2007
Voorraad inslaan
Mei 2007


Voorraad inslaan

Wij roepen de priesterschapsdragers op om voldoende in te slaan, zodat u en uw gezin de wisselvalligheden van het leven het hoofd kunt bieden.

Afbeelding

Mijn geliefde broeders, wat zijn wij gezegend om hier vergaderd te zijn met het Eerste Presidium en de Twaalf Apostelen. Iedere priesterschapsdrager die hier aanwezig is, of hij nu 12 of 112 is, kan dankzij Jezus Christus de celestiale orde van het leven beërven ‘door gehoorzaamheid aan de wetten en verordeningen van het evangelie.’1 Het is fantastisch om dat te bedenken, en ik weet dat het waar is. U hebt uw wereld zelf in de hand!

Luistert u, met dat voor ogen, naar het volgende verhaal. Een jongeman die vol ambitie en energie was, schreef zich in bij een goede universiteit. Hij was destijds priester in de Aäronische priesterschap. Hij had één groot doel: hij wilde arts worden. Zijn doel was ambitieus: hij wilde rijk worden. Hij wilde bovendien American football spelen, dus nam hij contact op met de coaches en werd uiteindelijk opgenomen in het team. Nu lag de weg open naar het aanzien en de snoeverijen kenmerkend voor de universitaire sportwereld. Dat is wat hij dacht.

Maar waar hij niet aan gedacht had was dat zijn arrogante en verwaande ambities uiteindelijk omver zouden worden gehaald — want hij had er niet aan gedacht om voorraad in te slaan. Hij had het belang over het hoofd gezien van voldoende voorbereiding, de noodzaak van geregeld colleges bijwonen en gedisciplineerd studeren, en de scheikundelessen. De gevolgen dienden zich snel en meedogenloos aan. In minder dan drie maanden. Het gebeurde zo:

Op de dag dat hij met zijn lichaam van 1 meter 73 en 64 kilo in de scrimmagelijn tegenover een gigantische aanvaller van het universiteitsteam kwam te staan, wist hij dat hij de verkeerde sport gekozen had.

Hij was ook niet erg gewend aan hard studeren en zijn ogen en hersenen weigerden werk als hij korte tijd met zijn neus in de boeken had gezeten.

En het toppunt van de nederlaag was het eindexamen scheikunde. Laat ik volstaan met te zeggen dat zijn lukrake antwoorden op de meerkeuzevragen niet eens voldeden aan de eisen van de wet van kansberekening. Hij zakte jammerlijk.

Met hard werken, een zending die hem een juist perspectief op de doelen van het leven gaf en onophoudelijke voorbereiding overwon hij uiteindelijk de gevolgen van deze korte periode van dwaasheid. Maar ik heb tot op de dag van vandaag nachtmerries over die scheikundecolleges.

De Heer heeft hen ons echter laten zien hoe we dergelijke dwaasheden kunnen ontlopen. Hij heeft gezegd:

‘Luister, o gij volk van mijn kerk (…). Luister, gij volk van verre; en gij, die op de eilanden der zee zijt, luistert allen. (…)

‘Bereidt u voor, bereidt u voor op hetgeen zal komen, want de Heer is nabij.’2

De leer aangaande de wederkomst van de Messias geeft ons een van de beste motieven om ons voor te bereiden en goed te leven. Onze hemelse Vader weet dat de beloofde beloningen zijn kinderen aanmoedigen tot goede werken en dat de beloofde straffen de mensen bang maken om kwaad te doen. Dat is de uitwerking van de openbaringen aangaande de wederkomst van de Heer.3

In die openbaringen is sprake van tekenen en wonderen op aarde en in de hemel. Ze wijzen op roerige tijden en toekomstige gebeurtenissen die een grote en langdurige uitwerking zullen hebben. Maar het belangrijkste is dat we deze allesovertreffende beloftes krijgen:

‘En ook de Here zal macht hebben over zijn heiligen en zal in hun midden regeren.’4

‘(…) opdat door mijn voorzienigheid de kerk (…) onafhankelijk zal staan, boven alle andere schepselen onder de celestiale wereld.’5

En ‘indien gij voorbereid zijt, zult gij niet vrezen.’6

Priesterschapsdragers worden er door deze beloftes toe gebracht om zichzelf en hun gezin voor te bereiden op de komst van de Heer.7 Het is niet nodig om ons zorgen te maken over de gebeurtenissen die aan de wederkomst voorafgaan. Laten we in plaats daarvan dankbaar zijn voor ons begrip van wat er nog in het verschiet ligt. Laten we het feit waarderen dat we onze eigen wereld in de hand hebben, dat we rentmeesters van de Heer zijn die gaan over wat Hij ons heeft toevertrouwd.8 De formule voor succes is eenvoudig: wees getrouw. Ontdoe u van lasten. Sla voorraad in.

Wees getrouw. Als priesterschapsdragers ontwikkelen wij een zachtaardige instelling en een vriendelijke manier van spreken. Wij zijn mannen die bidden, de sabbatdag heiligen en het woord Gods kennen. Wij betalen tiende en een royale vastengave. Wij houden ons aan onze verbonden en wijden ons leven aan de opbouw van Gods koninkrijk.

En, broeders, wij slaan de nodige voorraad in! Door dit te doen, zal ‘de Here […] macht hebben over zijn heiligen en zal in [ons] midden regeren.’9

Ontdoe u van lasten. Wij als mannen Gods keren ons af van uitspattingen en wenden ons tot opbouwende zaken, want ‘hetgeen niet opbouwt, is niet van God.’10 Als betrekkingen, bezigheden, activiteiten of agenda’s iets afdoen aan het op de eerste plaats zetten van God, moeten we ze minderen en ons ontdoen van die lasten.11 Als we schulden hebben, betalen we ze af en worden zo goed mogelijk schuldenvrij.

En, broeders, wij slaan de nodige voorraad in! Dan zal, ‘door [Gods] voorzienigheid de kerk [en haar leden], ondanks de beproeving die over [ons] zal komen, onafhankelijk (…) staan, boven alle andere schepselen onder de celestiale wereld.’12

Sla voorraad in. Een echtgenote is hierin belangrijk, maar ze heeft een echtgenoot nodig die het voortouw neemt in de voorbereidingen van het gezin. Kinderen hebben ouders nodig die hen deze goede traditie bijbrengen. Zij zullen dan hetzelfde doen met hun eigen kinderen, en hun voorraden zullen niet op raken.

Een belangrijk beginsel van het evangelie is dat we ons moeten voorbereiden op dagen van schaarste. Werken, nijverheid en zuinigheid maken deel uit van de koninklijke orde van het leven. Laten wij denken aan deze woorden van Paulus: ‘Maar indien [iemand] voor de [zijnen], en nog wel voor [zijn] huisgenoten, niet zorgt, dan heeft [hij zijn] geloof verloochend en is […] erger dan een ongelovige.’13

Voor ons zitten de drie presiderende hogepriesters die het Eerste Presidium van de kerk vormen.

President James E. Faust, tweede raadgever in het Eerste Presidium, heeft gezegd: ‘Iedere vader en moeder zijn de voorraadbeheerders van het gezin. Zij dienen op te slaan wat hun gezin nodig heeft in geval van nood (…) en dan zal God ons in onze beproevingen bijstaan.’14

President Thomas S. Monson, eerste raadgever, heeft tot ons gezegd: ‘Veel meer mensen zouden het op de golven van hun economisch stormachtige leven uithouden als ze een jaarvoorraad eten en kleding hadden (…) en geen schulden hadden. Tegenwoordig zien we dat velen deze raad precies omgekeerd gevolgd hebben: ze hebben schulden voor minstens een jaar en hebben geen eten.’15

President Gordon B. Hinckley, de profeet des Heren, heeft tot ons gezegd:

‘De beste plek om wat voedsel opzij te zetten, is thuis. (…)

‘We kunnen bescheiden beginnen. We kunnen beginnen met een voedselvoorraad van een week en die geleidelijk uitbouwen tot een maand, en daarna drie maanden. (…) Maar ik ben bang dat zovelen het gevoel hebben dat een grote voorraad buiten hun bereik is dat ze er niet eens aan beginnen.

‘Begin klein (…) en bouw het geleidelijk uit naar een redelijk doel toe.’16

Geïnspireerde voorbereiding heeft een grondslag van geloof in Jezus Christus, gehoorzaamheid en een verstandige leefstijl. Leden moeten niet overdrijven, maar ze moeten er wel aan beginnen.

Wij roepen de priesterschapsdragers op om voldoende in te slaan, zodat u en uw gezin de wisselvalligheden van het leven het hoofd kunt bieden. Zorg er alstublieft voor dat zij die aan uw waakzame zorg zijn toevertrouwd deze brochures met de titel Bereidt alle noodzakelijke dingen voor, ontvangen. Spoor ze nu aan om zich voor te bereiden door een appeltje voor de dorst weg te leggen.

Priesterschapsleiders, betrek de ZHV bij het bevorderen van de zelfredzaamheid van de gezinnen. De vrouwen van de kerk hebben uw steun nodig en zullen u volgen als u hen leiding geeft.

Moedig onze leden aan om geregeld wat gezond basisvoedsel en wat houdbaar gemaakt water aan hun voorraad toe te voegen. Laat ze ook wat geld sparen, al is het maar een gering bedrag per week. Door deze eenvoudige benadering zullen ze al gauw een reserve voor enkele maanden hebben. In de loop der tijd kunnen ze deze eenvoudige voorraad uitbreiden door er benodigdheden zoals graan, peulvruchten en andere hoofdvoedselproducten aan toe te voegen waarmee ze in leven kunnen blijven als er niets anders te eten is.17

Als we ons uiterste best doen, kunnen we erop vertrouwen dat ‘het meel in de pot […] niet [zal] opraken, en de olie in de kruik […] niet [zal] ontbreken.’18 Wij krijgen dan grotere wijsheid, veiligheid, gemoedsrust en welzijn. Dan zijn we voorbereid, en omdat we zijn voorbereid, zullen we ‘niet vrezen’.19

Tot slot wil ik u voorstellen aan het gezin van Luca en Patrizia Vaccarono. Zij wonen in een klein Italiaans plaatsje in de buurt van Rome. Onlangs schreven zij:

‘Na iets wat we hadden meegemaakt, besloten we dat het belangrijk was om een voorraad aan te leggen van wat wij gebruiken. Soms moeten we onze gewoonten met betrekking tot het bereiden van bepaalde soorten voedsel aanpassen. (…)

‘De gemoedsrust en het verlangen om een gebod te gehoorzamen dat de Heer bij monde van de hedendaagse profeet heeft gegeven, helpen ons om de Heilige Geest te voelen [en] om niet bang te zijn en de tekenen des tijds voor de wederkomst van de Heer als een zegen te zien en niet als iets wat we moeten vrezen. We verheugen ons erop. (…) Hierdoor zijn wij gemotiveerd om getrouw te zijn en tot het einde te volharden en het heil en het eeuwige leven te verkrijgen.’20

Broeder Vaccarono besluit met deze opmerking: ‘Neem me mijn gebrekkige Engels niet kwalijk. Ik hoop dat u begrijpt wat ik probeerde uit te leggen.’ Broeder en zuster Vaccarono, wij begrijpen het, want er staat geschreven: ‘Vertrouw op de Here met uw ganse hart en steun op uw eigen inzicht niet. Ken Hem in al uw wegen, dan zal Hij uw paden recht maken.’21 In de naam van Jezus Christus. Amen.

Noten

  1. Geloofsartikelen 1:3.

  2. LV 1:1, 12.

  3. Zie Bruce R. McConkie, Doctrinal New Testament Commentary, 3 delen [1966–1973], deel 1, pp. 677–678.

  4. LV 1:36.

  5. LV 78:14.

  6. LV 38:30.

  7. Zie 2 Timoteüs 4:8; LV 133:50, 52.

  8. Zie LV 104:13–17.

  9. LV 1:36.

  10. LV 50:23.

  11. Zie Doctrinal New Testament Commentary, deel 1, pp. 675–676; Bijbelvertaling van Joseph Smith, Matteüs 6:38.

  12. LV 78:14.

  13. 1 Timoteüs 5:8; zie ook 1 Timoteüs 6:19; LV 29:34; ‘Het gezin: een proclamatie aan de wereld’, Liahona, oktober 2004, p. 49; Joseph F. Smith, Conference Report, oktober 1900, p. 46; Bruce R. McConkie, The Mortal Messiah: From Bethlehem to Calvary, 4 delen (1979–1981), deel 2, p. 155.

  14. ‘The Responsibility for Welfare Rests with Me and My Family’, Ensign, mei 1986, p. 22.

  15. ‘That Noble Gift—Love at Home,’ Church News, 12 mei 2001, p. 7.

  16. ‘To Men of the Priesthood’, Ensign, november 2002, p. 58.

  17. Zie The Teachings of Harold B. Lee, Clyde J. Williams (red., 1996), p. 314.

  18. 1 Koningen 17:14, zie ook vss. 8–16.

  19. LV 38:30.

  20. Brief, gedateerd 3 maart 2007.

  21. Spreuken 3:5–6.