2007
De herinwijding van de Tabernakel in Salt Lake City
Mei 2007


De herinwijding van de Tabernakel in Salt Lake City

Ik ben dankbaar dat dit magnifieke gebouw verstevigd en gerenoveerd is, zodat het gebruikt kan blijven worden voor onderricht aan de kinderen Gods.

Afbeelding

Ik ben zeer vereerd dat ik de herinwijding van dit magnifieke gebouw, de Salt Laketabernakel, hier ten westen van de Salt Laketempel, mee mag maken. We spreken onze waardering uit voor iedereen die aan de renovatie van dit gebouw heeft meegewerkt. We danken in het bijzonder de Presiderende Bisschap: bisschop H. David Burton, bisschop Richard C. Edgley en bisschop Keith B. McMullin, die op een uitstekende manier leiding hebben gegeven aan de modernisering en restauratie van de Salt Laketabernakel.

Ik heb dierbare jeugdherinneringen aan deze Tabernakel. Ik ben hier gedoopt. Toen ik diaken was, heb ik hier samen met mijn vader de algemene priesterschapsbijeenkomst bijgewoond. We gingen een kwartier vroeger en konden zo gemakkelijk een plaatsje op het balkon bemachtigen.

In de beginperiode van de kerk waren de enige twee gebouwen die met name voor aanbidding waren gebouwd, de tempels in Kirtland en Nauvoo. Voor de bouw van beide was openbaring ontvangen. Het eerste eigen kerkgebouw dat in de geschiedenis wordt vermeld, deed niet alleen dienst als kerk, maar ook als school. Die blokhut werd in 1831 in Missouri gebouwd.1

Tegen de tijd dat de Kirtlandtempel in 1836 werd ingewijd, was hij eigenlijk al te klein voor alle heiligen die de inwijding wilden bijwonen. De profeet Joseph Smith tekende spijtig aan dat het gebouw niet meer plek bood.2 Toen de vijandigheden tegen de heiligen en hun leiders in Kirtland escaleerden, verhuisde de kerk in 1838 naar Missouri, met achterlating van dat dierbare gebouw.

Voor de Nauvootempel werd in grote lijnen — wat de vergaderzalen op de begane grond en eerste verdieping betreft — dezelfde bouwtrant aangehouden als voor de Kirtlandtempel. Maar vóór de Nauvootempel in 1846 voltooid was, vergaderden de heiligen vaak bij de tempel om Joseph en de andere kerkleiders te horen spreken. Die bijeenkomsten werden soms door duizenden tegelijk bijgewoond.

George A. Smith merkte ooit met een feilloos gevoel voor humor op ‘dat het “mormonisme” in de tijd van de profeet Joseph Smith het beste in de buitenlucht gedijde.’ Dat was omdat ‘wij er vóór de dood van de profeet niet in slaagden een gebouw op te trekken dat groot genoeg was om alle heiligen plaats te bieden.’3

Van tijd tot tijd vielen deze openluchtbijeenkomsten door slecht weer in het water en zowel de sprekers als de toehoorders leden er onder. President Joseph F. Smith, die zich nog heel goed de ongemakken van die openluchtbijeenkomsten bij de Nauvootempel kon herinneren, heeft daarover gezegd:

‘Mijn eerste herinneringen aan kerkbijeenkomsten gaan terug naar Nauvoo. Die vonden plaats in een bos vlak bij de tempel. Samen met mijn moeder luisterden we daar naar mannen als Brigham Young, Heber C. Kimball, Orson Hyde, Parley P. Pratt, Orson Pratt, de profeet Joseph en de patriarch Hyrum. Ik weet nog goed dat ik een bijeenkomst in dat bos bijwoonde. Men had vooraan een wagen neergezet en de profeet Joseph stond in de laadbak te prediken, toen het begon te regenen. Een of twee personen stonden op en staken paraplu’s op om hem uit de regen te houden. Veel mensen moesten het zonder paraplu stellen. Voor hen was het geen pretje om daar te zitten. Maar zo klein als ik toen was, herinner me ik me nog goed dat er niemand onder zijn toespraak is weggegaan.’4

Kort voor zijn dood heeft de profeet Joseph opdracht gegeven voor de bouw van een zeildoeken tabernakel om de heiligen beschutting te geven gedurende grote bijeenkomsten. Toen de tempel in 1845 zijn voltooiing naderde, werd ouderling Orson Hyde, van het Quorum der Twaalf, naar het oosten van het land gestuurd om geld in te zamelen en ‘ongeveer 3700 meter’ zeildoek te kopen voor de bouw van ‘de tent der samenkomst in Zion’ zoals Brigham Young hem noemde.5

Broeder Orson Pratt legde in een brief van 30 augustus 1845 uit waar de zeildoeken tabernakel zou komen en hoe hij er uit zou zien:

‘Het ligt in de bedoeling een tabernakel van zeildoek op te zetten, aan de westzijde grenzend aan de tempel. Deze tabernakel zal ovaal van vorm zijn. (…) Hij zal groot genoeg zijn om plaats te bieden aan acht- tot tienduizend personen; en zal oplopende rijen zitplaatsen hebben, zoals in een amfitheater.’6

De volgende dag begon men het terrein geschikt te maken voor de bouw van de zeildoeken tabernakel. Hevige vervolging was er de oorzaak van dat de heiligen Nauvoo verlieten, vandaar dat de zeildoeken tabernakel nooit is gebouwd. Orson Hyde ‘laadde het zeildoek in 1846 op verschillende wagens en vertrok naar het westen.’7 Naar verluidt zou ‘het zeildoek een goede bestemming hebben gekregen en gebruikt zijn voor tenten, voortenten en huiven’ door de heiligen die op weg waren naar de Salt Lake Valley.8

De Tabernakel op Temple Square in Salt Lake City heeft grofweg dezelfde afmetingen als de zeildoeken tabernakel die men voor Nauvoo in gedachte had, en evenals de beoogde tabernakel in Nauvoo bevindt hij zich ook ten westen van de tempel. Zoals bij zoveel zaken, bijvoorbeeld de grote westwaartse verhuizing, was het Joseph Smith die een grote tabernakel voor zich zag, en was het Brigham Young die het verwezenlijkte.

De tabernakel die men in Nauvoo voor ogen had maar niet heeft kunnen bouwen, is dus het prototype voor dit historische gebouw geworden. Toen ik jong was, luisterden we op de radio naar de algemene conferentie; nu verzorgen we vanuit Salt Lake City — op dit moment zelfs — met gebruik van ultramoderne apparatuur satellietuitzendingen naar gebouwen in vele landen van de wereld. Dit alles is mogelijk geworden dankzij de inspiratie die op de broeders rustte om ook in onze tijd in de behoeften van de mensen te blijven voorzien. Dat is een uitstekend voorbeeld van hoe de Heer ervoor zorgt dat de behoeften van de leden van de kerk gelenigd worden. Ik getuig dat de Heer zijn wil aan zijn profeet, Gordon B. Hinckley, zal blijven openbaren om tegemoet te komen aan de behoeften van alle leden in de kerk, hoe groot die ook wordt.

Ik ben dankbaar dat dit magnifieke gebouw verstevigd en gerenoveerd is, zodat het gebruikt kan blijven worden voor onderricht aan de kinderen Gods. In de naam van Jezus Christus. Amen.

Noten

  1. Zie Richard W. Jackson, Places of Worship: 150 Years of Latter-day Saint Architecture (2003), p. 16.

  2. Zie History of the Church, deel 2, pp. 410–411.

  3. Deseret News, 29 augustus 1855, p. 194.

  4. ‘The Spirit of Worship’, Improvement Era, juni 1910, pp. 749–750.

  5. Brigham Young aan de heiligen, 17 juni 1845. In: New York Messenger, 16 augustus 1845; zie ook History of the Church, deel 7, p. 427; Elden J. Watson, ‘The Nauvoo Tabernacle’, Brigham Young University Studies, lente 1979, p. 416.

  6. Orson Pratt aan Reuben Hedlock, 20 augustus 1845. In: New York Messenger, 30 augustus 1845; zie ook Brigham Young University Studies, lente 1979, p. 420.

  7. Glen M. Leonard, Nauvoo: A Place of Peace, a People of Promise (2002), pp. 479–480.

  8. Brigham Young University Studies, lente 1979, p. 421; zie ook de bewering van William Smith in Glen M. Leonard, Nauvoo, p. 754, noot 86.