2004
De kracht van de Heer
November 2004


De kracht van de Heer

In de kracht van de Heer kunnen wij alles doen en doorstaan en overwinnen.

Broeders en zusters, mijn hart kan het haast niet aan, het duizelt in mijn hoofd, ik sta hier met knikkende knieën voor u en woorden schieten tekort om mijn gevoelens en gedachten uit te drukken. Ik bid dat de Heilige Geest mij en u gezelschap zal houden terwijl ik deze sabbatmorgen kort tot u spreek.

Sinds president Hinckley mij tot deze nieuwe functie heeft geroepen, heb ik de aansporing van Nephi opgevolgd om doelgerichter en intensiever dan ooit tevoren ‘alle schriftuur op ons toepasselijk [te maken]’ (1 Nephi 19:23).

Ik heb mijn gedachten laten gaan over de lering van Paulus dat ‘God wat voor de wereld dwaas is, heeft uitverkoren om de wijzen te beschamen, en wat voor de wereld zwak is, heeft God uitverkoren om wat sterk is te beschamen’ (1 Korintiërs 1:27). Ik vind het een hele geruststelling dat ik waarlijk gerekend word tot wat zwak is voor de wereld.

Ik heb de aanwijzingen van Jacob in het Boek van Mormon overpeinsd:

‘Daarom onderzoeken wij de profeten, en hebben wij vele openbaringen en de geest van profetie; en daar wij al deze getuigenissen hebben, verkrijgen wij hoop en wordt ons geloof onverwrikt, zodat wij werkelijk in de naam van Jezus kunnen gebieden, en zelfs de bomen gehoorzamen ons, of de bergen, of de golven der zee.

‘Niettemin toont de Here God ons onze zwakheid, zodat wij mogen weten, dat het door zijn genade en zijn grote goedertierenheid jegens de mensenkinderen is, dat wij in staat zijn deze dingen te doen’ (Jacob 4:6–7).

Broeders en zusters, ik vestig uw aandacht in het bijzonder op het woord genade zoals het gebruikt wordt in het vers dat ik zojuist heb gelezen. Uit de Bible Dictionary leren we dat het woord genade in de Schriften vaak gebruikt wordt om te wijzen op een versterkende of activerende kracht. De belangrijkste betekenis van het woord is: goddelijke middelen van hulp of kracht, door middel van de overvloedige barmhartigheid en liefde van Jezus Christus.

‘(…) En door middel van de genade van de Heer kunnen mensen door geloof in de verzoening van Jezus Christus en door bekering van hun zonden, de kracht en de hulp ontvangen om de goede werken te verrichten die zij anders, op eigen kracht, niet hadden kunnen verrichten. Deze genade is een activerende kracht waardoor mannen en vrouwen in staat worden gesteld om het eeuwige leven en de verhoging te verkrijgen als zij zelf hun uiterste best hebben gedaan’ (p. 697).

Met andere woorden, door dit activerende en versterkende aspect van de verzoening kunnen wij het goede zien, doen en zelf goed worden op een manier die ons beperkt menselijk vermogen te boven gaat. Ik getuig dat de activerende kracht van Jezus’ verzoening echt bestaat. Zonder die versterkende kracht van de verzoening zou ik hier deze ochtend niet voor u kunnen staan.

Voelt u ook de genade en versterkende kracht van Christus in het volgende getuigenis van Ammon? ‘Ja, ik weet, dat ik niets ben; daarom wil ik niet in mijzelf roemen, maar ik wil in mijn God roemen, want in zijn kracht kan ik alles doen; ziet, vele grote wonderen hebben wij in dit land gewrocht, waarvoor wij zijn naam eeuwig zullen prijzen’ (Alma 26:12). Waarlijk, broeders en zusters, in de kracht van de Heer kunnen wij alles doen en doorstaan en overwinnen.

Toen ik na mijn gesprek met president Hinckley het bestuursgebouw van de kerk uitliep, moest ik denken aan de woorden van Henoch:

‘En als Henoch deze woorden gehoord had, boog hij zich voor de Heer ter aarde, en sprak tot de Heer, zeggende: Waarom heb ik genade gevonden in uw ogen, en ik slechts een jongen ben, en alle mensen mij haten? Want ik ben zwaar van tong; waarom ben ik uw dienstknecht?

‘En de Heer zeide tot Henoch: Ga heen en doe, gelijk Ik u geboden heb, en niemand zal u doorsteken. Open uw mond, en hij zal gevuld worden, en Ik zal u woorden te spreken geven, want alle vlees is in mijn handen, en Ik zal doen zoals het Mij goeddunkt’ (Mozes 6:31–32).

Op iedereen die zich onvoorbereid, overweldigd en niet opgewassen voelt tegen een nieuwe roeping of taak, is de belofte van Heer aan Henoch evenzeer van toepassing. De belofte gold in de tijd van Henoch en is vandaag even geldig.

Op de avond van 20 juni 2000 was ik met een aantal collega’s nog laat aan het werk op het kantoor van wat toen nog Ricks College in Rexburg (Idaho) heette. We legden de laatste hand aan de voorbereiding van een onverwachte, maar historische samenkomst op onze campus de volgende dag en de aankondiging door president Hinckley dat Ricks College vanaf dat moment het baccalaureaat kon uitreiken en Brigham Young University-Idaho zou gaan heten. Als bestuurscollege begon het net tot ons door te dringen welke enorme taak en uitdaging dat voor ons zou betekenen.

Toen we die avond naar buiten liepen, vroeg één van mijn collega’s me: ‘President, bent u bang?’ Voor zover ik mij kan herinneren, antwoordde ik iets in de aard van: ‘Als we deze omschakeling geheel op eigen ervaring en naar eigen inzicht zouden moeten tot stand brengen, dan zou ik doodsbang zijn. Maar we zullen hulp uit de hemel krijgen. Omdat we weten wie de leiding heeft en dat we er niet alleen voor staan, ben ik niet bang.’ En wij die op BYU—Idaho werkzaam zijn, getuigen met een stem dat er hulp uit de hemel is gekomen, dat er zich wonderen hebben voorgedaan, dat er openbaringen zijn ontvangen, dat de deuren zijn geopend en dat we enorm gezegend zijn, individueel zowel als universiteit.

Sta mij toe dat ik nu mijn dankbaarheid en waardering uit. Mijn dank gaat uit naar mijn voorouders — naar die getrouwe en standvastige mannen en vrouwen die ik respecteer en eer en aan wie ik alles te danken heb. Ik houd van en waardeer mijn moeder en vader en de moeder en vader van mijn vrouw. Ik ben dankbaar voor hun liefde, hun steun, hun onderricht en hun kracht.

Susan, mijn vrouw, is een deugdzame vrouw en een rechtschapen moeder. Het is niet moeilijk om die reinheid en goedheid van haar gezicht af te lezen. Ik heb haar lief en waardeer haar meer dan ik kan zeggen. Ik dank haar voor de vrouw die zij is, voor de lessen die ik van haar geleerd heb en voor de liefde die we samen hebben.

Susan en ik zijn gezegend met drie getrouwe zoons. Ik houd van ze en ik dank ze. Onze familie heeft zich ondertussen uitgebreid met twee rechtschapen schoondochters en drie briljante, mooie en charmante kleindochters. Als we als familie bij elkaar zijn, zien we een glimp van onze eeuwige familie. Dat is een grote zegen.

Ik wil ook u danken, broeders en zusters. Nu ik u hier voor me bijeenvergaderd zie in het Conferentiecentrum en in gedachten mij u voorstel in uw kerkgebouwen overal ter wereld, voel ik mij gezegend door uw getrouwheid en toewijding aan de Heiland. Toen u op zaterdag uw hand ter steunverlening opstak, voelde ik een opmerkelijke, schragende invloed door mijn ziel stromen. Weinigen onder u weten wie ik ben. Maar omdat u weet van wie de roeping afkomstig is, bent u bereid mij te steunen. Ik dank u en beloof u plechtig dat ik mijn hele hart en ziel voor dit heilig werk zal inzetten.

Ik ga daar waarheen de Heer en de leiders van zijn kerk mij zenden, ik zal doen wat zij willen dat ik doe, ik zal spreken wat zij mij te spreken geven, en ik zal ernaar streven om zo te worden als van mij verwacht wordt. Ik weet dat u en ik in de kracht van de Heer en door zijn genade alles tot stand kunnen brengen.

Als een van de zwaksten onder de zwakken getuig ik dat God leeft. Ik getuig dat Jezus de Christus is. Hij is onze Heiland en onze Verlosser, en Hij leeft. En ik getuig dat de volheid van het evangelie van Jezus Christus en zijn ware kerk in deze laatste dagen op aarde hersteld zijn door middel van de profeet Joseph Smith. De sleutels en het gezag van het priesterschap en de heilsverordeningen zijn weer op aarde voorhanden. Door die priesterschapsmacht kunnen gezinnen eeuwig samen zijn. Het Boek van Mormon is het woord van God en de sluitsteen van onze godsdienst. En, broeders en zusters — de hemelen zijn niet gesloten. God spreekt — tot ieder van ons individueel en tot de leiders van zijn koninkrijk op aarde in deze tijd. President Gordon B. Hinckley is de profeet van de Heer op aarde in deze tijd. Daarvan getuig ik in de heilige naam van de Heer Jezus Christus. Amen.