2010
Nieuwe vriendinnen, oude vriendinnen
Augustus 2010


Voor jonge kinderen

Nieuwe vriendinnen, oude vriendinnen

‘Een vriend heeft te allen tijde lief’ (Spreuken 17:17).

  1. Het was zondagochtend en Lissa was zenuwachtig. De grenzen van haar wijk waren veranderd. Dat betekende dat ze vandaag naar een nieuwe wijk zou gaan. Papa en mama zagen dat Lissa zich zorgen maakte.

    Wat is er aan de hand?

    Ik ken niemand in de nieuwe wijk. Waarom moesten ze onze oude wijk nou veranderen?

    Dat is eigenlijk goed. De kerk groeit. Dat betekent dat meer mensen lid van de kerk zijn geworden.

  2. Zal ik mijn vriendinnen van de oude wijk nog weleens zien?

    Daar zorgen we wel voor. Je kunt ze uitnodigen voor je verjaardag.

  3. In de kerk liep Lissa naar het jeugdwerklokaal. Ze zag enkele vriendinnen van haar oude wijk, maar er waren ook veel nieuwe gezichten. In de klas speelden Lissa en de andere kinderen een spel om elkaars namen te leren kennen. De nieuwe kinderen leken heel aardig.

  4. Na de les ging Lissa naar haar ouders en broertje toe die in de gang op haar stonden te wachten.

    Mama, denkt u dat ik ook de nieuwe kinderen voor mijn verjaardag kan uitnodigen?

    Dat is een geweldig idee.

  5. Die week maakten Lissa en haar moeder uitnodigingen voor kinderen in hun oude wijk en voor kinderen in hun nieuwe wijk.

  6. Alle kinderen kwamen op haar verjaardag. Ze speelden hetzelfde spel dat ze in het jeugdwerk hadden gespeeld om elkaars namen te leren kennen.

  7. Is het leuk geweest?

    Ja! Nu heb ik oude en nieuwe vriendinnen!