2015
Het pad naar Palmyra
Juni 2015


Het pad naar Palmyra

Naar de toespraak ‘The Making of the Book of Mormon, Joseph Smith, and You’, in een devotional op 15 februari 2014 gehouden te Provo (Utah) aan het opleidingscentrum voor zendelingen. Matthew S. Holland is president van de Utah Valley University.

Het pad naar Palmyra — de locatie van het eerste visioen en de bergplaats van de gouden platen — was allesbehalve een aangenaam, verlicht pad voor Joseph Smith en zijn familie.

Afbeelding
Sacred Grove

Foto George Anderson, met dank aan het Museum voor kerkgeschiedenis

Laat er geen misverstand over bestaan. Of je nu voltijdzendeling bent of niet, alle heiligen der laatste dagen hebben de opdracht om de boodschap van de Heer Jezus Christus tot ‘heel de wereld’ uit te dragen (Mattheüs 24:14). Je bent geroepen om de zuivere beginselen en kerkelijke organisatie van zijn evangelie in zijn naam te prediken. Om dat te kunnen doen, moeten we ook onthouden dat het essentieel is om te onderwijzen en getuigen dat Joseph Smith het werktuig van de Heer was om die zuivere beginselen en de kerkelijke organisatie op aarde te herstellen.

Er staat veel op het spel. Je doet er goed aan om jezelf af te vragen of je klaar bent om naar voren te treden en met volle overtuiging en innemende vrijmoedigheid te verklaren dat Joseph Smith zich ‘op de morgen van een mooie, heldere dag, vroeg in het voorjaar van achttienhonderdtwintig’1 in een bos heeft teruggetrokken, is neergeknield en heeft gebeden, waarna de wereld nooit meer dezelfde was. Als je de rol van dienstknecht wilt vervullen waarvoor je geroepen bent, moet je daar klaar voor zijn.

Besluit nu om het leven van de profeet Joseph Smith nader te bestuderen. Er spreken kracht en wijsheid uit zijn leven, meer dan uit welk ander leven ook, dat van de Heiland zelf uitgezonderd. Als je je serieus en onder gebed in de details van Josephs leven verdiept, beloof ik je dat je genegenheid en bewondering voor hem zullen toenemen. Je zult ook getroost en bemoedigd worden op die extra moeilijke dagen van je dienende leven, en je begrip zal je bestand maken tegen de spot van hedendaagse critici die op basis van wereldlijk bewijs zeker menen te weten dat Joseph nooit kon zijn wat hij beweerde te zijn. Laat daarom deze paar fragmenten uit het leven van deze opmerkelijke man op je inwerken.

Een pijnlijk pad

Er is alle reden om aan te nemen dat de morgen van het eerste visioen inderdaad zo lieflijk en idyllisch was zoals in de lofzang ‘Joseph Smiths eerste gebed’2 wordt geschetst. Maar bij de koestering van dat beeld mogen we de moeilijke aanloop naar die morgen niet vergeten. Het pad naar Palmyra — de locatie van dit heilige, unieke moment — was allesbehalve een aangenaam, verlicht pad voor deze jonge profeet en zijn familie.

De ouders van de profeet, Joseph Smith senior en Lucy Mack Smith, traden in 1796 in Tunbridge (Vermont, VS) in het huwelijk. Na zes jaar met redelijk succes te hebben geboerd, verhuisde de familie Smith naar het nabijgelegen Randolph om een winkel te beginnen.3

De producten die Joseph sr. met de hulp van geldschieters uit Boston inkocht, vonden gretig aftrek bij nieuwe klanten — niet tegen contante betaling maar tegen de belofte van betaling zodra de oogst aan het eind van de zomer was binnengehaald. Terwijl hij wachtte op de beloofde betalingen om zijn schuldeisers af te betalen, stortte hij zich op een nieuwe investeringsmogelijkheid.

In die tijd zaten Chinese markten te springen om gekristalliseerde ginsengwortel. Een tussenhandelaar bood Joseph sr. drieduizend dollar in contanten voor de ginsengwortel die hij verzameld en voor verzending gereedgemaakt had. Hij besloot evenwel tot de riskantere maar potentieel lucratievere strategie om het product zelf naar New York te brengen en met een scheepskapitein in zee te gaan om zijn waren in consignatie in China te verkopen. Door de tussenpersoon over te slaan, kon hij er wel 4500 dollar voor krijgen — een enorm bedrag in die tijd.4

Noem het domme pech of sinistere planning, maar de lading van Joseph sr. kwam op de boot terecht met de zoon van de tussenhandelaar aan boord wiens zakelijke aanbod hij afgeslagen had. Die zoon buitte de situatie uit en verkocht de ginseng van Smith in China ‘voor een hoge prijs’ en stopte de opbrengst in eigen zak. Hij verzon verhalen dat de onderneming op niets was uitgelopen en slechts een kist met thee had opgeleverd.5

Intussen, net toen deze zwendel zich afspeelde, moest er voor een grote voorraad handelswaren in de winkel van de familie Smith betaald worden. Klemgezet door hun schuldeisers waren de Smiths de wanhoop nabij. Ter afbetaling van hun schulden deed Lucy afstand van een huwelijksgeschenk ter waarde van duizend dollar dat ze jaren had bewaard, en nam Joseph genoegen met achthonderd dollar voor de familieboerderij in Tunbridge.6 De boerderij was het enige wat tenminste een zekere mate van financiële stabiliteit en aanhoudende materiële veiligheid zou hebben gegarandeerd in het vaak harde leven aan de Noord-Amerikaanse kolonisatiegrens. Nu, zonder cent en zonder land, waren de Smiths genoodzaakt om in veertien jaar tijd acht keer te verhuizen, voortdurend op zoek naar bestaansmiddelen voor hun gezin.

Ze moesten in ten minste een van die gevallen verhuizen vanwege financiële problemen door zich opstapelende doktersrekeningen. De verlammende tyfusepidemie in 1813 had alle kinderen van de familie Smith namelijk volop getroffen. Een paar weken nadat Josephs koorts gezakt was, kreeg hij ontzettend veel pijn aan zijn schouder. Een dokter ter plaatse weet de pijn ten onrechte aan een verstuiking. Twee weken later, toen de pijn bijna ondraaglijk was geworden, kwam de dokter weer langs en constateerde een flinke ontsteking die met Josephs langdurige koorts te maken had.7

Na insnijding met een lancet van de pijnlijke plek werd er een liter pus afgetapt, maar de ingreep was niet afdoende. Josephs linkeronderbeen raakte ontstoken. Ze besloten er een chirurg bij te roepen. Hij maakte een snee van twintig centimeter van de knie tot aan de enkel, waardoor de pijn wat afnam. Maar de ontsteking was helaas tot in het bot doorgedrongen.8

Die situatie gaf de familie aanleiding het nieuwste medische advies in te winnen van toonaangevende experts aan het Dartmouth Medical College. Lucy stond erop dat de meest logische en gebruikelijke procedure, amputatie, niet toegepast werd. De familie Smith besloot een nieuwe en pijnlijke procedure te proberen — zonder de garantie van een goede afloop. Artsen gingen Josephs been opensnijden en twee gaten in beide kanten van het bot boren. Daarna zouden ze drie grote stukken van het bot afbikken om het ontstoken gebied helemaal weg te halen.9

Dit alles zou gebeuren zonder het voordeel van de hedendaagse algehele narcose. De familie werd dan ook aangespoord om Joseph alcohol te geven of hem op het bed vast te binden, zodat hij tijdens de kritieke operatie zijn ledematen niet van de pijn weg zou trekken. Op de jonge leeftijd van zeven jaar weigerde Joseph beide opties. Hij deed in plaats daarvan twee verzoeken: dat zijn vader hem vasthield en dat zijn moeder de kamer verliet.10

Afbeelding
Joseph Smith, Jr. depicted as a young boy held in the arms of his father. Joseph Smith, Sr. is holding the young Joseph just before or after surgery was performed on the boy's leg.

Detail, Als vader mij vasthoudt, Liz Lemon Swindle; foto Alan Day, met dank aan het Museum voor kerkgeschiedenis

Toen Joseph zo hard schreeuwde dat zijn moeder het niet meer hield, ging ze twee keer de kamer in terwijl hij haar smeekte dat niet te doen. Wat ze zag liet een onuitwisbare herinnering achter. Joseph lag op een met bloed doorweekt bed, ‘lijkbleek, [met] grote zweetdruppels […] die van zijn gezicht rolden, terwijl van zijn hele gelaat uiterste kwelling was af te lezen’.11 Gelukkig slaagde de operatie, maar Joseph zou de volgende drie jaar met krukken lopen.

Na die hevige beproeving hoopte het gezin dat een nieuwe start in Norwich (Vermont) eindelijk de stabiliteit en voorspoed zou brengen die ze zo dringend zochten. Maar hun hoop werd opnieuw de bodem ingeslagen. In het eerste jaar dat ze gewassen op gehuurd land probeerden te telen, mislukte de oogst. De oogst mislukte het tweede jaar opnieuw. In het derde jaar, 1816, besloot Joseph Smith sr. het nog één keer te proberen, overtuigd dat het nu gewoon een keer beter moest gaan.12

Aan de andere kant van de wereld was in 1815 de vulkaan Tambora in Indonesië uitgebarsten. De vulkaan had tonnen as in de atmosfeer gespuwd, waardoor de normale weercycli danig verstoord werden. Van juni tot augustus 1816 — later het ‘jaar zonder zomer’ genoemd — was er sprake van vier keer vorst aan de grond in New England, waardoor de zomergewassen wederom vernield werden.13

Er ontstond een hongersnood en duizenden mensen trokken massaal uit Vermont weg. Dat bracht Joseph sr. tot zijn meest ingrijpende stap tot dan toe. Hij besloot de streek te verlaten waar hij bijna zijn hele volwassen leven doorgebracht had met familie, vrienden en landerijen binnen een straal van zo’n 30 kilometer. Hij trok bijna 500 kilometer in zuidwestelijke richting naar het plaatsje Palmyra in het noorden van de staat New York. Hij had gehoord dat het land daar vruchtbaar was en langlopend krediet geen probleem vormde. Joseph sr. ging noodgedwongen vooruit en liet Lucy en de acht kinderen achter om hun spullen in te pakken en hem later te volgen.14

Het was winter toen Lucy en haar dappere gezelschap al hun bezittingen op een slee en later in een huifkar laadden. Nadat ze diverse schuldeisers had afbetaald, was er voor Lucy niet veel geld over voor de reis. Tegen het einde van de tocht betaalde ze de herbergiers met kleding en medicijnen. Ze vertelde later dat ze in Palmyra aankwam met ‘niet meer dan twee cent op zak’.15

De gehuurde voerman van de slee dwong de jonge Joseph plaats te maken voor twee knappe dochters van de familie Gates, die ze onderweg ontmoet hadden en dezelfde kant opgingen. Joseph — nog steeds niet helemaal hersteld — werd gedwongen ‘dagen aaneen 40 mijl per dag door de sneeuw’ te hinken, waarbij hij naar eigen zeggen ‘ondraaglijke moeheid en pijn’ ondervond.16

Toen Josephs zorgzame oudere broers, Hyrum en Alvin, probeerden de man op andere gedachten te brengen, sloeg hij ze met het handvat van een zweep bruut tegen de vlakte. In Utica, toen het de man duidelijk werd dat Lucy geen geld meer had, liet hij het gezin in de steek — maar niet voordat hij eerst vergeefs had geprobeerd om hun huifkar te stelen, waarbij hij hun bezittingen op de grond had gesmeten.17 Het gezin wist toch vol te houden tot ze allemaal veilig in Palmyra aankwamen en daar in de armen van Joseph Smith sr. konden uithuilen.

Wellicht het meest hartverscheurende detail van deze reis lezen we echter in een ondergewaardeerd naschrift dat Joseph later aan het oorspronkelijke verslag van de reis van het gezin heeft toegevoegd: ‘Onderweg van Utica zou ik op de laatste slee in het konvooi meerijden, maar toen het erop aankwam, werd ik door de voerman, een van de zonen van Gates, tegen de grond geslagen en bloedend achtergelaten tot er een vreemdeling langskwam, die mij optilde en naar de plaats Palmyra droeg.’18 Laat de betekenis hiervan je niet ontgaan.

Een schat van onschatbare waarde

Afbeelding
This photograph is from the trail to the Sacred Grove on the Joseph Smith farm near Palmyra, New York.

Detail, Als vader mij vasthoudt, Liz Lemon Swindle; foto Alan Day, met dank aan het Museum voor kerkgeschiedenis

Op slechts drie kilometer ten zuiden van het centrum van Palmyra ligt een bos dat de plek van een van de grootste visioenen in de geschiedenis van de mensheid zou worden. Vijf kilometer verderop ligt de heuvel Cumorah, de bewaarplaats van een dan nog onbekende set gouden platen.

Toen Joseph in Palmyra aankwam, had de Heer zijn voorgeordende profeet naar de bergplaats van een schat van onschatbare waarde gebracht. Deze schat zou het teken zijn dat na eeuwen van algehele geestelijke duisternis en verwarring de hemelen weer geopend waren. Deze schat zou aantonen dat Jezus’ bediening veelomvattender in zowel leer als geografie was dan de christelijke kerken in die tijd ooit konden weten. Deze schat zou bevestigen dat God op wonderbaarlijke wijze in alle tijden, talen en werelddelen volledig bij de aangelegenheden van de mens betrokken is. En deze schat zou de belofte bevatten van leringen die zo zuiver en krachtig waren dat je ze diep in je ziel kon planten en een verandering in je wezen kon ondergaan; wat zo heerlijk smaakte dat het je voorkwam als het ultieme en ongeëvenaarde feest van alles wat je verlangde.

Vanuit ons aardse perspectief kunnen we ons misschien een geschikter pad voorstellen voor een dergelijk man en een dergelijk moment, ja, een pad dat comfortabeler, efficiënter en roemrijker is. Had de Heer, na de situering van de gouden platen ruim duizend jaar daarvoor zo zorgvuldig te hebben georkestreerd, en als erkenning van de wereldschokkende gebeurtenissen die met de komst van deze jongen weldra in dit plaatsje zouden plaatsvinden, niet voor een rechter, comfortabeler en edeler pad van aankomst kunnen zorgen?

Ja, dat had Hij zeker gekund, maar Hij deed het niet.

Er was geen in het oog lopende profetische zalving in Josephs jeugd (zie 1 Samuel 16:11–13). Er was geen duidelijke droom die hem naar een beloofd land wees (zie 1 Nephi 5:4–5). Er was geen vernuftige Liahona die zijn familie voor misstappen onderweg behoedde (zie 1 Nephi 16:10; Alma 37:38). En er was zeker geen limousine met een open dak die langs een zonovergoten, zorgvuldig uitgestippelde route reed met juichende menigten die hem een warm onthaal gaven.

Integendeel, voor Joseph en zijn familie was er een ongewoon heftige, slingerende route van verdriet, gemarkeerd door domme pech, ziekte, verkeerde inschattingen, natuurrampen, hevige pijn, harteloos onrecht, aanhoudende beschimpingen en constante armoede. Daarmee zeg ik niet dat de familie Smith alleen maar één lange aaneenschakeling van vreselijke ellende ondervond; dat is niet het geval. Maar het pad naar Palmyra was allesbehalve recht, voorspoedig en opmerkelijk. Kreupel, mank en onder het bloed moest de profeet door een onbekende vreemdeling letterlijk naar zijn unieke voorbestemde plek gedragen worden.

Onthoud dat als wellicht de eerste les van Josephs leven en de komst van het Boek van Mormon. Ondanks mislukking, ongeluk en bittere tegenstand — en vaak juist vanwege die dingen — kwam Joseph Smith precies terecht waar hij moest zijn om zijn zending te vervullen. Dus als je nu, of op een later moment, om je heen kijkt en ziet dat andere, misschien minder trouwe kennissen een succesvolle baan hebben, terwijl jij de jouwe net verloren hebt; als je door een zware ziekte geveld wordt op het moment dat je een belangrijke roeping krijgt; als je je ooit gepasseerd voelt voor een leiderspositie; als een zendingscollega de taal sneller lijkt te leren; als je goede bedoelingen toch kwaad bloed bij wijkleden, buren of onderzoekers zetten; als je bericht van thuis krijgt over financiële tegenslagen of droevige gebeurtenissen waar je niets aan doen kunt; of als je je dag in dag uit niet meer dan een middelmatige figurant voelt in een evangelieverhaal dat voor het geluk van anderen geschreven lijkt, weet dan dit: dergelijke dingen overkwamen Joseph Smith zelf ook toen hij naar de plek geleid werd waar de allesoverstijgende gebeurtenis op deze aarde plaats zou vinden sinds de gebeurtenissen op Golgotha en bij de graftombe bijna 2000 jaar geleden.

‘Maar’, zeg je misschien, ‘mijn leven en aardse bestemming zullen nooit als die van de profeet Joseph zijn.’

Dat is waarschijnlijk waar. Maar het is ook waar dat je leven belangrijk is voor God. Je eeuwig potentieel en dat van elke ziel die je zult ontmoeten is niet minder groots en waardevol dan dat van de profeet Joseph zelf. Dus net als onze geliefde Joseph moet je nooit opgeven, toegeven of je overgeven als het leven in het algemeen, of zendingswerk in het bijzonder, erg pijnlijk, verwarrend of saai wordt. Je moet, zoals Paulus ons leert, veeleer inzien dat ‘voor hen die God liefhebben, alle dingen meewerken ten goede, voor hen namelijk die overeenkomstig Zijn voornemen geroepen zijn’ (Romeinen 8:28; cursivering toegevoegd).

Net zoals Hij met de jonge Joseph Smith deed, is God je elke dag aan het vormen en naar bestemmingen aan het sturen die heerlijker zijn dan je beseffen kunt!

Noten

  1. Geschiedenis van Joseph Smith 1:14.

  2. Lofzangen, nr. 26.

  3. Zie Lucy Mack Smith, Biographical Sketches of Joseph Smith, the Prophet, and His Progenitors for Many Generations (1853), 37, 45. Voor een beknopte samenvatting van de gebeurtenissen met betrekking tot de verhuizing van de familie Smith naar Palmyra, zie ook Richard Lyman Bushman, Joseph Smith: Rough Stone Rolling (2005), 17–29.

  4. Zie Lucy Mack Smith, Biographical Sketches, 49.

  5. Zie Lucy Mack Smith, Biographical Sketches, 49–50.

  6. Zie Lucy Mack Smith, Biographical Sketches, 51.

  7. Zie Lucy Mack Smith, Biographical Sketches, 60, 62.

  8. Zie Lucy Mack Smith, Biographical Sketches, 62–63.

  9. Zie LeRoy S. Wirthlin, ‘Joseph Smith’s Boyhood Operation: An 1813 Surgical Success’, BYU Studies 21, nr. 2 (1981): 146–154.

  10. Zie Lucy Mack Smith, Biographical Sketches, 64.

  11. Lucy Mack Smith, Biographical Sketches, 65.

  12. Zie Lucy Mack Smith, Biographical Sketches, 66.

  13. Zie De geschiedenis van de kerk in de volheid der tijden, 2de uitgave (2003), 24.

  14. Zie Lucy Mack Smith, Biographical Sketches, 67.

  15. Lucy Mack Smith, Biographical Sketches, 68, 70.

  16. Joseph Smith, in The Papers of Joseph Smith, red. Dean C. Jessee, 2 delen (1989), 1:268.

  17. Zie The Papers of Joseph Smith, 1:268.

  18. Joseph Smith, in The Papers of Joseph Smith, 1:268–269.

Nadat zijn oogst in Vermont drie opeenvolgende jaren mislukt was, zette Joseph Smith sr. de ingrijpende stap om met zijn gezin bijna 500 kilometer in zuidwestelijke richting naar het plaatsje Palmyra in het noorden van de staat New York te verhuizen.

Toen Joseph Smith in Palmyra aankwam, had de Heer zijn voorgeordende profeet naar de bergplaats — een nabijgelegen heuvel — van een schat van onschatbare waarde gebracht.

Foto van de heuvel Cumorah, met dank aan de Bibliotheek voor kerkgeschiedenis

Detail, Als vader mij vasthoudt, Liz Lemon Swindle; foto Alan Day, met dank aan het Museum voor kerkgeschiedenis

Op korte afstand ten zuiden van Palmyra ligt een bos dat de plek van een van de grootste visioenen in de geschiedenis van de mensheid zou worden.

Vermont

New York

Tunbridge

Randolph

Norwich

Palmyra

Utica