2004
Wij hebben het voor jou gedaan
November 2004


Wij hebben het voor jou gedaan

Tempelwerk is het werk waar we op zijn voorbereid. Het is werk voor iedere generatie, en vooral voor de jongeren van de kerk.

Ruim een jaar geleden ben ik met mijn man in Nauvoo geweest. Toen we over de oude pioniersbegraafplaats liepen en naar het graf van een voorouder, Zina Baker Huntington, zochten, werd ik geraakt door de vredige rust en sfeer die ik daar voelde. Ik liep tussen de bomen door en las de namen op de grafstenen — veel kinderen en gezinnen. Ik huilde toen mijn hart tot mijn voorouders werd teruggevoerd, van wie velen lid van de kerk waren geworden en naar Nauvoo waren gekomen. In gedachten stelde ik de vraag: ‘Waarom lieten zij hun behaaglijke huis en familie achter? Waarom ondergingen zij vervolging, ziekte en dood? Waarom offerden zij alles op om hierheen te komen en een tempel te bouwen? Ze hadden nauwelijks onderdak, en toch bouwden ze een tempel! Waarom deden ze dat? En toen de tempel bijna klaar was, hoe konden ze die weer achterlaten? Toen ik daar rustig over zat na te denken, kwam het antwoord duidelijk in mijn verstand en mijn hart: ‘We hebben het voor jou gedaan.’

Deze woorden — ‘we hebben het voor jou gedaan’ — waren een herinnering dat onze voorouders, samen met andere getrouwe heiligen, wegens hun getuigenis en geloof in Jezus Christus alles hebben opgeofferd. Zij wisten dat het evangelie opnieuw op aarde is hersteld, en dat zij door een profeet van God geleid werden. Ze wisten dat het Boek van Mormon waar is en begrepen de boodschap en het getuigenis. Ze begrepen dat door de herstelling van de sleutels van het priesterschap gezinsleden voor eeuwig aan elkaar verzegeld kunnen worden, door middel van heilige priesterschapsverordeningen die alleen in de tempel ontvangen kunnen worden. Ze wisten dat het tempelwerk de sleutel tot het eeuwig heil en de verhoging van de mensheid is. Ze wisten hoe belangrijk dit werk is, en zij waren bereid om alles wat zij hadden op te geven om een huis des Heren te bouwen waar zijn heilig werk kon worden verricht. Ze offerden alles op zodat voorgaande en toekomstige generaties de eeuwige zegeningen van de tempel zouden kunnen ontvangen.

Voordat de heiligen naar Nauvoo kwamen, offerden ze veel op om de eerste tempel van deze bedeling in Kirtland (Ohio) te bouwen. Daar is de Heer aan Joseph Smith en Oliver Cowdery verschenen. Er zijn ook drie andere boodschappers uit de hemel verschenen. Een van hen was de profeet Elia, die door de profeet Joseph Smith sleutels terugbracht voor de herstelling van het priesterschap en van het ‘grote werk dat in de tempels van de Heer verricht moest worden.’1 Dat gebeurde in overeenstemming met de belofte van de Heer in de Leer en Verbonden:

‘Zie, Ik zal door de profeet Elia het priesterschap aan u openbaren (…)

‘En hij zal de aan de vaderen gemaakte beloften in het hart der kinderen planten, en het hart der kinderen zal zich tot hun vaderen wenden.

‘Indien het niet zo ware, zou de ganse aarde bij zijn komst volslagen worden verwoest.’2

De heiligen begrepen wat deze tekst betekende, en die prachtige ochtend op de oude begraafplaats in Nauvoo begreep ik het ook.

Hoe kunnen de beloften die aan de vaderen zijn gedaan, in het hart van de kinderen worden geplant? Hoe kan het hart van de kinderen tot hun vaderen worden gewend? Dat kan alleen als wij begrijpen wie wij zijn en wat onze rol is. Ook moeten we waardig en voorbereid zijn en blijven om naar de tempel te gaan en plaatsvervangend werk te verrichten voor de mensen die ons zijn voorgegaan.

Brigham Young heeft gezegd: ‘Wij hebben werk te doen dat in onze tijd net zo belangrijk is als het werk van de Heiland in zijn tijd. (…) Er wordt nu van ons verwacht dat we aan de slag gaan; want het is het belangrijkste werk dat de mens op aarde kan verrichten.’3

In het visioen van de verlossing van de doden zag president Joseph F. Smith veel edele en grote profeten die vóór de komst van de Heiland op aarde hadden geleefd. Hij zag ook de profeet Joseph Smith, zijn vader Hyrum Smith en ‘andere uitverkoren geesten die waren aangewezen om voort te komen in de volheid der tijden en mede de grondslag te leggen voor het grote werk der laatste dagen.’4 Wie waren deze andere uitverkoren geesten? Ook onze generatie bevond zich onder die ‘edele en grote’ leiders. Zij zijn in de geestenwereld voorbereid om in deze tijd op aarde te komen! In de Schriften staat: ‘Zelfs voordat zij waren geboren, ontvingen zij, met vele anderen, hun eerste lessen in de wereld der geesten en werden voorbereid om in de bestemde tijd des Heren voort te komen en in zijn wijngaard te werken voor de zaligmaking van de zielen der mensen.’5 Het werk waar we op werden voorbereid omvat ‘de bouw van tempels en daarna het verrichten van verordeningen ter verlossing van de doden.’6

Brigham Young zag de tijd waarin wij nu leven. Hij heeft gezegd: ‘Om dit werk te verrichten, moeten we meer dan één tempel hebben, duizenden tempels, en duizenden en tienduizenden mensen zullen naar die tempels gaan en plaatsvervangend werk verrichten voor de mensen die vroeger op aarde hebben geleefd, zover terug als de Heer zal openbaren.’7

Toen ik jong was, leerde mijn grootvader Martin me dat er in de laatste dagen overal op aarde tempels zouden zijn. Toen mijn grootvader dat tegen me zei, kon ik me dat nauwelijks voorstellen. Maar ik ben met die kennis en dat gevoel in mijn hart opgegroeid. Onlangs keek ik op de website van de kerk onder ‘temples’ en kon ik duidelijk zien dat de tempels, met rode stippen aangegeven, zich over de aarde beginnen te verspreiden.8

Onze geliefde profeet, president Gordon B. Hinckley, heeft gezegd: ‘We zijn vastbesloten (…) de tempel naar de mensen te brengen en hun alle mogelijkheden te bieden om deel te hebben aan de zegeningen van tempelwerk.’9 Onze profeet weet dat het moeilijk is om tempelwerk te verrichten als er geen tempel bij ons in de buurt is. Dit is onze tijd, en tempelwerk is het werk waar we op zijn voorbereid. Het is werk voor iedere generatie, en vooral voor de jongeren van de kerk.

Om dit grote werk te kunnen verrichten, moeten we de normen van de kerk naleven. Het is geen wonder dat we omgeven zijn door invloeden die ons ontmoedigen, afleiden of uitsluiten. We moeten ons doel voor ogen houden en bedenken dat de tempel de reden is voor alles wat we in de kerk doen.

Programma’s voor de jongeren, zoals Persoonlijke vooruitgang en Plicht jegens God, moedigen de jongeren aan om zich op de tempel voor te bereiden. Deze programma’s zijn ontworpen om jongeren te helpen bij het doen en nakomen van toezeggingen, waardoor ze zich voorbereiden om verbonden te sluiten en na te leven. Jongeren worden ook aangemoedigd om in hun dagboek te schrijven, familiehistorisch werk te verrichten en zich plaatsvervangend voor hun voorouders te laten dopen. In de brochure Voor de kracht van de jeugd staan leerstellingen en beginselen die, als ze begrepen en nageleefd worden, jongeren zullen helpen om aan de eisen van de tempel te voldoen. Deze programma’s zijn belangrijke hulpmiddelen voor jongeren, ouders en leiders. Ze helpen jongeren bij hun voorbereiding op tempelbezoek. En onze jongeren hoeven niet te wachten totdat ze op zending gaan of gaan trouwen. Vanaf twaalf jaar kunnen ze al naar de tempel gaan om zich plaatsvervangend te laten dopen en bevestigen. En dat kunnen ze hun hele leven blijven doen. Er zullen letterlijk grote zegeningen ‘worden uitgestort’ op ‘het hoofd’ van hen die in de tempel hun begiftiging ontvangen. En onze jongeren kunnen een deel van deze zegeningen ontvangen als ze waardig zijn om naar het huis van de Heer te gaan.10

In de Salt Laketempel is de doopruimte op zaterdagmorgen een bijzondere plek! Ik was daar een keer vroeg om me voor enkele voorouders te laten dopen. Terwijl ik op het bankje in de doopruimte zat te wachten, zag ik dat de jongevrouw aan mijn linkerzijde haar patriarchale zegen aan het lezen was. Het meisje aan mijn rechterkant zat in de Schriften te lezen. Ik vroeg haar of ze met een groep was gekomen. Ze antwoordde: ‘Nee, ik kom hier iedere zaterdag met mijn vriendin. Dan gaat de komende week veel beter.’ Deze jongevrouwen, en andere jongevrouwen en jongemannen, kennen een groot geheim — de tempel is niet alleen ons gezin en onze voorouders tot zegen, maar ook ons. Ons is beloofd dat zij die hun begiftiging ontvangen van dat heilig huis zullen uitgaan ‘gewapend met uw macht, en dat uw naam op hen zal mogen zijn, en uw heerlijkheid rondom hen, en uw engelen hen mogen bewaren.’11 Dat zijn grote zegeningen en beloften. Welke jongere wil zich niet op deze zegeningen voorbereiden, zodat hij of zij in deze duistere wereld staande kan blijven?

Toen president Faust vorig jaar oktober de jongemannen tijdens de priesterschapsbijeenkomst toesprak, moedigde hij hen aan om in actie te komen en aan tempelwerk en familiegeschiedenis te gaan werken. Hij zei: ‘Ik spoor jullie (…) aan om op zoek te gaan naar meer kennis over je voorouders. (…) Je hebt gemakkelijk toegang tot een uitgebreide verzameling familiegeschiedenissen, via internet op je computer thuis of in het dichtstbijzijnde centrum voor familiegeschiedenis. (…) Tempelwerk is belangrijk (…) want “wij kunnen zonder hen niet tot volmaking komen; evenmin kunnen zij zonder ons tot volmaking komen.”’12

De jongeren zijn op ‘deze tijd’ voorbereid.13 Ze zijn slim en intelligent. Ze kunnen goed met computers en het internet overweg. Ze zijn een grote, onaangesproken bron ten goede! Ze zijn voor deze laatste dagen voorbestemd, en ze hebben veel werk te doen. Ze hebben niet alleen veel werk te doen, maar de tempel zal ook een toevluchtsoord voor hen zijn die hen tegen wereldse invloeden zal beschermen.

Als ik over de woorden van president Faust nadenk, kan ik me een leger rechtschapen jongeren voorstellen dat voorbereid en waardig is om naar de tempel te gaan. Dan zie ik gezinnen die voor eeuwig verzegeld zijn. Dan zie ik jongeren die begrijpen wat het betekent om verlossers op ‘de berg Sion’ te zijn.14 Dan zie ik jongeren die hun hart tot hun vaderen wenden.15 En ik kan me jongeren voorstellen die zo opgroeien dat ze met kracht uit de tempel komen om de wereldse invloeden te weerstaan.16 Ik zie een generatie jongeren die ‘in heilige plaatsen staan’ en ‘niet aan het wankelen gebracht’ worden.17

Zina Baker Huntington en veel andere getrouwe heiligen hebben alles opgeofferd zodat wij de zegeningen van het herstelde evangelie kunnen ontvangen. Het is mijn gebed dat we onze rol in dit grote werk zullen begrijpen, en dat we waardig zullen zijn om naar zijn heilige tempel te gaan. Als we dat doen, zal eens de blijde dag aanbreken dat we onze voorouders zullen ontmoeten en kunnen zeggen: ‘Wij hebben het voor u gedaan.’ In de naam van Jezus Christus. Amen.

Noten

  1. LV 138:48; zie ook LV 27:9, 110:14–16, 128:17, 138:47–48.

  2. LV 2:1–3.

  3. Discourses of Brigham Young, verz. John A. Widtsoe (1954), p. 406.

  4. LV 138:53; cursivering toegevoegd.

  5. Zie LV 138:55–56; cursivering toegevoegd.

  6. LV 138:54.

  7. Discourses of Brigham Young, p. 394.

  8. Zie www.lds.org; zie ook ‘Temples Throughout the World’, Friend, juli 2002, pp. 36–37.

  9. ‘Een paar gedachten over de tempels, bekeerlingen en zendingswerk’, De Ster, januari 1998, p. 55.

  10. Zie LV 110:9–10.

  11. LV 109:22.

  12. ‘Je bent een wonder’, Liahona, november 2003, pp. 53–54; zie ook LV 128:18.

  13. Ester 4:14.

  14. Obadja 1:21.

  15. Zie LV 2:1–3.

  16. Zie LV 109:22.

  17. LV 87:8.