2002
Aan de mannen van de priesterschap
November 2002


Aan de mannen van de priesterschap

U mannen die dit waardevolle priesterschap draagt, bind het op uw ziel. Wees het te allen tijde en onder alle omstandigheden waardig.

Geliefde broeders, ik spreek met het verlangen hulp te bieden. Ik bid dat de Geest van de Heer mij zal leiden.

Ik hoef u niet te vertellen dat we een grote en gecompliceerde kerk zijn geworden. Ons programma is dermate veelomvattend en onze invloed zo diepgaand dat het moeilijk te bevatten is. We zijn een kerk met leiders die niet betaald worden. Dat is opmerkelijk en prachtig. Zo moet het altijd blijven. Het moet nooit de richting uitgaan van een uitgebreide betaalde bediening. Niettemin weten we dat de bestuurlijke last zwaar op onze bisschoppen en ringpresidenten, en nog wat anderen, rust. Zich daarvan bewust, hebben het Presidium en de Twaalf een aantal vergaderingen gehouden, enkele lang en interessant, waarin we in feite de kerk hebben ontleed en weer in elkaar gezet. We wilden bekijken of er wellicht programma’s waren die gemist konden worden. Maar de uitkomst van onze analyse was dat er niet veel was dat we konden laten vallen. Er een laten vallen is hetzelfde als het weggeven van een van uw kinderen. Je durft het gewoon niet aan. Maar we zijn ons heel goed bewust van de last die u draagt en de uren die u erin stopt. In deze priesterschapsbijeenkomst wil ik ingaan op een paar zaken die we hebben besproken. Ik denk dat u zult zien dat we enige vooruitgang hebben geboekt, hoe weinig het ook is.

Ik zal verscheidene zaken met u doornemen.

We hebben ten eerste besloten dat met ingang van 1 november de tempelaanbeveling twee jaar geldig blijft in plaats van een jaar. Dat zal snijden in de tijd die bisschoppen en ringpresidenten en hun raadgevers besteden aan het houden van tempelaanbevelingsgesprekken. Uiteraard is het de verantwoording van de bisschop of ringpresident iemands aanbeveling in te nemen als de houder van de aanbeveling te eniger tijd de tempelgang onwaardig wordt.

Maar de ervaring heeft ons geleerd dat er maar weinig van die gevallen zijn. En dat wordt dus de gang van zaken, broeders. Met ingang van 1 november, ongeacht de datum op de aanbeveling, wordt de termijn een jaar langer. De aanbeveling wordt dan elke twee jaar verlengd in plaats van elk jaar, zoals nu. We hopen dat dit helpt. We hebben er vertrouwen in.

Een andere aangelegenheid.

Ouderling Ballard heeft gesproken over zendelingen. Ik wil zijn woorden onderschrijven. Ik hoop dat onze jongemannen, en onze jonge vrouwen, zullen voldoen aan de maatstaf die hij heeft aangelegd. We moeten de lat van normen en voorwaarden voor hen die de wereld ingaan als afgezanten van de Heer Jezus Christus, hoger leggen.

We hebben een interessant gebruik in de kerk. De vertrekkende zendelingen krijgen de kans afscheid te nemen. In sommige wijken is dit tot een probleem uitgegroeid. De meeste avondmaalsdiensten staan daar in het teken van vertrekkende en teruggekeerde zendelingen.

Niemand anders in de kerk neemt afscheid als hij of zij een bepaalde taak gaat vervullen. We hebben geen afscheidsdienst voor een pasgeroepen bisschop, voor een ringpresident, een ZHV-presidente, een algemeen autoriteit, of voor wie dan ook. Waarom zou een zendeling dan wel afscheid moeten nemen?

Het Eerste Presidium en de Twaalf hebben besloten, na dit gebedvol en zorgvuldig te hebben overwogen, de huidige afscheidsdiensten voor zendelingen aan te passen.

De vertrekkende zendeling krijgt de kans 15 tot 20 minuten te spreken in een avondmaalsdienst. Maar ouders en broers en zussen niet. Het kan voorkomen dat er twee of meer zendelingen in dezelfde dienst spreken. De dienst is volledig in handen van de bisschop en wordt niet ingevuld door de familie. Ook muzikaal wordt er niets speciaals gedaan.

We weten dat veel gezinnen teleurgesteld zullen zijn. In het verleden hebben ouders, broers en zussen en vrienden hun medewerking verleend. We vragen u deze beslissing te accepteren. Als er ergens al een afscheidsdienst is gepland, kan die gewoon doorgaan. Maar in de toekomst moet er niets in traditionele zin worden gepland. We zijn ervan overtuigd dat dit, na alle aspecten overwogen te hebben, een wijze beslissing is. Accepteer die alstublieft, broeders. Ik leg dit verzoek ook voor aan de zusters, vooral de moeders.

We hopen ook dat een uitgebreide samenkomst na de avondmaalsdienst waarin de zendeling spreekt, tot het verleden behoort. De familie kan natuurlijk bij elkaar komen. Daar hebben we niets op tegen. We vragen u echter geen receptie voor drommen mensen te houden.

Een zending is zo’n fantasti- sche ervaring dat het zijn eigen overvloedige beloning met zich meebrengt. En als een zendeling naar huis en zijn wijk terugkeert, kan hij weer de kans krijgen om in de avondmaalsdienst te spreken.

Volgende punt.

Laat mij u een kort verslag geven van het permanente studiefonds, dat anderhalf jaar geleden in de aprilconferentie is geïntroduceerd. Dat fonds heeft bestaansrecht gekregen. We hebben nu een substantieel bedrag dat gedoneerd is door toegewijde heiligen der laatste dagen. We hopen dat dat bedrag nog zal groeien, zodat we nog meer assistentie kunnen verlenen aan hen die dat waardig zijn.

Er zijn zo’n vijfduizend mannen en vrouwen, de meeste jong, die nu onderwijs genieten, aan wie dat anders was voorbijgegaan. Denk eens aan de gevolgen. Deze getrouwe heiligen der laatste dagen is een ladder aangeboden waarmee ze uit de armoede kunnen klimmen, waarin zij en hun voorouders hebben geleefd. Ze zullen meer kunnen verdienen. Ze zullen betere leiders worden. Het zal ze naar den vleze gaan en ze zullen de kerk vooruitbrengen, op een wijze die voorheen ondenkbaar was.

Ik geef u een voorbeeld. De eerste jonge vrouw die een lening ontving, heeft nu een jaar opleiding achter de rug en heeft geld aangevraagd voor haar laatste jaar. Ze leert voor tandartsassistente.

Hiervoor werkte ze in een restaurant en verdiende ze 130 dollar per maand. Naar verwachting zal ze, na voltooiing van haar opleiding, 650 dollar per maand verdienen, om mee te beginnen — een verbetering van 500 procent. Dat zal in de loop der jaren meer worden.

Wat kunnen een paar dollar toch een verschil uitmaken als ze goed worden besteed. Vermenigvuldig haar geval nu eens met 5000. Dat is iets om over na te denken. Deze studenten worden opgeleid tot monteur, systeemanalist, administrateur, medisch technicus, informatiesyteemtechnicus, verpleegster, ziekenhuismedewerker, computerprogrammeur, computeroperateur, modeontwerper, accountant, elektricien, leraar Engels, bakker, hotelmedewerker en grafisch ontwerper, om er een paar te noemen.

De mogelijkheden zijn ongekend, en wat hier gebeurt, is echt geweldig en wonderbaarlijk.

Het volgende punt waar ik op in wil gaan is de gezinsavond. We zijn bang dat dit heel belangrijke programma in te veel gebieden aan het tanen is. Broeders, er is niets belangrijker dan uw gezin. U weet dat. Dit programma is van start gegaan in 1915, 87 jaar geleden, toen president Joseph F. Smith de heiligen der laatste dagen opriep elke week een avond voor het gezin vrij te maken. Die avond diende te bestaan uit onderwijs, het lezen van de Schriften, het ontwikkelen van talenten of het bespreken van gezinsaangelegenheden. Het is niet de bedoeling dat er een sportwedstrijd of iets dergelijks wordt bijgewoond. Als er af en toe een gezinsactiviteit van dien aard is, is daar niets op tegen. Maar nu ons leven in een steeds hogere versnelling gaat, is het belangrijk dat ouders tijd doorbrengen met hun kinderen, met ze bidden, ze instrueren in de wegen van de Heer, hun gezinsproblemen bespreekbaar maken, en de kinderen de kans geven hun talenten tot uiting te brengen. Voor mij staat het vast dat dit programma tot stand is gekomen door openbaring van de Heer in reactie op een behoefte bij de gezinnen van de kerk.

Als die behoefte 87 jaar terug bestond, is die behoefte nu nog veel groter.

Nadien besloot men dat de maandagavond zou worden uitgetrokken voor deze gezinsactiviteit. In de gebieden waar veel kerkleden wonen, hielden de scholen en andere instellingen rekening met het programma en planden niets op die avond.

Nu lijkt het er steeds meer op dat er andere evenementen op de maandagavond worden gepland. We verzoeken de onderwijs- en andere instellingen beleefd om ons deze ene avond in de week te gunnen om dit belangrijke en traditionele programma uit te voeren. We vragen hun geen evenementen te plannen waarvoor kinderen op maandagavond tijd moeten vrijmaken. We vertrouwen erop dat ze beseffen dat het uiterst belangrijk is dat ouders en kinderen minstens een keer in de week de kans krijgen om een avond samen door te brengen zonder schoolactiviteiten te missen. We zullen zeer dankbaar zijn als ze in dezen hun medewerking verlenen. En we dringen er bij de ouders, in niet mis te verstane bewoordingen, op aan deze aangelegenheid en uitdaging ernstig te nemen en van de maandagavond een tijd te maken die heilig is voor uw gezin.

Ik heb behoorlijk veel uitnodigingen gekregen om op maandagavond deel te hebben aan het gemeenschapsleven in welke vorm dan ook. Ik heb die uitnodigingen allemaal vriendelijk afgeslagen met de uitleg dat ik de maandag vrijhoud voor de gezinsavond. Ik hoop oprecht dat u hetzelfde doet.

Volgende punt.

Broeders, ik wil nogmaals het belang van zelfredzaamheid voor elk lid en elk gezin van de kerk onder de aandacht brengen.

Niemand van ons weet wanneer er zich een ramp voordoet. Ziekte, een ongeval, werkeloosheid, het kan ons allemaal overkomen.

We hebben een geolied welzijnsprogramma met voorzieningen zoals graanopslag in verschillende gebieden. Het is belangrijk dat we dat doen. Maar de beste plek om wat voedsel opzij te zetten, is thuis, samen met een klein gespaard bedrag. Het beste welzijnsprogramma is ons eigen welzijnsprogramma. Vijf of zes blikken tarwe thuis zijn beter dan een lading in de welzijnsgraanschuur.

Ik voorspel geen dreigende rampen. Ik hoop dat die zullen uitblijven. Maar we behoren zuinig te leven. Iedereen met een woning ziet het belang van een brandverzekering in. We hopen en bidden dat er nooit brand zal zijn. Toch betalen we de verzekering om een dergelijke ramp te dekken, mocht die zich voordoen.

We behoren hetzelfde te doen voor het welzijn van het gezin.

We kunnen bescheiden beginnen. We kunnen beginnen met een voedselvoorraad van een week en die geleidelijk uitbouwen tot een maand, en daarna drie maanden. Ik heb het nu over voedsel om in de basisbehoeften te voorzien. U weet natuurlijk wel dat deze raad niet nieuw is. Maar ik ben bang dat zovelen het gevoel hebben dat een grote voorraad buiten hun bereik is dat ze er daarom niet eens aan beginnen.

Begin klein, broeders, werk geleidelijk aan toe naar een redelijk gesteld doel. Spaar regelmatig een bedragje en u zult verbaasd zijn hoe snel dat groeit.

Betaal uw schulden en bevrijd uzelf van het zware juk dat schuld met zich meebrengt.

We horen veel over twee hypotheken. En ik heb me laten vertellen dat er zelfs derde hypotheken zijn.

Beheers uzelf in uw uitgaven, in uw leningen, in praktijken die tot een faillissement leiden en veel leed veroorzaken.

En, ten slotte, broeders, wil ik kort terugkomen op een aangelegenheid die ik eerder behandeld heb en door ouderling Ballard en president Monson in onze conferentie onder de aandacht is gebracht. Ik hoop dat zij het niet erg vinden dat ik onderstreep wat zij gezegd hebben. Ik bedoel de zedelijkheid van de leden van de kerk.

Te veel leden raken verstrikt in het web van onzedelijkheid en krijgen te maken met de bittere gevolgen. Tot de jongens die hier zijn — de jongemannen — wil ik in de meest krachtige taal zeggen: blijf uit de buurt van onzedelijkheid. Je weet wat goed en wat verkeerd is. Je kunt onwetendheid niet als excuus voor onaanvaardbaar gedrag aanvoeren.

Hoe kun je nu toch denken dat je je onzedelijk kunt gedragen en vervolgens het zendingsveld kunt ingaan als afgezant van de Heer Jezus Christus? Denk je nu echt dat je naar het huis des Heren kunt gaan om daar voor tijd en eeuwigheid te trouwen als je je overgeeft aan dergelijke praktijken?

Ik smeek jullie, jonge vrienden, dergelijk gedrag uit de weg te gaan. Het zal niet makkelijk zijn. Het zal zelfbeheersing vergen. De machten waarmee je te maken krijgt, zijn sterk en aanlokkelijk. Het zijn de machten van een slimme tegenstander. Je hebt de kracht van het gebed nodig.

Blijf weg van het erotische spul op het internet. Het zal je alleen maar naar beneden halen. Het kan tot je ondergang leiden.

Verlies nooit uit het oog dat je het priesterschap van God draagt. Toen Johannes de Doper het Aäronisch priesterschap verleende aan Joseph Smith en Oliver Cowdery verklaarde hij dat dit priesterschap ‘de sleutels omvat van de bediening van engelen en van het evangelie der bekering, en van doop door onderdompeling voor de vergeving van zonden.’ (LV 13:1.)

Wil je de bediening van engelen?

Die bediening brengt ongelooflijke beloningen met zich mee. Kies voor de stijgende lijn in je leven en God zal je zegenen en je koesteren en ‘zal [je] aan de hand leiden, en [je] antwoord geven op [je] gebeden.’ (Zie LV 112:10.)

Tot u mannen richt ik dezelfde bede en dezelfde waarschuwing. Iets wat klein begint, kan tot grote verliezen leiden. We krijgen er voortdurend mee te maken. Er zijn zoveel hartzeer, zoveel wrok, zoveel ontgoocheling en zoveel echtscheidingen onder ons.

Sta mij toe nogmaals een aangelegenheid aan de orde te stellen waar ik eerder veel aandacht aan heb besteed. Ik heb het over het kwaad en de lage zonde van kindermishandeling.

We kunnen het niet tolereren. We zullen het niet tolereren. Tegen eenieder die een kind misbruikt zal de kerk disciplinair optreden; mogelijk zal men ook gerechtelijk vervolgd worden.

Kindermishandeling is een zonde voor God. Jezus heeft over de schoonheid en onschuld van kinderen gesproken. Tot iedereen die tot misbruik van kinderen geneigd is, zeg ik in de meest krachtige taal die ik tot mijn beschikking heb: beheers uzelf. Zoek hulp voordat u een kind schade toebrengt en uzelf ten gronde richt.

U mannen die dit waardevolle priesterschap draagt, bind het op uw ziel. Wees het te allen tijde en onder alle omstandigheden waardig.

Als u dat doet, zult u de vrede Gods genieten ‘die alle verstand te boven gaat’ (Filippenzen 4:7).

Moge God u zegenen, broeders van de priesterschap, jong en oud. Vaders, wees een goed voorbeeld voor uw kinderen. Jongens, kijk naar je vader voor wijsheid, leiding en begrip.

Hoe groot zijn de beloften van de Heer aan hen die in geloof wandelen. Ik laat u mijn liefde en zegen en mijn getuigenis. Wat een grote en formidabele kracht ten goede schuilt er in deze priesterschap als we verenigd zijn en eensgezind voorwaarts gaan. Moge de Heer u hier in zegenen, bid ik nederig in de naam van Jezus Christus. Amen.