2004
‘Ik sta aan de deur en Ik klop’
November 2004


‘Ik sta aan de deur en Ik klop’

Ik wil u uitnodigen om uw uiterste best te doen om oprecht naar de waarheid te zoeken, en God, de eeuwige Vader, en zijn Zoon, Jezus Christus, te leren kennen.

Enkele weken geleden woonde ik met een goede vriend een etentje bij — een vriend die pas met pensioen is gegaan, goed is opgeleid en erg succesrijk is. In zijn land is hij een autoriteit in zijn vakgebied. Toen we tijdens het eten naast elkaar zaten, keek hij me aan en vroeg me over de kerk. Dat verbaasde me omdat ik wist dat hij, net als veel andere mensen in de wereld, niet in God geloofde. Maar zijn vraag was oprecht. Hij had er duidelijk zelf over nagedacht, want we hadden er nooit eerder over gesproken.

Ik vertelde hem over de herstelling, dat God, de eeuwige Vader, en zijn Zoon, Jezus Christus, aan Joseph Smith waren verschenen, en dat door hem het priesterschap en het gezag van God op aarde zijn hersteld. Ik gaf mijn getuigenis dat ik zeker wist dat ik de waarheid sprak. Het was lang stil terwijl hij over mijn woorden nadacht. Toen ik besefte dat hij aan het verwerken was wat ik had gezegd, boog ik me naar hem toe en zei: ‘Je kunt zelf zeker weten dat mijn woorden waar zijn: als je “God, de eeuwige Vader, in de naam van Christus zoudt vragen (…) met een oprecht hart (…) en geloof hebt in Christus, zal Hij [en dat beloof ik je] door de kracht des Heiligen Geestes de waarheid er van aan [je] bekendmaken. En door de kracht des Heiligen Geestes [kun je] de waarheid van alle dingen weten.’1

Hij bleef nadenken. Helaas werden we door andere gasten onderbroken en ging dat waardevolle moment verloren, maar ik wist dat hij nog steeds nadacht over wat hij had gehoord en gevoeld. En ik hoop dat er zich nog een gelegenheid zal voordoen, want er is nog zoveel meer dat ik hem wil vertellen. Ik weet dat hij, net als miljoenen andere mensen op de wereld, tevreden met zijn leven is. Nephi zei dat ze ‘in zinnelijke gerustheid’ zijn ingedommeld.2 Zij zijn beïnvloed door tradities en volgens de voorschriften van mensen onderwezen.

Toen ik over dat moment nadacht, vroeg ik me af wat de beloning is als wij de levensbeschouwingen van mensen volgen. Het antwoord lijkt duidelijk. Die levensbeschouwingen sterven tegelijk met hun cultuur af, en blijven zonder hoop op een eeuwige beloning in het stof achter. Ik had het gevoel dat mijn vriend door de Geest van de Heer geraakt was. Onze hemelse Vader geeft ons nooit op. De Heiland heeft gezegd: ‘Zie, Ik sta aan de deur en Ik klop. Indien iemand naar mijn stem hoort en de deur opent, Ik zal bij hem binnenkomen en maaltijd met hem houden en hij met Mij.’3

Maar wij moeten het verlangen hebben om de deur te openen, ook als het fundament van onze vorige overtuiging of levenswijze erdoor wankelt. En dat geldt ook voor minderactieve leden en mensen die geen lid van de kerk zijn. Ik moet aan de woorden van een lofzang denken:

‘O weet, dat elke ziel is vrij

haar pad te kiezen waar ’t ook zij.

Ten hemel dwingt de Heer ons niet,

daar Hij een vrije wil ons liet.

Voor ieder is ’t geloven vrij,

God roept tot allen: Komt tot Mij!

Zijn wij gehoorzaam aan dat woord,

Dan helpt Hij ons ook verder voort.’4

Onze hemelse Vader zal nooit onze keuzevrijheid wegnemen. We moeten ernaar streven en verlangen om onze Vader en zijn Zoon Jezus Christus te leren kennen. Er is een manier waarop alle mensen te weten kunnen komen of de leringen van Jezus Christus al dan niet waar zijn. Tijdens het Loofhuttenfeest zei Jezus tegen de twijfelaars: ‘Indien iemand diens wil doen wil, zal hij van deze leer weten, of zij van God komt, dan of Ik uit Mijzelf spreek.’5

President David O. McKay heeft gezegd dat dit ‘de eenvoudigste manier is om iemand de kennis bij te brengen die het verstand kan bevatten. Als u iets doet, en het u eigen maakt, zult u te weten komen of het goed of slecht is. U kunt mij er wellicht niet van overtuigen, maar u weet het zeker, omdat u het toegepast hebt.’6

Wat is wil van de Vader? ‘De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen getuigt tot de wereld dat de “wil” van God in deze bedeling is geopenbaard, dat de beginselen van het evangelie en het leven zijn geopenbaard, dat ze overeenkomen met de beginselen die Christus in het midden des tijds heeft verkondigd.’7 En dat ‘dankzij de verzoening van Christus alle mensen door gehoorzaamheid aan de wetten en verordeningen van het evangelie zalig kunnen worden.’8

We leven in een tijd waarin men alles wil beredeneren. Mensen nemen geestelijke ervaringen niet serieus en ontzeggen zichzelf openbaringen. Waar is het zoeken naar, het openstaan voor en het vragen om waarheid en kennis gebleven? We hebben de neiging om op ons eigen verstand te vertrouwen. De Heer wil dat wij openstaan voor de Geest, en Hij heeft ons een voorbeeld gegeven:

‘En verder zal Ik u een voorbeeld [patroon] in alle dingen geven, opdat gij niet moogt worden misleid; want Satan gaat rond in het land, en hij gaat voort de natiën te misleiden —

daarom wordt hij, die bidt en een verslagen geest heeft, door Mij ontvangen, indien hij mijn verordeningen gehoorzaamt.

‘Hij, die spreekt met een verslagen geest, wiens taal nederig en opbouwend is, is van God, indien hij mijn verordeningen gehoorzaamt.’9

Waarom is het belangrijk om de waarheid te weten?

Vlak voordat Jezus, onze Verlosser, de beek Kidron overstak en door Judas werd verraden, sprak Hij het prachtige hogepriesterlijk gebed uit. Hij bad voor ons tot de Vader en zei: ‘Dit nu is het eeuwige leven, dat zij U kennen, de enige waarachtige God, en Jezus Christus, die Gij gezonden hebt.’10

Het eeuwige leven is God en zijn Zoon kennen. Hoe kunnen we God leren kennen als we niet bereid zijn om Hem te zoeken en zijn wil te doen? Het eeuwige leven is waar we het meest naar moeten verlangen.

We kunnen niet Jezus Christus en zijn leringen bestuderen zonder ten goede beïnvloed en veranderd te worden. Als u een getuigenis van de Heiland ontwikkelt, wilt u op Hem gaan lijken en Hem volgen, u laten dopen en een heilig verbond met Hem sluiten.

Onze Heiland is met ons allen begaan:

‘Gedenkt, dat de waarde van zielen groot is in Gods ogen;

want ziet, de Here, uw Verlosser, onderging de dood in het vlees; aldus leed Hij de pijnen van alle mensen, opdat alle mensen zich mochten bekeren en tot Hem komen.

‘En Hij is wederom uit de doden opgestaan, opdat Hij alle mensen tot Zich mocht brengen op voorwaarde van bekering.

En hoe groot is zijn vreugde over de ziel, die zich bekeert!’11

Door zijn grote liefde voor ons, zijn goddelijke liefde, wil Hij dat wij dezelfde vreugde hebben die Hij ervaart. Hij heeft gezegd: ‘Dit heb ik tot u gesproken, opdat mijn blijdschap in u zij en uw blijdschap vervuld worde.’12 Hij zal ons zegenen met echte vrede — mentale, emotionele, lichamelijke, geestelijke en economische vrede — ‘niet gelijk de wereld die geeft.’13 Maar een vrede ‘die alle verstand te boven gaat.’14

Naarmate we de wil van de Vader gehoorzamen, zullen we geestelijk, verstandelijk en emotioneel groeien en zal de Heilige Geest ons geruststellen. Die geruststelling en vreugde kunnen tot een volmaakte kennis uitgroeien. De Heiland heeft gezegd: ‘Indien gij zult bidden, zult gij openbaring op openbaring ontvangen en kennis op kennis, opdat gij de verborgenheden en vreedzame dingen — die vreugde en het eeuwige leven brengen — moogt weten.’15

Ik wil de minderactieven, de oprechten van hart, mijn vriend en de goede mensen op aarde uitnodigen om uit zelfgenoegzaamheid en dwaze tevredenheid te ontwaken en tot Christus te komen, en uw uiterste best te doen om oprecht naar de waarheid te zoeken, en God, de eeuwige Vader, en zijn Zoon, Jezus Christus, te leren kennen. Want ‘dit is de weg, en er is geen andere weg of naam onder de hemel gegeven, waardoor de mens in het koninkrijk Gods zalig kan worden.’16

Ik geef u mijn getuigenis dat als u zijn wil gehoorzaamt, u het gevoel zult krijgen dat Hij dichtbij is, zult leren wat eeuwige vreugde is en zult begrijpen dat het eeuwige leven bereikbaar is. U zult weten dat Hij bestaat, dat Hij onze Vader is, die liefdevol de realiteit van de verzoening en de opstanding en de goddelijke aard van zijn werk openbaart. Daarvan geef ik mijn nederige getuigenis, in de naam van Jezus Christus. Amen.

Noten

  1. Moroni 10:4–5.

  2. 2 Nephi 28:21.

  3. Openbaring 3:20.

  4. ‘Know This, That Every Soul is Free’, Hymns, 240.

  5. Johannes 7:17.

  6. ‘What Is Eternal Life?’, Instructor, maart 1968, p. 97.

  7. David O. McKay, Instructor, maart 1968, p. 98.

  8. Geloofsartikelen 1:3.

  9. LV 52:14–16.

  10. Johannes 17:3.

  11. LV 18:10–13.

  12. Johannes 15:11.

  13. Johannes 14:27.

  14. Filippenzen 4:7.

  15. LV 42:61.

  16. 2 Nephi 31:21.