Instituut
Hoofdstuk 1: De sluitsteen van onze godsdienst


Hoofdstuk 1

De sluitsteen van onze godsdienst

Inleiding

De profeet Joseph Smith (1805–1844) heeft gezegd: ‘Ik vertelde de broeders dat het Boek van Mormon het nauwkeurigste boek op aarde en de sluitsteen van onze godsdienst is, en dat de mens dichter bij God komt door zich aan de leringen daarin te houden, dan door welk ander boek ook’ (History of the Church, deel 4, p. 461; Inleiding van het Boek van Mormon).

Ouderling Jeffrey R. Holland van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft geschreven dat het Boek van Mormon ‘beschouwd moet worden als de opmerkelijkste en belangrijkste geopenbaarde religieuze tekst sinds de geschriften van het Nieuwe Testament bijna tweeduizend jaar geleden bijeen werden gebracht. In feite kan het Boek van Mormon, waarin duidelijke en waardevolle verloren gegane bijbelse waarheden worden hersteld en waarin tientallen nieuwe waarheden over Jezus Christus aan het licht komen, en dat zo de weg bereidt voor de volledige herstelling van zijn evangelie en de triomfale dag van zijn millenniaanse wederkomst, beschouwd worden als de opmerkelijkste en belangrijkste religieuze tekst die ooit aan de wereld is gegeven’ (Christ and the New Covenant [1997], pp. 9–10).

Let, nu u aan uw studie van het Boek van Mormon begint, op de grote waarheden die erin voorkomen. Het Boek van Mormon getuigt met name van de goddelijke natuur van Jezus Christus en de werkelijkheid van zijn zoenoffer. Bovendien bevestigt het Boek van Mormon het verbond dat God met het huis van Israël heeft gesloten en toont het aan dat wij heilige verbonden moeten sluiten en nakomen. Als u deze Schriftuur gebedsvol bestudeert, zal uw getuigenis van het evangelie van Jezus Christus en van de herstelling ervan in deze laatste dagen, zich verdiepen en vergroten.

Toelichting

Titelblad

  • Het Titelblad van het Boek van Mormon begint als volgt: ‘Het Boek van Mormon — een verslag geschreven door de hand van Mormon op platen ontleend aan de platen van Nephi.’ Dan volgen er twee alinea’s die waarschijnlijk door de profeet Moroni, de zoon van Mormon, zijn geschreven. De profeet Joseph Smith heeft uitgelegd dat ‘het titelblad van het Boek van Mormon een letterlijke vertaling is van de laatste bladzijde aan de linkerzijde van de verzameling of het boek der platen, waarop het verslag staat dat vertaald is. De taal was in zijn algemeenheid dezelfde als andere Hebreeuwse geschriften [d.w.z., geschreven van rechts naar links]. En dat titelblad is helemaal geen moderne tekst van mij of van enig ander mens die in deze generatie leeft of heeft geleefd’ (History of the Church, deel 1, p. 71).

‘Om te bestemder tijd te voorschijn te worden gebracht’

  • In de eerste alinea van het titelblad van het Boek van Mormon wordt verklaard dat de heilige kroniek ‘te bestemder tijd te voorschijn [zal] worden gebracht’. President Ezra Taft Benson (1899–1994) heeft getuigd dat het tijdstip waarop het Boek van Mormon is verschenen, bewijst dat het boek van groot belang is voor de herstelling van het evangelie:

    ‘Een (…) krachtig getuigenis van het belang van het Boek van Mormon is het tijdstip waarop de Heer het tevoorschijn liet komen in de herstelling die zich ontvouwde. Het enige wat eraan voorafging was het eerste visioen. In die prachtige manifestatie kwam de profeet Joseph Smith erachter hoe God eruitziet en dat God een werk voor hem te doen had. Het eerstvolgende was het Boek van Mormon dat tevoorschijn kwam.

    ‘Denk eens na over de betekenis daarvan. De komst van het Boek van Mormon ging vooraf aan de herstelling van het priesterschap. Het werd slechts een paar dagen vóór de organisatie van de kerk uitgegeven. De heiligen kregen het Boek van Mormon te lezen voordat ze de openbaringen kregen met diepzinnige leerstellingen als de drie graden van heerlijkheid, het celestiale huwelijk of het werk voor de doden. Het boek was er vóór de priesterschapsquorums en de organisatie van de kerk. Blijkt daar niet uit hoe belangrijk dit heilige boek in de ogen van de Heer was?’ (Conference Report, oktober 1986, p. 3; of Ensign, november 1986, p. 4.)

  • Ouderling L. Tom Perry van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft uitgelegd dat het Boek van Mormon voor onze tijd is geschreven: ‘De voornaamste schrijvers van het Boek van Mormon begrepen zeer goed dat hun geschriften hoofdzakelijk bestemd waren voor de mensen van een toekomend geslacht, niet voor de mensen van hun eigen tijd. Moroni heeft aan ons geslacht geschreven: ‘Ik spreek tot u alsof gij aanwezig zijt’ (Mormon 8:35).’ (Conference Report, oktober 2005, p. 5; of Liahona, november 2005, pp. 6–7.)

  • Over de noodzaak om het Boek van Mormon in ons leven te gebruiken, heeft president Ezra Taft Benson verklaard: ‘Als zij onze tijd hebben gezien en die dingen hebben uitgekozen die voor ons de meeste waarde hebben, blijkt daar dan niet uit hoe wij het Boek van Mormon moeten bestuderen? We behoren ons voortdurend af te vragen: “Waarom heeft de Heer Mormon (of Moroni of Alma) geïnspireerd om dit in zijn kroniek op te nemen? Wat kan ik daarvan leren om mij in deze tijd te helpen?”’ (Conference Report, oktober 1986, p. 5; of Ensign, november 1986, p. 6.)

    Ook ouderling Perry heeft een belangrijke gewoonte in overweging gegeven bij het lezen van het Boek van Mormon: ‘Elke keer als we het boek lezen kunnen we ons de vraag stellen: “Waarom hebben de schrijvers ervoor gekozen dit verhaal of deze gebeurtenis in de kroniek op te nemen? Welke waarde hebben die gebeurtenissen nu voor ons?”’ (Conference Report, oktober 2005, p. 5; of Liahona, november 2005, p. 8.)

Vertaling door de gave Gods

  • De gouden platen zelf bevatten een belofte dat ze zouden worden vertaald ‘door de gave en de macht Gods’ (Titelblad van het Boek van Mormon). Ouderling Russell M. Nelson van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft opmerkelijke informatie over de vertaling van het Boek van Mormon gegeven:

    ‘De details van deze wonderbaarlijke wijze van vertalen zijn nog niet volledig bekend. Toch zijn er enige waardevolle bijzonderheden bekend. (…)

    ‘Emma Smith, die in het begin als schrijfster voor Joseph fungeerde, heeft in 1856 het volgende verslag gegeven:

    ‘“Toen mijn echtgenoot het Boek van Mormon vertaalde, schreef ik elke zin die hij dicteerde woord voor woord op. En als hij een eigennaam tegenkwam die hij niet kon uitspreken, of lange woorden, spelde hij ze, en als ik tijdens het schrijven een woord verkeerd opschreef, onderbrak hij mij om mijn spelling te corrigeren, hoewel hij echt niet kon zien wat ik opschreef. Hij wist aanvankelijk zelfs niet hoe hij het woord Sarah moest uitspreken, maar hij spelde het, waarna ik het voor hem uitsprak.

    ‘“En als hij het werk voor wat dan ook onderbrak, dan ging hij, als hij het later weer oppakte, zonder ook maar even te twijfelen verder op het punt waar hij was gebleven. En toen hij een keer aan het vertalen was, stopte hij plotseling, zijn gezicht zo bleek als een doek, en zei: ‘Emma, stonden er muren om Jeruzalem heen?’ Toen ik bevestigend antwoordde, zei hij: ‘O! [Dat wist ik niet]. Ik was bang dat ik misleid werd.’ Zijn kennis van de geschiedenis was in die tijd zo beperkt dat hij niet eens wist dat er muren om Jeruzalem heen stonden.” (Edmund C. Briggs, ‘A Visit to Nauvoo in 1856’, Journal of History, januari 1916, p. 454.) (…)

    ‘Ofschoon de profeet zich in de jaren die volgden zou ontwikkelen, erkende Emma dat Joseph ten tijde van de vertaling van de gouden platen slechts beperkt geletterd was:

    ‘Joseph Smith (…) kon geen helder geformuleerde brief schrijven of dicteren, laat staan een boek als het Boek van Mormon. En hoewel ik nauw betrokken was bij wat er zich afspeelde, bleef het voor mij, en voor ieder ander, “wonderlijk en wonderbaar”. (Ibid)’ (‘A Treasured Testament’, Ensign, juli 1993, pp. 62–63.)

Het Boek van Mormon bevestigt Gods verbond met Israël

  • Behalve dat het Boek van Mormon van Jezus Christus getuigt, maakt het boek duidelijk dat God zijn verbond met het huis van Israël indachtig is. In de Gids bij de Schriften wordt het huis van Israël, zijn verstrooiing en zijn vergadering uitgelegd:

    ‘De Heer heeft aan Jakob, de zoon van Isaak en kleinzoon van Abraham, de naam Israël gegeven (Gen. 32:28; 35:10). De naam Israël kan slaan op Jakob zelf, op zijn nakomelingen of op het koninkrijk dat die nakomelingen eens bezaten in de tijd van het Oude Testament. (…)

    De twaalf stammen van Israël: Abrahams kleinzoon, Jakob — die de naam Israël ontving — had twaalf zoons. Hun nakomelingen staan bekend als de twaalf stammen van Israël, ofwel de kinderen van Israël. (…)

    De verstrooiing van Israël: De Heer verstrooide en kastijdde de twaalf stammen van Israël wegens hun ongerechtigheid en opstandigheid. Tegelijkertijd echter heeft de Heer de verstrooiing van zijn uitverkoren volk onder de volken van de wereld gebruikt om die volken tot zegen te zijn. (…)

    De vergadering van Israël: Het huis van Israël zal vergaderd worden in de laatste dagen, voor de wederkomst van Christus (Art. 1:10). De Heer vergadert zijn volk Israël wanneer het Hem aanvaardt en zijn geboden bewaart’ (Gids bij de Schriften’, ‘Israël’).

  • De leden van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen zijn het deel van het huis van Israël dat vergaderd is tot de kennis van hun vaders en tot de verbonden van de Heer. De Heer heeft verklaard: ‘Want gij zijt de kinderen van Israël en uit het nageslacht van Abraham’ (LV 103:17).

  • Over de rol van het Boek van Mormon bij de vergadering van Israël in de laatste dagen heeft ouderling Bruce R. McConkie (1915–1985) van het Quorum der Twaalf Apostelen het volgende geschreven: ‘Wat de vergadering van Israël betreft, is het Boek van Mormon het belangrijkste boek dat ooit is of ooit zal worden geschreven. Het is het boek dat Israël vergadert en dat duidelijk en volmaakt de leer van de vergadering van het uitverkoren nageslacht openbaart. Het is het boek, afkomstig van God, dat de waarheid en de goddelijkheid van zijn grote werk in de laatste dagen bewijst. Het bevat de volheid van het eeuwig evangelie en draagt het bewijs van zijn eigen goddelijke oorsprong in zich. Iedereen die werkelijk bekeerd is, weet door de openbaringen van de Heilige Geest aan de geest in zijn binnenste dat het Boek van Mormon de zin en de wil en de stem des Heren tot de wereld is. Het is het Boek van Mormon dat mensen ertoe brengt in het evangelie te geloven en tot de kerk toe te treden, en het is de macht, zoals we eerder hebben gezien, die de vergadering van Israël tot stand brengt. Als er geen Boek van Mormon was, vanuit een praktische standpunt bezien, zou de vergadering van het volk des Heren in de laatste dagen tot stilstand komen. De verloren schapen van Israël horen de stem van hun Herder zoals die in het boek wordt gevonden en, gehoor gevend aan die stem, komen ze naar de ware schaapskooi. Het belang van dit boek Nephitische schriftuur voor het heil van de mensen in de laatste dagen kan niet genoeg worden benadrukt’ (A New Witness for the Articles of Faith [1985], p. 554).

Joden en andere volken overtuigen ‘dat Jezus de Christus is’

  • Volgens het titelblad is het doel van het Boek van Mormon de Joden en andere volken tot de overtuiging te brengen dat ‘Jezus de Christus is, de Eeuwige God, die Zich aan alle natiën openbaart’. De ondertitel van het Boek van Mormon, eveneens een testament aangaande Jezus Christus, legt nadruk op dit belangrijke doel. President Boyd K. Packer, president van het Quorum der Twaalf Apostelen, heeft het belang van de ondertitel uitgelegd:

    ‘De presiderende autoriteiten hebben onlangs besloten dat het Boek van Mormon vanaf nu de titel ‘Het Boek van Mormon’ met de ondertitel ‘Eveneens een testament aangaande Jezus Christus’ zal dragen.

    ‘Het stuk hout of het verslag van Juda — het Oude Testament en het Nieuwe Testament — en het stuk hout of het verslag van Efraïm — het Boek van Mormon, dat eveneens een testament aangaande Jezus Christus is — zijn nu zodanig samengekomen dat u, als u de ene aandachtig bestudeert, door de andere wordt aangetrokken; en als u iets uit de ene leert, u door de andere wordt onderricht. Zij zijn werkelijk in onze hand tot één geworden. Ezechiëls profetie is nu vervuld’ (Conference Report, oktober 1982, p. 75; of Ensign, november 1982, p. 53).

  • President Ezra Taft Benson heeft de betekenis van het woord testament uitgelegd: ‘“[Zijn wij] het nieuwe verbond indachtig, ja, het Boek van Mormon?” [Zie LV 84:57]. In de Bijbel hebben we het Oude Testament en het Nieuwe Testament. Het woord testament is een vertaling van een Grieks woord dat ook met verbond kan worden vertaald. Is dat wat de Heer bedoelde toen Hij het Boek van Mormon het ‘nieuwe verbond’ noemde? Het is met recht eveneens een testament of getuige aangaande Jezus Christus. Dat is een van de redenen dat we recentelijk de woorden “Eveneens een testament aangaande Jezus Christus” aan de titel van het Boek van Mormon hebben toegevoegd’ (Conference Report, oktober 1986, p. 4; of Ensign, november 1986, p. 4).

  • Ouderling Russell M. Nelson van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft deze raad gegeven: ‘Als u het Boek van Mormon leest, concentreer u dan op de belangrijkste persoon in het boek — van het eerste tot het laatste hoofdstuk — de Heer Jezus Christus, de Zoon van de levende God’ (Conference Report, oktober 1999, p. 87; of Ensign, november 1999, p. 69).

    Ouderling Jeffrey R. Holland heeft verder uitgelegd:

    ‘[De Heer] heeft ons een laatste verbond aangeboden, ons een laatste testament gegeven, als deel van zijn laatste handreiking aan de gevallen mens. Hij heeft ons een laatste schriftelijke getuige van zijn liefde aangeboden en Hij heeft zijn barmhartigheid voor de laatste keer verleend. (…) Dat testament en laatste getuigenis, dat “nieuwe verbond” dat nog een laatste keer aan de mensenkinderen wordt aangeboden, is de boodschap van het Boek van Mormon.’

    Afbeelding
    Joseph Smith en Oliver Cowdery aan het vertalen

    Del Parson, © 1996 IRI

    ‘Er is geen kroniek die meer zegt over Gods beloften aan de mensen in de laatste dagen. Die beloften concentreren zich op zijn eniggeboren Zoon, op ”de verdiensten en de barmhartigheid en de genade van de Heilige Messias (…) [die] zal bemiddelen voor alle mensenkinderen; en zij die in Hem geloven, zullen behouden worden” [2 Nephi 2:8–9].

    ‘De taak van de kinderen Gods in die einddagen van de wereldgeschiedenis is door te gaan met ‘onwrikbaar geloof in Hem, [zich] geheel verlatend op de verdiensten van Hem die machtig is om te redden’ en ‘standvastig in Christus voorwaarts [te] streven, met volmaakt stralende hoop, en liefde voor God en voor alle mensen[,] (…) [zich] vergastend aan het woord van Christus, en tot het einde volhard[end]. Dit is de weg; en er is geen andere weg noch naam onder de hemel gegeven waardoor de mens kan worden behouden in het koninkrijk Gods’ [2 Nephi 31:19–21].

    ‘Er is geen ander boek dat ons daar beter mee helpt. Er is geen ander boek dat alleen om die reden door goddelijke hand is voortgebracht en beschermd. Er is nooit een ander boek geschreven met zo’n volledige visie op een toekomstige bedeling waarin die kroniek uiteindelijk tevoorschijn zou komen. (…)

    “… ‘Met zijn boodschap van geloof in Christus, hoop in Christus, en naastenliefde in Christus is het Boek van Mormon Gods ”nieuwe verbond” aan zijn kinderen — en wel voor de laatste keer’ (Christ and the New Covenant, pp. 8–10).

Hoe het Boek van Mormon de sluitsteen is

  • De profeet Joseph Smith heeft het Boek van Mormon de ‘sluitsteen van onze godsdienst’ genoemd (History of the Church, deel 4, p. 461; Inleiding van het Boek van Mormon). President Ezra Taft Benson heeft de functie van een sluitsteen als volgt uitgelegd:

    ‘Een sluitsteen is de middelste steen in een gewelfboog. Het houdt alle andere stenen op hun plaats, en als hij wordt weggehaald, stort de boog in elkaar.

    ‘Het Boek van Mormon is in drie opzichten de sluitsteen van onze godsdienst. Het is de sluitsteen van ons getuigenis van Christus. Het is de sluitsteen van onze leer. Het is de sluitsteen van ons getuigenis’ (Conference Report, oktober 1986, p. 4; of Ensign, november 1986, p. 5).

  • President James E. Faust (1920–2007) van het Eerste Presidium heeft het idee dat het Boek van Mormon onze leerstellige sluitsteen is, als volgt uitgewerkt:

    ‘Het Boek van Mormon is een sluitsteen omdat het eeuwige beginselen en leringen vestigt en samenbindt en fundamentele heilsleringen vervolledigt. Het is de parel aan de kroon van onze heilige Schriften.

    ‘Ook om andere redenen is het een sluitsteen. In de belofte van Moroni (…) — namelijk dat God de waarheid van het Boek van Mormon bekend zal maken aan ieder die er met geloof in Christus naar zoekt — hebben we een sluitschalm in een zichzelf sluitende keten.

    ‘Een krachtig getuigenis van het Boek van Mormon overtuigt dat “Jezus de Christus is, de eeuwige God”, en verschaft ons ook het geestelijke bewijs van de goddelijke roeping van Joseph Smith en dat hij de Vader en de Zoon heeft gezien. Als dat vaststaat, is het logische gevolg dat men ook een bevestiging kan ontvangen dat de Leer en Verbonden en de Parel van grote waarde ware Schriften zijn, naast de Bijbel en het Boek van Mormon.

    ‘Dat alles bekrachtigt de herstelling van het evangelie van Jezus Christus en de goddelijke zending van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen, die geleid wordt door een profeet die voortdurende openbaring ontvangt. Uit die fundamentele waarheden kan begrip van andere heilbrengende beginselen van de volheid van het evangelie voortvloeien’ (‘De sluitsteen van onze godsdienst’, Liahona, januari 2004, pp. 3–4).

‘Dichter bij God kom[en] door zich aan de leringen daarin te houden’

  • Op zondag 28 november 1841 bracht de profeet Joseph Smith de dag in raadsvergadering door met de twaalf apostelen in het huis van president Young. Terwijl hij met hen over verschillende onderwerpen van gedachten wisselde, verklaarde hij dat ‘de mens dichter bij God komt door zich aan de leringen daarin [het Boek van Mormon] te houden, dan door welk ander boek ook’ (History of the Church, deel 4, p. 461; Inleiding van het Boek van Mormon).

  • President Ezra Taft Benson heeft verklaard dat het Boek van Mormon ons helpt om waarheid van dwaling te onderscheiden:

    ‘Wij (…) behoren het Boek van Mormon beter te kennen dan enig ander boek. Niet alleen behoren we te weten welke geschiedenis en geloofsversterkende verhalen erin voorkomen, maar we behoren ook de leringen te begrijpen. Als we echt ons huiswerk doen en het Boek van Mormon leerstellig onderzoeken, kunnen we fouten ontmaskeren en waarheden vinden om de huidige valse theorieën en filosofieën van de mens te bestrijden.

    ‘Het is mij opgevallen dat er in de kerk een verschil in onderscheid, inzicht, overtuiging en geest bestaat tussen wie het Boek van Mormon kennen en liefhebben en wie dat niet doen. Het boek is een grote zeef’ (‘Jesus Christ—Gifts and Expectations’, Ensign, december 1988, p. 4).

  • President Marion G. Romney (1897–1988) van het Eerste Presidium heeft verteld hoe zijn studie van het Boek van Mormon zijn geestelijke veiligheid in stand hield: ‘Toen ik een paar jaar geleden de advocatuur in ging, maakte mijn familie zich een beetje zorgen. Ze waren bang dat ik mijn geloof zou verliezen. Ik wilde advocaat worden, maar ik wilde nog liever mijn getuigenis behouden. Daarom besloot ik iets te doen wat ik u ook kan aanbevelen. Elke ochtend las ik voordat ik aan mijn dagelijkse werkzaamheden begon een half uur in het Boek van Mormon — ik las ook in alle andere standaardwerken van de kerk, maar ik heb het nu over het Boek van Mormon — en met slechts een half uur per dag las ik elk jaar, negen jaar lang, het Boek van Mormon door. Ik weet dat ik erdoor in harmonie bleef, voor zover ík in harmonie bleef, met de Geest van de Heer’ (Conference Report, april 1949, p. 36).

De lezer bepaalt wat er wordt geleerd

  • Door het Boek van Mormon te lezen kunnen we geweldige zegeningen ontvangen. Er rust echter een grote verantwoordelijkheid op de lezer. Ouderling Dallin H. Oaks van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd dat iemand met het juiste verlangen en de juiste houding moet lezen: ‘Wat we uit een boek halen — met name uit een gewijde tekst — is vooral afhankelijk van onze houding als we erin lezen: zijn we verlangend en bereid om te leren en ons af te stemmen op het licht en de communicatie van de Geest van de Heer’ (Conference Report, april 2006, p. 78; of Liahona, mei 2006, p. 77).

Een getuigenis van het Boek van Mormon krijgen

  • De laatste profeet die de kroniek van de Nephieten bijhield was Mormons zoon, Moroni. Als profeet van God gaf Moroni een formule waarmee lezers een getuigenis van de Heilige Geest kunnen krijgen dat het Boek van Mormon heilige Schriftuur is. Deze belofte, gedaan aan allen die het Boek van Mormon oprecht lezen en verlangen te weten of het waar is, staat in Moroni 10:3–5 .

  • De oprechte lezer zal misschien niet meteen een getuigenis van het Boek van Mormon krijgen. Bovendien zullen er mensen zijn die zich niet realiseren dat hun getuigenis groeit terwijl zij deze geweldige tekst bestuderen en erover bidden. Maar de belofte van Moroni zal in vervulling gaan. President Boyd K. Packer, president van het Quorum der Twaalf Apostelen, heeft uit eigen ervaring raad gegeven aan wie een getuigenis verlangen:

    ‘Toen ik het Boek van Mormon voor het eerst in zijn geheel doorlas, kwam ik bij de belofte dat ik, als ik ‘God, de eeuwige Vader, in de naam van Christus [zou vragen] of [datgene wat ik gelezen had] waar [was]; en indien [ik zou vragen] met een oprecht hart, met een eerlijke bedoeling en met geloof in Christus, (…) Hij de waarheid ervan aan [mij zou] openbaren door de macht van de Heilige Geest’ (Moroni 10:4). Ik probeerde die aanwijzingen zo goed mogelijk op te volgen.

    ‘Zo ik al gehoopt had op een onmiddellijke, allesovertreffende hemelse manifestatie dan heb ik die niet gekregen. Ik had niettemin een goed gevoel en ik begon te geloven. (…)

    ‘Mijn ervaring is dat een getuigenis er niet plotsklaps is. Het groeit eerder, zoals Alma zegt, uit een geloofszaadje. “Het zal uw geloof versterken, want gij zult zeggen: ik weet dat dit een goed zaadje is; want zie, het ontspruit en begint te groeien” (Alma 32:30). Als u het verzorgt, zal het groeien; en als u het niet verzorgt, zal het verdorren. (Zie Alma 32:37–41).

    ‘Wees niet teleurgesteld als u het boek leest en herleest zonder een krachtige bevestiging te krijgen. Misschien lijkt u wel wat op de discipelen over wie in het Boek van Mormon wordt gesproken, die de macht Gods in grote heerlijkheid op zich hadden rusten en dat niet wisten’ (3 Nephi 9:20).

    ‘Doe uw uiterste best. Denk aan dit vers: ‘En ziet toe dat al deze dingen in wijsheid en ordelijkheid worden gedaan, want het is niet nodig dat iemand harder loopt dan hij kracht heeft. En voorts is het noodzakelijk dat hij ijverig is om daardoor de prijs te kunnen behalen; daarom moeten alle dingen ordelijk worden gedaan’ (Mosiah 4:27)’ (Conference Report, april 2005, pp. 6–7; of Liahona, mei 2005, pp. 6, 8).

Externe bewijzen van het Boek van Mormon

  • Sommige lezers van het Boek van Mormon zijn geïnteresseerd in geografische, tekstuele of archeologische bewijzen die de historische oorsprong van het boek bevestigen. Hoewel die vaak fascinerend en nuttig zijn, dient men te bedenken dat die soort ontdekkingen niet de essentie en waarheid van het Boek van Mormon vormen. President Gordon B. Hinckley (1910–2008) raadde het af om zich volledig te verlaten op deze ontdekkingen voor ons getuigenis van het Boek van Mormon: ‘Het bewijs dat het boek waar is, dat het bestaansrecht heeft in een wereld die bewijzen eist, moet niet gezocht worden in archeologie of antropologie, hoewel dat voor sommigen wel nuttig kan zijn. Het is niet in taalkundig of historisch onderzoek te vinden, hoewel dat wel bevestigend kan zijn. Het bewijs dat het boek waar is en dat het bestaansrecht heeft, is in het boek zelf te vinden. De waarheid van het boek ontdekt u alleen door het te lezen. Het is een boek van God. Nuchtere mensen kunnen vraagtekens bij de oorsprong van het boek plaatsen, maar zij die het met een gebed in het hart hebben gelezen, zijn door een bovennatuurlijke kracht te weten gekomen dat het waar is, dat het het woord van God bevat, dat het de verlossende waarheden van het eeuwig evangelie bevat, dat het “door de gave en de macht Gods te voorschijn is gekomen (…) ter overtuiging van de Joden en de andere volken dat Jezus de Christus is” (Titelblad van het Boek van Mormon)’ (‘De vier hoekstenen van geloof’, Liahona, februari 2004, p. 6).

    Afbeelding
    Handgeschreven karakters van het hervormd Egyptisch

Zegeningen van het Boek van Mormon

  • President Gordon B. Hinckley heeft uitgelegd hoe het Boek van Mormon de leden van de kerk geestelijk kan beschermen:

    ‘[Het Boek van Mormon] illustreert heel duidelijk dat mensen en volken die in godsvrucht wandelen en Gods geboden onderhouden, voorspoedig zijn en groei doormaken. Verwerpen zij Hem en zijn woord echter, dan treedt er verval op, dat uiteindelijk leidt — tenzij het door een rechtschapen leven tot stilstand wordt gebracht — tot onmacht en dood. (…)

    ‘Zonder voorbehoud beloof ik u dat er een grotere mate van de Geest des Heren in uw huis zal komen indien u [het Boek van Mormon leest]. (…) U zult zijn geboden met grotere vastberadenheid gehoorzamen, en u zult een sterker getuigenis ontvangen dat de Zoon leeft’ (‘Een krachtig en waar getuigenis’, Liahona, augustus 2005, pp. 4–6).

  • President James E. Faust heeft een ervaring besproken van ouderling F. Burton Howard van de Zeventig waaruit de bekeringskracht van het Boek van Mormon blijkt:

    ‘Zuster Celia Cruz Ayala uit het zendingsgebied San Juan (Puerto Rico) besloot het Boek van Mormon aan een vriendin te geven. Ze pakte het boek in cadeaupapier in en ging op weg om het af te geven.

    ‘Onderweg werd ze overvallen door iemand die haar handtas weggriste, met daarin het ingepakte exemplaar van het Boek van Mormon. Een paar dagen later ontving ze deze brief:

    ‘“Mevr. Cruz,

    ‘“ Vergeef me, vergeef me. U weet niet half hoeveel spijt ik heb dat ik u heb beroofd. Maar mijn leven is erdoor veranderd en zal erdoor blijven veranderen. Dat boek [het Boek van Mormon], heeft mij geholpen. De droom van die man Gods heeft mij geraakt. (…) Ik stuur u uw vijf pesos terug, want ik kan ze niet uitgeven. Ik wil u laten weten dat het leek alsof u iets uitstraalde. Dat licht weerhield mij ervan [u te verwonden]. Daarom ben ik hard weggerend.

    ‘“Ik wil u laten weten dat u mij weer zult zien, maar dan zult u mij niet herkennen, want dan zal ik uw broeder zijn. (…) Hier, waar ik woon, zal ik de Heer zoeken en naar de kerk gaan waartoe u behoort.

    ‘“Ik kreeg tranen in mijn ogen door de boodschap die u in dat boek had geschreven. Sinds woensdagavond lees ik onafgebroken in het boek. Ik heb God gebeden en Hem gevraagd mij te vergeven, [en] ik vraag u mij te vergeven. (…) Ik dacht dat uw ingepakte cadeau iets was wat ik kon verkopen. [In plaats daarvan] heeft het mijn leven veranderd. Ik smeek u, vergeef me, vergeef me.

    ‘“Uw afwezige vriend.”

    ‘Dat is de bekeringskracht van het Boek van Mormon’ (Conference Report, april 1996, p. 58; of Ensign, mei 1996, p. 42).

Het Boek van Mormon: platen en kronieken

Nephitische kroniekschrijvers

Getuigen van de waarheid van het Boek van Mormon

  • Ouderling Bruce R. McConkie heeft uitgelegd dat de Heer altijd voor getuigen zal zorgen om van zijn goddelijke werk te getuigen:

    ‘Elke keer als de Heer een bedeling inluidde door zijn evangelie te openbaren en het priesterschap en de sleutels aan mannen te verlenen, handelde Hij overeenkomstig de wet van getuigen die Hijzelf heeft ingesteld. Deze wet luidt: ‘Op de verklaring van twee of drie getuigen zal iedere zaak vaststaan.’ (2 Korintiërs 13:1; Deuteronomium 17:6; 19:15; Matteüs 18:15–16. …)

    ‘Nimmer hoeft één man alleen een nieuwe bedeling met geopenbaarde waarheid te vestigen of het gewicht van een dergelijke boodschap en waarschuwing aan de wereld alleen te brengen. In elke bedeling, vanaf Adam tot deze tijd, hebben twee of meer getuigen hun getuigenis gebundeld om aldus hun toehoorders zonder verontschuldiging op de dag des oordeels te laten, mocht hun getuigenis worden verworpen’ (Mormon Doctrine, 2de uitgave [1966], p. 436).

  • President Heber J. Grant (1856–1945) heeft het belang van de getuigen van het Boek van Mormon onderstreept: ‘Ik geloof niet dat een rechtbank, waar ook ter wereld, een man die terechtstaat wegens moord zal verzuimen te veroordelen, als twaalf achtenswaardige burgers getuigen van de kennis die zij hebben over de omstandigheden die tot de moord hebben geleid, en als er niemand is die hun woorden tegenspreekt. Wij hebben het getuigenis van Joseph Smith en het getuigenis van drie getuigen waaruit blijkt dat God hun kennis heeft gegeven omtrent het Boek van Mormon, dat een engel uit de hemel heeft verklaard dat het boek door de gave en macht Gods is vertaald. Die mannen waren Oliver Cowdery, David Whitmer en Martin Harris. Zij verlieten de kerk, maar tot op de dag van hun dood volhardden zij in hun getuigenis aangaande de verklaring van de engel, en dat hun was geboden getuigenis af te leggen van de goddelijke oorsprong van dat boek, en dat hebben ze ook gedaan. Acht mannen, van wie sommigen door de kerk werden geëxcommuniceerd, volhardden in hun getuigenis dat zij de platen waarvan het Boek van Mormon is vertaald, hadden gezien en aangeraakt, en zij zijn hun getuigenis tot de dood trouw gebleven. Al het ongeloof in de wereld bewijst niet dat die mannen niet de waarheid spraken, want er zijn geen getuigen die het tegendeel beweren’ (Conference Report, april 1929, p. 128). Zie ‘De getuigen van de platen met het Boek van Mormon’ in het aanhangsel (p. 432).

  • Ondanks dat zij de gouden platen in juni 1829 hebben gezien en aangeraakt, zijn sommige getuigen niet trouw gebleven aan De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen. President James E. Faust heeft uitgelegd: ‘Kennis wordt door geloof verkregen. In onze tijd moeten we de waarheid leren kennen van alles wat er op de gouden platen stond, ook al hebben we ze niet gezien. In tegenstelling tot de drie en de acht getuigen kunnen wij ze niet zien en aanraken. Sommigen van de mensen die ze gezien en aangeraakt hebben, zijn niet trouw aan de kerk gebleven. Een engel zien is een enorme ervaring, maar het is veel belangrijker om door geloof en het getuigenis van de Geest kennis van de goddelijke natuur van de Heiland te ontvangen [zie Johannes 20:29]’ (Conference Report, april 2002, p. 57; of Liahona, mei 2002, p. 48).

De getuigen van de platen met het Boek van Mormon

Stof tot nadenken

  • In welke opzichten is het Boek van Mormon eveneens een testament aangaande Jezus Christus?

  • Hoe helpt het bestuderen van het Boek van Mormon ons om de dingen Gods niet te veroordelen? (Titelblad van het Boek van Mormon).

  • Waarom dient ieder lid van de kerk te kunnen getuigen dat het Boek van Mormon het woord van God is?

Voorgestelde opdrachten

  • Schrijf in het kort op wat volgens u de doelen van het Boek van Mormon zijn. Vergelijk uw lijstje met de doelen die Moroni op het titelblad van het Boek van Mormon noemt.

  • Analyseer de belofte in Moroni 10:3–5 en stel vast wat u moet doen om een getuigenis van het Boek van Mormon te krijgen of te versterken.