priesterschap.

Geschiedenis van Joseph Smith 1:73–75

Joseph Smith en Oliver Cowdery ervaren na hun doop grote zegeningen

Laat een cursist Geschiedenis van Joseph Smith 1:73 voorlezen. Laat de klas meelezen en nagaan welke woorden en zinsneden beschrijven wat Joseph en Oliver na hun doop meemaakten. U kunt de cursisten in overweging geven om deze woorden en zinsneden in hun Schriften te markeren.

  • Wat daalde op Joseph en Oliver neer na hun doop?

Omdat Joseph en Oliver de gave van de Heilige Geest nog niet hadden ontvangen, voelden ze toen de macht van de Heilige Geest. Joseph en Oliver zouden later het Melchizedeks priesterschap ontvangen om de gave van de Heilige Geest te kunnen verlenen. (Zie Geschiedenis van Joseph Smith 1:70; zie ook ‘Heilige Geest’ in de Gids bij de Schriften of op scriptures.lds.org.)

Laat een cursist Geschiedenis van Joseph Smith 1:74 voorlezen. Laat de klas meelezen en nagaan welke zegening Joseph en Oliver door de macht van de Heilige Geest ontvingen. Laat de cursisten vertellen wat ze gevonden hebben en zet dan de volgende leerstelling op het bord: De Heilige Geest helpt ons de betekenis en bedoeling van de Schriften te begrijpen.

  • Waarom zouden we de Heilige Geest nodig hebben om de Schriften te begrijpen?

  • Heeft de Heilige Geest jou weleens geholpen om de ‘ware betekenis en bedoeling’ van de Schriften te begrijpen?

Geef de cursisten enkele minuten de tijd om in hun aantekenschrift of Schriftendagboek te noteren hoe ze bij hun Schriftstudie de hulp van de Heilige Geest gaan inroepen.

Toelichting en achtergrondinformatie

Geschiedenis van Joseph Smith 1:74. Met de Heilige Geest de Schriften bestuderen

Ouderling Dallin H. Oaks van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft uitgelegd waarom het nodig is om de Schriften met de Geest te bestuderen:

Afbeelding
Ouderling Dallin H. Oaks

‘Als we naar openbaring en inspiratie zoeken en die aanvaarden om ons begrip van de Schriften te vergroten, vervullen we de geïnspireerde belofte van Nephi dat aan hen die ijverig zoeken “de verborgenheden Gods […] door de macht van de Heilige Geest [zullen] worden ontvouwd” (1 Nephi 10:19).

‘[…] Veel anderen dingen in de Schriften kunnen alleen door inspiratie van de Heilige Geest worden begrepen. De apostel Paulus heeft gezegd: “Zo weet ook niemand, wat in God is, dan [door] de Geest Gods” (BJS, 1 Korinthe 2:11). […]

‘Joseph Smith en Oliver Cowdery hebben in deze bedeling het goede voorbeeld gegeven. Na hun doop werden ze met de Heilige Geest vervuld. In zijn geschiedenis heeft Joseph het zo verwoord: “Daar onze geest nu verlicht was, werden de Schriften geopend voor ons begrip en werden de ware betekenis en bedoeling van de meer verborgen passages ons geopenbaard op een wijze die voordien nooit binnen ons bereik had gelegen en ook nooit eerder bij ons was opgekomen” (GJS 1:74). […]

‘Paulus heeft aan Timotheüs geschreven: “Heel de Schrift is door God ingegeven” (2 Timotheüs 3:16; zie ook 2 Petrus 1:21). Dat houdt in dat als we de Schriften willen begrijpen, we de Geest van de Heer moeten ontvangen om ons verstand te verlichten.’ (‘Scripture Reading and Revelation’ [Schriftstudie en openbaring], Ensign, januari 1995, 7, 9.)

Leer en Verbonden 13:1. Wat betekenen de woorden ‘totdat de zonen van Levi de Heer wederom een offer offeren’?

De profeet Joseph Smith heeft het volgende gezegd over het offer dat de zonen van Lehi zullen offeren:

Afbeelding
Profeet Joseph Smith

‘De algemene veronderstelling is dat het grote offer [nl. het offer van de Heer Jezus] een eind heeft gemaakt aan offers, en dat er in de toekomst geen offerande meer nodig is; maar wie dergelijke dingen beweert, weet duidelijk niets over de plichten, voorrechten en het gezag van het priesterschap of over de profeten.

‘Het brengen van offers is één van de plichten van het priesterschap. Het is met het priesterschap begonnen en zal tot na de wederkomst van Christus doorgaan, generatie na generatie. […]

Deze offers, en alle andere priesterschapsverordeningen, zullen volledig worden hersteld en bediend met al hun macht, consequenties en zegeningen. Dat zal gebeuren wanneer de tempel van de Heer wordt gebouwd en de zonen van Levi worden gereinigd. Dit is altijd zo geweest en zal zo blijven zolang de macht van het Melchizedeks priesterschap merkbaar is. Hoe kan de herstelling van alles waarover de heilige profeten hebben gesproken anders worden teweeggebracht? Wij moeten niet denken dat de wet van Mozes, met al haar riten en ceremoniën, opnieuw zal worden ingesteld. Dat hebben de profeten nooit gezegd, maar de dingen die vóór de tijd van Mozes bestonden, namelijk offers, zullen worden voortgezet.’ (History of the Church, deel 4, 211–212.)

President Joseph Fielding Smith heeft eveneens gezegd:

Afbeelding
President Joseph Fielding Smith

‘We leven in de bedeling van de volheid der tijden, waarin alle dingen worden vergaderd en alle dingen tot hun oorspronkelijke staat worden hersteld. Zelfs deze aarde zal worden hersteld tot de staat waarin ze zich vóór de overtreding van Adam bevond. Logischerwijze zal ook de wet van offerande worden hersteld, anders zouden niet alle dingen die de Heer heeft bevolen, zijn hersteld. Daarom is het nodig dat de zonen van Levi, die vroeger in Israël de bloedoffers brachten, opnieuw een dergelijk offer brengen om deze verordening in deze bedeling af te ronden en te vervolledigen. Offers door bloedvergieten werden in de tijd van Adam ingesteld en moeten noodzakelijk worden hersteld.

‘Dieren zullen worden geofferd om de herstelling te voltooien wanneer de vermelde tempel is gebouwd. Bij het begin van het millennium, of tijdens de herstelling, zullen offers door bloedvergieten voldoende lang worden gebracht om de volheid van de herstelling in deze bedeling te voltooien. Nadien zullen offers van een andere aard zijn.’ (Doctrines of Salvation, samengesteld door Bruce R. McConkie, [1956], deel 3, 94.)

Leer en Verbonden 13:1. Sleutels uitgelegd

Ouderling Bruce R. McConkie heeft uitgelegd dat de openbaringen van God op twee manieren naar sleutels verwijzen:

Afbeelding
Ouderling Bruce R. McConkie

‘Het begrip sleutels wordt in de openbaringen op twee manieren gebruikt. De ene verwijst naar de macht waarmee de kerk of het koninkrijk en al haar organisaties worden geleid. De sleutels van het koninkrijk vertegenwoordigen dan de macht om te presideren. De andere manier verwijst naar de macht waardoor iets geopenbaard, ontdekt of duidelijk wordt.’ (Mormon Doctrine, 2e uitgave [1966], 409–410.)

Leer en Verbonden 13:1. De sleutel van doop door onderdompeling tot vergeving van zonden

Ouderling Dallin H. Oaks van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft het volgende gezegd over de sleutel van de bediening van engelen:

Afbeelding
Ouderling Dallin H. Oaks

‘Deze verordeningen van het Aäronisch priesterschap zijn ook nauw verbonden met de bediening van engelen.

‘“Het woord ‘engel’ wordt in de Schriften gebruikt voor elk hemels wezen dat Gods boodschap brengt.” (George Q. Cannon, Gospel Truth, samengesteld door Jerreld L. Newquist [1987], 54.) De Schriften vermelden talloze momenten waarop een engel verschijnt. […]

‘Maar de bediening van engelen kan ook onzichtbaar plaatsvinden. Boodschappen van engelen kunnen gegeven worden door een stem, of door gedachten of gevoelens die ingegeven worden. […]

‘De communicatie met engelen is vaker voelbaar of hoorbaar dan zichtbaar.

‘In welk opzicht omvat het Aäronisch priesterschap de sleutel van de bediening van engelen? Het antwoord is gelijk aan dat voor de Geest van de Heer.

‘In zijn algemeenheid zijn de zegeningen van geestelijke omgang en communicatie alleen voorbehouden aan wie rein zijn. Zoals eerder gezegd, worden wij door de verordeningen van het Aäronisch priesterschap, de doop en het avondmaal, gereinigd van onze zonden en wordt ons beloofd dat we, als we ons aan onze verbonden houden, altijd zijn Geest bij ons zullen hebben. Ik geloof dat die belofte niet alleen de Heilige Geest betreft, maar ook de bediening van engelen, want “engelen spreken door de macht van de Heilige Geest; daarom spreken zij de woorden van Christus” (2 Nephi 32:3). Daarom maken de Aäronisch-priesterschapsdragers het alle goede kerkleden die van het avondmaal nemen mogelijk om het gezelschap van de Geest van de Heer en de bediening van engelen te genieten. […]

‘Het Aäronisch priesterschap omvat de sleutels van “het evangelie van bekering en van de doop tot vergeving van zonden” (LV 84:27). De reinigende kracht van de verzoening van onze Heiland wordt voor ons vernieuwd als wij aan het avondmaal deelnemen. De belofte dat wij “zijn Geest altijd bij [ons] mogen hebben” (LV 20:77) is van groot belang voor onze geest. De verordeningen van het Aäronisch priesterschap zijn essentieel voor dat alles.’ (‘De Aäronische priesterschap en het avondmaal’, De Ster, januari 1999, 44–46.)

Leer en Verbonden 13:1. De bediening van engelen

President Gordon B. Hinckley heeft de bediening van engelen uitgelegd:

Afbeelding
President Gordon B. Hinckley

‘Toen Wilford Woodruff, een oude man met veel ervaring, de president van de kerk was, zei hij tegen de jongens van de Aäronische priesterschap: “Ik wil heel duidelijk stellen dat het niets uitmaakt of iemand nu priester of apostel is, zolang hij zijn roeping grootmaakt. Een priester heeft de sleutels van de bediening van engelen”, zei hij. ‘Ik heb in mijn hele leven, als apostel, als zeventig, als ouderling, nooit meer bescherming van de Heer genoten dan toen ik het ambt van priester droeg. (Millennial Star, 53:629.)

‘Houd dit in gedachten, geliefde jonge broeders. Het priesterschap dat jij draagt, heeft de sleutels van de bediening van engelen. Dat betekent volgens mij dat we, als we volgens de normen van het priesterschap leven, recht hebben op de macht van hemelse wezens om ons te leiden, te beschermen en te zegenen. Welke weldenkende jongen zou deze opmerkelijke zegening niet willen?’ (‘The Priesthood of Aaron’, Ensign, november 1982, 45).