2010
De Heer bracht hem op ons pad
Augustus 2010


Uit het zendingsveld

De Heer bracht hem op ons pad

We moeten over het evangelie praten met mensen die we leren kennen omdat we nooit weten wie is voorbereid om onze boodschap te horen.

Het was een warme, zonnige dag in Shìlín, bij Taipei (Taiwan), en mijn collega, zuster Verhagen, en ik waren op de fiets op weg naar een lid van de kerk. Het verkeer was zoals gebruikelijk erg druk. De straten waren vol auto’s, bromfietsen en fietsen, die allemaal verschillende kanten opgingen.

Ik reed, zoals altijd, zoveel mogelijk aan de kant van de weg zodat andere voertuigen mij konden passeren. Plotseling knalde ik ergens tegenaan en belandde ik hard op de grond. Toen ik opkeek, zag ik een man die maar bleef zeggen dat het hem speet. Hij had in zijn geparkeerde auto gezeten. Toen hij zijn portier opendeed om uit te stappen, was ik er tegenaan gereden. Ik had hem niet gezien en hij mij niet.

Toen ik naar mijn rechterbeen keek, zag ik waar ik het portier had geraakt. Mijn been had een diepe snee en was gezwollen en blauw. Een ambulance die vlak achter mij had gereden stopte. Ik werd onderzocht en ze namen me direct mee naar het ziekenhuis. Mijn been werd onderzocht en er werden röntgenfoto’s van genomen. De man van de auto kwam ook naar het ziekenhuis om te zien hoe het met mij ging.

Terwijl we op de uitslagen zaten te wachten, spraken zuster Verhagen en ik met hem, hij heette Chung Wei. Hij vroeg me herhaaldelijk hoe het met me ging en verontschuldigde zich voor wat er gebeurd was. Ik bood ook mijn verontschuldigingen aan en zei dat ik blij was dat alleen mijn been gewond was.

Chung Wei vertelde dat hij op het conservatorium viool studeerde. Nadat we even met hem hadden zitten praten, zeiden we: ‘We willen je niet onder druk zetten, maar als je onze boodschap wilt horen, kunnen we een afspraak met de zendelingen voor je maken.’ Hij zei even niets, maar ging er toen mee akkoord. We gaven elkaar onze contactgegevens en stelden een tijd vast om de zendelingen te ontmoeten.

Toen kwamen mijn röntgenfoto’s terug. Gelukkig was mijn been niet gebroken. Het deed alleen erg veel pijn en zag er afschuwelijk uit.

Later die week vertelde ouderling Criddle me dat hij en zijn collega Chung Wei les hadden gegeven. De les was goed gegaan. Enkele weken later hoorde ik dat hij al twee keer naar de kerk was gekomen en dat hij zich wilde laten dopen. Ik was zo blij en gelukkig.

Op 27 april 2002 werd Chung Wei gedoopt, en werd hij lid van de wijk Tien Mu. Ik kon helaas niet bij zijn doopdienst aanwezig zijn omdat ik was overgeplaatst, maar ik hoorde dat het goed was gegaan.

Later zag ik de zendeling, ouderling Packer, met wie Chung Wie zijn doopgesprek had gehad. Ouderling Packer had hem gevraagd waarom hij de zendingslessen had gevolgd en zich wilde laten dopen. Chung Wei had gezegd dat hij onder de indruk was van hoe zuster Verhagen en ik op de situatie hadden gereageerd. Omdat wij zo aardig tegen hem waren geweest en niet boos vanwege het ongeluk, zei hij dat dit de ware kerk wel moest zijn. Later, tijdens de zendingslessen, had hij de Geest gevoeld en had hij een getuigenis ontvangen.

Ik ben zo dankbaar dat Chung Wei was voorbereid. Ik ben blij dat hij gehoor heeft gegeven aan de influisteringen van de Geest en dat hij nu het evangelie van Jezus Christus heeft.

Ik wist niet dat onze hemelse Vader die dag Chung Wei op mijn pad zou brengen. Ik wist niet dat hij was voorbereid om naar het evangelie te luisteren. Maar ik weet wel dat wij altijd een discipel van Christus moeten zijn en ons moeten gedragen zoals Hij zich zou gedragen. Ik weet dat we over het evangelie moeten praten met mensen die we leren kennen omdat we nooit weten wie de Heer heeft voorbereid om de boodschap van het evangelie te horen.

Illustratie Dan Burr