Leringen van kerkpresidenten
Hoofdstuk 35: De zegeningen van beproevingen, kastijdingen en vervolging


Hoofdstuk 35

De zegeningen van beproevingen, kastijdingen en vervolging

President Brigham Young begreep de eeuwige doeleinden van God, en hij paste die kennis toe op de beproevingen die hij en de andere heiligen hadden te doorstaan. President Young zei: ‘Ik heb velen horen praten over wat ze ter wille van Christus hebben geleden. Gelukkig heb ik daar nooit aanleiding toe gehad. Ik heb veel meegemaakt, maar wat mijn lijden betreft heb ik dat vaak vergeleken, in mijn hart en in vergaderingen, met een man die een oude, versleten, haveloze, vuile jas draagt. En iemand komt langs en geeft hem een gloednieuwe prachtige jas. Die vergelijking maak ik als ik denk aan wat ik omwille van het evangelie heb geleden – ik heb een oude jas weggegooid en een nieuwe aangetrokken’ (DBY, 348).

Leringen van Brigham Young

De Heer toetst en beproeft ons zodat we kunnen bewijzen dat we de celestiale heerlijkheid waardig zijn.

Het volk van de allerhoogste God moet op de proef worden gesteld. Er staat geschreven dat het, evenals Abraham, in alles zal worden beproefd [zie LV 101:1–4]. Als er van ons gevraagd wordt de berg Moria op te gaan en een paar van onze Isaaks te offeren, wat dan nog; dat doen we evengoed als al het andere. Ik denk dat de heiligen alle beproevingen die zij zich maar kunnen wensen of indenken, zullen hebben. En als u het licht van de Heilige Geest bezit, ziet u duidelijk dat de beproevingen in het vlees noodzakelijk zijn (DBY, 346).

We bevinden ons nu in een tijd van beproeving om te bewijzen, of niet, dat we het toekomende leven waardig zijn (DBY, 345).

Alle intelligente wezens die worden gekroond met kronen van heerlijkheid, onsterfelijkheid en eeuwige levens moeten alle beproevingen doormaken die zijn vastgesteld voor intelligente wezens, om hun heerlijkheid en verhoging te kunnen beërven. Elke rampspoed die de mens kan overkomen, zal de weinigen overkomen om hen voor te bereiden op de tegenwoordigheid van de Heer. Als we de heerlijkheid krijgen die Abraham heeft gekregen, dan moeten we dat op dezelfde manier doen als hij. Als we ooit voorbereid willen zijn op de omgang met Henoch, Noach, Melchizedek, Abraham, Isaak en Jakob, of met hun getrouwe kinderen, en met de getrouwe profeten en apostelen, zullen we dezelfde ervaringen moeten hebben, en de kennis, intelligentie en begiftigingen die ons voorbereiden om het celestiale koninkrijk van onze vader en God binnen te gaan. (…) Elke beproeving en ervaring die u doorgemaakt hebt, is noodzakelijk voor uw heil (DBY, 345).

Al werd ons leven verlengd met duizend jaar, we zouden nog steeds bijleren. Elke onbestendigheid die we doormaken, is noodzakelijk om ervaring op te doen, als voorbeeld, en als voorbereiding op de beloning die de getrouwe wacht (DBY, 345).

Als Adam niet gezondigd had, en als zijn nageslacht op aarde had kunnen komen, had het de zonde niet gekend, en het verschil tussen bitter en zoet niet, noch rechtschapenheid, en wel om de eenvoudige reden dat elk effect zich pas volledig kan manifesteren door zijn tegenstelling. Als de heiligen zouden zien zoals het in werkelijkheid is als ze door beproevingen heen gaan en lijden onder wat ze offers noemen, dan zouden ze die begroeten als de grootste zegeningen die op hen uitgestort kunnen worden. Maar geef ze ware beginselen en ware vreugden zonder hun tegenstelling, en ze zouden geen vreugde hebben, ze zouden niet gelukkig kunnen worden. Ze zouden het licht niet van de duisternis kunnen onderscheiden, omdat ze geen kennis van de duisternis hebben en derhalve verstoken zijn van het besef van licht. Als ze het bittere niet smaken, hoe kunnen ze dan het zoete bewerkstelligen? Dat zou ze niet lukken [zie LV 29:39] (DBY, 345–346).

We zijn de gelukkigste mensen als we beproevingen hebben; want dan wordt de Geest van God overvloediger uitgestort op de getrouwen [zie 1 Peter 3:14] (DBY, 347).

Ik zeg tot de heiligen der laatste dagen: het enige dat we hoeven te doen, is God te leren kennen. Laat de leugenaars volharden in hun leugens, en laat de vloekers volharden in hun vloeken, en ze zullen ten verderve gaan. Het enige dat we hoeven te doen, is voorwaarts en opwaarts te gaan en de geboden van onze Vader en God te onderhouden, en Hij zal met onze vijanden afrekenen (DBY, 347).

We kunnen met recht zeggen dat er heel wat beproevingen over ons heen zijn gekomen, hoewel ik hoop dat mijn broeders begrijpen dat ik dat niet zo ervaren heb, want alles wat ik heb doorgemaakt, is mij vreugde geweest; dat laat niet onverlet dat we ogenschijnlijk veel hebben moeten opofferen en met veel beproevingen en bezoekingen te maken hebben gehad, dat staat vast. We hebben, min of meer, geleden onder bezoekingen, en we hebben de roof van onze goederen blijmoedig aanvaard. Ikzelf heb alles waarmee de Heer me gezegend had, en dat was niet weinig voor het land waar ik woonde, tot vijf keer toe moeten achterlaten, voordat ik naar deze vallei kwam (DBY, 347–348).

Wat beproevingen betreft, tja kijk ’s, de mens die de geest van onze godsdienst geniet, heeft geen beproevingen; maar de mens die probeert naar het evangelie van de Zoon van God te leven en zich terzelfdertijd vastklampt aan de geest van de wereld, zal beproevingen en verdriet hebben, scherp en pijnlijk, en wel voortdurend (DBY, 348).

Gooi het juk van de vijand af en neem het juk van Christus op u, en u zult zeggen dat zijn juk zacht is en zijn last licht. Dat weet ik uit ervaring (DBY, 347–348).

De Heer maakt de ongehoorzamen nederig door hen te kastijden en vervolging toe te staan.

Als we naar de heiligen der laatste dagen kijken, kunnen we ons de vraag stellen of vervolging noodzakelijk is. Ja, als ze ongehoorzaam zijn. Is het noodzakelijk om een zoon of dochter te kastijden? Ja, als ze ongehoorzaam zijn [zie LV 105:6]. Maar veronderstel dat ze volmaakt gehoorzaam zijn aan elke eis van hun ouders, moeten ze dan gekastijd worden? Zo ja, dan begrijp ik dat beginsel niet. Ik zie tot op heden niet de noodzaak in van het kastijden van een gehoorzaam kind, noch zie ik in dat God een volk zou kastijden dat volmaakt gehoorzaam is. Is dit volk gekastijd? Jazeker (DBY, 350).

Wie zich afkeren van de heilige geboden zullen beproevingen krijgen die met recht beproevingen genoemd kunnen worden. Zij zullen de toorn van de Almachtige ervaren. Wie stil zijn en goede kinderen zijn, ontvangen de rijke zegeningen van hun Vader en God. Wees stil en vertrouw op de Heer almachtig [zie LV 101:l6] (DBY, 351).

Ons zijn hier oneindig meer zegeningen toegestroomd uit de vervolgingen en het onrecht waaronder we geleden hebben, dan het geval was geweest als we op het land waren gebleven waarvan we verdreven zijn – veel meer dan als ons daar was toegestaan om onze boerderijen, tuinen, winkels, malerijen, machines en alles wat we toen in ons bezit hadden, te behouden (DBY, 346).

De rechtvaardigen worden vervolgd door de goddelozen, maar God leidt zijn volk, en zijn werk zal voorwaarts gaan.

Heb geen angsten, want als het woord van de Heer waar is, zult u in alles beproefd worden; of verheug u en bid zonder ophouden en betuig voor alles dank, zelfs als u van al uw bezittingen beroofd bent, want het is de hand van God die ons leidt en dat zal blijven doen. Laat elke man en vrouw zichzelf voor de Heer heiligen, en elke voorzienigheid van de Allerhoogste zal voor hun welzijn geheiligd worden (DBY, 347).

[God] leidde dit volk naar verschillende delen van de Verenigde Staten, en men heeft het spottend nagewezen (…). De Heer had daar een bedoeling mee. U kunt zich afvragen welke bedoeling. U weet allemaal dat de heiligen moeten worden gereinigd om het celestiale koninkrijk te kunnen binnengaan. Er staat geschreven dat Jezus gehoorzaamheid geleerd heeft uit hetgeen Hij heeft geleden [zie Hebreeën 5:8–9]. Hoe halen we het in ons hoofd om te denken dat we kunnen worden voorbereid op het binnengaan van het koninkrijk van rust met Hem en de Vader, zonder soortgelijke ervaringen door te maken? (DBY, 346).

Joseph had nooit vervolmaakt kunnen worden, in nog geen duizend jaar, als hij geen vervolging te verduren had gekregen. Als hij duizend jaar had geleefd, en dit volk had geleid en het evangelie had gepredikt zonder vervolging, had hij nooit de volmaking bereikt die hij had op 38-jarige leeftijd. Als dit volk stuit op beproevingen en lijden, neergeslagen en verdreven wordt, en wijd en zijd verstrooid, kunt u ervan uitgaan dat de Almachtige zijn werk versneld laat voortgaan (DBY, 351).

Elke keer dat u het mormonisme schopt, schopt u het opwaarts; nooit neerwaarts. Dat heeft de Heer almachtig zo beschikt (DBY, 351).

Als we niet met de ijzeren vuist van de vervolging te maken hadden, zouden de beginselen waarin wij geloven, die de aandacht trekken van zowel de goeden als kwaden op de aarde, en die zoveel tongen in beweging brengen, en die hun filosofie omschrijft, door duizenden aanvaard worden die er nu onverschillig tegenover staan (DBY, 351).

Elke keer als ze dit volk vervolgen en proberen te overmeesteren, verheffen en versterken ze dit volk en verzwakken zichzelf. En elke keer als ze proberen ons aantal te verminderen, nemen we toe in aantal. En als ze het geloof en de deugd van dit volk proberen te vernietigen, sterkt de Heer de knikkende knieën, en steunt de wankelen in geloof en kracht in God, in licht en intelligentie. De rechtschapenheid en macht in God nemen in dit volk toe evenredig aan de pogingen van de duivel om het te vernietigen (DBY, 351).

Laat ons met rust, en we zullen de ouderlingen naar de uithoeken van de aarde sturen om Israël te vergaderen, waar het zich ook bevindt; en als u ons vervolgt, doen we het des te sneller, omdat we van nature sloom zijn als we met rust worden gelaten, en dan liever een dutje doen, een beetje sluimeren en er ons gemak van nemen. Als u ons met rust laat, doen we het iets vrijblijvender; maar als u ons vervolgt, blijven we ’s nachts op om het evangelie te prediken (DBY, 351).

Studiesuggesties

De Heer toetst en beproeft ons zodat we kunnen bewijzen dat we de celestiale heerlijkheid waardig zijn.

  • Waarom denkt u dat president Young dit leven een ‘een tijd van beproeving’ heeft genoemd? (Zie ook Abraham 3:22–26.) Hoe kunnen beproevingen ons voorbereiden op het celestiale koninkrijk?

  • Waarom is het noodzakelijk om de tegengestelde machten van goed en kwaad te ervaren? (Zie ook 2 Nephi 2:11–14.)

  • Waarom denkt u dat president Young zo dankbaar was voor de beproevingen die hij en andere heiligen in die tijd hebben ondergaan? Hoe bent u door uw beproevingen een betere heilige der laatste dagen geworden?

  • Wat betekent het om ‘het juk van Christus’ op u te nemen? (Zie ook Matteüs 11:28–30.) Hoe kunnen wij daardoor onze beproevingen in vreugde dragen? (Zie ook Mosiah 24:13–15.)

De Heer maakt de ongehoorzamen nederig door hen te kastijden en vervolging toe te staan.

  • Waarom kastijdt de Heer ons soms? (Zie ook LV 101:2–8.) Hoe zwaar weegt onze reactie op die kastijding? Hoe ontstaat er tussen ouders en kinderen een betere band als ze dit beginsel goed begrijpen?

  • President Young zei dat de heiligen ‘oneindig’ meer gezegend zijn door ‘de vervolgingen en het onrecht waaronder [ze] geleden hebben, dan als [hun] (…) was toegestaan (…) alles wat [ze] toen in [hun] bezit hadden, te behouden.’ Waarom is het een grotere zegen straf te krijgen voor ongehoorzaamheid dan met rust gelaten te worden in zondige toestand?

De rechtvaardigen worden vervolgd door de goddelozen, maar God leidt zijn volk, en zijn werk zal voorwaarts gaan.

  • President Young heeft gezegd dat de ongehoorzamen zouden worden vervolgd, maar hij sprak ook over gehoorzame mensen – zoals Jezus Christus, Joseph Smith, en zendelingen – die zijn vervolgd. Waarom staat God, volgens president Young, de goddelozen toe de rechtvaardigen te vervolgen?

  • President Young heeft gezegd dat de vervolging van de kerk het werk van de Heer juist ‘versneld laat voortgaan’. Wat zegt ons dat over hoe we behoren te reageren als de waarheid onder vuur komt te liggen? Wat kunnen we doen om onze kinderen te leren hoe zij met vervolging moeten omgaan?

Afbeelding
Saints being driven out

De heiligen werden door het gepeupel uit hun huizen in Kirtland (Ohio), Jackson County (Missouri) en Nauvoo (Illinois) verdreven.

Afbeelding
hostile militias

De plaatselijke militie was de heiligen in de beginperiode van de kerk soms vijandig gezind.