Leringen van kerkpresidenten
Hoofdstuk 7: Voortdurende openbaring aan hedendaagse profeten


Hoofdstuk 7

Voortdurende openbaring aan hedendaagse profeten

‘We worden door een hedendaagse profeet van God geleid — iemand die openbaring van de Heer ontvangt.’

Uit het leven van Howard W. Hunter

Nadat hij in de algemene oktoberconferentie van 1994 als president van de kerk gesteund was, uitte Howard W. Hunter zijn gevoelens over zijn heilige taken:

‘Geliefde broeders en zusters, ik dank u voor uw steunverlening. Ik sta nederig voor u en ben bedroefd door het recente overlijden van onze dierbare profeet, president Ezra Taft Benson. Mijn hart is vol tedere gevoelens sinds het overlijden van mijn goede vriend, vooral omdat ik nieuwe taken gekregen heb.

‘Ik heb vele tranen gelaten en in oprecht gebed naar de hulp van mijn hemelse Vader gestreefd opdat ik deze hoge en heilige roeping aan zou kunnen. Ik heb gebeden om de functie die dertien andere mannen in deze bedeling vervuld hebben waardig te mogen zijn. Misschien zijn zij, aan de andere kant van de sluier, de enigen die ten volle begrijpen welke zware verantwoordelijkheid en sterke afhankelijkheid van de Heer ik bij het aanvaarden van deze heilige roeping voel.’

President Hunter legde uit dat hij kracht en geruststelling putte uit zijn overtuiging dat de kerk niet door mensen, maar door Jezus Christus zelf geleid wordt, en dat de Heer de mensen die Hij roept om te presideren, voorbereidt en inspireert:

‘De voorbije maanden heb ik mijn grootste kracht geput uit mijn vaste getuigenis dat dit het werk van God en niet van de mens is. Jezus Christus staat aan het hoofd van deze kerk. Hij leidt haar in woord en daad. Ik kan niet onder woorden brengen hoezeer ik mij vereerd voel dat ik enige tijd een middel in zijn handen mag zijn om zijn kerk te presideren. Maar zonder de wetenschap dat Christus aan het hoofd van de kerk staat, zou ik, of wie dan ook, het gewicht van deze roeping niet kunnen dragen.

‘Nu ik deze verantwoordelijkheid heb aanvaard, erken ik Gods wonderbaarlijke hand in mijn leven. Keer op keer heeft Hij mijn leven gespaard en mij kracht gegeven. Hij heeft mij herhaaldelijk weggeleid van de deur van de dood en mij toegestaan mijn sterfelijke bediening voort te zetten. Ik heb mij zo nu en dan afgevraagd waarom mijn leven is gespaard. Maar die vraag heb ik nu naast mij neergelegd en ik bid om het geloof en de gebeden van de leden van de kerk, zodat u en ik kunnen samenwerken om Gods oogmerken in deze periode van ons leven te verwezenlijken. […]

‘Het is nu 35 jaar geleden dat mij als lid van het Quorum der Twaalf Apostelen steun verleend is. Die jaren zijn vol voorbereiding geweest. […] Mijn wandel is nu langzamer, maar mijn verstand is helder en mijn geest is jong. […]

‘Net als mijn broeders voor mij krijg ik bij deze roeping de verzekering dat God zijn profeet zal leiden. Ik aanvaard ootmoedig de oproep om te dienen en verklaar net als de psalmist: “De Heere is mijn kracht en mijn schild; op Hem heeft mijn hart vertrouwd en ik ben geholpen” (Psalmen 28:7).’1

Afbeelding
President Howard W. Hunter

Als lid van het Quorum der Twaalf Apostelen gaf president Howard W. Hunter de heiligen der laatste dagen de raad om de president van de kerk te volgen.

Leringen van Howard W. Hunter

1

In elke bedeling heeft God profeten als zijn spreekbuis doen opstaan.

In het Oude Testament vinden we de woorden van grote mannen uit het verleden die we de profeten noemen. De boeken in het Nieuwe Testament bevatten onder andere de geschriften, leringen en geschiedenis van mannen in een latere bedeling, die als profeet bestempeld werden. We hebben ook de kroniek van de profeten op het westelijke halfrond die hun stem lieten horen, het woord van de Heer verkondigden, tegen onrechtvaardigheid opstonden en in de beginselen van het evangelie onderwezen. Ze hebben allemaal hun getuigenis nagelaten.

Een profeet is iemand die door de Heer geroepen en gesterkt is om de doeleinden van God onder zijn kinderen te bevorderen. Hij heeft het priesterschap ontvangen en spreekt met gezag. Profeten zijn leraars en verdedigen het evangelie. Ze getuigen van de goddelijke aard van de Heer, Jezus Christus. Profeten hebben de toekomst voorspeld, maar dat is niet hun belangrijkste taak, hoewel het een bewijs van hun profetische macht kan zijn.

Er is in elke bedeling behoefte aan rechtschapen leiderschap geweest, en God heeft de profeten lang vóór ze naar dit sterfelijke leven kwamen met dat doel gekozen [zie Jeremia 1:5; Abraham 3:23].2

De openbaringen van de Heer in de heilige Schriften bevestigen dat de profeten en de kerk in elk tijdperk door voortdurende openbaring geleid worden. Zonder voortdurende openbaring zou Noach niet op de zondvloed, die de hele aarde bedekte, voorbereid geweest zijn. Abraham zou niet uit Haran naar Hebron, het land van belofte, geleid zijn. Voortdurende openbaring leidde de kinderen van Israël uit slavernij naar hun beloofde land terug. Openbaring aan profeten gaf leiding aan het zendingswerk, gaf opdracht tot de heropbouw van de tempel van Salomo, en keurde de overname van heidense rituelen door de Israëlieten af.

Vóór zijn hemelvaart beloofde Christus de overgebleven elf apostelen: ‘En zie, Ik ben met u al de dagen, tot de voleinding van de wereld’ (Mattheüs 28:20). Na zijn hemelvaart gaf Hij tot aan de dood van de apostelen en de daaropvolgende afval van de kerk van Jezus Christus door middel van openbaring leiding aan de kerk.3

Door de geschiedenis heen, en tot op de dag van vandaag, heeft de kerk altijd een profeet, ziener en openbaarder gehad. Het hoofd van de kerk is Jezus Christus, die zijn profeet instructies geeft. […] Zijn raadgevers [en] de leden van de Raad der Twaalf […] zijn ook profeten, zieners en openbaarders. […] De leden van de kerk hoeven niet naar een onherkenbare bazuin te luisteren. Ze kunnen op de stem van hun leiders vertrouwen en weten dat zij leiding van de Heer ontvangen.4

2

God leidt zijn kinderen in deze tijd door middel van een hedendaagse profeet.

De apostel die het boek Openbaring schreef, zag in een visioen een kenmerkend teken van de laatste dagen dat aan de wederkomst van de Heer voorafgaat. Hij zei:

‘Ik zag een andere engel, die hoog aan de hemel vloog. En hij had het eeuwige Evangelie, om dat te verkondigen aan hen die op de aarde wonen, en aan elke natie, stam, taal en volk’ (Openbaring 14:6). […]

We getuigen tot de hele wereld dat er in onze tijd al hemelse bezoekers verschenen zijn die ons hemels gezag brachten en waarheden herstelden die door verbasterde leringen en gebruiken verloren gegaan waren. God heeft opnieuw gesproken en blijft al zijn kinderen door middel van een hedendaagse profeet leiden. We verklaren dat Hij, zoals beloofd, altijd bij zijn dienstknechten is en over de hele wereld leiding geeft aan de zaken van zijn kerk. Net als in het verleden geeft openbaring leiding aan het zendingswerk, het bouwen van tempels en het roepen van priesterschapsdragers, en waarschuwt ze ons voor het kwade in de maatschappij dat de kinderen van onze Vader hun heil kan ontzeggen.

In een openbaring aan een hedendaagse profeet, Joseph Smith, heeft de Heer gezegd:

‘Want Ik ben geen aannemer des persoons, en wil dat alle mensen zullen weten dat de dag spoedig komt; de ure is nog niet, maar is wél nabij, waarop vrede van de aarde zal worden weggenomen en de duivel macht zal hebben over zijn eigen rijk.

‘En ook de Heer zal macht hebben over zijn heiligen en zal in hun midden regeren’ (LV 1:35–36).

De Heer regeert in deze tijd te midden van zijn heiligen door voortdurende openbaring. Ik getuig dat Hij vandaag de dag en tot het einde der aarde met zijn dienstknechten is.

Ik bid dat onze visie niet zo beperkt zal zijn dat we geloven dat alleen de profeten uit de oudheid openbaring ontvingen. God is barmhartig, heeft zijn kinderen in alle tijdperken lief en heeft zich ook in deze tijd geopenbaard.5

De Heer maakt zijn bedoeling en wil aan zijn gezalfde profeten kenbaar. Er vloeit een oneindige, voortdurende stroom van openbaring uit de hemelse bronnen naar Gods gezalfde dienstknechten op aarde. Na de dood van de profeet Joseph Smith is de stem van de Heer tot zijn profeten blijven spreken.6

3

In deze tijd van geestelijke hongersnood vinden we geestelijke overvloed door naar de stem van de profeet te luisteren.

In oudtestamentische tijden was hongersnood een veel voorkomende plaag, en de mensen begrepen welke rampzalige gevolgen een mislukte oogst en een uitgehongerd volk teweegbrachten. Amos bracht dat begrip scherp in beeld met zijn voorspelling van een geestelijke hongersnood. Hij zei: ‘[…] geen honger naar brood, geen dorst naar water, maar om de woorden van de Heere te horen’ [Amos 8:11]. […]

De hedendaagse berichten over de verwarring en frustratie van mensen en godsdienstige groeperingen bij hun pogingen om hun godsdienstige twijfels en conflicten op te lossen, doen ons aan deze woorden van Amos denken: ‘[…] van noord tot oost trekken zij rond, om het woord van de Heere te zoeken, maar zij zullen het niet vinden’ [Amos 8:12].

Ze proberen een oplossing te vinden zonder op de rots van openbaring te bouwen, zoals de Heer opgedragen heeft [zie Mattheüs 16:17–18]. […]

De verwarring en frustratie waaronder de wereld lijdt, komen minder vaak bij getrouwe leden van de kerk voor. […] Er is een betrouwbare stem voor wie geloof hebben en willen geloven. We leven, zoals Amos voorspelde, inderdaad in een tijd van hongersnood. […] Niettemin zijn er velen die geestelijke overvloed in deze geestelijke hongersnood gevonden hebben.

Het is […] mijn nederig getuigenis dat het evangelie in deze laatste dagen in haar volheid hersteld is en dat er vandaag de dag een profeet op aarde is die de bedoeling en wil van de Heer bekendmaakt aan wie willen luisteren en het geloof hebben om er gehoor aan te geven.7

4

Als we de leringen van de hedendaagse profeten volgen, zullen we niet afdwalen.

De belangrijkste profeet voor de mensen in vroegere bedelingen en tijden was de profeet die op dat ogenblik de wil van de Heer naleefde, onderwees en openbaarde. De Heer heeft in elke bedeling profeten als zijn spreekbuis tot het volk in een bepaalde tijd en voor de specifieke problemen in die tijd doen opstaan.

De huidige, levende profeet is onze leider, onze leraar. We krijgen in deze tijd van hem instructie. We steunen hem over de hele wereld als profeet van de Heer en betuigen onze dankbaarheid voor die bron van goddelijke leiding. […]

Als we de profeten van het begin tot op de dag van vandaag door onze gedachten laten gaan, beseffen we dat het een grote zegen is om een levende profeet te hebben. De geschiedenis leert ons dat we onder Gods oordeel vallen, tenzij we bereid zijn om naar de waarschuwingen en leringen van de profeet van de Heer te luisteren.8

Alleen de president van de kerk heeft het recht om openbaringen voor de hele kerk te ontvangen of om officieel uitlegging aan de Schriften of de leerstellingen van de kerk te geven:

‘Niemand zal worden aangewezen om in deze kerk geboden en openbaringen te ontvangen behalve [de president van de kerk], want hij ontvangt ze gelijk Mozes’ (LV 28:2).9

Als we het advies, de raad en de leringen van de leiders van de kerk in hun instructie aan ons volgen, zullen we niet afdwalen van wat belangrijk voor ons persoonlijke heil en onze verhoging is.10

Ik ben erg dankbaar voor de openbaringen die het wonderbare systeem waarmee deze kerk bestuurd wordt, gevestigd hebben. We steunen elke man die tot apostel geordend en als lid van het Quorum der Twaalf aangesteld wordt als profeet, ziener en openbaarder. Het Eerste Presidium en het Quorum der Twaalf Apostelen, geroepen en geordend om de sleutels van het priesterschap te dragen, hebben het gezag en de taak om de kerk te besturen, de verordeningen ervan te bedienen, in de leer te onderwijzen, en haar gebruiken te vestigen en in stand te houden.

Als de president van de kerk ziek is of niet in staat alle plichten van zijn ambt volledig te vervullen, voeren zijn twee raadgevers, die met hem het quorum van het Eerste Presidium vormen, het werk van het presidium uit. Alle belangrijke vragen, beleidsplannen, programma’s of leerstellingen worden in raadsvergadering onder gebed door de raadgevers in het Eerste Presidium en door het Quorum der Twaalf Apostelen overwogen. Er wordt niet één beslissing door het Eerste Presidium en het Quorum der Twaalf genomen die niet door alle betrokkenen gesteund wordt.

Deze geïnspireerde handelwijze zorgt ervoor dat de kerk zonder onderbreking voorwaarts gaat. Het besturen van de kerk en het uitoefenen van de profetische gaven zullen altijd op de schouders rusten van de apostolische gezagdragers die alle sleutels van het priesterschap dragen en gebruiken.11

Afbeelding
Conferentiecentrum

‘De conferentie is een tijd van geestelijke opleving waarin onze kennis en ons getuigenis […] vergroot en versterkt worden.’

5

In de algemene conferentie ontvangen we geïnspireerde leiding van profeten, zieners en openbaarders.

Toen ik nadacht over de boodschappen van [de algemene] conferentie, vroeg ik me af: Hoe kan ik anderen deelgenoot maken van de goedheid en de zegeningen van onze hemelse Vader? Het antwoord is de aanwijzingen te volgen die wij ontvangen van hen die we steunen als profeet, ziener en openbaarder, en van de andere algemene autoriteiten. Laten we de woorden die zij gesproken hebben in een geest van inspiratie bestuderen en ze vaak raadplegen. De Heer heeft in deze conferentie zijn wil aan de heiligen kenbaar gemaakt.12

Veel geïnspireerde raad van de profeten, zieners, openbaarders en andere algemene autoriteiten van de kerk wordt in de algemene conferentie gegeven. Onze hedendaagse profeten hebben ons geadviseerd de conferentie-uitgaven van onze kerkelijke tijdschriften vaak te lezen en ze deel van onze persoonlijke studie uit te laten maken. Daarmee wordt de algemene conferentie in zekere zin een supplement bij, of een uitbreiding van, de Leer en Verbonden.13

De conferentie is een tijd van geestelijke opleving waarin onze kennis en ons getuigenis dat God leeft, en dat Hij de getrouwen zegent, vergroot en versterkt worden. Het is een tijd waarin de kennis dat Jezus de Christus is, de Zoon van de levende God, in het hart gegrift wordt van wie vastberaden zijn om Hem te dienen en zijn geboden te onderhouden. In de conferentie geven onze leiders ons instructie voor onze levenswandel. Het is een tijd waarin onze ziel beroerd wordt en we ons voornemen om een betere man of vrouw, vader of moeder, een gehoorzamere zoon of dochter, een betere vriend en buur te zijn. […]

Wij die vandaag [in de algemene conferentie] bijeengekomen zijn, beweren een bijzondere, unieke kennis van het evangelie van de Heiland te hebben. Maar het opvallendste voor wie ons leren kennen, is onze verklaring aan de wereld dat we door een hedendaagse profeet van God geleid worden — iemand die met de Heer communiceert en inspiratie en openbaring van Hem ontvangt.14

Suggesties voor studie en onderwijs

Vragen

  • Neem president Hunters leringen in onderdeel 1 door. Waarom heeft God in elke bedeling profeten voorzien? Wat zijn enkele taken van profeten? Hoe kunnen we kinderen helpen om een getuigenis van profeten te krijgen?

  • Hoe is een hedendaagse profeet ons nu tot zegen? (Zie onderdeel 2.) Waarom is het belangrijk dat er een ‘oneindige, voortdurende stroom van openbaring’ van God naar zijn levende profeten vloeit?

  • Noem enkele bewijzen dat we in een tijd van ‘geestelijke hongersnood’ leven. (Zie onderdeel 3.) Welke zegeningen hebt u ontvangen door naar de stem van de levende profeet te luisteren?

  • President Hunter zegt dat ‘alleen de president van de kerk het recht [heeft] om openbaringen voor de hele kerk te ontvangen’ (onderdeel 4). Waarom is het nuttig om dat te weten? Waarom is het nuttig om te weten dat we niet zullen afdwalen als we de profeet volgen?

  • Overweeg het belang van de algemene conferentie in uw leven. (Zie onderdeel 5.) Welke leringen uit de algemene conferentie zijn u tot zegen geweest? Hoe kunt u de algemene conferentie een grotere invloed op uw leven en gezin laten hebben?

Relevante Schriftteksten

Amos 3:7; Mattheüs 10:41; Lukas 1:68–70; Bijbelvertaling van Joseph Smith, 2 Petrus 1:20–21; Mosiah 8:15–18; LV 1:14–16, 37–38; 21:1, 4–6; 43:2–6; 107:91–92

Onderwijstip

Zet als klas enkele vragen op het bord die andersgelovigen over het onderwerp van het hoofdstuk kunnen stellen. Vraag de aanwezigen om het hoofdstuk door te nemen, naar antwoorden op deze vragen te zoeken, en vervolgens over hun bevindingen te vertellen.

Noten

  1. ‘Exceeding Great and Precious Promises’, Ensign, november 1994, 7–8.

  2. In Conference Report, oktober 1963, 99.

  3. ‘No Man Shall Add to or Take Away’, Ensign, mei 1981, 65.

  4. ‘Spiritual Famine’, Ensign, januari 1973, 65.

  5. ‘No Man Shall Add to or Take Away’, 65.

  6. The Teachings of Howard W. Hunter, red. Clyde J. Williams (1997), 196.

  7. ‘Spiritual Famine’, 64–65.

  8. In Conference Report, oktober 1963, 101.

  9. The Teachings of Howard W. Hunter, 225.

  10. The Teachings of Howard W. Hunter, 223.

  11. ‘Exceeding Great and Precious Promises’, 7. President Hunter verkondigde deze belangrijke beginselen toen hij president van de kerk was.

  12. ‘Follow the Son of God’, Ensign, november 1994, 87.

  13. The Teachings of Howard W. Hunter, 212.

  14. ‘Conference Time’, Ensign, november 1981, 12–13.