2007
Ik volg Hem in geloof
Februari 2007


Participatieperiode

Ik volg Hem in geloof

‘En wij hebben geloofd en bekend, dat Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God’ (Johannes 6:69, Statenvertaling 1977).

Heb je ooit volg de leider gespeeld? De regels zijn eenvoudig: kies een leider en volg hem of haar.

Het doel van ons leven op aarde is onze leider Jezus Christus te volgen. Toen Jezus Petrus en Andreas zag vissen, zei Hij tegen hen: ‘Komt achter Mij.’ Petrus en Andreas lieten hun netten achter en volgden Hem. (Zie Matteüs 4:18–20.)

Net als hij met Petrus en Andreas heeft gedaan, nodigt Hij ons allemaal uit om Hem te volgen. (Zie LV 100:2.) Wij zullen niet precies lopen waar Hij heeft gelopen, maar we kunnen wel doen wat Hij heeft gedaan. We kunnen in de Schriften lezen. We kunnen tot onze hemelse Vader bidden. We kunnen ons laten dopen.

Nadat hij Jezus had gevolgd, zei Petrus: ‘En wij hebben geloofd en bekend, dat Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God’ (Johannes 6:69, Statenvertaling 1977). Als wij geloof hebben en Jezus volgen, kunnen wij ook zo’n getuigenis ontvangen.

Ons geloof in Jezus Christus zal groeien als we meer over Hem te weten komen. En hoe meer we over Hem weten, hoe makkelijker het is om Hem in geloof te volgen.

Activiteit

Om een voorbeeld voor een borduurwerkje te maken, kleur je ieder symbool op pagina K4. Trek het patroon over op effen stof, zoals een katoenen lap. Gebruik drie strengetjes borduurgaren in de kleur van je keus voor ieder symbool. Vraag een volwassene hoe je een kruissteek over ieder symbool moet maken. (Zie voorbeeld.) Hang je borduurwerk ergens waar je het vaak ziet.

Noot: Deze activiteit kan gekopieerd of overgetrokken worden. Of ga op het internet naar www.lds.org. Klik voor Nederlands op de wereldkaart.

Ideeën voor de participatieperiode

  1. 1. Zet de namen van de kinderen en de namen van enkele oude profeten op woordstroken en hang ze op. Vraag wat de overeenkomst tussen deze namen is. Lees samen Abraham 3:22–24, en leg uit dat we allemaal in het voorbestaan bij onze hemelse Vader hebben gewoond. Leg aan de kinderen uit dat we door de Schriften een beetje weten wat daar is gebeurd. Laat de kinderen in LV 93:21 opzoeken welke van al Gods kinderen de eerstgeborene was. Laat de pianiste van een lied over het voorbestaan de eerste maat spelen, dan de eerste twee maten. Blijf een maat toevoegen totdat de kinderen kunnen raden welk lied het is. Als de kinderen het lied geraden hebben, zing dan het hele lied. Wijs op de woorden die over ons leven met onze hemelse Vader in het voorbestaan gaan. Leg uit dat we in het voorbestaan allemaal broer en zus van elkaar waren. Wij noemen elkaar ‘broeder’ of ‘zuster’ omdat die titels naar onze geestelijke relatie met elkaar verwijzen. Zing ‘Ik ben een kind van God’.

  2. 2. Laat verschillende voorbeelden van plannen zien. Bijvoorbeeld een recept, een blauwdruk of instructies om iets in elkaar te zetten. Leg uit dat als we iets willen klaarmaken — zoals koekjes bakken — of als we iets in elkaar moeten zetten — zoals een huis of een stuk speelgoed — we moeten weten wat het resultaat moet worden. Wij hebben een plan nodig. Voordat we op aarde kwamen, stelde onze hemelse Vader een plan voor. Dat plan wordt het heilsplan genoemd. Nodig de voltijdzendelingen, of met toestemming van de bisschop of gemeentepresident een pas teruggekeerde zendeling, uit om iets uit Predik mijn evangelie (pp. 47–59) over het heilsplan te vertellen.