2017
Soldaat van de Heer
June 2017


Soldaat van de Heer

De auteur woont in Mexico-Stad (Mexico).

Ik moest kiezen of ik de kwestie zelf aanpakte of het aan de Heer overliet en mij concentreerde op mijn werk als zendeling.

Afbeelding
soldier for the Lord

Afbeelding camouflage: Getty Images; foto soldaat: Krista Rossow/Getty Images

Vele jaren geleden was ik op voltijdzending in het zendingsgebied Monterrey-Noord (Mexico). Ik vond het een grote eer om als zendeling te werken.

Ik had voor mijn zending begon één kwestie nog niet opgelost. Ik had nog geen bevestiging ontvangen van mijn ontslag uit militaire dienst. Dat is een erg belangrijk document. Het betekent dat een jonge man zijn dienstplicht heeft vervuld en het recht heeft om te werken en te studeren. Hij wordt als staatsburger van Mexico erkend.

Toen de uitgiftedatum van dit document naderde, begon ik me zorgen te maken. Ik schreef mijn ouders en vroeg of zij mijn diensttijdboekje konden ophalen. Toen ik hun volgende brief kreeg, maakte ik me nog meer zorgen. Zij vertelden dat het alleen aan de eigenaar kon worden afgegeven.

Ik voelde dringend behoefte om de Heer te bidden en Hem te vragen wat ik moest doen. Het antwoord, dat niet meteen kwam, was dat ik mijn probleem aan mijn zendingspresident moest uitleggen. In mijn gesprek met hem bespraken we twee alternatieven. Eén was dat ik eenvoudigweg op de Heer ‘kon vertrouwen’. Het tweede was dat ik het zelf kon ophalen. Het was mijn beslissing.

Ik wist niet zeker wat ik moest doen. Ik vertrouwde mijn collega mijn zorgen toe, waarna we allebei werden gesterkt toen we deze Schrifttekst lazen: ‘Weet gij niet dat gij in Gods handen zijt? Weet gij niet dat Hij alle macht bezit en dat de aarde op zijn grote gebod als een boekrol zal worden opgerold?’ (Mormon 5:23.) Deze tekst nam al mijn verwarring weg. Vanaf het moment dat ik dit las, wist ik dat het mijn taak was om mij volledig aan mijn zendingswerk te wijden. Mijn probleem lag in de handen van de Heer.

Korte tijd later kreeg ik weer een brief van mijn ouders. Mijn vader schreef:

‘Ik ben nog een keer naar het kantoor van defensie gegaan om te proberen iemand te vinden die ons met je probleem kon helpen. Ik had al heel veel mensen gesproken, toen ik naar een bepaalde plek werd geleid. Ik was inmiddels erg ontmoedigd en wanhopig. Het eerste wat ik zag, was een hele grote deur die openstond, maar door twee indrukwekkende soldaten werd bewaakt. Ik vatte moed, ging naar binnen en vond het kantoor waarnaar ik was verwezen. Toen ik aanklopte, was ik zenuwachtig, maar ik had ook het gevoel dat ik door de Geest van de Heer werd geleid.

‘Toen ik naar binnenging, zag ik een officier achter een bureau zitten. Hij had een rij medailles op zijn borst en heel veel kleurrijke certificaten aan de muur. Hij gaf mij een stevige handdruk en vroeg ernstig: “Wat kan ik voor u doen?”

“Een van mijn zoons is op zending”, antwoordde ik. “Daarom kan hij zijn diensttijdboekje niet zelf ophalen. Ik kom vragen of ik het namens hem kan ophalen.”

‘“Nee, dat kunt u niet. Dat mogen we alleen aan de eigenaar overhandigen”, zei de officier.

‘Op dat moment verlichtte de Heer mij met zijn Geest, en ik zei: “Meneer, u hebt het bevel over veel soldaten die u rekenschap verschuldigd zijn voor de uitvoering van hun taken. Op diezelfde manier is mijn zoon zijn taak aan het vervullen om het evangelie van de Heer te verkondigen. Op dit moment is hij soldaat voor de Heer.”

‘Daarop stond de officier op en zei: “Hebt u identificatie bij u? Wat is de naam van uw zoon?”

‘Toen ik zijn vragen had beantwoord, riep hij een secretaris en zei: “Breng mij de papieren voor deze jonge zendeling.”

‘Hij ondertekende ze, deed ze in een envelop en gaf ze aan mij. Dat was alles wat ik nodig had. Ik gaf hem dankbaar een stevige handdruk. Jongen, je papieren zijn nu in orde en je moet de Heer je dankbaarheid tonen door Hem als een waar soldaat te dienen.’

Toen ik deze brief gekregen had, dankte ik de Heer dat Hij zijn grote macht had gebruikt om voor mij in te grijpen, dat Hij mijn gebeden had verhoord, en mijn vader geïnspireerd. Ik bid dat wij allemaal de Heer volledig zullen vertrouwen en nooit zijn belofte zullen vergeten: ‘Vraagt, en het zal u gegeven worden; zoekt, en gij zult vinden; klopt, en voor u zal worden opengedaan. Want eenieder die vraagt, ontvangt; en hij die zoekt, vindt; en voor hem die klopt, zal worden opengedaan’ (3 Nephi 14:7–8).

Afdrukken