2010
Mijn broers hoorn
Augustus 2010


Mijn broers hoorn

Sandy Lauderdale Cane (Missouri)

Ik groeide op met het geluid van de hoorn waarop mijn oudere broer oefende. Dag in dag uit, jaar in jaar uit, kwam het geluid van zijn hoorn uit ons huis. Als ik van school naar huis liep, kon ik het geluid al van verre horen.

Als iemand me daarnaar gevraagd had, had ik stellig beweerd dat mijn broer de beste hoornspeler ooit was. Maar zijn voortdurende hoornspel bracht me af en toe wel in verlegenheid, en ik heb mijn moeder een keer gevraagd om hem te laten ophouden. Hij nam zijn hoorn zelfs mee op vakantie!

Jaren later waren mijn broer en ik voor een muziekwedstrijd op een grote universiteit in het noorden van Californië, waar ik nog nooit was geweest. Mijn madrigaalensemble won een prijs. Daarom moesten we later op de dag nog een keer optreden. We kregen te horen waar en wanneer we bij elkaar zouden komen, en iedereen ging zijn weg. Al snel stond ik helemaal alleen tussen al die grote gebouwen van de universiteit. Ik zag niemand die ik kende, maar ik herinnerde me wat ik volgens mijn moeder moest doen als ik ooit zou verdwalen: ‘Blijf waar je bent.’

Ik bleef staan, maar ik was te verlegen om iemand om hulp te vragen. Ik wist ook niet waar ik naar toe kon gaan. Ik kon me ook helemaal niet meer herinneren waar en wanneer we elkaar zouden ontmoeten. Plotseling dacht ik eraan dat ik onze hemelse Vader om hulp kon vragen. Ik was toen geen lid van de kerk, maar ik was wel vaak met mijn vrienden mee naar de kerk geweest, en ik had geleerd dat onze hemelse Vader gebeden verhoort.

Dus stond ik daar met een gebed in mijn hart. Voordat ik amen had gezegd, hoorde ik iets. In de verte hoorde ik heel zachtjes een bekend geluid — een geluid dat ik bijna mijn hele leven had gehoord. Toen ik in de richting van het geluid liep, werd het steeds luider. Kon het de hoorn van mijn broer zijn? Ik wist het zeker.

Maar toen hoorde ik ook andere hoorns spelen. Ik aarzelde. Dacht ik echt dat ik uit al die hoorns die van mijn broer kon halen? Iedere keer als ik twijfelde leek het wel of ik zijn hoorn hoorde roepen. Toen ik het gebouw inliep, de trap opging en dichter bij de muziek kwam, werd ik bang. Ik bloosde al bij de gedachte dat ik de verkeerde deur zou opendoen en iemand zou zien die ik niet kende. Toen ik op de tweede etage kwam, luisterde ik nog een keer. Ik nam een beslissing, haalde diep adem en deed de deur open. En daar was hij!

Onze hemelse Vader geeft ons zijn Geest om ons te onderrichten, om te getuigen, om ons te beschermen en ons in veiligheid te brengen als we alleen of in de steek gelaten zijn. We leren zijn stem herkennen als we er vaak naar luisteren en er zo vertrouwd mee worden dat we hem ook horen te midden van veel andere stemmen die ons op het verkeerde spoor kunnen brengen.

We mogen door zijn stem niet van ons stuk worden gebracht, en we mogen niet aarzelen om hem te volgen. Als we onze hemelse Vader om hulp vragen en dan luisteren, bereid om te gehoorzamen, zullen we Hem zeker horen.