2002
De stem van de profeten is de wereldwijde kerk tot zegen
November 2002


De stem van de profeten is de wereldwijde kerk tot zegen

Laten wij luisteren naar de profeten van onze tijd, zodat wij ons zullen richten op de zaken die centraal staan in het plan van de Schepper.

Wat is het een vreugde en een voorrecht om deel uit te maken van deze wereldwijde kerk, en opgebouwd te worden door het onderricht van de profeten, zieners en openbaarders! Deze conferentie wordt uitgezonden naar 68 landen en wordt vertaald in 55 talen. Dit is echt een wereldwijde kerk, met leden verspreid over de landen van de aarde. Wij zijn allemaal kinderen van een levende en liefhebbende God, onze hemelse Vader. Ik spreek mijn liefde voor u uit, beste broeders en zusters.

Slechts drie maanden geleden hebben we onder de geïnspireerde leiding van president Gordon B. Hinckley de inwijding van de herbouwde Nauvoo-tempel bijgewoond. Daarmee dachten wij weer aan de profeet Joseph en hernieuwden wij onze herinneringen aan de eerste heiligen, hun offers, verdriet en tranen, maar ook hun moed, geloof en vertrouwen in de Heer. Ik heb geen voorouders onder de 19de-eeuwse pioniers. Toch voel ik mij, sinds ik lid van de kerk ben, nauw verwant aan die vroege pioniers die de vlakten zijn overgestoken. Zij zijn mijn geestelijke voorouders, net zoals zij dat zijn van elk ander lid van de kerk, ongeacht nationaliteit, taal of cultuur. Zij hebben niet alleen een veilige plek in het westen gevestigd, maar bovendien het geestelijke fundament voor de opbouw van Gods koninkrijk onder alle volken over de hele wereld.

Nu de boodschap van het herstelde evangelie van Jezus Christus over de hele wereld aanvaard wordt, zijn wij allen pioniers in onze eigen omgeving en omstandigheden. In de roerige tijden na de Tweede Wereldoorlog in Duitsland hoorde mijn familie voor het eerst over De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen. George Albert Smith was toen president. Ik was nog erg jong en wij waren binnen slechts zeven jaar twee keer al onze bezittingen kwijtgeraakt. We waren vluchtelingen met een onzekere toekomst. Maar in diezelfde zeven jaar kregen we meer dan we ooit met geld hadden kunnen kopen. We vonden een goddelijk toevluchtsoord, een plek waar we beschermd werden tegen wanhoop — het herstelde evangelie van Jezus Christus, en zijn kerk, geleid door een ware, levende profeet.

In dat deel van mijn jeugd speelde ik in gebombardeerde huizen en groeide ik op met de blijvende gevolgen van een verloren oorlog en het besef dat mijn eigen land met de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog vreselijk verdriet teweeg had gebracht onder vele volken.

Het goede nieuws dat Jezus Christus de volmaakte verzoening voor de mensheid teweeg heeft gebracht, allen van het graf heeft verlost en eenieder beloont naar zijn of haar werken, was de genezende kracht die mij weer hoop en gemoedsrust gaf.

Wat onze moeilijkheden ook mogen zijn, onze lasten kunnen licht worden als we niet alleen in Christus geloven, maar ook in zijn vermogen en kracht om ons te reinigen en te troosten, en als we zijn vrede aanvaarden.

In mijn tienerjaren was president David O. McKay profeet. Ik leek hem persoonlijk te kennen. Ik kon zijn liefde, vriendelijkheid en waardigheid voelen. Hij gaf me vertrouwen en moed in mijn jonge leven. Hoewel ik duizenden kilometers van hem vandaan in Europa opgroeide, had ik het gevoel dat hij vertrouwen in me had en ik wilde hem niet teleurstellen.

Een andere bron van kracht was een brief die de apostel Paulus tijdens zijn gevangenschap schreef aan Timoteüs — zijn vertrouweling, assistent en vriend. Hij heeft geschreven:

‘Want God heeft ons niet gegeven een geest van lafhartigheid, maar van kracht, van liefde en van bezonnenheid.

Schaam u dus niet voor het getuigenis van onze Here’ (2 Timoteüs 1:7–8).

Die woorden van een van de apostelen van onze Heer in tijden van weleer waren erg belangrijk voor mij in die tijd na de oorlog, en dat zijn ze nog steeds. Maar hoevelen van ons staan toe dat onze angsten ons in hun greep krijgen, in deze tijd van internationale spanning, economische en politieke onzekerheid en persoonlijke moeilijkheden?

God spreekt consequent tot ons. God zal alle leden van de mensheid gelijk behandelen. We mogen dan in een grote wijk wonen of in een kleine gemeente, ons klimaat en onze vegetatie mogen dan verschillen, de culturele achtergrond en taal mogen dan verschillen, en de kleur van onze huid mag dan totaal anders zijn. Maar de universele kracht en zegeningen van het herstelde evangelie staan allen ter beschikking, ongeacht cultuur, nationaliteit, politiek, traditie, taal, economie of opleiding.

Wij hebben in deze tijd weer apostelen, zieners en openbaarders die wachters op de toren zijn, boodschappers van goddelijke, genezende waarheid. God spreekt via hen tot ons. Zij zijn zich volkomen bewust van de verschillende omstandigheden waarin wij, leden, leven. Zij zijn in deze wereld, maar niet van de wereld.

Wij hebben een profeet op aarde, namelijk president Gordon B. Hinckley. Hij is op de hoogte van onze moeilijkheden en angsten. Hij heeft geïnspireerde antwoorden. Een jaar geleden heeft hij ons op zijn optimistische en duidelijke wijze iets geleerd. Hij heeft gezegd:

‘We hoeven niet bang te zijn. We kunnen thuis en in ons hart gemoedsrust hebben. We kunnen allemaal een goede invloed in de wereld zijn. (…).

‘Onze veiligheid schuilt in bekering. Onze kracht komt voort uit gehoorzaamheid aan de geboden van God.’ (‘De tijd waarin wij leven’, Liahona, jan 2002, blz. 83.)

De profeten spreken tot ons in naam van de Heer, en in duidelijke bewoordingen. Zoals het Boek van Mormon bevestigt: ‘Want de Here God verlicht het verstand; want Hij spreekt tot de mensen in hun taal, zodat zij het verstaan’ (2 Nephi 31:3).

Het is onze taak om niet alleen te luisteren naar zijn woord, maar er ook naar te handelen, opdat wij de zegeningen mogen opeisen van de verordeningen en verbonden van het herstelde evangelie. Hij zei: ‘Ik, de Here, ben gebonden, wanneer gij doet, wat Ik zeg; maar wanneer gij niet doet, wat Ik zeg, hebt gij geen belofte’ (LV 82:10).

Er kunnen momenten zijn waarop we ons overweldigd voelen, gekwetst, of op de rand van ontmoediging staan terwijl we zo hard proberen om volmaakte leden van de kerk te zijn. Wees ervan verzekerd dat er balsem is in Gilead. Laten wij luisteren naar de profeten van onze tijd, zodat wij ons zullen richten op de zaken die centraal staan in het plan van de Schepper voor de eeuwige bestemming van zijn kinderen. De Heer kent ons, Hij heeft ons lief, Hij wil dat wij slagen, en Hij moedigt ons aan met de woorden: ‘En ziet toe, dat [alle] dingen in wijsheid en orde geschieden, want het is niet nodig, dat een mens harder loopt dan zijn kracht hem [of haar] toelaat, [maar het is] nuttig, dat hij [of zij] naarstig zij’ (Mosiah 4:27).

Zijn wij naarstig in het naleven van Gods geboden, zonder harder te lopen dan onze kracht toelaat? Of kuieren wij gemoedelijk voort? Maken wij wijs gebruik van onze tijd, talenten en middelen? Concentreren wij ons op de zaken die het belangrijkst zijn? Volgen wij de geïnspireerde raad van de profeten?

Een voorbeeld van groot belang voor de mensheid is het sterken van ons gezin. Het beginsel van de gezinsavond is al in 1915 aan ons gegeven. President McKay heeft de ouders er in 1964 aan herinnerd dat ‘geen enkel ander succes opweegt tegen falen in het gezin.’ (Geciteerd uit J. E. McCulloch, Home: The Savior of Civilization [1924], blz. 42; Conference Report, april 1964, blz. 5.) In 1995 hebben de profeten van onze tijd de hele wereld opgeroepen het gezin te sterken, daar het de fundamentele eenheid van de samenleving is. En nog maar drie jaar geleden hebben het Eerste Presidium en het Quorum der Twaalf Apostelen in alle liefde gezegd: ‘Wij adviseren ouders en kinderen om het gezinsgebed, de gezinsavond, evangeliestudie en onderwijs, en opbouwende gezinsactiviteiten, de hoogste prioriteit te geven. Zelfs als andere werkzaamheden en bezigheden waardevol en nuttig zijn, moet men niet toestaan dat die de plaats gaan innemen van de taken die God heeft toegewezen aan ouders en gezin.’ (‘Brief van het Eerste Presidium’, Liahona, december 1999, blz. 1.)

Laten wij in ootmoed en geloof onze toewijding aan het naarstig volgen van de profeten, zieners en openbaarders hernieuwen. Laten wij luisteren naar hen die de sleutels van het koninkrijk dragen en ons door hen laten onderwijzen en opbouwen. En moge ons hart tijdens deze conferentie een verandering ondergaan, zodat er een groot verlangen zal ontstaan om het goede te doen (zie Alma 19:33), en mogen wij pioniers zijn in het bouwen van een geestelijk fundament om de kerk in ons deel van de wereld op te vestigen. In de naam van Jezus Christus. Amen.