Bibliotheek
Hoe kan ik anderen leren familiehistorisch werk te doen?


Hoe kan ik anderen leren familiehistorisch werk te doen?

De Heer heeft ons in deze tijd van uitzonderlijke technologieën voorzien, zodat we kennis over onze voorouders kunnen opdoen en in de tempel verordeningen voor hen kunnen verrichten. Ook heeft Hij de jeugd van deze generatie voorzien van de capaciteiten om te leren hoe ze die technologieën moeten gebruiken, zodat ze aan dit belangrijke werk kunnen bijdragen. Behalve dat we aan onze eigen familiegeschiedenis werken, kunnen we ook anderen helpen die minder bekend zijn met de hulpmiddelen voor familiegeschiedenis. Daardoor helpen we hen de geest van dit belangrijke werk te voelen en dragen we bij aan het heil van hun overleden voorouders.

Uw geestelijke voorbereiding

Bestudeer de onderstaande leermiddelen met een gebed in uw hart. Wat zal de jongeren volgens u inspireren om anderen te helpen kennis over hun familiegeschiedenis op te doen?

LV 128:16–18 (verordeningen voor de doden vormen een verbindende schakel tussen generaties)

LV 138:46–48 (een groot werk moet in deze tijd in de tempels worden verricht)

Russell M. Nelson, ‘Generaties in liefde aaneengeschakeld’, Liahona, mei 2010, pp. 91–94

David A. Bednar, ‘Het hart der kinderen zal zich wenden’, Liahona, november 2011, pp. 24–27

Verbanden leggen

Help de jongeren in de eerste minuten van elke les om verbanden te leggen tussen wat ze in verschillende situaties leren (zoals bij hun persoonlijke studie, in het seminarie, in andere kerklessen, of in de omgang met hun vrienden). Hoe kunt u ze helpen inzien dat het evangelie van toepassing is op het dagelijks leven? De volgende ideeën kunnen u van nut zijn:

  • Nodig de jongeren uit te vertellen over een ervaring die ze door de toepassing van iets uit een eerdere les hebben gehad.

  • Laat de jongeren over ervaringen vertellen waarbij ze iemand hebben geleerd bepaalde technologie te gebruiken (zoals een computer, mobiele telefoon of soortgelijk apparaat). Lees de volgende uitspraak van ouderling David A. Bednar voor: ‘Jullie behendige vingers zijn geoefend om het werk van de Heer in versneld tempo te sms’en en te twitteren — niet alleen om met je vrienden in contact te blijven.’ (‘Het hart der kinderen zal zich wenden’, Liahona, november 2011, p. 26.) Op welke manieren kunnen de jongeren naar hun idee hun behendigheid met technologie inzetten om anderen te helpen familiehistorisch werk te doen?

Samen leren

Elk van de onderstaande leeractiviteiten zal de jongeren meer inzicht geven in hoe ze anderen kunnen helpen familiehistorisch werk te doen. Kies er onder inspiratie van de Geest een of meer uit die voor uw klas het beste zijn.

  • Laat de jongeren de paragraaf ‘Een uitnodiging aan het opkomende geslacht’ lezen in de toespraak ‘Het hart der kinderen zal zich wenden’ van ouderling David A. Bednar. Vraag ze op welke plekken in de toespraak ouderling Bednar de jongeren uitnodigt om anderen met familiehistorisch werk te helpen. Wat spreekt de jongeren in deze uitnodigingen aan? Som als klas manieren op waarop de jongeren op ouderling Bednars uitnodiging kunnen ingaan. Laat ze vervolgens iets kiezen wat ze als klas kunnen doen.

  • Laat de jongeren zich voorstellen dat ze iemand helpen die nog nooit familiehistorisch werk heeft gedaan. Geef elk van de jongeren een stukje te lezen uit ouderling Russell M. Nelsons toespraak ‘Generaties in liefde aaneengeschakeld’. Laat ze daarbij letten op wat ze kunnen vertellen aan de persoon die ze helpen familiehistorisch werk te doen. Welke Schriftteksten kunnen ze aanhalen? (Zie bijvoorbeeld de genoemde teksten in dit schema.) Vraag ze naar hun bevindingen en laat ze iemand in gedachte nemen die ze op gang kunnen helpen met zijn of haar familiegeschiedenis.

Vraag de jongeren wat ze vandaag hebben geleerd. Begrijpen ze hoe ze anderen kunnen helpen familiehistorisch werk te doen? Wat voor gevoelens of ingevingen hebben ze gekregen? Hebben ze nog vragen? Zou het de moeite waard zijn om meer tijd aan deze leer te besteden?

Uitnodiging om in actie te komen

Vraag de jongeren waartoe zij zich geïnspireerd voelen te doen door wat zij vandaag hebben geleerd. Moedig ze aan om naar die gevoelens te handelen. Overweeg hoe u daarop terug kunt komen.