2007
Bisschop Sheets steun verlenen
Februari 2007


Bisschop Sheets steun verlenen

‘Iemand moet van Godswege worden geroepen, door profetie en door handoplegging van hen die daartoe het gezag bezitten’ (Geloofsartikelen 1:5).

Gebaseerd op een waargebeurd verhaal

‘Wie broeder Rulon T. Sheets steun kan verlenen als nieuwe bisschop, gelieve de rechterhand op te steken.’

Mijn hand vloog de lucht in. Ik was zo blij dat broeder Sheets onze nieuwe bisschop was. Zijn dochter Peggy was mijn vriendin. Hoewel ze wat ouder was, nodigde ze me vaak uit om bij haar thuis te komen spelen. Broeder Sheets kwam dan altijd even meespelen. Hij liet ons een keer wat danspasjes zien en hij deed weleens mee met een spel. Soms maakte hij popcorn voor ons en kwam hij even bij ons zitten om te kletsen.

Ik was zo blij dat ik broeder Sheets steun kon verlenen als onze nieuwe bisschop. Maar toen ik in de kerk met mijn hand omhoog om me heen keek en al die opgestoken handen zag, vroeg ik me af wat voor steun een elfjarig meisje zo’n grote man kon geven.

Een van de eerste dingen die ik deed, was mijn handen gebruiken om koekjes voor onze nieuwe bisschop te bakken. Mijn moeder vertelde me dat bisschoppen veel tijd in de kerk doorbrengen en soms maaltijden thuis mislopen. Dus maakten we onze beste koekjes. Ik roerde het beslag totdat het precies goed was. Toen de koekjes klaar waren, bracht ik ze naar zijn huis. Hij was heel blij, maar ik wilde nog meer doen.

Enkele weken later was ik bij Peggy thuis om te spelen. Ik was verantwoordelijk voor de muziek. Ik gebruikte mijn handen om de knop van de radio te bedienen, en een zender uit te zoeken met goede muziek. Toen zette ik het geluid wat zachter. Dit was het huis van de bisschop, en ik wilde bijdragen aan de rust.

Toen school begon, kreeg het gezin van de bisschop een pleegkind in huis — Carla. De eerste keer dat ik haar ontmoette, stak ik mijn hand uit om haar te verwelkomen. Ik wist dat het de bisschop zou helpen als Carla nieuwe vriendinnen zou hebben.

Na enkele maanden werd de bisschop ziek, en moest hij met een stok lopen. Mijn moeder zei dat hij erg ziek was en onze gebeden en steun nu heel hard nodig had.

Toen ik bijna twaalf werd, had ik een gesprek met bisschop Sheets. Mijn moeder en ik liepen naar de kerk en kwamen tegelijk met de bisschop bij de kerk aan. Hij zwaaide vriendelijk naar me en schuifelde naar de stoep. Het was zaterdag, maar ik zag dat hij voor mijn gesprek een pak had aangetrokken en een stropdas had omgedaan. Ik voelde me vereerd.

Toen hij bij de stoeprand aankwam, bleef hij even staan. Hij keek bezorgd. Ik dacht dat hij misschien te zwak was om de stoep op te gaan. Ik rende naar hem toe.

‘Houd mijn hand maar vast’, zei ik. ‘Ik zal u helpen.’

Dankbaar pakte hij mijn hand beet en trok zichzelf de stoep op. Toen rende ik voor hem uit om de zware deur van de kerk open te doen.

‘Dat had ik voor jou moeten doen’, zei hij zachtjes. ‘Dank je wel.’

In zijn kantoor liet hij zich met een zucht in zijn stoel zakken. Hij vroeg me of ik een gebed wilde uitspreken. Ik vouwde eerbiedig mijn armen, en hoewel ik de naam van de bisschop niet in mijn gebed noemde, vroeg ik onze hemelse Vader in mijn hart om hem te zegenen en te sterken.

Na het gebed zag de bisschop er weer een beetje als zichzelf uit. Hij zat rechtop in zijn stoel en zijn ogen glommen. Na het gesprek gaf hij me een stevige hand.

Toen mijn moeder en ik naar huis liepen, dacht ik eraan hoeveel ik van bisschop Sheets hield, en dat ik wist dat hij door God was geroepen. Ik was dankbaar dat ik met mijn kleine handen nog steeds manieren kon vinden om mijn lieve bisschop te steunen.

Afbeelding

‘Het ambt van bisschop en de functie van gemeentepresident en raadgever zijn heilig in deze kerk. De mannen die dit ambt of deze functie bekleden, worden door de Heer gerespecteerd. (…) We eren hen en houden van hen, en dat laten we zien door de manier waarop we rekening met hen houden.’

Ouderling Dallin H. Oaks van het Quorum der Twaalf Apostelen, ‘Bisschop, help!’ Liahona, juli 1997, p. 23.