2007
Een verandering op het laatste moment
Februari 2007


Een verandering op het laatste moment

In november 2001 kreeg mijn jongere zus te horen dat ze een ernstige vorm van kanker had. Ze was toen 45 jaar oud en ze had vier kinderen, van wie er één in Portugal op zending was. Haar wijk en ring in Arizona begonnen meteen samen met haar gezin te vasten en te bidden. Maar in mei verloor ze de strijd tegen de kanker en viel ze in een coma. Nadat we een priesterschapzegen hadden ontvangen en vurig hadden gebeden, besloten we haar van de apparatuur af te halen. De artsen verzekerden ons dat ze snel zou overlijden. Maar acht dagen later was er nog steeds geen verandering in haar situatie, waardoor iedere dag lang en pijnlijk was.

De voorgaande maanden waren een periode van overdenking voor ons gezin geweest. We hielden van mijn zus, en hoewel we het heilsplan begrepen, was het soms moeilijk om op de Heer te vertrouwen dat alles goed zou komen. We hadden op de een of andere manier het gevoel dat mijn zus weer beter zou worden. Dus plaatsten we vraagtekens bij de kracht van ons geloof. We wisten dat onze hemelse Vader gebeden hoort en verhoort, maar we waren ontdaan door zijn antwoord en konden geen gemoedsrust vinden.

Op 2 juni was onze ringconferentie. Er zou een gebiedszeventiger op bezoek komen. Vanwege het grote aantal leden in de ring, werd de ringconferentie in tweeën gesplitst. Onze drie zoons die lid van een alleenstaandenwijk waren, gingen ’s morgens naar de ringconferentie. De rest van het gezin zou ’s middags gaan. Mijn man en ik besloten om als gezin naar de ochtendbijeenkomst te gaan. Vlak nadat we dat besloten hadden, werden mijn man en ik gevraagd om de gebeden in de middagbijeenkomst uit te spreken. Dus veranderden we onze plannen.

Tijdens de zaterdagavondbijeenkomst hadden we een verandering opgemerkt. Ouderling L. Whitney Clayton van de Zeventig was op het laatste moment gevraagd naar onze conferentie te komen, in plaats van de gebiedszeventiger.

Op zondagmiddag zei ouderling Clayton dat hij zich geïnspireerd voelde om zijn toespraak helemaal te veranderen. De Geest zei tegen hem dat hij zich tot een bepaalde familie moest richten. Ik kreeg meteen het gevoel dat hij onze familie bedoelde. Hij sprak over een ringpresident die een vrouw met kanker had. Na veel bidden en vasten door familieleden, vrienden en leden uit haar ring, was ze volledig hersteld.

Ouderling Clayton sprak toen over een andere ringpresident, van wie de vrouw tijdens zijn periode als ringpresident aan kanker was overleden. Ze had verscheidene kleine kinderen achtergelaten. Veel mensen hadden voor haar herstel gevast en gebeden. Dit verhaal was gevoelig voor ouderling Clayton omdat deze vrouw de enige zus van zijn vrouw was.

Ouderling Clayton legde verder uit dat ongeacht de hoeveelheid geloof die geoefend wordt, het antwoord soms nee is. Toen las hij voor wat de lievelingsteksten van de familie zijn geworden — Daniël 3:17–18:

‘Indien onze God, die wij vereren, in staat is ons te bevrijden, dan zal Hij ons uit de brandende vuuroven, en uit uw macht, o koning, bevrijden;

Maar zelfs indien niet — het zij u bekend, o koning, dat wij uw goden niet vereren, en het gouden beeld dat gij hebt opgericht, niet aanbidden’ (cursivering toegevoegd).

Ouderling Clayton sprak die middag niet over nieuwe leerstellingen. Maar er vond een wonder plaats dat ons met ontzag vervulde. De Heer had ervoor gezorgd dat wij tijdens de middagbijeenkomst aanwezig zouden zijn door iemand te inspireren om ons voor de gebeden te vragen. Hij had er ook voor gezorgd dat een van zijn dienstknechten, iemand die een soortgelijke ervaring had gehad, tot ons kon spreken. En ten slotte gaf hij ons een wijs en gehoorzaam iemand die zo leefde dat hij de Geest kon horen en dienovereenkomstig kon handelen. Onze geest is door die ervaring op onbeschrijflijke wijze beroerd.

De volgende dag kregen we een telefoontje dat mijn zus was overleden. Hoewel we verdrietig waren, was er een vertroostende sfeer in ons huis toen we voor haar gezin baden — deze keer vol vertrouwen dat de wil van de Heer was vervuld. En wij bedankten Hem voor zijn dierbare antwoord op onze gebeden.