2007
Inspirerende gedachten
Februari 2007


Boodschap van het Eerste Presidium

Inspirerende gedachten

Afbeelding

Getuigenis

‘Ik wil u mijn getuigenis geven. Ik weet dat God, onze eeuwige Vader, leeft, dat Hij de grote bestuurder van het heelal is, en dat wij zijn kinderen zijn. Op de een of andere manier hoort en verhoort Hij de gebeden van zijn kinderen. Ik wil dat u begrijpt dat ik weet dat Jezus de Christus is, de Zoon van de levende God, dat Hij zijn koninklijke woning in de hemel heeft verlaten om onder de mensen te komen en door de mensen gehaat en mishandeld te worden, en dat Hij alleen maar het goede heeft gedaan. [Zie Handelingen 10:38.] Door de haat van de mensen werd Hij gekruisigd; op de derde dag is Hij herrezen, “als eersteling van hen, die ontslapen zijn” (1 Korintiërs 15:20). De Vader en de Zoon zijn daadwerkelijk aan de jonge Joseph Smith verschenen en hebben deze wonderbare bedeling ingeluid, de belangrijkste bedeling in de geschiedenis van de wereld.’ (Bijeenkomst voor leden, Seoul [Zuid-Korea], 31 juli 2005.)

Zijn offer voor ons

‘Ik ben bijzonder dankbaar voor het evangelie van Jezus Christus en voor mijn getuigenis van de verzoening van de Heiland. Ik ben er met mijn hele hart van overtuigd, ik leef ervoor en ik getuig ervan. Van alle gebeurtenissen in de geschiedenis van de mens is er geen belangrijker dan de verzoening van de Heiland. God zij dank voor de gave van zijn dierbare Zoon, die wij allen dank verschuldigd zijn voor het offer dat Hij voor ons heeft gebracht.’ (Bijeenkomst voor leden, Kopenhagen [Denemarken], 22 mei 2004.)

Goddelijke zending van Jezus Christus

‘Wij zijn een grote familie, in liefde en geloof verenigd. Zowel als volk als individueel zijn wij bijzonder gezegend. Wij hebben in ons hart een standvastige en onwrikbare overtuiging van de goddelijke zending van de Heer Jezus Christus.

‘Hij was de grote Jehova van het Oude Testament, de Schepper die onder leiding van zijn Vader alles heeft geschapen. “Zonder [Hem is] geen ding geworden, dat geworden is” (Johannes 1:3). Hij was de beloofde Messias, die kwam met genezing onder zijn vleugelen. (Zie Maleachi 4:2.) Hij was de wonderdoener, de grote genezer, de opstanding en het leven. Er is geen andere naam gegeven onder de hemel waardoor wij verlost kunnen worden. [Zie Handelingen 4:12.] (…)

‘Hij kwam als een gave van zijn eeuwige Vader. “Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder, die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe” (Johannes 3:16).

‘Hij heeft zijn troon in de hemel verlaten om op aarde te komen en in bezet gebied in een stal geboren te worden. Hij heeft de stoffige wegen van Palestina doorkruist, de zieken genezen, leerstellingen verkondigd en iedereen gezegend die Hem aanvaardde. (…)

‘Op Golgota heeft Hij voor een ieder van ons zijn leven gegeven. Niemand kan een grotere gave ontvangen. Het is de gave van de opstanding en het eeuwige leven. [Zie LV 14:7.]

‘Wij gedenken wel zijn geboorte. Maar zonder zijn dood zou die geboorte een geboorte als alle andere zijn geweest. Het was de verlossing, die Hij in de Hof van Getsemane en aan het kruis op Golgota tot stand bracht, waardoor zijn gave onsterfelijk, universeel en eeuwig werd. Hij heeft de grote verzoening voor de zonden van het hele mensdom tot stand gebracht. ‘Hij is de opstanding en het leven “als eersteling van hen, die ontslapen zijn” (1 Korintiërs 15:20). Door Hem zullen alle mensen uit het graf herrijzen.

‘Wij hebben Hem lief. Wij eren Hem. Wij danken Hem. Wij aanbidden Hem. Hij heeft voor een ieder van ons en voor het hele mensdom gedaan wat niemand anders had kunnen doen. God zij dank voor de gave van zijn geliefde Zoon — onze Heiland, de Verlosser van de wereld, het onberispelijke Lam dat als offer voor het hele mensdom is geofferd.’ (Devotional voor zendelingen, Salt Lake City [Utah], 15 december 2002.)

Als getuige staan

‘Ik denk aan het grote voorbeeld dat Paulus over zijn ervaring op weg naar Damascus vertelt. Hij had een licht uit de hemel gezien en een stem gehoord. Hij was op de grond gevallen en had gezegd: “Wie zijt Gij, Here?”

‘En Jezus zeide: “Richt u op en sta op uw voeten; want hiertoe ben Ik u verschenen om u aan te wijzen als dienaar en getuige (…)

‘“Om hun ogen te openen ter bekering uit de duisternis tot het licht en van de macht van de Satan tot God” (Handelingen 26:15–16, 18).

‘Nu ben ik van mening dat de opdracht van de Heer aan Paulus ook op ons van toepassing is. “Richt u op,” zei Hij, “en sta op uw voeten; want hiertoe ben Ik u verschenen om u aan te wijzen als dienaar en getuige.”

‘Een ieder van u heeft de verantwoordelijkheid om een getuige van de eeuwige waarheid van het evangelie van Jezus Christus te zijn. Het is uw taak om de ogen van anderen te openen en ze “uit de duisternis tot het licht en van de macht van de Satan tot God” te leiden.’ (Bijeenkomst voor leden, Nairobi [Kenia], 4 augustus 2005.)

Ons toevluchtsoord, onze gemoedsrust

‘Wij leven in een uiterst gecompliceerde tijd. We worden met ernstige problemen geconfronteerd. Soms moeten we ziekte, financiële problemen, en vele andere zorgen het hoofd bieden. Ons toevluchtsoord, onze gemoedsrust en ons welzijn zijn in de wegen van de Heer te vinden.’ (Satellietuitzending ringconferentie, Australië, 12 februari 2005.)

Waardig om de tempel te betreden

‘Ik moedig iedere vader en echtgenoot aan om ervoor te zorgen dat hij zijn vrouw en kinderen mee naar de tempel kan nemen. Er is niets in de wereld dat daarvoor in de plaats kan komen. Het is de grootste zegen die een echtpaar kan ontvangen. Stel die niet uit. Als u zich moet bekeren, begin daar dan vandaag mee, en zorg ervoor dat u in aanmerking komt voor een tempelaanbeveling.’ (Bijeenkomst voor leden, Santiago [Chili], 11 maart 2006.)

Voorbeeld van een rechtschapen leven

‘Wij worden gezien als een goed volk, als een volk dat vriendelijk en liefdevol is, en bereid om de helpende hand uit te steken en de mensen om ons heen tot zegen te zijn. De hemel kijkt glimlachend op ons neer, en het betaamt een ieder van ons om rechtschapen te leven en de wil van de Heer te doen.’ (Ringconferentie, St. George [Utah], 27 februari 2005.)

Pal staan

‘We leven in een verdorven, onzedelijke en verontruste wereld. Sta daarboven, sta pal, laat de wereld links liggen en leef zoals de Heer dat van u verwacht. (…)

‘Wij hebben zoveel te bieden. Bedenk maar eens hoeveel we eigenlijk te bieden hebben. Andere mensen begrijpen de ware aard van God niet goed. Zij leven nog steeds volgens de oude geloofsbelijdenis van Nicea, uit de vierde eeuw, die ik niet kan begrijpen. Maar wij hebben een volmaakte kennis van de aard van God, door middel van het eerste visioen van de profeet Joseph Smith. Hij heeft God gezien. Hij heeft Hem horen spreken. Hij heeft zijn Zoon gezien. Hij heeft Hem horen spreken, en hij kon tot Hen spreken. Hij twijfelde geen moment aan de ware aard van God. Dat is toch geweldig. In de Schriften staat: “Dit nu is het eeuwige leven, dat zij U kennen, de enige waarachtige God, en Jezus Christus, die Gij gezonden hebt” (Johannes 17:3).

‘Dat is een grote en geweldige gave die wij de wereld te bieden hebben — een goed begrip van God. Wij zijn zijn kinderen. Het maakt niet uit wat onze nationaliteit is. Het maakt niet uit waar we zijn geboren. Het maakt niet uit of ons haar licht of donker is. Het maakt niet uit wat de vorm van onze ogen is. Wij zijn allemaal kinderen van God. Hij is de grote God van het heelal, maar Hij is ook onze Vader, tot wie wij in gebed kunnen gaan. We weten, ik weet, u weet, dat Hij onze gebeden hoort en verhoort. (…) Dat is toch iets geweldigs.’ (Bijeenkomst voor leden, Vladivostok [Rusland], 31 juli 2005.)

Het evangelie prediken

‘Ga op pad en predik het evangelie. De eerste opdracht aan de kerk, zelfs voordat de kerk officieel was georganiseerd, was de taak om het evangelie te prediken. Die opdracht is nooit ingetrokken. En is nog steeds van kracht.’ (Bijeenkomst voor zendelingen, Columbia [South Carolina], 20 november 2004.)

De laatste bedeling

‘Wat is het toch geweldig dat [God] ons in deze laatste bedeling, de bedeling van de volheid der tijden, zo uitzonderlijk heeft gezegend. Hij heeft zijn werk hersteld met alle bevoegdheden, heerlijkheid, waarheid en al het gezag van alle voorgaande bedelingen. (…)

‘Ik weet dat God, onze eeuwige Vader, leeft en dat Hij ons liefheeft; dat Jezus zijn geliefde Zoon is, onze Verlosser, Heiland, Heer en Vriend; dat Joseph Smith een profeet is en was; dat zijn kerk waar is; en dat het herstelde werk op aarde is, voor ons welzijn en geluk.’ (Regionale conferentie, Salt Lake City, 4 mei 2003.)

Voor de huisonderwijzers

Nadat u dit artikel met een gebed in uw hart hebt bestudeerd, bespreekt u het op een manier dat iedereen aan de bespreking wil deelnemen. Enkele voorbeelden:

  1. Laat een gezinslid een of twee alinea’s uit elk van de eerste drie gedeelten over de Heiland voorlezen. Moedig de gezinsleden aan om iets over hun gevoelens met betrekking tot de Heiland, zijn offer en zijn zending te vertellen. Geef ook uw eigen getuigenis.

  2. Bespreek met de gezinsleden de gedeelten waarin een aanmoediging van president Hinckley staat. Laat de gezinsleden goed opletten wat voor aanmoedigingen de profeet ons geeft. Laat de gezinsleden een aanmoediging uitkiezen om samen aan te werken.

  3. Laat het gezin een afbeelding uit het artikel zien. Vraag ze wat er op de afbeelding gebeurt, waarom dat belangrijk is, en wat we ervan kunnen leren. Lees de woorden van president Hinckley die betrekking hebben op die afbeelding. Besluit met uw getuigenis.