2004
Ons getuigenis versterken
November 2004


Ons getuigenis versterken

Naast het gebed geregeld de Schriften lezen, overdenken en toepassen, is een onvervangbaar hulpmiddel om een sterk en levendig getuigenis te krijgen en te versterken.

Onlangs had ik een diepgaand gesprek met een jongeman die overwoog om op zending te gaan. Uit het gesprek bleek dat hij het te kwaad had met zijn beslissing, omdat hij twijfelde aan de kracht van zijn getuigenis van het evangelie van Jezus Christus. Hij wilde weten waarom hij geen duidelijker antwoord op zijn gebeden en schriftstudie had ontvangen.

Deze jongeman, die ik Jim zal noemen, was door liefdevolle ouders buiten Utah opgevoed, die hun best deden om hun kinderen in de beginselen van het evangelie te onderwijzen.

Hij is goed in sport en is populair bij zijn vrienden op school. Maar hij is slechts een van de weinige leden van de kerk op zijn grote middelbare school.

Omdat ik zelf ook van buiten Utah kom, kon ik zijn problemen goed begrijpen — trouw aan de beginselen van het evangelie willen blijven, maar ook door je vrienden geaccepteerd willen worden. Maar die vrienden hebben over het algemeen wel andere normen en overtuigingen.

Hij was op zoek naar een diepere bevestiging van zijn getuigenis van Jezus Christus en de herstelling van het evangelie.

Vandaag wil ik me tot Jim en vele anderen richten — jongemannen en jongevrouwen over de hele wereld, die net als Jim aan hun getuigenis twijfelen, maar heel graag een sterk getuigenis willen ontwikkelen dat hen door de gevaren van het leven zal leiden.

Maar ik spreek ook tot de volwassenen die de geest van het evangelie nog niet krachtig hebben ervaren. Omdat ze geen sterk getuigenis hebben, richten sommige mensen hun gedachten en daden zozeer op wereldse zaken dat ze de invloed van het licht van het evangelie minimaliseren.

En zoals ouderling Neal A. Maxwell zo welsprekend heeft beschreven, geldt dat ook voor de ‘“eerzame” leden van de kerk die aan de oppervlakte blijven in plaats van hun discipelschap te verdiepen en die zich liever vluchtig voor een goede zaak inzetten dan “ijverig” (LV 76:75; 58:27).’ (De Ster, januari 1993, p. 58.)

Toen ik de uitvaartdiensten van ouderling Neal A. Maxwell en ouderling David B. Haight bijwoonde en naar de welverdiende huldeblijken luisterde, drong het uitzonderlijke voorbeeld van getuigenis en discipelschap van deze twee geweldige broeders diep tot mij door. Ik bleef nadenken hoe hun voorbeeld een hulpmiddel zou kunnen zijn om ons getuigenis te versterken en ons voornemen te vergroten om dichter bij Christus te komen.

Deze twee grote discipelen zijn een toonbeeld van de aanmoediging die president Gordon B. Hinckley ons allen heeft gegeven: ‘Deze woorden van mij worden vaak geciteerd: “Doe uw best.” Maar ik wil graag duidelijk maken dat we ons uiterste best moeten doen. We hebben vaak de neiging om tevreden te zijn met middelmatige prestaties. We zijn tot zoveel meer in staat.’ (‘Sterk en onverzettelijk standhouden’, Wereldwijde instructiebijeenkomst voor leiders, 10 januari 2004, p. 21.)

De raad en aanmoediging van president Hinckley is vooral van toepassing op het ontwikkelen en versterken van ons getuigenis van Jezus Christus.

Als we een oprecht getuigenis hebben, ontvangen we het licht van het herstelde evangelie van Jezus Christus, en concentreren we ons op het doel om bij onze Vader in de hemel terug te keren. Ons persoonlijke getuigenis wordt echter in de verschillende levensfasen door verschillende ervaringen ontwikkeld.

Net als Jim had ik als jongeman ‘eerzame ouders’ (1 Nephi 1:1). Zij onderwezen ons door voorschrift en voorbeeld in de beginselen en waarden van het evangelie. Als jongetje dacht ik dat ik een getuigenis had. Ik geloofde! En vervolgens kreeg ik door geloof, gebed, schriftstudie en, vooral, vaderlijke zegens thuis enkele geestelijke ervaringen waardoor ik serieuzer ging nadenken over de beginselen die ik had geleerd — maar nog serieuzer over de gevoelens die ik begon te krijgen. Ik ben mijn ouders eeuwig dankbaar omdat zij mij door die bijzondere geestelijke ervaringen hebben begeleid. Zij hebben een blijvende invloed op mij en op de kracht van mijn getuigenis gehad.

Ik denk dat Alma aan ons dacht toen hij tegen de Zoramieten zei wat zij moesten doen om een getuigenis te ontvangen:

‘Doch ziet, als gij uw talenten wilt opwekken en wakker schudden, al is het slechts om mijn woorden te toetsen, en een sprankje geloof wilt oefenen, al kunt gij niet meer dan verlangen te geloven, laat dan dit verlangen in uw werken, totdat gij in die mate gelooft, dat gij voor een gedeelte mijner woorden een plaats kunt inruimen’ (Alma 32:27).

Alma gaat dan verder om ‘het woord bij een zaadkorrel [te] vergelijken.’ Hij legt uit dat als we ons hart openstellen het ‘in uw boezem [zal] beginnen te zwellen’ (Alma 32:28). Vervolgens geeft Alma ons de sleutel om een sterk getuigenis te ontwikkelen:

‘Doch indien gij het woord wilt aankweken, ja, met uw geloof en met grote naarstigheid en met geduld de boom wilt aankweken als hij begint te groeien, en naar de vruchten er van uitzien, zal hij wortel schieten en ziet, het zal een boom zijn, die reikt tot in het eeuwige leven’ (Alma 32:41).

En dan volgt de belofte!

‘Dan, mijn broederen, zult gij de vruchten oogsten van uw geloof, uw naarstigheid, uw geduld en uw lankmoedigheid, toen gij er op wachtte, dat de boom u vruchten zou opleveren’ (Alma 32:43).

Laten we samen even nadenken, broeders en zusters, wat Alma ons duidelijk probeert te maken.

Ten eerste moeten we een oprecht verlangen hebben om te geloven. Woorden als ‘opwekken’, ‘wakker schudden’, ‘toetsen’ en ‘een sprankje geloof oefenen’, zijn woorden die tot actie leiden en waar we iets mee moeten doen.

Zijn beschrijving van het zwellen in onze boezem slaat op de invloed van de Heilige Geest. En zoals Moroni belooft: ‘Door de kracht des Heiligen Geestes kunt gij de waarheid van alle dingen weten’ (Moroni 10:5).

Om de invloed van de Geest te laten groeien, moeten we die volgens Alma voeden met ‘geloof en met grote naarstigheid en met geduld.’ Vervolgens belooft hij dat de zegeningen — geloof, naarstigheid, geduld en lankmoedigheid — het eeuwige leven zullen opleveren. (Alma 32:41; zie ook vers 43.)

Net als Alma zijn de hedendaagse profeten duidelijk over wat wij moeten doen om ons getuigenis te ontwikkelen en te versterken.

Wij zijn hier op aarde om door de beproevingen en de problemen van het dagelijks leven ons eeuwig heil te bewerkstelligen. Dat kunnen we niet met het geleende licht van het getuigenis van een ander tot stand brengen. Als we door het getuigenis van profeten, leiders en andere mensen inspiratie ontvangen, moeten die geestelijke gevoelens het verlangen vergroten om onze overtuiging te versterken.

Ik wil tegen mijn jonge vriend en tegen iedereen zeggen: blijf op de Heer vertrouwen. Het antwoord op uw gebeden is misschien niet zo duidelijk of tijdig als u zou willen, maar blijf bidden. De Heer luistert! Als u bidt, vraag dan om de hulp om de influisteringen van de Geest beter te begrijpen. En doe dan uw uiterste best om in overeenstemming met de Geest te leven. Als u de influisteringen van de Geest herkent of voelt, geef daar dan gehoor aan.

Het is uitermate belangrijk dat wij dagelijks vurig om vergeving, hulp en leiding bidden, zodat ons getuigenis versterkt kan worden. Als onze gebeden gehaast, eentonig, vluchtig of onnadenkend zijn, raken we het contact met de Geest kwijt. En die is zo belangrijk voor de voortdurende leiding die we nodig hebben om de dagelijkse problemen het hoofd te bieden. Als we iedere ochtend en avond gezinsgebed houden, worden we nog meer gezegend en worden onze persoonlijke gebeden en ons getuigenis nog krachtiger.

Als we oprecht de Schriften bestuderen, krijgen we geloof, hoop en oplossingen voor onze dagelijkse problemen. Naast het gebed geregeld de Schriften lezen, overdenken en toepassen, is een onvervangbaar hulpmiddel om een sterk en levendig getuigenis te krijgen en te versterken.

President Spencer W. Kimball heeft ons eraan herinnerd hoe belangrijk het is om geregeld de Schriften te bestuderen: ‘Ik heb gemerkt dat als mijn relatie met God oppervlakkig is en als het erop lijkt dat God niet naar mij luistert, (…) en ik me in de Schriften verdiep, de afstand kleiner wordt en de geestelijke instelling terugkeert.’ (The Teachings of Spencer W. Kimball, Edward L. Kimball [red.], 1982, p. 135.)

De Heiland heeft gezegd: ‘Gij onderzoekt de Schriften, want gij meent daarin eeuwig leven te hebben, en deze zijn het, welke van Mij getuigen’ (Johannes 5:39).

De sterke, onwankelbare getuigenissen die u als getrouwe leden van de kerk hebt, zijn tot stand gekomen door met een gebed in uw hart de raad uit de Schriften en van onze profeten op te volgen. Die grote zegen kunnen wij allemaal ontvangen, als we daar oprecht naar streven.

Tot mijn jonge vriend Jim en alle anderen die zich af en toe zorgen maken over de kracht van hun getuigenis, wil ik zeggen dat onze hemelse Vader u liefheeft en dagelijks over u waakt. Hij zal gehoor geven als u ernaar streeft om zijn geboden te onderhouden en zijn liefdevolle hand beetpakt.

Wij hebben allemaal de belofte gekregen die de Heer de profeet Joseph Smith gaf: ‘Nadert tot Mij, en Ik zal tot u naderen; zoekt Mij naarstig, en gij zult Mij vinden; bidt, en gij zult ontvangen; klopt, en u zal worden opengedaan’ (LV 88:63).

In deze onzekere en moeilijke tijd, is de oproep van onze profeet om ons ‘uiterste best’ te doen een aanmoediging voor eenieder van ons, persoonlijk en als gezin, om zorgvuldig overwegen en toe te passen wat we moeten veranderen om er zeker van te zijn dat ons getuigenis sterk en veilig is.

Een sterk getuigenis wordt voor eenieder een stuwende kracht om ons ‘uiterste best’ te doen. Het wordt een ondoordringbare wapenrusting die ons beschermt tegen de meedogenloze wereldse invloeden.

Ik geef u mijn getuigenis dat we een liefhebbende, zorgzame Vader in de hemel hebben en dat Hij en zijn geliefde Zoon, Jezus Christus, aan de jonge Joseph zijn verschenen om de herstelling van het evangelie in deze laatste bedeling in te luiden.

Jezus Christus is het hoofd van deze kerk. President Gordon B. Hinckley is zijn gekozen profeet.

Mogen wij de moed en de overtuiging hebben om de raad van de profeet te volgen. Dan zal ons getuigenis veilig zijn. Dat dit zo mag zijn, bid ik in de naam van Jezus Christus. Amen.