2015
Mia’s getuigenis
Juni 2015


Mia’s getuigenis

De auteur woont in Missouri (VS).

‘De Heil’ge Geest getuigt met stille, zachte stem van God de Vader en zijn Zoon, en leidt ons terug naar Hen.’ (Kinderliedjes, 56.)

Het was allang bedtijd, maar Mia lag nog niet in bed. Ze zat op de vloer van haar kamer en dacht na over iets wat zuster Duval in het jeugdwerk had voorgelezen: ‘De tijd zal komen dat niemand op geleend licht staande kan blijven.’1

‘Een getuigenis is als een licht in ons binnenste’, had zuster Duval uitgelegd. ‘En iedereen heeft er zelf een nodig. Dan kunnen we sterk zijn als het leven moeilijk is en Satan ons verleidt.’

Mia leunde met haar hoofd tegen haar bed. Ik wil een getuigenis dat het evangelie waar is, dacht ze. Maar hoe kreeg je nu precies een getuigenis? Ze wist dat bidden daar een onderdeel van was.

‘Ik ga bidden’, besloot ze. Ze zou gaan bidden en niet stoppen totdat er iets gebeurde waardoor ze wist dat de kerk waar was. Ze was er klaar voor om de hele nacht te bidden als het moest!

Ze ging op haar knieën. ‘Lieve hemelse Vader,’ fluisterde ze, ‘ik wil weten of de kerk waar is. Ik wil het in mijn hart voelen en gewoon weten.’

Mia wachtte. Ze voelde niets bijzonders, alleen het zachte gevoel dat ze meestal had wanneer ze bad. Wat deed ze verkeerd? Waar was haar getuigenis?

Ze was naar haar idee al een hele poos geknield toen haar slaapkamerdeur een stukje openging en haar vader een kijkje nam.

‘Ik zag het licht onder de deur’, zei hij. ‘Ben je weer aan het lezen?’ Toen zag hij tranen op Mia’s wangen. Hij knielde neer en sloeg een arm om haar heen. ‘Wat is er?’

Ze was eventjes stil. Toen vroeg ze: ‘Papa, hoe krijg je een getuigenis?’

Papa gaf haar een stevige knuffel. ‘Dat is een goede vraag. Een getuigenis willen is een van de eerste stappen.’

Mia voelde de brok in haar keel verdwijnen.

‘Een getuigenis krijgen we gewoonlijk niet door één gebed. En zelfs wanneer je een getuigenis hebt, moet je eraan blijven werken.’

‘Maar waar komt een getuigenis vandaan?’ vroeg Mia.

‘Een getuigenis komt van de Heilige Geest’, zei papa. ‘Heb je wel eens een warm en goed gevoel gehad tijdens een gezinsavond of in de kerk?’

Mia dacht erover na. ‘Toen je me een zegen gaf voordat school begon, had ik een fijn gevoel.’ Ze dacht verder na. ‘En ik krijg altijd een warm gevoel wanneer ik president Monson hoor spreken op de algemene conferentie. En als ik aardig ben tegen mijn vrienden of wanneer ik in de Schriften lees, heb ik ook een goed gevoel.’

Papa glimlachte. ‘Die gevoelens zijn de Heilige Geest die tot je spreekt. Hij geeft je die gevoelens wanneer je iets doet wat goed is of wanneer je iets hoort wat waar is.’

‘Ik heb nu een warm en blij gevoel’, zei Mia. ‘Is dat de Heilige Geest?’

Papa gaf haar weer een knuffel. ‘Ja. Hij vertelt je dat de dingen waar we over praten waar zijn. En zo krijg je een getuigenis.’

Toen Mia later naar bed ging, dacht ze niet dat ze al helemaal een getuigenis had, maar ze had nog wel dat goede, warme gevoel dat wat papa haar vertelde waar was. Ze wist dat dit gevoel nog maar het begin was.

Mia kroop lekker onder haar warme deken en deed haar ogen dicht. Vlak voordat ze wegdommelde, fluisterde ze : ‘Dank U, hemelse Vader, dat U me helpt een getuigenis te krijgen. En dank U voor mijn papa.’

Noot

  1. Orson F. Whitney, Life of Heber C. Kimball (1967), 450.

Illustratie Brad Teare