2007
Julie B. Beck Algemeen ZHV-presidente
Mei 2007


Julie B. Beck
Algemeen ZHV-presidente

Afbeelding

Bij haar doop en in de tempel heeft Julie Bangerter Beck als onderdeel van haar verbonden ‘de Heer beloofd dat Hij haar in zijn koninkrijk kon gebruiken’. Waar en hoe Hij haar zou gebruiken vond ze niet belangrijk. Als voormalig eerste raadgeefster in het algemeen jongevrouwenpresidium zegt ze dat in de kerk ‘iedereen steeds andere taken krijgt. Het maakt niet uit waar je werkzaam bent. Het is het werk van de Heer en wij werken samen met de kinderen van onze hemelse Vader.’

Ze is op 29 september 1954 geboren, als dochter van William Grant Bangerter, emeritus lid van het Eerste Quorum der Zeventig, en Geraldine Hamblin Bangerter. Ze heeft gestudeerd aan Dixie College en aan de Brigham Young University, waar ze een graad in gezinswetenschappen heeft behaald. Op 28 december 1973 is ze in de Salt Laketempel met Ramon P. Beck getrouwd. Ze hebben drie kinderen en acht kleinkinderen.

Voordat ze werd geroepen om op algemeen kerkniveau werkzaam te zijn, is zuster Beck jongevrouwenpresidente en jeugdwerkpresidente op wijkniveau geweest, en raadgeefster van een ZHV-presidium op ringniveau.

Om zo efficiënt mogelijk met de beschikbare tijd om te gaan, verdeelt ze haar prioriteiten in drie categorieën: ‘Wat ik moet doen’, ‘Wat ik zou moeten doen’ en ‘Wat leuk zou zijn als ik het kon doen’. Persoonlijk gebed, schriftstudie, tempelbezoek en haar familie staan op het lijstje wat ze ‘moet doen’. ‘Ik ken geen vrouw die niet meer te doen heeft dan ze kan’, zegt ze. Maar door het stellen van prioriteiten worden ‘schuldgevoelens weggenomen. Ik sta verbaasd over de hoeveelheid dingen die ik tot stand kan brengen van het lijstje wat “leuk zou zijn als ik het kon doen”.’

De Heer heeft haar gezegend met ideeën om een oma op afstand te zijn, zoals het voorlezen van haar kleinkinderen via de telefoon.

‘Ik heb altijd veel van de ZHV gehouden. Toen ik pas getrouwd was en mijn ouders ver weg waren, fungeerden de ZHV-zusters als “mijn moeder”. Tijdens mijn reizen over de wereld heb ik veel liefde en bewondering ontwikkeld voor de vrouwen van de kerk.’