Overige hulpbronnen
Dood, lichamelijke


Dood, lichamelijke

De lichamelijke dood is de scheiding van het sterfelijk lichaam en de geest. De val van Adam heeft de lichamelijke dood in de wereld gebracht. (Zie Mozes 6:48.)

De dood maakt een wezenlijk deel uit van het heilsplan van onze hemelse Vader. (Zie 2Ā Nephi 9:6.) Als we gelijk onze eeuwige Vader willen worden, moeten we de dood ondergaan en vervolgens op een later tijdstip een volmaakt, herrezen lichaam krijgen.

Bij de dood van het menselijk lichaam, leeft de geest door. De geesten van de rechtschapenen worden in de geestenwereld ā€˜ontvangen in een staat van geluk die het paradijs wordt genoemd, een staat van rust, een staat van vrede, waarin hij van al zijn moeiten, en van alle zorg en droefenis zal uitrustenā€™ (Alma 40:12). Er is een plek, de gevangenis in de geestenwereld genoemd, voor ā€˜hen die gestorven waren in hun zonden, zonder kennis van de waarheid, of in overtreding, omdat zij de profeten verworpen haddenā€™ (LV 138:32). De geesten in de gevangenis wordt ā€˜geloof in God geleerd, bekering van zonde, de plaatsvervangende doop tot vergeving van zonden, de gave van de Heilige Geest door handoplegging, en alle andere beginselen van het evangelie die zij [moeten] kennenā€™ (LV 138:33ā€“34). Als ze de beginselen van het evangelie aanvaarden, zich van hun zonden bekeren, en de verordeningen accepteren die voor hen in de tempels zijn verricht, worden ze in het paradijs verwelkomd.

Dankzij de verzoening en opstanding van Jezus Christus is de lichamelijke dood slechts van tijdelijke aard: ā€˜evenals in Adam allen sterven, zo zullen ook in Christus allen levend gemaakt wordenā€™ (1Ā KorintiĆ«rs 15:22). Iedereen zal herrijzen, wat inhoudt dat iemands geest met zijn of haar lichaam zal worden herenigd ā€” hersteld ā€˜tot hun eigen en volmaakte gedaanteā€™ en niet meer onderhevig aan de dood (Alma 40:23; zie ook Alma 11:44ā€“45).

U kent waarschijnlijk de pijn die de dood van een familielid of een vriend teweegbrengt. Het is normaal dat u dan verdriet hebt. Rouw is zelfs een van de diepste uitingen van liefde. De Heer heeft gezegd: ā€˜Gij zult in liefde met elkaar leven, zodat gij zult wenen om het verlies van hen die stervenā€™ (LV 42:45). Alleen als het leven geen liefde kent, zal de dood geen rouw kennen.

Zelfs als u rouwt om de dood van een dierbare kunt u troost putten uit de belofte van de opstanding en uit de zekerheid dat een gezin eeuwig samen kan zijn. U kunt ā€˜de grote oorzaak van smart, en ook van vreugde [zien]: smart wegens dood en vernietiging onder de mensen, en vreugde wegens het licht van Christus ten levenā€™ (Alma 28:14; zie ook de verzen 9ā€“13).

Niet alleen valt u bij de dood van een dierbare troost ten deel, ook kunt u zich verzoenen met de gedachte dat u eens zult sterven. Doordat u het evangelie naleeft, heeft u houvast aan de belofte van de Heer: ā€˜Zij die in Mij sterven, [zullen] de dood niet smaken, want die zal zoet voor hen zijnā€™ (LV 42:46).