Leringen van kerkpresidenten
Hoofdstuk 10: De Schriften — de meest rendabele studie


Hoofdstuk 10

De Schriften — de meest rendabele studie

‘Laten we allemaal […] door geregelde Schriftstudie dichter tot onze Vader in de hemel en zijn geliefde Zoon komen.’

Uit het leven van Howard W. Hunter

President Howard W. Hunter hield heel veel van de Schriften en bestudeerde ze ijverig. Zijn liefde en studie kwamen in zijn leringen tot uiting, die met verhalen en andere passages uit de standaardwerken doorspekt waren. Als hij in een evangeliebeginsel onderwees, vooral in de algemene conferentie, selecteerde hij vaak minstens één verhaal uit de Schriften, vertelde het in detail, en haalde er lessen uit.

Als hij bijvoorbeeld in toewijding aan God onderwees, vertelde hij over Jozua, over Sadrach, Mesach en Abed-Nego; en over anderen in het Oude Testament die een voorbeeld van toewijding waren (zie hoofdstuk 19). Als hij over dienen sprak, gebruikte hij voorbeelden uit het Boek van Mormon om aan te tonen dat mensen die weinig erkenning kregen daarom ‘niet minder van dienst’ waren dan anderen wier dienstbetoon meer opviel (zie hoofdstuk 23). Ook als hij sprak over innerlijke vrede in tijden van beproeving gebruikte hij uitgebreide passages uit de Schriften, waaronder het verhaal van Petrus die op het water wandelde (zie hoofdstuk 2). Als hij het over het avondmaal had, verschafte hij context door het verhaal van de kinderen van Israël en het Pascha door te nemen (zie hoofdstuk 15).

President Hunter wist dat de Schriften belangrijk waren om een getuigenis van Jezus Christus te krijgen. Daarom onderwees hij vaak uit de Schriften over de bediening, kruisiging en opstanding van de Heiland. Hij verklaarde:

‘Ik ben dankbaar voor de Schriften waaruit door een toegewijde studie veel kennis over Jezus Christus te halen is. Ik ben dankbaar dat de Heer door middel van de profeten van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen aan het Oude en het Nieuwe Testament andere geopenbaarde Schriftuur als getuige van Christus toegevoegd heeft, namelijk het Boek van Mormon, de Leer en Verbonden en de Parel van grote waarde, die eveneens het woord van God zijn. Ze getuigen dat Jezus de Christus is, de Zoon van de levende God.’1

Afbeelding
gezin bestudeert Schriften

‘We hopen dat u de Schriften dagelijks alleen en in gezinsverband leest en bestudeert.’

Leringen van Howard W. Hunter

1

De Schriften bestuderen, is voor ons de meest rendabele studie.

De kern van alle waarheid is het getuigenis dat Jezus van Nazareth de Christus is, de grote Jehova, de Heiland van de wereld, en de eniggeboren Zoon van de levende God. Dat is de boodschap van de Schriften. Elk van die heilige boeken roept op tot geloof in God de eeuwige Vader en in zijn Zoon, Jezus Christus. En elk van die Schriftuurlijke boeken bevat de oproep om de wil van God te doen en zijn geboden te onderhouden.2

Als we de raad van onze leiders volgen om de Schriften te lezen en te bestuderen, zullen we allerlei voordelen en zegeningen ontvangen. Het is voor ons de meest rendabele studie. […]

De Schriften bevatten de kroniek waarin God zich openbaart, en door de Schriften spreekt Hij tot ons. Wat is een betere tijdsbesteding dan in de Schriften te lezen hoe we God beter kunnen leren kennen en onze band met Hem kunnen begrijpen? Tijd is kostbaar voor mensen die het druk hebben en we beroven onszelf ervan als we ons inlaten met het lezen van, of kijken naar, zaken die lichtzinnig zijn en weinig waarde hebben.3

We hopen dat u de Schriften dagelijks alleen en in gezinsverband leest en bestudeert. We mogen niet lichtvaardig omgaan met het gebod van de Heer: ‘U onderzoekt de Schriften, want u denkt daardoor eeuwig leven te hebben, en die zijn het die van Mij getuigen’ (Johannes 5:39). U zult de geest in uw gezin en uw leven voelen als u het geopenbaarde woord leest.4

De kerk behoort vol te zitten met mensen die de Schriften goed kennen, die er verwijzingen in aanbrengen en ze markeren, die met behulp van de Gids bij de Schriften lessen en toespraken voorbereiden, en die weten hoe ze de kaarten en de andere hulpmiddelen in de standaardwerken moeten gebruiken. Er staat uiteraard meer in dan we snel machtig kunnen worden. Het Schriftuurlijke veld is zeker ‘reeds wit om te oogsten’ [zie LV 4:4]. […]

In geen enkele andere bedeling waren de Schriften — het eeuwige, verlichtende woord van God — zo toegankelijk en zo goed gestructureerd voor het gebruik door iedereen die ze wil bestuderen. Het geschreven woord van God heeft de meest leesbare en toegankelijke vorm die in de wereldgeschiedenis ooit aan leken is gegeven. We zullen zeker ter verantwoording worden geroepen als we ze niet lezen.5

2

Door de Schriften te bestuderen, leren we de wil van God kennen en gehoorzamen.

Om de wet van het evangelie en de leringen van Jezus Christus te kunnen gehoorzamen, moeten we eerst de wet en de wil van de Heer begrijpen. Dat doen we het best door de Schriften en de woorden van de profeten te doorzoeken en bestuderen. Zo raken we vertrouwd met Gods openbaringen aan de mens.

In een van [de] geloofsartikelen staat: ‘Wij geloven alles wat God heeft geopenbaard, alles wat Hij nu openbaart, en wij geloven dat Hij nog vele grote en belangrijke dingen aangaande het koninkrijk Gods zal openbaren’ (Geloofsartikelen 1:9).

Gods wil is in de Schriften geopenbaard en daarom is ons opgedragen ze te lezen om de waarheid te ontdekken. De Heer legde Oliver Cowdery uit hoe hij die waarheden kon ontdekken. Hij zei: Zie, Ik [geef] u een gebod dat u op de dingen die geschreven staan, vertrouwt; want daarin staan alle dingen geschreven aangaande de grondlegging van mijn kerk, mijn evangelie en mijn rots’ (LV 18:3–4).

Paulus schreef een brief aan zijn goede vriend Timotheüs, waarin hij hem aanspoorde om in de Schriften te lezen. Hij schreef: ‘U [kent] van jongs af de heilige Schriften, die u wijs kunnen maken tot zaligheid, door het geloof dat in Christus Jezus is.’ Vervolgens voegde hij eraan toe: ‘Heel de Schrift is door God ingegeven en is nuttig om daarmee te onderwijzen, te weerleggen, te verbeteren en op te voeden in de rechtvaardigheid’ (2 Timotheüs 3:15–16). […]

Onze kerkleiders hebben veel nadruk gelegd op het lezen van de Schriften en de woorden van zowel de oude als de hedendaagse profeten. Ze hebben vaders en moeders gevraagd om de Schriften te lezen zodat ze hun kinderen op de juiste manier kunnen onderwijzen. Onze kinderen lezen de Schriften dankzij het voorbeeld van hun ouders. We bestuderen de Schriften tijdens de gezinsavond, en sommige gezinnen lezen in de vroege uurtjes samen in de Schriften. […] Zo leren we de wil van de Heer kennen, zodat we gehoorzaam kunnen zijn.6

Sta eens stil bij de volgende passage uit de Schriften die begint met het woord van God nauwkeurig nakomen, en ons vervolgens belooft dat we, als we dat doen, in zijn tegenwoordigheid mogen vertoeven:

‘En nu geef Ik u een gebod om over uzelf te waken, om de woorden van eeuwig leven nauwkeurig na te komen.

‘Want u zult leven naar ieder woord dat uit de mond Gods uitgaat.

‘Want het woord des Heren is waarheid, en al wat waarheid is, is licht, en al wat licht is, is Geest, ja, de Geest van Jezus Christus. […]

‘En eenieder die luistert naar de stem van de Geest, komt tot God, ja, de Vader’ (LV 84:43–45, 47).

Dat is een mooie reis die begint met het woord van God en uiteindelijk tot verhoging leidt. ‘De woorden van Christus zullen u alle dingen zeggen die gij behoort te doen’ (2 Nephi 32:3).7

Ik beveel de openbaringen van God bij u aan als de norm waarnaar wij moeten leven en waaraan wij elke beslissing en daad moeten afmeten. Dus als u zorgen en moeilijkheden hebt, pak ze dan aan door u tot de Schriften en de profeten te wenden.8

Afbeelding
jonge man leest in de Schriften

Schriftstudie ‘is de meest rendabele studie waarmee we bezig kunnen zijn.’

3

Om de Schriften te begrijpen, moeten we ze geconcentreerd, geregeld en onder gebed bestuderen.

We sporen ieder van u aan om zorgvuldig te overwegen hoelang u momenteel onder gebed de Schriften overpeinst.

Als dienstknecht van de Heer geef ik u de uitdaging om het volgende te doen:

1. Lees en overpeins de Schriften dagelijks voor uzelf, en bid erover.

2. Houd geregeld Schriftstudie in gezinsverband. We prijzen diegenen onder u die dit al doen en sporen de anderen aan om er meteen mee te beginnen. […]

Laten we allemaal voorwaarts gaan met een vast voornemen om meer te bidden, meer in overeenstemming met de Geest te leven, en door geregelde Schriftstudie dichter tot onze Vader in de hemel en zijn geliefde Zoon te komen.9

Iedereen heeft een andere leesgewoonte. Er zijn snelle en trage lezers. Sommigen lezen slechts korte periodes en anderen willen pas stoppen als het boek uit is. Wie zich echter in de Schriften verdiept, ontdekt dat het niet volstaat om zomaar te lezen — men moet ze geconcentreerd bestuderen. Wie de Schriften elke dag bestudeert, bereikt ontegenzeggelijk veel meer dan wie er de ene dag veel tijd in steekt en dan pas weer na dagen de draad oppakt. We moeten de Schriften niet alleen dagelijks bestuderen, we moeten er ook een bepaalde tijd voor reserveren waarop we ons ongestoord kunnen concentreren.

Niets is nuttiger dan gebed om ons open te stellen voor de Schriften. Met gebed kunnen we onze geest op het vinden van antwoorden op onze vragen instellen. De Heer heeft gezegd: ‘Bid, en u zal gegeven worden; zoek, en u zult vinden; klop, en er zal voor u opengedaan worden’ (Lukas 11:9). Hierin ligt Christus’ zekerheid: als we vragen, zoeken en kloppen, zal de Heilige Geest ons begrip leiden als we klaar en bereid zijn om te ontvangen.

Velen vinden dat je het beste ’s ochtends kunt studeren, als je nog fris bent en niet in beslag genomen wordt door allerhande andere kwesties. Anderen geven er de voorkeur aan om ’s avonds te studeren, als de dagtaak met al haar beslommeringen erop zit, om de dag vredig en rustig met de Schriften af te sluiten.

Wat wellicht belangrijker is dan het tijdstip van de studie is dat men er een bepaalde tijd voor reserveert. Het zou ideaal zijn als men elke dag een uur kon studeren, maar als dat niet haalbaar is, zou men met een half uur per dag al heel wat kunnen bereiken. Een kwartier per dag is aan de korte kant, maar toch kan men daarin verrassend veel verlichting en kennis opdoen over zaken die er echt toe doen. Het is evenwel van belang dat we ons door niets van onze studie laten afhouden.

Sommigen verkiezen om alleen te studeren, maar voor echtparen is het ook nuttig om samen te studeren. Een gezin wordt rijkelijk gezegend als verstandige ouders hun kinderen om zich heen verzamelen, samen in de Schriften lezen, en dan vrijelijk de prachtige verhalen en gedachten bespreken zodat iedereen die begrijpt. Jongeren en kleine kinderen hebben vaak een verbazend inzicht in godsdienstige basislectuur.

We moeten niet zomaar lukraak iets lezen, maar een systeem voor onze studie ontwikkelen. Er zijn mensen die een bepaald aantal bladzijden of een bepaald aantal hoofdstukken per dag of per week lezen. Dat kan volstaan en prettig zijn als men voor zijn plezier leest, maar het is geen zinvolle manier van studeren. Het is beter om elke dag een bepaalde tijd aan Schriftstudie te besteden dan alleen maar een paar hoofdstukken te lezen. Soms zien we dan dat die tijd aan slechts één vers wordt besteed.10

4

Als we over het korte Schriftuurlijke verhaal over Jaïrus nadenken, ontvangen we veel meer kennis en begrip.

We kunnen het leven, de handelingen en leringen van Jezus snel doorlezen. De verhalen zijn meestal eenvoudig en ze worden in eenvoudige bewoordingen verteld. De Meester sprak in zijn leringen met weinig woorden, maar elk woord geeft zo beknopt zijn betekenis weer dat ze samen voor de lezer een helder beeld scheppen. Soms kunnen we echter urenlang diepzinnige gedachten overpeinzen die in een paar eenvoudige woorden neergepend zijn.

Er was een voorval in het leven van de Heiland waar zowel Mattheüs, Markus als Lukas over schreven. Markus vertelt een groot deel van het verhaal in slechts twee korte verzen, en zes woorden in het daaropvolgende vers. […]

‘En zie, er kwam een van de hoofden van de synagoge, wiens naam Jaïrus was; en toen hij Hem zag, wierp hij zich neer aan Zijn voeten

‘en smeekte Hem dringend: Mijn dochtertje ligt op sterven; ik smeek U dat U komt en de handen op haar legt, zodat zij behouden wordt en zal leven.

‘En Hij ging met hem mee’ (Markus 5:22–24).

Het duurt ongeveer een halve minuut om dat verhaal te lezen. Het is kort en eenvoudig. We kunnen ons er duidelijk iets bij voorstellen en zelfs een kind zou het moeiteloos kunnen herhalen. Maar als we er langer over nadenken, ontvangen we veel meer kennis en begrip. […]

Jezus en zijn gezelschap waren net het Meer van Galilea weer overgestoken, en een menigte die op Hem gewacht had, kwam Hem aan de kust bij Kafarnaüm tegemoet. ‘En zie, er kwam een van de hoofden van de synagoge.’ De grote synagoges werden in die tijd door een raad van ouderlingen onder toezicht van een leider of hoofd gepresideerd. Dat was een man van aanzien, naar wie de Joden met respect keken.

Mattheüs vermeldt de naam van die leidinggevende ouderling niet, maar Markus voegt na zijn titel de woorden ‘wiens naam Jaïrus was’ toe. Nergens anders in de Schriften wordt deze man of zijn naam vermeld, maar hij is een bekende historische figuur geworden vanwege een kort contact met Jezus. Vele levens die anders in de vergetelheid geraakt zouden zijn, werden gedenkwaardig door de aanraking van de hand van de Meester die een grote verandering van gedachten en handelingen, en een nieuw en beter leven teweegbracht.

‘En toen hij Hem zag [dus toen Jaïrus Jezus zag], wierp hij zich neer aan Zijn voeten.’

Het was bizar dat een man van zijn positie en aanzien, het hoofd van de synagoge, aan de voeten van Jezus knielde — de voeten van iemand die als rondreizende leraar met de gave van genezing beschouwd werd. Vele anderen die geleerd waren en aanzien hadden, zagen Jezus ook, maar negeerden Hem. Zij stonden nergens voor open. Dat is vandaag de dag niet anders. Velen worden er door obstakels van weerhouden om Hem te aanvaarden.

‘En [Jaïrus] smeekte Hem dringend: Mijn dochtertje ligt op sterven.’ Dat is iets wat veelvuldig voorkomt als iemand tot Christus komt, niet zozeer voor zichzelf, maar omdat een dierbare dringend hulp nodig heeft. De trilling die we in de stem van Jaïrus horen als hij ‘mijn dochtertje’ zegt, beroert onze ziel terwijl we ons in gedachten deze hooggeplaatste man in de synagoge op zijn knieën voor de Heiland voorstellen.

Vervolgens lezen we een uiting van groot geloof: ‘Ik smeek U dat U komt en de handen op haar legt, zodat zij behouden wordt en zal leven.’ Dit zijn niet alleen de gelovige woorden van een rouwende vader. Ze herinneren ons er ook aan dat alles wat Jezus aanraakt tot leven komt. Als Jezus een huwelijk aanraakt, komt het tot leven. Als hij een gezin mag aanraken, komt het tot leven.

Daarna lezen we de woorden: ‘En Hij ging met hem mee.’ We nemen aan dat die gebeurtenis niet op de agenda voor die dag stond. De Meester was over het meer teruggekomen, waar de menigte Hem op de oever opwachtte om onderwijs van Hem te krijgen. […] De smeekbede van een vader onderbrak Hem. Hij had het verzoek kunnen afslaan omdat er vele anderen wachtten. Hij had tegen Jaïrus kunnen zeggen dat Hij zijn dochter de dag erop zou bezoeken, maar ‘[Jezus] ging met hem mee.’ Als we in het voetspoor van de Meester volgen, hebben we het dan ooit te druk om de behoeften van onze naasten te negeren?

We hoeven de rest van het verhaal niet te lezen. Toen ze bij de woning van het hoofd van de synagoge aankwamen, nam Jezus het meisje bij de hand en wekte Hij haar uit de dood op. Zo zal Hij ons ook tot een nieuw en beter leven verheffen als we Hem toestaan ons bij de hand te nemen.11

5

Het Boek van Mormon en de Leer en Verbonden brengen ons dichter tot Christus.

Het Boek van Mormon

Een van de belangrijkste hulpbronnen die de Heer ons gegeven heeft om dit goddelijke werk te vervullen, is het Boek van Mormon, dat de ondertitel ‘Eveneens een testament aangaande Jezus Christus’ heeft. [President Ezra Taft Benson] heeft ons openhartig aangespoord om deze heilige Schriftuur te lezen en haar voorschriften na te leven. Hij zei: ‘Het heeft de grote taak om mensen tot Christus [en dus tot de Vader] te brengen. Al het andere is daaraan ondergeschikt.’ (Ensign, mei 1986, p. 105.) Broeders en zusters, we hopen dat u uw geest voedt door regelmatig in het Boek van Mormon en de andere Schriften te lezen en ze in uw bediening te gebruiken.12

Het Boek van Mormon is het woord van God. Wij nodigen u uit deze schitterende kroniek te lezen. Het is het opmerkelijkste boek dat er bestaat. Lees het aandachtig en bid erover, dan zal God u een getuigenis geven dat het waar is, zoals Moroni beloofd heeft (zie Moroni 10:4).13

Door het Boek van Mormon te lezen en te bestuderen, en om een bevestiging van de inhoud ervan te bidden, ontvangen we een getuigenis dat Joseph Smith een profeet van God was en dat de kerk van Jezus Christus op aarde hersteld is.14

Als u [het Boek van Mormon] leest, zal dat een grote uitwerking op uw leven hebben. Het zal uw kennis vergroten van de manier waarop God met de mens omgaat, en uw verlangen vergroten om in harmonie met Gods evangelie te leven. Het zal u ook een krachtig getuigenis van Jezus geven.15

De Leer en Verbonden

De Leer en Verbonden is een uniek boek. Het is het enige boek op aarde met een voorwoord van de Schepper zelf. Bovendien is er geen Schriftboek waar de Heer meer aan het woord is dan dit boek.

Het is geen vertaling van een document uit de oudheid; het is in deze tijd ontstaan. Het is een boek met openbaringen voor onze tijd. Het is een unieke en goddelijk geïnspireerde collectie openbaringen die we door profeten van God in deze tijd gekregen hebben als antwoord op vragen, zorgen en moeilijkheden die zij en anderen hadden. Het bevat goddelijke antwoorden op echte problemen van echte mensen. […]

Beseft u dat u bij het lezen van de Leer en Verbonden door de Schriften de stem van de Heer kunt horen? [Zie LV 18:33–36.] […] Die verlichtende stem zal meestal als ‘gedachten’ in uw verstand en als ‘gevoelens’ in uw hart komen (zie LV 8:1–3). De belofte van die bevestiging […] geldt voor iedereen die onder gebed naar zo’n bevestiging streeft. Hoort iedereen zich niet voor te nemen deze heilige openbaringen te lezen, ze te bestuderen, te overpeinzen en erover te bidden?16

Suggesties voor studie en onderwijs

Vragen

  • Wat hebt u meegemaakt waardoor u hebt geleerd dat Schriftstudie ‘de meest rendabele studie’ is? (Zie onderdeel 1.) Hoe kunnen we ‘mensen [worden] die de Schriften goed kennen’?

  • Hoe worden we gehoorzamer door de Schriften te bestuderen? (Zie onderdeel 2.) Hebt u ondervonden dat ‘de woorden van Christus u alle dingen [zullen] zeggen die gij behoort te doen’? (2 Nephi 32:3).

  • Welke raad van president Hunter over hoe we de Schriften moeten bestuderen, kunt u gebruiken? (Zie onderdeel 3.) Hoe is geregelde, gebedvolle Schriftstudie u tot zegen geweest?

  • Welke inzichten kunnen we krijgen van het verhaal over de Heiland die de dochter van Jaïrus geneest? (Zie onderdeel 4.) Hoe kunt u door over slechts een paar verzen na te denken uw Schriftstudie verrijken?

  • Hoe bent u dankzij het Boek van Mormon en de Leer en Verbonden dichter tot de Heiland gekomen? (Zie onderdeel 5.) Op welke andere manieren hebben die heilige boeken een invloed op u gehad? Overweeg om tot uw familieleden en anderen van deze Schriften te getuigen.

Relevante Schriftteksten

Jozua 1:8; Spreuken 30:5; 1 Nephi 15:23–24; 2 Nephi 3:12; Alma 31:5; 37:44; Helaman 3:29–30; LV 98:11

Studietip

‘Lezen, bestuderen en overpeinzen verschillen van elkaar. We lezen woorden die ons misschien op een idee brengen. We bestuderen en ontdekken misschien patronen en verbanden in Schriftteksten. Maar door te overpeinzen, stellen we ons voor openbaring van de Geest open. Voor mij bestaat overpeinzen uit nadenken en bidden nadat ik aandachtig de Schriften heb gelezen en bestudeerd.’ (Henry B. Eyring, ‘Dienen met de Geest’, Liahona, november 2010, 60.)

Noten

  1. ‘Reading the Scriptures’, Ensign, november 1979, 65.

  2. The Teachings of Howard W. Hunter, red. Clyde J. Williams (1997), 50.

  3. ‘Reading the Scriptures’, 64.

  4. The Teachings of Howard W. Hunter, 53–54.

  5. The Teachings of Howard W. Hunter, 51.

  6. ‘Obedience’ (toespraak gehouden in de conferentie van het gebied Hawaï, 18 juni 1978), 3–5, Bibliotheek voor kerkgeschiedenis, Salt Lake City; de laatste alinea staat ook in The Teachings of Howard W. Hunter, 52.

  7. ‘Eternal Investments’ (toespraak tot CES-godsdienstleerkrachten, 10 februari 1989), 3; si.lds.org.

  8. ‘Fear Not, Little Flock’ (toespraak aan de Brigham Young University, 14 maart 1989), 2; speeches.byu.edu.

  9. The Teachings of Howard W. Hunter, 51–52.

  10. ‘Reading the Scriptures’, 64.

  11. ‘Reading the Scriptures’, 64–65.

  12. ‘The Mission of the Church’ (toespraak gehouden in een instructiebijeenkomst voor regionale vertegenwoordigers, 30 maart 1990), 2.

  13. The Teachings of Howard W. Hunter, 54.

  14. ‘The Pillars of Our Faith’ Ensign, september 1994, 54.

  15. ‘Evidences of the Resurrection’, Ensign, mei 1983, 16.

  16. The Teachings of Howard W. Hunter, 55–56.