2008
Geloof en de eed en het verbond van het priesterschap
Mei 2008


Geloof en de eed en het verbond van het priesterschap

Ga voort in geloof en kom uw verbonden met God na, zodat u de belofte op kunt eisen die Hij u met een eed heeft gedaan.

Afbeelding
President Henry B. Eyring

Het is vanavond mijn doel om uw vertrouwen te vergroten dat u de zegeningen van de eed en het verbond van het priesterschap waardig kunt zijn. De draagwijdte van de mogelijke gevolgen van die eed en dat verbond zijn zo groot dat u wel wat extra vertrouwen kunt gebruiken.

De Heer heeft die gevolgen duidelijk uitgelegd. De mogelijkheden van de eed en het verbond waardig zijn, resulteert in de grootste van alle gaven Gods: het eeuwig leven. Dat is het doel van het Melchizedeks priesterschap. Als we de verbonden naleven die we met het priesterschap ontvangen en we ze hernieuwen in tempelceremonies, wordt ons middels een eed door onze hemelse Vader, Elohim, beloofd dat wij de volheid van zijn heerlijkheid zullen ontvangen, en zullen leven zoals Hij. Wij zullen dan de zegening ontvangen van eeuwig in een familie verzegeld te zijn, met de belofte van eeuwig nakomelingschap.

U voelt wel aan dat het tragische gevolgen zou hebben als we die zegen niet opeisten. De Heer was daar ook heel duidelijk over. De volgende woorden worden vaak door leiders voorgelezen aan jongemannen die het moment naderen waarop zij het Melchizedeks priesterschap kunnen ontvangen. U herinnert zich misschien nog wat u voelde toen u ze voor het eerst hoorde. Het zijn de woorden van de Heiland, Jezus Christus, aan ons gegeven bij monde van de profeet Joseph Smith:

‘En ook: allen die dit priesterschap ontvangen, ontvangen Mij, zegt de Heer;

‘want wie mijn dienstknechten ontvangt, ontvangt Mij;

‘en wie Mij ontvangt, ontvangt mijn Vader;

‘En hij, die Mijn Vader ontvangt, ontvangt Mijn Vaders koninkrijk; daarom zal alles, wat Mijn Vader heeft, aan hem worden gegeven.

‘En dat is volgens de eed en het verbond die tot het priesterschap behoren.

‘Daarom, allen die het priesterschap ontvangen, ontvangen deze eed en dit verbond van mijn Vader, die Hij niet kan verbreken, noch kunnen die weggenomen worden.

‘Maar wie dat verbond verbreekt nadat hij het heeft ontvangen, en zich er geheel van afkeert, zal in deze wereld noch in de toekomende wereld vergeving van zonden verkrijgen.

‘En wee allen die niet tot dit priesterschap komen dat gij hebt ontvangen, en dat Ik nu door mijn eigen stem uit de hemelen bevestig op u die op deze dag aanwezig bent; en Ik heb zelfs de hemelse heerscharen en mijn engelen opdracht gegeven aangaande u.

‘En nu geef Ik u een gebod om over uzelf te waken, om de woorden van eeuwig leven nauwkeurig na te komen.’1

Als u net zo bent als ik toen ik die woorden als jongeman hoorde, dan zou het afschrikwekkend kunnen lijken om het Melchizedeks priesterschap aan te nemen. Er zijn ten minste twee redenen waarom u eerder vertrouwen zou moeten hebben dan ontmoedigd te zijn vanwege de straffen die volgen op niet nakomen van de eed en het verbond, of besluiten die niet te aanvaarden. Of u de eed en het verbond nu aanvaardt en ze te moeilijk vindt, of u het niet eens probeert, de straf is hetzelfde. Daarom lijdt het geen twijfel dat het voor u en mij het beste is om het heilig priesterschap te ontvangen en met heel ons hart te proberen ons aan de bijbehorende verbonden te houden. Als we besluiten het niet te proberen, raken we in elk geval de kans op het eeuwig leven kwijt. Als we het wél proberen, en met Gods hulp slagen, krijgen we het eeuwige leven.

En er is nóg een reden om nu te besluiten dat u met heel uw hart zult proberen in aanmerking te komen voor die eed en dat verbond, en er vertrouwen in te hebben dat u zult slagen. God belooft u de hulp en de kracht die u, als u geloof oefent, succes zullen opleveren.

Ik wil enkele zegeningen uitleggen die u krijgt als u voortgaat in geloof.

Ten eerste is het feit dat u de eed en het verbond zijn aangeboden een bewijs dat God u heeft uitgekozen, omdat Hij weet wat uw kracht en vermogens zijn. Hij kent u al sinds u bij Hem was in de geestenwereld. Met zijn voorkennis van uw kracht heeft Hij u de ware kerk van Jezus Christus laten vinden en u het priesterschap laten aanbieden. U kunt dus vertrouwen in uzelf hebben, want u hebt het bewijs dat Hij vertrouwen in u heeft.

Ten tweede heeft de Heiland beloofd u te helpen bij uw inspanningen om u aan uw verbonden te houden. Hij heeft gezegd dat als u uw best doet om uw priesterschap te eren, ‘daar zal Ik eveneens zijn, want Ik zal voor uw aangezicht uitgaan. Ik zal aan uw rechter- en aan uw linkerhand zijn, en mijn Geest zal in uw hart zijn, en mijn engelen zullen rondom u zijn om u te schragen.’2

Misschien hebt u af en toe wel geruststelling nodig, net als ik, dat u de kracht zult hebben om aan uw verplichtingen in dit heilig priesterschap te voldoen. De Heer heeft uw behoefte aan geruststelling voorzien. Hij heeft gezegd: ‘Want wie ook getrouw zijn zodat zij deze twee priesterschappen, waarvan Ik heb gesproken, verkrijgen en hun roeping grootmaken, worden door de Geest geheiligd ter vernieuwing van hun lichaam.’3

Ik heb die belofte in mijn eigen leven en in dat van anderen in vervulling zien gaan. Een vriend van mij is zendingspresident geweest. Hij vertelde mij dat hij tijdens zijn zending aan het eind van de dag nauwelijks nog de trap op kon naar zijn bed en dat hij zich afvroeg of hij wel de kracht zou hebben voor de volgende dag. Maar ’s morgens ondervond hij dan dat zijn kracht en zijn moed weer terug waren. U hebt het ook gezien in het leven van bejaarde profeten die hernieuwd leken te worden elke keer dat ze opstonden om te getuigen van de Heer Jezus Christus en het herstelde evangelie. Dat is een belofte aan hen die zich in geloof dienstbaar maken in hun priesterschapstaken.

Er is u ook beloofd dat u de kracht krijgt om uw getuigenis te geven en dat u daarbij gereinigd zult worden en geschikt gemaakt voor het eeuwige leven dat u is beloofd.

‘Want Ik zal u uw zonden vergeven met dit gebod: dat u standvastig blijft in uw denken, in alle ernst en in de geest van gebed, bij het getuigen tot de gehele wereld van die dingen die u worden medegedeeld.

‘Welnu, gaat heen in de gehele wereld; en naar die plaatsen waar gij niet heen kunt gaan, zult gij uitzenden, zodat het getuigenis van u zal uitgaan in de gehele wereld, tot ieder schepsel.’4

En met die belofte heeft de Heer u geëerd door over u te zeggen: ‘Gij zijt het die de Vader Mij heeft gegeven; gij zijt mijn vrienden.’5

Er is nóg een fijne zegening die u zal aanmoedigen in het onderhouden van uw priesterschapsverbonden. Als u zich inzet voor uw priesterschapstaken, zal dat u voorbereiden om in eeuwig gezinsverband te leven. Het zal uw gevoelens veranderen ten aanzien van de vraag wat het inhoudt om een echtgenoot, vader, zoon of broer te zijn. Die verandering in uw hart vindt plaats wanneer u uw geloof in de belofte van het eeuwig leven door het Melchizedeks priesterschap voelt toenemen.

Dat overkwam Parley P. Pratt toen de profeet Joseph Smith hem voor het eerst in de leer van het eeuwige gezin onderwees. Parley P. Pratt heeft geschreven:

‘Ik hoorde toen van hem voor het eerst iets over het eeuwige gezin, en over de eeuwige band tussen man en vrouw in die onbeschrijfelijk blijvende relatie die alleen gewaardeerd wordt door de intellectuelen, de beschaafden en de reinen van hart, en die de basis is van alles wat “geluk” genoemd kan worden. (…)

‘Van hem vernam ik dat mijn eigen geliefde vrouw voor tijd en alle eeuwigheid aan mij verbonden kon worden; en dat de hoogstaande gevoelens voor elkaar en onze wederzijdse liefde voortkwamen uit een bron van goddelijke, eeuwige liefde. Van hem heb ik geleerd dat we die liefde kunnen ontwikkelen en er tot in de eeuwigheid in kunnen groeien en vooruitgang maken, terwijl het resultaat van ons eeuwig samenzijn nakomelingen zal zijn, zo talrijk als de sterren in de hemel of het zand aan het strand. (…)

‘Ik had eerder liefgehad, maar ik wist niet waarom. Maar nu had ik lief, met een zuiverheid en een intensiteit van een verheven gevoel (…). Ik had het gevoel dat God daadwerkelijk mijn hemelse Vader was; dat Jezus mijn broer was, en dat mijn vrouw een onsterfelijke, eeuwige metgezellin was; een lieve, dienende engel, die mij ten troost was gegeven, en die voor mij altijd en eeuwig een kroon van heerlijkheid zou zijn.’6

Ik ben er zelf getuige van dat in geloof priesterschapstaken uitvoeren zo’n uitwerking heeft op ons hart en onze gevoelens. Elke jongeman die vandaag mijn woorden hoort, kan erop vertrouwen dat hij door zijn priesterschap te eren beschermd zal worden tegen de verleiding van seksuele zonden die zo overheersen in de wereld waarin wij leven. Het wordt de Aäronisch-priesterschapsdrager die mij vanavond aanhoort mogelijk om bij het toenemen van zijn geloof in de zekere beloning van het eeuwig leven door het eeuwig priesterschap het vermogen te krijgen om in dochters van God hun eeuwige waarde te zien en in de belofte van een nageslacht een reden te zien om zuiver en rein te blijven.

Zo zal geloof in de eed en het verbond ons er ook toe brengen om de gevoelens van naastenliefde te ontwikkelen die voor een eeuwig gezin zo essentieel zijn. Een van de beloften die wij doen als wij het priesterschap aanvaarden, is dat wij voor anderen zullen zorgen.

Ik heb het wonder van die toename in naastenliefde in het hart van priesterschapsdragers gezien. En zovelen van u ook. En velen buiten de kerk ook. Ik was eens in het kantoor van president Gordon B. Hinckley toen hij gevraagd werd om een telefoontje aan te nemen. Hij beantwoordde de telefoon even en vervolgde toen ons gesprek. Maar hij legde het wel even uit. Hij zei dat het telefoontje van de president van de Verenigde Staten kwam die op weg naar Washington in Air Force One over Utah vloog. De president van de Verenigde Staten had president Hinckley bedankt voor wat priesterschapsleiders hadden gedaan na een orkaan. De president van de Verenigde Staten zei dat het een wonder was dat wij zo snel zo veel mensen zo goed samen konden laten werken. Hij prees onze leden en zei dat wij wisten hoe we iets moesten aanpakken.

Misschien was de president van de Verenigde Staten onder de indruk van wat hij goede organisatorische eigenschappen vond. Dat hoorde bij het wonder. Maar een belangrijker reden voor het wonder was dat honderden en misschien wel duizenden priesterschapsdragers zo’n geloof hadden in de eed en het verbond van het priesterschap. Hoe ze georganiseerd waren, maakt niet dat verschil uit; het was geloof in de eed en het verbond van het priesterschap dat hen ertoe bracht om als vertegenwoordigers van de Heer Jezus Christus lange afstanden af te leggen, vele uren te werken en ontberingen te verdragen om te zorgen voor mensen in grote nood.

Zij maakten zich dienstbaar uit hoofde van hun priesterschapsplichten en waren de kracht en geest van naastenliefde aan het ontwikkelen die nodig zijn om hier en in eeuwig familieverband een geweldige echtgenoot, vader, zoon en broer te worden. Deze gevallen van dienstbetoon door priesterschapsdragers hebben zich keer op keer voorgedaan als wij als broeders en zusters in Gods familie over de hele aarde andere mensen de helpende hand toe hebben gestoken.

Het is mijn gebed dat u vanavond zult beslissen, en vervolgens elke dag, om voort te gaan in geloof en uw verbonden met God na te komen zodat u de belofte op kunt eisen die Hij u met een eed heeft gedaan. Dat kunt u op eenvoudige manieren doen. Vergadert u met uw quorum, dan kunt u beslissen om hen als broers in Gods familie te zien. Er zal altijd iemand in uw quorum of priesterschapsgroep zijn die hulp nodig heeft. Hij zal het niet aan de grote klok hangen. Misschien gaat het aan u voorbij. Maar God weet het en nodigt u als zijn dienstknecht uit om hem te helpen.

U kunt net zo zijn als de priesterschapsdrager die elke keer dat ik hem in onze priesterschapsvergadering zag aan mij vroeg: ‘Hoe gaat het met oma?’ Hij had mijn schoonmoeder nooit ontmoet, voor zover ik wist. Maar op de een of andere manier had hij gehoord van haar ziekte en haar hoge leeftijd. Ik kan u niet zeggen hoeveel het voor mij betekende om te zien dat Gods hand zich in door middel van een priesterschapsdrager troost naar mij en mijn vrouw uitstrekte. Elke keer dat u vergadert met priesterschapsdragers kunt u diezelfde uitwerking hebben als u altijd denkt aan uw verbond om steun te bieden en hen te helpen wiens handen neerhangen en die zware lasten dragen. Als u dat doet, ontwikkelt u de eigenschappen waarmee u in aanmerking komt om in een eeuwige familie te zijn.

En er is nog iets wat u kunt doen. U kunt het woord Gods bestuderen, niet alleen voor uzelf, maar om voor de hele wereld een gezant van de Heer Jezus Christus te zijn. Als u krachtiger wordt in uw onderwijs van het evangelie, komt u in aanmerking om uw hemelse Vader te helpen zijn kinderen te vergaderen. Als u dat doet, krijg u nog een andere zegening. Is het in uw gezinsleven in deze wereld, of in de toekomende wereld, ooit nodig om verloren schapen terug te halen, dan hebt u meer kracht gekregen dan u nu misschien inziet.

De Heer beschrijft die heerlijke zegening in Alma 13:6: ‘En aldus zijn zij met deze heilige roeping geroepen en geordend tot het hoge priesterschap van de heilige orde Gods om de mensenkinderen zijn geboden te leren, opdat ook zij tot zijn rust zouden ingaan.’

Met deze belofte van succes kunt u vertrouwen hebben in uw dienstbetoon:

‘Welnu, nadat zij door de Heilige Geest waren geheiligd en hun klederen waren witgemaakt, zodat zij rein en vlekkeloos waren voor het aangezicht van God, konden zij de zonde niet anders dan met afschuw aanschouwen; en velen waren er, buitengewoon velen, die rein werden gemaakt en tot de rust des Heren, hun God, ingingen.

‘En nu, mijn broeders, wil ik dat gij u voor het aangezicht van God verootmoedigt en vruchten voortbrengt die aan de bekering beantwoorden, opdat ook gij tot die rust zult ingaan.’7

Ik getuig dat God de Vader leeft. U hebt verbonden met Hem gesloten. Hij biedt u een eed aan, een belofte van eeuwig leven, die Hij niet kan verbreken. Ik getuig tot u dat het priesterschap de macht is waarmee God door middel van zijn Zoon Jezus Christus de werelden heeft geschapen. Ik getuig dat God wil dat u slaagt en dat u weer thuiskomt om in familieverband bij Hem te wonen. Ik getuig tot u dat dit de ware kerk van Jezus Christus is. Deze kerk heeft de sleutels van het priesterschap. En het is dát priesterschap waarmee God u heeft geëerd. Ik beloof u dat Hij uw capaciteiten kent en dat die voldoende zijn om in geloof te hopen op het eeuwige leven voor u en uw familie. In de naam van Jezus Christus. Amen.

Noten

  1. Leer en Verbonden 84:35-43.

  2. LV 84:88.

  3. LV 84:33.

  4. Leer en Verbonden 84:61-62.

  5. LV 84:63.

  6. Autobiography of Parley P. Pratt, (Parley P. Pratt Jr., ed. [1938], pp. 259–260.

  7. Alma 13:12–13.