Leringen van kerkpresidenten
Hoofdstuk 44: De wederoprichting aller dingen: de bedeling van de volheid der tijden


Hoofdstuk 44

De wederoprichting aller dingen: de bedeling van de volheid der tijden

‘[Dit is] werkelijk de bedeling van de volheid der tijden, waarin alles dat in Christus Jezus is, in de hemel of op aarde, in Hem zal worden bijeengebracht en waarin alles zal worden hersteld.’

Uit het leven van Joseph Smith

De profeet Joseph Smith hield van de Nauvootempel en zag die het liefst zo snel mogelijk voltooid. Martha Coray, inwoonster van Nauvoo, was aanwezig toen de profeet tijdens een toespraak naar de tempel wees en op melancholische toon zei: ‘Mocht het zo zijn dat (…) het de wil van God is dat ik nog leef als de tempel gereed komt en af is van fundament tot pinakel, dan zal ik zeggen: “O Heer, het is genoeg. Heer, laat uw dienstknecht in vrede heengaan.”’1

George Q. Cannon, die later raadgever in het Eerste Presidium zou worden, herinnerde zich: ‘Voorafgaand aan zijn dood was de profeet Joseph er alles aan gelegen om de Nauvootempel zo snel mogelijk af te krijgen, zoals de meesten van u die in die tijd bij de kerk waren heel goed weten. “Laten we haast maken, broeders” placht hij te zeggen, “laten we de tempel afmaken; de Heer heeft een grote begiftiging voor u klaar liggen, en ik wil heel graag dat de broeders hun begiftiging krijgen en de volheid van het priesterschap ontvangen.” Hij spoorde de heiligen voortdurend aan en zei hun hoe belangrijk het was dat het gebouw afkwam, zodat daarin de verordeningen tot leven en heil voltrokken konden worden voor al het volk, maar in het bijzonder voor de quorums in het heilige priesterschap. “Dan pas”, zei hij, “zal het koninkrijk gevestigd zijn, en dan maakt het niet uit wat er met mij gebeurt.”’2

Volgens de plannen moest de Nauvootempel nog groter en zelfs mooier zijn dan de Kirtlandtempel. Bovenop een heuvel gelegen met zicht op de Mississippi, zou de Nauvootempel een van de schitterendste gebouwen in Illinois worden. Het gebouw was opgetrokken uit kalksteen, afkomstig uit de steengroeven bij Nauvoo en uit timmerhout dat over de rivier uit de wouden van Wisconsin werd aangevoerd. De tempel zou ruim 27 meter breed, 39 meter lang en 50 meter hoog worden, gemeten tot aan de top van de spits. De buitenkant werd versierd met gedetailleerde gebeeldhouwde voorstellingen van de maan, de zon en de sterren, terwijl de binnenkant dankzij de vele ramen verlicht werd door het binnenvallende zonlicht.

Joseph Smith heeft de voltooiing van de Nauvootempel niet meer meegemaakt, maar na zijn dood hebben duizenden heiligen onder leiding van Brigham Young heilige verordeningen in de tempel ontvangen. Toen de heiligen noodgedwongen uit Nauvoo waren vertrokken, werd hun prachtige tempel verwoest. In 1848 brandde het gebouw uit en in 1850 blies een tornado enkele muren om. De muren die bleven staan werden uit veiligheidsoverwegingen neergehaald. Ongeveer 150 jaar later werd op dezelfde plek met de bouw van een nieuwe Nauvootempel begonnen. De herbouwde tempel is op 27 juni 2002 ingewijd, waarmee hij een van de ruim honderd tempels wereldwijd werd. Elk van die tempels symboliseert de herstelling van de volheid van Gods zegeningen voor zijn kinderen, dood of in leven, in deze laatste bedeling.

De profeet Joseph Smith was door God geroepen om deze grote zegeningen op aarde te herstellen en om aan het hoofd te staan van de bedeling van de volheid der tijden. Gedurende de bediening van de profeet is alles hersteld dat noodzakelijk was om het fundament van de grootste bedeling aller tijden te leggen. Het priesterschap, met zijn onmisbare sleutels, is hersteld; het Boek van Mormon is vertaald; de kerk is gesticht; en de leerstellingen, verordeningen en verbonden zijn geopenbaard, met inbegrip van de verordeningen en verbonden van de begiftiging en de huwelijksverzegeling. De Heer heeft verklaard dat Hij ‘de sleutels van mijn koninkrijk […], en een bedeling van het evangelie voor de laatste tijden; en voor de volheid der tijden, waarin Ik alle dingen in één zal vergaderen, zowel wat in de hemel is, als wat op aarde is’ (LV 27:13) aan Joseph Smith had gegeven.

Leringen van Joseph Smith

In deze laatste bedeling zijn de bevoegdheid, de verordeningen en de kennis van eerdere bedelingen hersteld.

‘Het is de orde des hemels dat God altijd een nieuwe bedeling aan de wereld schenkt als de mens afvallig is geworden en het priesterschap verloren is gegaan.’3

De profeet schreef op 6 september 1842 het volgende aan de heiligen, later te boek gesteld in Leer en Verbonden 128:18: ‘Het is noodzakelijk dat er bij de inluiding van de bedeling van de volheid der tijden — de bedeling die nu wordt ingeluid — een volledige en volmaakte eenwording en versmelting van bedelingen en sleutels en machten en heerlijkheden plaatsvindt, en wordt geopenbaard vanaf de dagen van Adam tot op de huidige tijd. En dat niet alleen, maar ook die dingen die vanaf de grondlegging der wereld nooit geopenbaard zijn, maar voor de wijzen en verstandigen verborgen gehouden zijn, zullen aan kleine kinderen en zuigelingen worden geopenbaard, in deze bedeling, de bedeling van de volheid der tijden.’4

‘Dit is met recht een tijd die de heiligen van de laatste dagen nog lang zal bijblijven — een tijd waarin de God des hemels begonnen is de oude orde van zijn koninkrijk aan zijn dienstknechten en zijn volk te herstellen — een tijd waarin alles samenvalt om de volheid van het evangelie tot stand te brengen, een volheid van de bedeling der bedelingen, namelijk de volheid der tijden; een tijd waarin God zijn kerk openbaar begint te maken en daarin datgene in orde begint te brengen wat is geweest, en wat de oude profeten en wijze mannen verlangden te zien, maar het niet te zien kregen; een tijd waarin datgene zichtbaar begint te worden, wat vanaf de grondlegging der wereld verborgen is gebleven, en wat Jehova beloofde op zijn tijd aan zijn dienstknechten openbaar te maken om de aarde voor te bereiden op de terugkeer van zijn heerlijkheid, namelijk de celestiale heerlijkheid, en een koninkrijk van priesters en koningen tot God en het Lam, voor eeuwig, op de berg Zion.’5

‘De bedeling van de volheid der tijden zal de zaken die in alle vorige bedelingen geopenbaard zijn aan het licht brengen; en tevens de zaken die nog niet eerder geopenbaard zijn. Hij zal de profeet Elia sturen enzovoort, en alles in Christus herstellen.’6

‘“Door ons het geheimenis van zijn wil te doen kennen, in overeenstemming met het welbehagen, dat Hij Zich in Hem had voorgenomen, om, ter voorbereiding van de volheid der tijden, al wat in de hemelen en op de aarde is onder een hoofd, dat is Christus, samen te vatten, in Hem.” [Efeziërs 1:9–10.]

‘Het doel dat God voorheeft met het slottoneel van de laatste bedeling is alles wat verband houdt met die bedeling precies zo plaats te laten vinden dat het overeenstemt met de voorgaande bedelingen.

‘En, nogmaals: God heeft Zich voorgenomen dat er pas eeuwige volheid kon zijn als elke bedeling was vervuld en in één was samengevat, en dat alles — om het even wat — uit al die bedelingen tot dezelfde volheid en eeuwige heerlijkheid bijeen wordt gebracht in Christus Jezus. (…)

‘(…) Alle verordeningen en plichten die ooit van de priesterschap zijn gevergd, op aanwijzing en op gebod van de Almachtige in enige bedeling, zullen deel uitmaken van de laatste bedeling. Derhalve zal alles wat in voorgaande periodes onder het gezag van het priesterschap bestond, weer op aarde zijn, en daarmee de herstelling teweegbrengen, voorzegd door alle heilige profeten.’7

Joseph Smith bezit de sleutels van de bedeling van de volheid der tijden.

‘Ik (…) bezit de sleutels van het laatste koninkrijk, waar de bedeling van de volheid aller dingen deel van uitmaakt, besproken bij monde van alle heilige profeten sinds het begin van de wereld, onder de verzegelbevoegdheid van het Melchizedekse priesterschap.’8

‘Eenieder die geroepen is om het evangelie aan de inwoners der wereld te verkondigen, was reeds voor dat doel in de grote raadsvergadering aangesteld vóór deze wereld bestond. Ik ga er van uit dat ik in die grote raadsvergadering voor dit ambt ben geordend. Dat is het getuigenis dat ik wil, dat ik Gods dienstknecht ben en dit volk zijn volk. De profeten vanouds verkondigden dat de Gods des hemels in de laatste dagen een koninkrijk zou oprichten, dat nooit te gronde zou gaan noch op een ander volk zou overgaan. (…)

‘Ik beschouw mijzelf als een van de werktuigen die het koninkrijk van Daniël naar het woord des Heren zullen oprichten, en ik ben van plan om het fundament te leggen dat in de hele wereld een omwenteling zal teweegbrengen.’9

‘Ik heb het hele plan van het koninkrijk voor ogen, en niemand anders.’10

Lucy Mack Smith was aanwezig toen Joseph Smith in 1832 in Kirtland (Ohio) predikte. Zij herinnerde zich deze woorden van de profeet: ‘Ik bezit de sleutels van deze laatste bedeling, en die zullen tot in alle eeuwigheid in mijn bezit zijn. Laat daarom uw hart gerust zijn, want alles is in orde.’11

Deze laatste bedeling is zo belangrijk dat zij de algehele, belangeloze toewijding van de heiligen vergt.

In september 1840 legden Joseph Smith en zijn raadgevers in het Eerste Presidium de volgende verklaring aan de leden van de kerk voor: ‘Het werk van de Heer in deze laatste dagen is van zo’n groot belang dat dat het begrip van stervelingen te boven gaat. De heerlijkheid en grootsheid die ermee gepaard gaan zijn niet te beschrijven en onovertrefbaar. Het is dit thema dat de boezem van de profeten en rechtvaardigen heeft bezield vanaf de schepping van de wereld door alle generaties heen tot op de huidige tijd; en het is werkelijk de bedeling van de volheid der tijden, waarin alles dat in Christus Jezus is, in de hemel of op aarde, in Hem zal worden bijeengebracht en waarin alles zal worden hersteld, zoals dat sinds het begin van de wereld door alle heilige profeten is besproken. Want in deze bedeling zullen de beloften in vervulling gaan die aan de vaders zijn gedaan, en de uitingen van de kracht van de Allerhoogste zullen groot, heerlijk en verheven zijn. (…)

‘Wij zijn bereid voorwaarts te gaan en onze krachten te bundelen voor de opbouw van het koninkrijk en de vestiging van de priesterschap in zijn volheid en heerlijkheid. Het werk dat in de laatste dagen moet worden volbracht is van het allergrootste belang. De heiligen zullen er al hun energie, vaardigheden, talenten en bekwaamheden voor moeten aanspreken, zodat het voort zal gaan in de heerlijkheid en majesteit die door de profeet is beschreven [zie Daniël 2:34–35, 44–45]. Dientengevolge zal het de onverdeelde aandacht van de heiligen opeisen, willen ze werken van die omvang en heerlijkheid kunnen volbrengen.

‘Het werk van de vergadering die in de Schrift wordt besproken is noodzakelijk om de heerlijkheden van de laatste bedeling te verwezenlijken. (…)

‘Geachte broeders, daar wij het verlangen hebben de oogmerken Gods te verwezenlijken, tot welk werk wij zijn geroepen, en wat van ons in deze laatste bedeling medewerkers van Hem maakt, voelen wij dat het noodzakelijk is dat wij daarbij de volledige medewerking van de heiligen in dit land en op de eilanden der zee hebben. Daarbij is het noodzakelijk dat de heiligen hun oor neigen naar goede raad en aandacht schenken aan de kerk, aan de vestiging van het koninkrijk en afstand doen van elk zelfzuchtig beginsel, van alles wat laag en kruiperig is; ze moeten standhouden in de waarheid, en daartoe al het mogelijk doen om hulp te bieden aan wie dit model en ontwerp is gegeven. (…)

‘Want, geliefde broeders, het werk dat voor ons ligt is de arbeid van aartsengelen waardig — een werk dat alles wat hiervoor tot stand is gebracht in de schaduw stelt; een werk waarnaar koningen, profeten en rechtvaardigen van eeuwen her vol verwachting hebben gezocht en uitgezien, zonder het in hun leven ooit te aanschouwen; en gezegend wie meewerken aan de verwezenlijking van de machtige werken van Jehova.’12

‘De vestiging van Zion is een aangelegenheid die Gods volk in alle tijden veel belang heeft ingeboezemd; het is een thema waarbij profeten, priesters en koningen altijd met vreugde hebben stilgestaan. Met vreugdevolle verwachting hebben zij uitgezien naar de tijd waarin wij nu leven; met hemelse en vreugdevolle verwachtingen hebben zij over onze tijd gezongen, geschreven en geprofeteerd. Maar zij zijn gestorven zonder het te zien. Wij zijn het begunstigde volk dat God heeft gekozen om de heerlijkheid van de laatste dagen voort te brengen; het is aan ons om de heerlijkheid van de laatste dagen te zien, daar deel in te hebben en die tot stand te brengen, “de bedeling van de volheid der tijden, waarin God alle dingen bijeen zal vergaren, alle dingen die in de hemel, en alle dingen die op aarde zijn, onder één hoofd’ [zie Efeziërs 1:10], wanneer de heiligen Gods vanuit elke natie, vanuit elke taal, elk geslacht en elk volk bijeenvergaderd worden; wanneer de joden bijeenvergaderd worden. Ook de goddelozen worden dan bijeenvergaderd om verdelgd te worden, zoals door de profeten is voorzegd. De Geest Gods zal dan met zijn volk vertoeven en aan alle andere naties worden onttrokken, en alles, zowel op aarde als in de hemel, zal één zijn, één in Christus.

‘De hemelse priesterschap zal met de aardse worden verenigd om die grote oogmerken te verwezenlijken, want terwijl wij aldus de handen ineenslaan voor die grote gemeenschappelijke zaak om het koninkrijk Gods uit te breiden, is de hemelse priesterschap niet slechts toeschouwer. Gods Geest zal van omhoog op ons worden uitgestort en in ons midden verkeren. De zegeningen van de Allerhoogste zullen op ons rusten en onze naam zal onder toekomende geslachten bekend zijn. Onze kinderen zullen opgroeien en ons gezegend noemen. Toekomstige, nog ongeboren, geslachten zullen met buitengewoon genoegen stilstaan bij wat wij hebben doorstaan, de ontberingen die wij hebben verduurd, de onvermoeibare ijver die wij aan de dag hebben gelegd, de schier onoverkomelijke moeilijkheden die wij hebben overwonnen om het fundament te kunnen leggen van een werk dat de oorsprong is van de heerlijkheid en zegen die zij zullen smaken; een werk dat God en engelen gedurende vele voorbije geslachten met vreugde hebben voorzien, dat de ziel van de oude patriarchen en profeten in vuur en vlam zette, een werk dat bestemd is om de machten der duisternis te vernietigen, om de aarde te vernieuwen, en de heerlijkheid Gods en het heil van het mensdom tot stand te brengen.’13

Ideeën voor studie en bespreking

Denk na over deze ideeën terwijl u het hoofdstuk bestudeert of u zich voorbereidt op uw onderwijs. Zie pp. VII–XII voor meer informatie.

  • Neem de pagina’s 543–545 door. Waarom zijn tempels zo belangrijk voor de verwezenlijking van des Heren werk?

  • Waarom denkt u dat profeten en wijzen van weleer naar onze tijd hebben uitgekeken? (Zie voor enkele voorbeelden pp. 546–547.) Overdenk hoe bijzonder het is om lid te zijn van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen in de bedeling van de volheid der tijden.

  • Bestudeer de alinea die onderaan pagina 547 begint. Welke gedachten en gevoelens heeft u over uw kerkroepingen als u nadenkt over dit citaat?

  • Lees de eerste drie volledige alinea’s op p. 548. Hoe sterken deze verklaringen uw getuigenis van de zending van de profeet Joseph Smith?

  • De profeet Joseph Smith heeft gezegd: ‘Het werk van de Heer in deze laatste dagen is van groot belang’ (p. 548). Bestudeer pp. 548–551 en denk na over onze plicht om mee te helpen aan het werk van de Heer in de laatste bedeling. Waarom moeten we ‘onze krachten bundelen’ als we dit werk tot een goed einde willen brengen? Waarom moeten we afstand doen van ‘elk zelfzuchtig beginsel’? Hoe denkt u dat u uw ‘energie, vaardigheden, talenten en bekwaamheden’ kunt gebruiken om bij te dragen tot het werk van de Heer?

Relevante teksten: LV 27:12–13; 90:2–3; 112:30–32; 124:40–41

Noten

  1. Geciteerd door Martha Jane Knowlton Coray, die een leerrede van Joseph Smith in Nauvoo (Illinois) heeft opgetekend; Martha Jane Knowlton Coray, notitieblok, kerkarchieven; De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen, Salt Lake City (Utah); deze leerrede is in het notitieblok van zuster Coray gedateerd op 19 juli 1840, maar hij is waarschijnlijk op een latere datum gehouden.

  2. George A. Smith, Deseret News: Semi-Weekly, 14 december 1869, p. 2.

  3. History of the Church, deel 6, pp. 478–479; uit een leerrede van Joseph Smith op 16 juni 1844 in Nauvoo (Illinois); opgetekend door Thomas Bullock; zie ook aanhangsel, p. 562, punt 3.

  4. Leer en Verbonden 128:18; brief van Joseph Smith aan de heiligen, 6 september 1842, Nauvoo (Illinois).

  5. History of the Church, deel 4, pp. 492–493; aantekening uit het dagboek van Joseph Smith, 6 januari 1842, Nauvoo (Ohio).

  6. History of the Church, deel 4, p. 426; uit een verslag van een kerkconferentie, gehouden op 3 oktober 1841 te Nauvoo (Illinois), gepubliceerd in Times and Seasons, 15 oktober 1841, p. 578.

  7. History of the Church, deel 4, pp. 208, 210–211; uit een leerrede, opgesteld door Joseph Smith en op 5 oktober 1840 voorgelezen in een kerkconferentie in Nauvoo (Illinois).

  8. History of the Church, deel 6, p. 78; uit een brief van Joseph Smith aan James Arlington Bennet, 13 november 1843; James Bennets achternaam is in History of the Church onterecht gespeld ‘Bennett’.

  9. History of the Church, deel 6, pp. 364–365; uit een leerrede van Joseph Smith op 12 mei 1844 in Nauvoo (Illinois); opgetekend door Thomas Bullock.

  10. History of the Church, deel 5, p. 139; uit een leerrede van Joseph Smith op 29 augustus 1842 in Nauvoo (Illinois); opgetekend door Willard Clayton.

  11. Geciteerd door Lucy Mack Smith, die verslag deed van een leerrede van Joseph Smith in het begin van 1832 in Kirtland (Ohio), ‘The History of Lucy Smith, Mother of the Prophet’, manuscript uit 1844–1845, boek 13, p. 5, kerkarchieven.

  12. History of the Church, deel 4, pp. 185–187; uit een brief van Joseph Smith en zijn raadgevers in het Eerste Presidium aan de heiligen, september 1840, Nauvoo (Illinois), gepubliceerd in Times and Seasons, oktober 1840, pp. 178–179.

  13. History of the Church, deel 4, pp. 609–610; alinea-indeling gewijzigd; uit ‘The Temple’, een redactioneel artikel in Times and Seasons, 2 mei 1842, p. 776; Joseph Smith was redacteur van het tijdschrift.

Afbeelding
Nauvoo Temple construction

De profeet Joseph Smith zag de Nauvootempel het liefst zo snel mogelijk voltooid. ‘“Laten we haast maken, broeders”, placht hij te zeggen, “laten we de tempel afmaken; de Heer heeft een grote begiftiging voor u klaar liggen.”‘

Afbeelding
missionaries at MTC

Voltijdzendelingen bij het opleidingscentrum voor zendelingen in Provo (Utah). Joseph Smith heeft verklaard dat het in de laatste bedeling ‘noodzakelijk [is] dat de heiligen hun oor neigen naar goede raad en (…) standhouden in de waarheid.’