2010
Voor één en voor allen
Augustus 2010


Voor één en voor allen

Jongeren in de ring Frankfurt (Duitsland) weten hoe ze samen stand moeten houden en hoe ze dat zo nodig alleen moeten doen.

Toen Charlotte Baumann aan het eind van de jeugdconferentie van de ring Frankfurt opstond om haar getuigenis te geven, vertelde ze over een ervaring waar veel andere tieners zich mee konden vereenzelvigen.

‘Tijdens biologie hadden we het over de invloed van alcohol op het lichaam’, zei ze. ‘Ik zei dat alcohol gif is, zenuwgif, en dat mensen het alleen maar drinken omdat ze denken dat het leven er leuker door wordt. De klas begreep het niet, en toen heb ik uitgelegd hoe ik erover dacht. En dat leidde tot de vraag waarom. Een jongen vroeg aan me of mijn ideeën op die van de mormonen leken, en toen zei ik: “Nou, ik ben mormoon.” Eerst geloofde hij me niet, en dat vond ik eigenlijk wel grappig.’

Ze bleven vragen stellen, zelfs na de les in de gang. En toen moest Charlotte ergens aan denken. ‘Ik herinnerde mij opeens dat ik de verkorte versie van Voor de kracht van de jeugd bij me had. Die liet ik hen zien en lezen. ‘Ik denk dat sommigen van hen me toen beter begrepen, en misschien heeft het wat invloed op hen gehad.’

Net als Charlotte kijken de jongeren van de ring Frankfurt altijd uit naar de jeugdconferentie en de andere activiteiten waardoor ze de kans krijgen om over dergelijke ervaringen te praten. Daar kunnen ze samenkomen, plezier hebben en elkaar geestelijk sterken, omdat de meesten van hen er normaliter alleen voor staan.

Samen standhouden

Op de jeugdconferentie, die in de buurt van de Frankfurttempel werd gehouden, vond iedereen dat het hoogtepunt van de conferentie de geestelijke steun was die ze kregen — door lessen, tempelbezoek en de getuigenisbijeenkomst.

Benjamin Uhlig vindt dat de jongeren op deze manier samen stand kunnen houden. ‘We zijn een hechte groep, en samen strijden we in een hele slechte tijd. We gaan naar school, en er wordt van alle kanten aan ons getrokken. Er zijn overal slechte invloeden. Maar de jongeren steunen elkaar. Als jongeren strijden we samen voor het werk van de Heer, en dat vind ik geweldig.’

Als Ida Uhlig aan haar vrienden en vriendinnen in de kerk denkt, denkt ze ook aan de tempel. Haar wijk is niet ver bij de tempel vandaan, dus doen ze daar geregeld doop voor de doden. ‘Ik vind dat als je vriendschap wilt sluiten, je vrienden en vriendinnen moet uitkiezen die ook een voorbeeld voor jou zijn. Vrienden gaan met je mee naar de tempel, en daar heb je samen geestelijke ervaringen.’

‘Het is altijd fijn om doop voor de doden te doen,’ zegt Michael Fiedler, ‘omdat je al die mensen helpt. De tempel is altijd het hoogtepunt van de jeugdconferentie, omdat alles naar de tempel leidt.’

Alleen standhouden

De kracht die deze jongeren van elkaar krijgen, draagt bij tot hun getuigenis van het evangelie, dat op school en elders vaak dagelijks beproefd wordt. Het komt vaak voor dat ze pal moeten staan voor de normen van de kerk.

‘Op school ben ik het enige lid van de kerk in mijn leeftijdsgroep’, zegt Jonatan Fingerle. ‘En overal waar ik naartoe ga, ben ik altijd “de mormoon”. Ik moet er in de klas over praten en mijn getuigenis geven, ook in de klas zedenleer, waar niemand in enige vorm van evangelie gelooft. Maar het was wel leuk dat naderhand, tijdens de pauze, kinderen naar me toe kwamen en vragen stelden. Toen kon ik echt mijn getuigenis geven.’

Soms kun je eenzaam zijn als je de normen van de kerk naleeft. Vincent Newsome is vaak de enige die de wet van kuisheid naleeft. ‘Mijn schoolvrienden vinden het vreemd dat ik kuis blijf, omdat hun leven heel anders is. Al van jongs af aan leren hun ouders ze iets anders. Sommige moeders gaan zelfs met hun dochter van veertien naar de gynaecoloog om een recept voor de pil te halen.’

Maar Vincent weet wat voor kracht hij ontvangt als hij de geboden van de Heer onderhoudt. ‘Door de wet van kuisheid word ik sterker. Je zou kunnen toegeven, maar dat helpt niet. Want als je toegeeft, en je je net zo gedraagt als de rest van de wereld, ga je met de stroom mee en denk je niet na over wat je doet. Ik weet dat het beter is om kuis door het leven te gaan, anders ga je ten onder.’

Als je voor de normen van de kerk opkomt, worden tegenstanders soms bondgenoten. Toen ze voor het eerst naar deze school ging, werd Carina Schultes gepest en uitgelachen. ‘Ze konden niet accepteren dat ik lid van de kerk was, dat ik bepaalde normen naleefde, dat ik niet rookte en dronk. Eerst wisten ze er geen raad mee, maar gelukkig accepteerden ze het na vier jaar. Toen vonden ze het wel gaaf en steunden ze me. Ook zorgden ze ervoor dat anderen me met rust lieten.’

Kracht vinden

We kunnen op veel verschillende manieren kracht vinden. Benjamin Rumbach vindt kracht in zijn lievelingstekst, 1 Nephi 3:7. ‘Daaruit blijkt de vastberadenheid van Nephi en de moed die hij had voor het evangelie. Daar heb ik wat aan als ik de kracht nodig heb om de geboden te onderhouden en verleidingen beter te weerstaan. Ik weet dat ik alle geboden kan onderhouden als ik dat wil.’

Charlotte Baumann put kracht uit het handzame kaartje Voor de kracht van de jeugd: ‘Soms weet je niet hoe je iets moet uitleggen, maar daarop staat iets over alle onderwerpen die actueel zijn voor jongeren. En dat is heel handig. Ik heb gemerkt dat het belangrijk is dat ik altijd voor mijn beginselen opkom, ook als mensen dat vreemd vinden of niet begrijpen. Dan word ik sterker.’

De kracht die Ida Uhlig op de jeugdconferentie en in de tempel voelt, geeft haar kracht. ‘Ik voel de Heilige Geest vaak. De Geest is vooral op deze jeugdconferentie aanwezig, en die voel je in de tempel. Ik ben dankbaar voor Jezus, en ik ben blij dat ik bij Hem kan terugkeren’, zegt ze.

En Carina Schultes is door standvastigheid en gebed sterk gebleven: ‘Ik heb geleerd dat als je door vele verleidingen wordt omgeven, je niet mag opgeven. Dan moet je standvastig blijven en je aan het woord van God vasthouden, zodat je niet zult vallen. In Leer en Verbonden 88:126 staat dat we altijd moeten bidden. Als we problemen hebben of hulp nodig hebben, zullen we een antwoord ontvangen.’

Of ze nou samen of alleen standhouden, de jongeren in de ring Frankfurt vinden kracht in het evangelie van Jezus Christus. En die kracht zal ze in de rest van hun leven goed van pas komen.

Charlotte: ‘Ik herinnerde mij opeens dat ik (…) Voor de kracht van de jeugd bij me had. Die liet ik hen zien en lezen.’

Benjamin U.: ‘Als jongeren strijden we samen voor het werk van de Heer, en dat vind ik geweldig.’

Ida: ‘Ik vind dat als je vriendschap wilt sluiten, je vrienden en vriendinnen moet uitkiezen die ook een voorbeeld voor jou zijn. Vrienden gaan met je mee naar de tempel, en daar heb je samen geestelijke ervaringen.’

Michael: ‘De tempel is altijd het hoogtepunt van de jeugdconferentie, omdat alles naar de tempel leidt.’

Jonatan: ‘Op school ben ik het enige lid van de kerk in mijn leeftijdsgroep. En overal waar ik naartoe ga, ben ik altijd “de mormoon”. Ik moet er in de klas over praten en mijn getuigenis geven, ook in de klas zedenleer, waar niemand in enige vorm van evangelie gelooft.’

Vincent: ‘Mijn schoolvrienden vinden het vreemd dat ik kuis blijf, omdat hun leven heel anders is. Al van jongs af aan leren hun ouders ze iets anders.’

Carina: ‘Ik heb geleerd dat als je door vele verleidingen wordt omgeven, je niet mag opgeven.’

Uitzicht op Friedrichsdorf, bij Frankfurt.

Pasquele

Benjamin R.

Toen hij over het eerste visioen uit Geschiedenis van Joseph Smith 1:15–24 voorlas, kon Benjamin iemand iets over de herstelling uitleggen.

Foto’s David A. Edwards

Jon McNaughton, Ik zag een licht