Overige hulpbronnen
Koninkrijken van heerlijkheid


Koninkrijken van heerlijkheid

Dankzij de verzoening van Jezus Christus zullen alle mensen herrijzen. (Zie Alma 11:42ā€“45.) Na onze opstanding komen wij voor de Heer te staan om te worden geoordeeld. (Zie Openbaring 20:12; 3Ā Nephi 27:14.) Ieder van ons krijgt een eeuwige woonplaats in een bepaald koninkrijk van heerlijkheid toegewezen. De Heer onderwees in dit beginsel toen Hij zei: ā€˜In het huis mijns Vaders zijn vele woningenā€™ (Johannes 14:2).

Er zijn drie koninkrijken van heerlijkheid: het celestiale koninkrijk, het terrestriale koninkrijk en het telestiale koninkrijk. De heerlijkheid die u beĆ«rft, hangt af van de mate van uw bekering, tot uiting gebracht in uw gehoorzaamheid aan Gods geboden. Het hangt af van de mate waarin u ā€˜het getuigenis van Jezusā€™ ontving (LV 76:51; zie ook de verzen 74, 79, 101).

Celestiale koninkrijk

Het celestiale koninkrijk is het hoogste van de drie koninkrijken van heerlijkheid. Wie dit koninkrijk beĆ«rft, zal eeuwig in de tegenwoordigheid van God de Vader en zijn Zoon Jezus Christus wonen. Dit behoort uw doel te zijn: de celestiale heerlijkheid beĆ«rven en anderen daarbij behulpzaam zijn. Zoā€™n doel wordt niet na Ć©Ć©n inspanning bereikt, maar is het gevolg van een levenslange rechtschapen leefwijze en een onveranderlijk voornemen.

Het celestiale koninkrijk is de plek die is bereid voor hen die ā€˜het getuigenis van Jezusā€™ ontvingen en ā€˜tot volmaking gekomen [zijn] door Jezus, de Middelaar van het nieuwe verbond, die deze volmaakte verzoening tot stand heeft gebracht door het vergieten van zijn eigen bloedā€™ (LV 76:51, 69). Om deze gave te beĆ«rven, moeten we de heilsverordeningen ontvangen, de geboden onderhouden en ons van onze zonden bekeren. In Leer en Verbonden 76:50ā€“70, 92ā€“96 kunt u meer lezen over wie de celestiale heerlijkheid beĆ«rven.

In januari 1836 ontving de profeet Joseph Smith een openbaring, waaruit hij meer te weten kwam over de vereisten om de celestiale heerlijkheid te beĆ«rven. De hemelen gingen open en hij zag het celestiale koninkrijk. Hij was verwonderd dat hij daar zijn broer Alvin zag, omdat Alvin overleden was zonder de verordening van de doop te ondergaan. (Zie LV 137:1ā€“6.) Toen hoorde de profeet Joseph de stem van de Heer:

ā€˜Allen die gestorven zijn zonder kennis van dit evangelie, maar het aangenomen zouden hebben indien zij langer hadden mogen blijven, zullen erfgenaam zijn van het celestiale koninkrijk van God; ook allen die van nu af aan zullen sterven zonder kennis ervan, maar het met geheel hun hart zouden hebben aangenomen, zullen erfgenaam van dat koninkrijk zijn; want Ik, de Heer, zal alle mensen oordelen naar hun werken, naar het verlangen van hun hartā€™ (LV 137:7ā€“9).

Verder zei de profeet Joseph over deze openbaring: ā€˜En ik zag ook dat alle kinderen die sterven eer ze de jaren van verantwoordelijkheid bereikt hebben, behouden worden in het celestiale koninkrijk van de hemelā€™ (LV 137:10).

Uit een andere openbaring aan de profeet Joseph leren we dat het celestiale koninkrijk uit drie graden bestaat. Om verhoogd te worden tot de hoogste graad en een eeuwige gezinsrelatie te behouden, moeten we ā€˜het nieuw en eeuwigdurend huwelijksverbondā€™ aangaan en dat verbond trouw blijven. Met andere woorden: het tempelhuwelijk is een vereiste om de hoogste graad van celestiale heerlijkheid te ontvangen. (Zie LV 131:1ā€“4.) Allen die het nieuw en eeuwigdurend huwelijksverbond waardig zijn, zullen de kans krijgen dat verbond te sluiten, hetzij hier, hetzij in het hiernamaals.

Terrestriale koninkrijk

Wie de terrestriale heerlijkheid beĆ«rven, ontvangen ā€˜van de tegenwoordigheid van de Zoon [ā€¦], maar niet van de volheid van de Vader. Daarom, het zijn terrestriale lichamen, en geen celestiale lichamen, en zij verschillen in heerlijkheid zoals de maan verschilt van de zonā€™ (LV 76:77ā€“78). In zijn algemeenheid zijn de mensen in het terrestriale koninkrijk eerzame mensen ā€˜die door de listigheid der mensen werden verblindā€™ (LV 76:75). Deze groep omvat leden van de kerk die ā€˜niet kloekmoedig [waren] in het getuigenis van Jezusā€™ (LV 76:79). Ook wie het evangelie in dit sterfelijk leven afwezen, maar die het later in de geestenwereld accepteerden (zie LV 76:73ā€“74) maken deel uit van deze groep. In Leer en Verbonden 76:71ā€“80, 91, 97 kunt u meer lezen over wie de terrestriale heerlijkheid beĆ«rven.

Telestiale koninkrijk

De telestiale heerlijkheid is bestemd voor mensen die ā€˜het evangelie van Christus niet hebben ontvangen, noch het getuigenis van Jezusā€™ (LV 76:82). Zij zullen hun heerlijkheid krijgen als zij worden vrijgelaten uit de gevangenis in de geestenwereld, die soms de hel wordt genoemd. (Zie LV 76:84, 106.) In Leer en Verbonden 76:81ā€“90, 109ā€“112 kunt u meer lezen over wie de telestiale heerlijkheid beĆ«rven.

Verderf

Sommige mensen zullen geen enkel koninkrijk van heerlijkheid waardig zijn. Zij worden de ā€˜zonen des verderfsā€™ genoemd en moeten ā€˜zich schikken naar een koninkrijk dat geen koninkrijk van heerlijkheid isā€™ (LV 76:32; 88:24). Dat is de toestand van hen ā€˜die [Gods] macht kennen, en daarvan deelgenoot zijn gemaakt, en zich door de macht van de duivel hebben laten overwinnen, en de waarheid verloochenen en [Gods] macht trotserenā€™ (LV 76:31; zie ook de verzen 30, 32ā€“49).