2002
Naastenliefde: de wereld veranderen, gezin voor gezin
November 2002


Naastenliefde: de wereld veranderen, gezin voor gezin

Door naastenliefde, door kleine, eenvoudige daden van liefde, kunnen wij (…) — als verbondsvrouwen — het aanzien van de aarde veranderen, één gezin tegelijk

Enige jaren geleden hebben mijn man en ik Berlijn bezocht. Verspreid lagen brokstukken van de eens zo beruchte muur die de burgers van die stad van elkaar scheidde — een herinnering aan de overwinning van vrijheid op slavernij. Op een brokstuk stond in dikke, onregelmatige, rode letters: ‘Veel kleine mensen die op veel kleine plaatsen veel kleine dingen doen, kunnen de wereld veranderen.’ Volgens mij gaan die woorden over wat wij — als verbondsvrouwen — allemaal kunnen doen om iets te betekenen, om ons hart en onze handen aan de Heer aan te bieden door van anderen te houden en ze te verheffen.

Het maakt niet uit of we pas of al lang lid van de kerk zijn, ongehuwd, gehuwd, gescheiden, weduwe, rijk of arm, onderlegd of niet, of we in een moderne stad wonen of in het meest afgelegen dorp in het oerwoud. Als verbondsvrouwen hebben we ons door onze doop en tempelverbonden toegewijd aan de zaak van Christus. Door naastenliefde, door kleine, eenvoudige daden van liefde, kunnen wij het aanzien van de wereld veranderen, gezin voor gezin.

Naastenliefde, de reine liefde van de Heiland, is de ‘hoogste, edelste, krachtigste vorm van liefde’1 waarvoor we ‘met alle kracht van [ons] hart tot de Vader bidden.’2 Ouderling Dallin H. Oaks leert ons dat naastenliefde ‘niet een handeling is maar een gesteldheid of gemoedstoestand [die men bereikt].’3 Onze dagelijkse daden van naastenliefde worden ‘niet met inkt geschreven, maar met de Geest van de levende God (…) op [de] tafelen van vlees in [ons hart].’4 Langzaam maar zeker veranderen die daden van naastenliefde onze aard, ze definiëren ons karakter en uiteindelijk worden we vrouwen die moedig en vol toewijding tot de Heer zeggen: ‘Hier ben ik, zend mij.’

Als ons voorbeeld heeft de Heiland ons door zijn eigen daden getoond wat naastenliefde inhoudt. Jezus heeft menigten bediend, maar ook zijn intense liefde en zorg voor zijn familie getoond. Zelfs tijdens zijn vreselijk lijden aan het kruis dacht Hij nog aan zijn moeder en aan haar behoeften.

‘En bij het kruis van Jezus [stond] zijn moeder. (…) Toen dan Jezus zijn moeder zag en de discipel, die Hij liefhad, bij haar staande, zeide Hij tot zijn moeder: Vrouw, zie, uw zoon. Daarna zeide Hij tot de discipel: Zie, uw moeder. En van dat uur af nam de discipel haar bij zich in huis.’5

Ik vind het ontroerend dat uit deze tekst Johannes’ intense verknochtheid aan Maria blijkt: hij nam ‘haar bij zich in huis.’ Ik denk dat de belangrijkste daden van naastenliefde klein en eenvoudig zijn, met eeuwige gevolgen, en dat ze worden verricht binnen de muren van ons eigen huis.

Terwijl we dagelijks geduldig en liefdevol omgaan met huilende baby’s, moeilijke tieners, lastige kamergenoten, een minderactieve echtgenoot, of bejaarde, gehandicapte ouders, kunnen we ons afvragen: ‘Is het echt belangrijk wat ik doe? Doet het er iets toe of maakt het iets uit?’ Lieve zusters, wat u thuis doet is belangrijk! Het is zo ontzettend belangrijk. Dagelijks leren we thuis dat naastenliefde, de reine liefde van Christus, nimmer vergaat. Zoveel ZHV-zusters verrichten thuis veel goed werk. Deze getrouwe vrouwen krijgen geen lof van de wereld — en zij streven daar ook niet naar — maar zij zijn ‘barmhartig jegens sommigen’6 en dat is belangrijk.

Wie zijn die vrouwen? Te midden van schrijnende armoede stelden de ZHV-zusters van weleer in Nauvoo hun hart open en verwelkomden in hun huis veel nieuwe bekeerlingen die de stad binnenstroomden Ze deelden hun voedsel, kleding en, nog veel belangrijker, hun geloof in de verlossende liefde van de Heiland.

In onze tijd is zuster Knell een verbondsvrouw die iets voor een ander betekent. Ze is een weduwe in de tachtig met een zoon van 47 die sinds zijn geboorte geestelijk en lichamelijk gehandicapt is. Een aantal jaren geleden is deze lieve zuster begonnen aan iets wat iedereen onmogelijk achtte — haar zoon Keith leren lezen. Leren lezen was zijn grootste verlangen, maar de artsen hadden gezegd dat hij daartoe niet in staat was. Met geloof in haar hart en een verlangen om haar zoon tot zegen te zijn, zei deze nederige weduwe tegen haar zoon: ‘Ik weet dat onze hemelse Vader jou zal zegenen, zodat je het Boek van Mormon kunt lezen.’

Zuster Knell schreef: ‘Het was moeilijk voor Keith, en voor mij was het ook niet makkelijk. De eerste paar dagen waren moeilijk, omdat ik gefrustreerd raakte. Het was een tijdrovend, woord-voor-woord-gevecht. Elke ochtend zat ik naast hem. Ik wees ieder woord met een potlood aan om hem te leiden. Zeven lange jaren en een maand later had Keith eindelijk het Boek van Mormon uit.’ Zijn moeder zei: ‘Als ik hem zonder hulp een vers hoor voorlezen, is dat een gevoel dat ik gewoon niet kan verwoorden.’ Ze getuigt: ‘Ik weet dat er wonderen gebeuren als we op de Heer vertrouwen.’7

Over de hele wereld, in Afrika, Azië, Oceanië, Noord- en Zuid-Amerika, en Europa, hebben vrouwen met naastenliefde, één met hun gezin, ook invloed op de samenleving. In het kleine land Trinidad heeft zuster Ramoutar, een drukbezette ZHV-presidente, zich met haar gezin toegelegd op hulp aan kinderen in hun buurt. De familie Ramoutar woont in een dorp dat ‘vergeven is van de drugs’. Veel ouders en volwassenen zijn aan alcohol verslaafd of handelen in drugs. De kinderen lopen groot gevaar en hebben vaak geen toezicht. Velen gaan niet naar school.

Elke donderdagavond zitten er wel dertig kinderen, in de leeftijd van drie tot negentien jaar, buiten in de overdekte ruimte van de familie Ramoutar. Ze maken enthousiast deel uit van een groep die de naam ‘Ons grote, gelukkige gezin’ draagt. Gebeden, lofzangen, leuke liedjes en goede daden zijn onderdeel van de wekelijkse activiteiten van de kinderen. Soms geven artsen, politieagenten, leerkrachten of onze eigen zendelingen nuttige lessen, zoals over de zes punten van president Gordon B. Hinckley. De familie Ramoutar redt kinderen door kleine, eenvoudige daden van naastenliefde. Doordat zij in hun ‘grote, gelukkige gezin’ over het evangelie hebben gesproken, zijn anderen lid van de kerk geworden.

Lieve ZHV-zusters, waar we ook wonen, in welke omstandigheden we ons ook bevinden, wij, als verbondsvrouwen, één in rechtschapenheid, kunnen het aanzien van de aarde veranderen. Ik getuig net als Alma dat ‘door kleine en eenvoudige dingen grote dingen worden teweeggebracht.’8 Door die kleine, eenvoudige zaken thuis — onze dagelijkse daden van naastenliefde — verkondigen wij onze overtuiging: ‘Hier ben ik, zend mij.’

Ik getuig dat de verzoening van Jezus Christus in tijd en alle eeuwigheid de grootste daad van naastenliefde is geweest. Bereidwillig heeft Hij zijn leven neergelegd om voor mijn en uw zonden te boeten. Ik betuig mijn toewijding aan zijn zaak en mijn verlangen om Hem altijd te dienen, waar Hij mij ook roept. In de naam van Jezus Christus. Amen.

Noten

  1. Bible Dictionary, blz. 632.

  2. Moroni 7:48.

  3. ‘De opdracht tot wording’, Liahona, januari 2001, blz. 42.

  4. 2 Korintiërs 3:3.

  5. Johannes 19:25–27.

  6. Judas 1:22.

  7. Brief in het archief van het kantoor van het algemeen ZHV-presidium.

  8. Alma 37:6.