Bibliotheek
Hoe kan ik anderen op basis van de Schriften helpen meer op Christus te lijken?


Hoe kan ik anderen op basis van de Schriften helpen meer op Christus te lijken?

Jezus Christus is het beste voorbeeld van onderwijzen. Hij gebruikte de Schriften om in zijn evangelie te onderwijzen. Hedendaagse profeten hebben ons verteld dat er niets boven de Schriften en de woorden van de levende profeten gaat wanneer we anderen in het evangelie onderwijzen. Om uit de Schriften te onderwijzen, moeten we die zelf bestuderen. Dan kunnen we verhalen en voorbeelden uit de Schriften aanhalen en onze leerlingen helpen de Schriften op zichzelf toe te passen.

Uw geestelijke voorbereiding

Welke Schriftteksten hebt u onlangs gebruikt om een evangeliebeginsel uiteen te zetten? Hoe bent u door uw studie van de Schriften een betere leerkracht geworden? Hoe gebruikt u de Schriften wanneer u lesgeeft?

Welke verhalen of passages uit de Schriften zijn in het bijzonder van betekenis voor de jongeren? Waarom is het voor de jongeren belangrijk dat ze de Schriften gebruiken wanneer ze onderwijzen?

Bestudeer de volgende Schriftteksten en materialen met een gebed in uw hart. Wat zal de jongeren ertoe inspireren om de Schriften te gaan gebruiken wanneer ze onderwijzen?

Matteüs 12:1–8; 13:38–41 (voorbeelden waarbij de Heiland de Schriften toepast)

Lucas 4:17–27 (Jezus gebruikt de Schriften om het volk van Nazaret te onderwijzen)

3 Nephi 23:1–6 (Jezus gebruikt de Schriften om de Nephieten te onderwijzen)

Onderwijs uit de Schriften’, in: Jeffrey R. Holland, ‘Onderwijzen en leren in de kerk’, Liahona, juni 2007, pp. 94–97

Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland

De Heiland leerde mensen om zelf na te denken over de Schriften en die te gebruiken om antwoord op hun eigen vragen te krijgen. Hoe kunt u de jongeren aanmoedigen om te onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland?

Afbeelding

Video: ‘Bepalen wat u wilt behandelen’

Meer bekijken

Verbanden leggen

Help de jongeren in de eerste minuten van elke les om verbanden te leggen tussen wat ze in verschillende situaties leren (zoals bij hun persoonlijke studie, in het seminarie, in andere kerklessen, of in de omgang met hun vrienden). Hoe kunt u ze helpen inzien dat het evangelie van toepassing is op het dagelijks leven? De volgende ideeën kunnen van nut zijn:

  • Laat de jongeren aan de klas een lievelingstekst uit de Schriften vertellen. Waarom heeft die tekst voor hen betekenis?

  • Laat de jongeren in de Schriften voorbeelden lezen waarin de Heiland de Schriften gebruikt om anderen te onderwijzen, bijvoorbeeld die in dit schema of andere die u kent. Bespreek met de jongeren vragen als de volgende: Waarom gebruikte de Heiland de Schriften om te onderwijzen? Welke invloed had het gebruik van de Schriften op zijn toehoorders? Wanneer zijn de jongeren in de gelegenheid om te onderwijzen? Hoe kunnen de jongeren de Schriften gebruiken bij hun onderwijs?

Samen leren

Elk van de volgende leeractiviteiten zal de jongeren leren hoe ze de Schriften kunnen gebruiken om anderen te helpen meer op Christus te gaan lijken. Kies er onder inspiratie van de Geest een of meer uit die voor uw klas het beste zijn:

  • Laat zien hoe je als leerkracht de studiewijzers in de Schriften gebruikt. Vraag de jongeren met behulp van de studiewijzers in de Schriften een gezinsavondles voor te bereiden over een van de christelijke eigenschappen die ze in hun andere lessen bestuderen. Vraag indien mogelijk een paar van hen aan de klas te vertellen wat ze hebben voorbereid.

  • Laat de jongeren zich voorstellen dat ze gevraagd zijn om jonge kinderen les te geven over een christelijke eigenschap aan de hand van een verhaal uit de Schriften, zoals de barmhartige Samaritaan (Lucas 10:25–37) of de gelijkenis van het verloren schaap (Lucas 15:1–7). Laat ze de richtlijnen op pp. 194–196 van Predik mijn evangelie gebruiken om te plannen hoe ze het verhaal zouden overbrengen. Geef ze indien mogelijk de tijd om het lesgeven te oefenen en regel voor hen dat ze hun verhaal in een les aan kinderen kunnen overbrengen.

  • Laat aan de hand van het verhaal van opperbevelhebber Moroni en het vaandel der vrijheid zien hoe je voor context kunt zorgen wanneer je over de Schriften lesgeeft. U kunt bijvoorbeeld de achtergrondinformatie in Alma 46:1–11 samenvatten voordat u vss. 12–13 leest. Vraag de jongeren hoe begrip van de achtergrondinformatie het verhaal in de Schriften duidelijker voor hen maakt. Laat de jongeren een Schrifttekst kiezen en anderen daarin als oefening onderwijzen door context en biografische informatie te verschaffen.

  • Laat zien hoe je anderen uitnodigt om naar iets bijzonders in de Schriften te zoeken. Laat de jongeren een Schrifttekst opzoeken over een christelijke eigenschap en iets benoemen wat ze kunnen vragen aan leerlingen terwijl ze die tekst lezen. Geef ze de gelegenheid de klas in hun Schrifttekst te onderwijzen volgens de aanpak ‘zoek naar’.

Vraag de jongeren wat ze vandaag hebben geleerd. Begrijpen zij hoe ze de Schriften kunnen gebruiken om anderen te helpen tot Christus te komen? Wat voor gevoelens of ingevingen hebben ze gekregen? Hebben ze nog vragen? Zou het de moeite waard zijn om meer tijd aan dit onderwerp te besteden?

Evangeliestudiemethoden

Gebruikmaken van voetnoten. In de eerste leeractiviteit in dit gedeelte worden de jongeren uitgenodigd om studiewijzers voor de Schriften te gebruiken, waaronder voetnoten. Vraag ze een vers over een christelijke eigenschap te lezen en alle voetnoten bij dat vers te bestuderen met de volgende vraag in gedachte: wat voegt deze voetnoot aan mijn begrip van het vers toe? Moedig de jongeren aan de voetnoten bij hun individuele studie van de Schriften vaak te raadplegen.

Uitnodiging om in actie te komen

Vraag de jongeren hoe ze met het geleerde van vandaag hun evangeliestudie en -onderwijs kunnen verbeteren. Bied ze de gelegenheid om in toekomstige lessen over ervaringen te vertellen met het onderwijzen op basis van de Schriften.