2007
Gedenken, bekeren en veranderen
Mei 2007


Gedenken, bekeren en veranderen

De gemakkelijkste en snelste weg tot geluk en gemoedsrust is die van bekering en verandering, en wel zo snel mogelijk.

Afbeelding

Ik ben dankbaar voor onze Heiland en voor de uitnodiging die wij allemaal hebben gekregen: ‘Komt tot Christus en wordt vervolmaakt in Hem.’1 Ik wil jullie laten delen in mijn gedachten en gevoelens over hoe Hem te gedenken, je te bekeren en je te veranderen. Ik denk dat ik de gevoelens in mijn hart het best onder woorden kan brengen door jullie over drie vrouwen te vertellen en uit te leggen wat ik van hun ervaringen heb geleerd.

Ik begin met Ruth May Fox, die jaren geleden algemeen jongevrouwenpresidente was. Ze vervulde die taak totdat ze 84 jaar oud was. Zuster Fox was in Engeland geboren. Toen ze dertien was, liep ze met een groep pioniers bijna de hele weg naar de Salt Lake Valley. Haar moeder was overleden toen ze nog een baby was, vandaar dat ze de eerste twaalf jaar van haar leven bij verschillende gezinnen verbleef. Ze moet een onhandelbaar kind zijn geweest, want haar grootmoeder noemde haar een ‘slechte meid’ en weigerde voor haar te zorgen.2

Uiteindelijk trouwde Ruth. Ze kreeg twaalf kinderen. Ze liet haar kinderen in haar sterke getuigenis delen, onderwees ze in het evangelie en werkte met ze samen. Maar ze gaf toe dat ze haar oudere kinderen soms hard aanpakte, omdat ze een opvliegend karakter had en niet altijd eerst ‘tot tien telde’3 als ze boos werd. Ze deed haar best om deze zwakte te overwinnen en stond bekend om haar lieve hart en hulp aan anderen.

Zuster Fox is 104 jaar oud geworden. In haar lange leven heeft ze veel vreugde en grote moeilijkheden gekend. Ze zei: ‘Het leven is soms een moeilijke les. De stevigste planten groeien niet onder glas en een flink karakter ontwikkel je niet door problemen uit de weg te gaan.’4

Vorig jaar heb ik de Independence Rock in Wyoming beklommen, waarin zuster Fox als dertienjarig meisje op weg naar de Salt Lake Valley haar naam had gekerfd. Door het weer van de afgelopen 140 jaar was die nauwelijks meer te lezen: ‘Ruth May 1867.’ Ik wilde meer te weten komen over deze grote leidster en volgeling van Jezus Christus, die zich haar hele leven had ingespannen om zich te verbeteren. Haar motto was: ‘Het koninkrijk van God of niets!’5

Het volgende verhaal gaat over een vrouw die ik Mary zal noemen. Zij was de dochter van gelovige pioniers die veel voor het evangelie hadden opgeofferd. Ze was in de tempel getrouwd en schonk het leven aan tien kinderen. Ze was getalenteerd en leerde haar kinderen bidden, hard werken en elkaar liefhebben. Ze betaalde haar tiende en op zondag reed het gezin met hun huifkar naar de kerk.

Hoewel ze wist dat het in strijd met het woord van wijsheid was, was ze gewoon om koffie te drinken. Ze had altijd een pot koffie op het fornuis staan. Ze beweerde: ‘De Heer zal me heus niet vanwege een kopje koffie de toegang tot de hemel ontzeggen.’ Maar vanwege dat kopje koffie kreeg ze geen tempelaanbeveling, noch haar kinderen die ook koffie dronken. Hoewel ze vrij oud is geworden en uiteindelijk weer toegang kreeg tot de tempel, is slechts een van haar tien kinderen in de tempel getrouwd. Veel van haar nakomelingen, nu van de vijfde generatie, ontberen de zegeningen van het herstelde evangelie, waar zij in geloofde en waar haar voorouders zoveel voor opgeofferd hebben.

Het laatste verhaal gaat over Christina (naam veranderd), die zich als jong meisje had laten dopen en aan de andere gezinsleden was verzegeld. Maar na verloop van tijd leefde het gezin niet meer de beginselen van het evangelie na. Nu bevond ze zich in haar tienerjaren. Ze had verkeerde keuzes gemaakt en was erg ongelukkig.

Op een dag gaf ik haar het boekje Persoonlijke vooruitgang en zei: ‘Met behulp van dit boekje kun je christelijke eigenschappen ontwikkelen zodat je de gewenste veranderingen in je leven kunt aanbrengen. Ik moedig je aan om vandaag nog met het boekje aan de slag te gaan en het vanavond mee te nemen naar de haardvuuravond. Dan kun je me vertellen wat je hebt geleerd.’ Die avond zei ze met tranen in haar ogen: ‘Vandaag ben ik aan mijn persoonlijke vooruitgang begonnen.’ Ze heeft me sinds die dag nog enkele malen geschreven. Ze ging weer naar de kerk, de wekelijkse activiteitenavond en het seminarie toe. Binnen enkele weken gingen haar zus en haar moeder met haar mee naar de kerk. Later ging de vader met ze mee, en nu is het hele gezin samen in de tempel geweest.

Wat voor lessen heb ik uit deze verhalen geleerd over gedenken, zich bekeren en veranderen?

De eerste les is dat iedereen fouten maakt.6 Nog niet zo lang geleden bracht ik op de dag van haar doop wat tijd door met een achtjarig meisje. Aan het eind van de dag zei ze vol vertrouwen: ‘Ik ben nu al een hele dag gedoopt en ik heb nog niet gezondigd!’ Maar haar volmaakte dag duurde niet lang, en ik weet zeker dat ze nu leert, zoals wij allemaal, dat hoe hard we ook ons best doen, we niet altijd alle slechte situaties, alle verkeerde beslissingen kunnen mijden of onszelf altijd in de hand hebben. Ik hoor vaak over de uitverkoren, koninklijke generatie in deze bedeling, maar ik heb nog nooit gehoord dat het de volmaakte generatie wordt genoemd. Tieners zijn vooral kwetsbaar omdat Satan veel macht heeft en omdat ze voor het eerst zelf belangrijke beslissingen nemen. Daarom maken ze ook hun eerste grote fouten.

Dat overkwam ook Corianton in het Boek van Mormon. Van Corianton werd verwacht dat hij getrouw een zending zou vervullen, maar hij dacht dat hij sterk en slim genoeg was om met gevaarlijke situaties en slecht gezelschap om te gaan. Hij kwam ernstig in de problemen en zondigde zwaar toen hij naar verkeerde plekken ging, met verkeerde mensen omging en verkeerde dingen deed.7

Mijn tweede les is dat bekering niet vrijblijvend is. Ons is geboden ons te bekeren.8 De Heiland heeft gezegd dat als we ons niet bekeren en als een klein kind worden, we het koninkrijk van God niet kunnen beërven.9 We mogen ons leven niet laten ontsporen door een enkel kopje koffie of een enkele slechte gewoonte, verkeerde keuze of verkeerde beslissing.

Soms zijn mensen erg achteloos over bekering. Ik heb mensen weleens horen zeggen dat bekering te moeilijk is. Anderen zeggen dat ze moe zijn van de schuldgevoelens of verontwaardigd over een leider die hen behulpzaam was bij hun bekering. Soms geven mensen de moed op als ze een fout hebben gemaakt. Ze geloven dat er geen hoop voor hen is. Sommige mensen denken dat ze zich beter zullen voelen als ze het herstelde evangelie de rug toekeren en wegblijven.

Het is Satan die wanhopige gedachten plaatst in het hart van mensen die fouten hebben gemaakt. Maar de Heer Jezus Christus geeft ons altijd hoop. Hij zegt:

‘Gij werdt gekozen om het werk des Heren te doen, maar wegens overtreding zult gij, indien gij niet waakzaam zijt, vallen.

Maar bedenk dat God barmhartig is; daarom, bekeer u van hetgeen gij hebt gedaan dat in tegenstrijd is met het gebod dat Ik u heb gegeven, en dan zijt gij nog steeds gekozen, en zijt wederom tot het werk geroepen.’10

De gemakkelijkste en snelste weg tot geluk en gemoedsrust is die van bekering en verandering, en wel zo snel mogelijk.

Les drie is dat we er niet alleen voor staan. Het is niet mogelijk om helemaal alleen grote veranderingen aan te brengen. Onze eigen kracht en goede bedoelingen zijn niet voldoende. Als we fouten begaan of verkeerde keuzes doen, hebben we de hulp van de Heer nodig om op het rechte pad terug te keren. We nemen wekelijks aan het avondmaal deel om te laten zien dat wij vertrouwen op zijn kracht om ons te veranderen. Wij belijden onze zonden en beloven ze te verzaken.11

En als onze beste inspanningen niet voldoende zijn, ontvangen we door zijn genade de kracht om ons best te blijven doen.12 De Heer heeft gezegd: ‘Indien de mensen tot Mij komen, zal Ik hun hun zwakheid tonen. Ik geef de mensen zwakheid, opdat zij ootmoedig zullen zijn; en mijn genade is genoeg voor alle mensen die zich voor mijn aangezicht verootmoedigen; want indien zij zich voor mijn aangezicht verootmoedigen en geloof hebben in Mij, zal Ik zwakke dingen sterk voor hen laten worden.’13

Als wij de hulp van de Heer inroepen om ons te veranderen, krijgen we deze belofte: ‘Wie zich van zijn zonden bekeerd heeft, die ontvangt vergeving, en Ik, de Heer, denk er niet meer aan.’14 De Heer geeft de moed niet op. Hij zegt: ‘Komt tot Mij, allen, die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven.’15 De vreugde en gemoedsrust die wij ontvangen als we weten dat we vergeving hebben ontvangen, is een zegen van God. Die gemoedsrust krijgen we op de tijd en wijze van de Heer, maar komen doet ze.

Mijn laatste les is dat we kunnen veranderen. Iedere dag is een nieuwe gelegenheid om onze Heiland te gedenken en zijn voorbeeld te volgen. Zonder bekering kunnen we geen vooruitgang maken.16 Daarom is bekering het tweede beginsel van het evangelie.17

In plaats van excuses voor onze zwakheden te bedenken, werken we iedere dag aan de ontwikkeling van goede gewoonten en christelijke eigenschappen. President Spencer W. Kimball heeft gezegd: ‘De ontwikkeling van christelijke eigenschappen is een veeleisende en voortdurende opdracht — niet geschikt voor de seizoenarbeider of voor mensen die zich niet steeds opnieuw willen inspannen,’18 Ik heb van Christina geleerd dat het ontwikkelen van christelijke eigenschappen een teken is dat we veranderen.

Omdat we allemaal sterfelijk zijn, maken we allemaal fouten. Bekering is niet vrijblijvend, maar we staan er niet alleen voor. We krijgen hulp van de Heiland. Als wij zijn eigenschappen ontwikkelen, weten we dat we de veranderingen aanbrengen waardoor we dichter bij Hem komen.

Zuster Fox heeft gezegd dat het evangelie haar ‘beschermende mantel tegen verleiding is, [haar] troost in tijden van verdriet, [haar] vreugde en geluk en [haar] hoop op het eeuwige leven.’19 Als motto heeft ze gekozen: ‘Het koninkrijk van God of niets’, omdat ze wist dat als ze het evangelie met heel haar hart aanvaardde, ze deze belofte van de Heiland aan ons allen zou ontvangen: ‘Wie zich bekeert en zich in mijn naam laat dopen, zal worden vervuld; en indien hij tot het einde volhardt, zie, hem zal Ik onschuldig houden voor het aangezicht van mijn Vader ten dage dat Ik zal staan om de wereld te oordelen.’20

Door bekering heb ik de Heiland leren kennen, en mijn geloof in en afhankelijkheid van Hem nemen toe als ik zijn hulp inroep om mij te veranderen. Ik getuig van deze werkelijkheid en kracht, in de naam van Jezus Christus. Amen.

Noten

  1. Moroni 10:32.

  2. Zie Janet Peterson en LaRene Gaunt, Keepers of the Flame: Presidents of the Young Women (1993), pp. 33–34.

  3. Zie Keepers of the Flame, p. 38.

  4. Keepers of the Flame, p. 41.

  5. Keepers of the Flame, p. 49.

  6. Zie ‘Repentance’, Bible Dictionary, p. 761.

  7. Zie Alma 39:1–9.

  8. Zie LV 19:15.

  9. 3 Nephi 11:38.

  10. LV 3:9–10.

  11. Zie LV 58:43.

  12. Zie ‘Grace’, Bible Dictionary, p. 697.

  13. Ether 12:27.

  14. Zie LV 58:42.

  15. Matteüs 11:28.

  16. Zie ‘Repentance’, Bible Dictionary, pp. 760–761.

  17. Zie Geloofsartikelen 1:4.

  18. ‘Privileges and Responsibilities of Sisters’, Ensign, november 1978, p. 105.

  19. Keepers of the Flame, p. 49.

  20. 3 Nephi 27:16.