Leringen van kerkpresidenten
Sterk u tegen kwade invloeden


Hoofdstuk 10

Sterk u tegen kwade invloeden

Het evangelie van Jezus Christus biedt ons kracht en bescherming tegen het kwaad van onze tijd.

Uit het leven van Spencer W. Kimball

President Spencer W. Kimball heeft gezegd dat de strijd tegen Satan en zijn legers ‘geen kleine schermutseling met een niet erg wilskrachtige tegenstander is, maar een grote veldslag met een vijand die zo machtig en georganiseerd is, en zich zo sterk heeft verschanst dat wij waarschijnlijk verslagen worden als we niet sterk, goed getraind en waakzaam zijn.’1

Als jonge zendeling in het zendingsgebied Centrale Staten schreef hij in zijn dagboek over een ervaring die zijn vastberadenheid om verleiding te weerstaan, illustreert. Hij nam een trein naar Chicago (Illinois) en werd tijdens de reis benaderd door een man. ‘[Hij] probeerde me over te halen om een boek met vieze plaatjes te lezen. Ik zei dat het me niet aantrok. Hij probeerde me over te halen om in Chicago met hem mee te gaan en ik wist dat hij me naar de hel zou leiden. Ik legde hem het zwijgen op, maar toen hij weg was voelde ik me nog een uur blozen. Ik dacht: “Hoe hard probeert Satan niet om door zijn duivelskinderen jonge mensen op het slechte pad te brengen.” Ik dankte de Heer dat ik de kracht had om het te overwinnen.’2

Leringen van Spencer W. Kimball

Satan bestaat echt en poogt met alle middelen om ons te vernietigen

In deze tijd van wereldwijsheid en dwaling stellen de mensen niet alleen God, maar ook de duivel als een abstract concept voor. In dat concept is Satan een mythe die nuttig was om mensen in minder verlichte tijden op het rechte pad te houden, maar die tegenwoordig uit de tijd is omdat we nu zo goed ingelicht zijn. Niets is verder van de waarheid. Satan is wel degelijk een persoon — een individu van geest, zonder een sterfelijk lichaam. Zijn verlangen om eenieder van ons in zijn macht te krijgen, is niet minder vurig dan het verlangen van onze Vader om ons door rechtschapenheid naar zijn eeuwige koninkrijk terug te brengen.3

Weten waar het gevaar schuilt en hoe dat te herkennen in al zijn verschijningsvormen, biedt bescherming. De duivel is alert. Hij staat altijd klaar om elke onoplettende, zorgeloze of opstandige ziel te misleiden en in te lijven.4

Ongeacht wie op een gegeven moment bijzondere aandacht krijgt van de tegenstander, hij streeft ernaar om alle mensen ‘ongelukkig [te maken], net als hij zelf’ (2 Nephi 2:27). Ja, hij streeft naar ‘de ellende van het gehele mensdom’ (2 Nephi 2:18). Hij wijkt niet van zijn doel af, en hij is slim en genadeloos in zijn streven.5

Petrus heeft ons als volgt gewaarschuwd: ‘Wordt nuchter en waakzaam. Uw tegenpartij, de duivel, gaat rond als een brullende leeuw, zoekende wie hij zal verslinden’ (1 Petrus 5:8).

En de Heiland zei dat zelfs de uitverkorenen zo mogelijk nog door Lucifer misleid zouden worden [zie Matteüs naar Joseph Smith 1:22]. [Lucifer] zal zijn logica gebruiken om verwarring te stichten en zijn beredeneringen om te vernietigen. Hij zal betekenis verduisteren, deuren op een kier zetten en van het zuiverste wit via alle tinten grijs uiteindelijk het diepste zwart maken.6

De aartsbedrieger heeft alle mogelijke manieren en middelen bestudeerd om zijn doeleinden te bereiken. Alles wat voor het welzijn van de mens is gemaakt, neemt hij over en verandert en camoufleert het (…) zodat hij hun gedachten over kan nemen, hun lichaam misbruiken en hen de zijne maken.

Hij slaapt nooit — hij is ijverig en houdt vol. Hij analyseert zijn probleem grondig en slaat dan ijverig en methodisch toe om zijn doel te bereiken. Hij gebruikt alle vijf zintuigen en de natuurlijke honger en dorst van de mens om hem weg te voeren. Hij gaat ervan uit dat hij weerstand zal ondervinden en sterkt zich ertegen. Hij maakt gebruik van tijd, ruimte en ontspanning. Hij is bestendig, overtuigend en handig. Hij gebruikt nuttige dingen zoals radio, televisie, drukwerk, vliegtuig en auto om te vervormen en beschadigen. Hij gebruikt het groepsgedrag van de mens, zijn eenzaamheid en al zijn behoeften om hem te misleiden. Hij doet zijn werk op de gunstigste tijden op de indrukwekkendste plaatsen met de invloedrijkste mensen. Hij ziet niets over het hoofd waarmee hij kan misleiden, vervormen en verlagen. Hij maakt gebruik van geld, macht en kracht. Hij verleidt de mens en valt hem op zijn zwakste plek aan. Hij neemt het goede en maakt er iets slechts van. (…) Hij gebruikt elke mogelijke manier om de mens omver te werpen.7

De tegenstander is subtiel. Hij is sluw. Hij weet dat hij goede mensen er niet toe kan brengen om meteen groot kwaad te doen, dus fluistert hij ze heel sluw halve waarheden in totdat zijn slachtoffers hem volgen.8

Met hulp van de Heer kunnen we kwade invloeden weerstaan

Als we [de] dodelijke slagen van het kwaad willen ontvluchten en ons gezin beschermen en sterken tegen alle destructieve invloeden die zo welig tieren om ons heen, hebben we de hulp (…) van de Schepper zelf nodig. Er is maar één zekere manier om die te krijgen, en dat is door het evangelie van de Heer Jezus Christus en gehoorzaamheid aan zijn wijze, geïnspireerde leringen.9

Ieder krijgt in zijn leven te maken met de strijd tussen goed en kwaad, tussen Satan en de Heer. Iedereen die de jaren van verantwoordelijkheid, oftewel de leeftijd van acht jaar, heeft bereikt en een volkomen bekeerlijk hart heeft, en met het juiste gezag gedoopt wordt, ontvangt de Heilige Geest. Als hij naar Hem luistert, zal dit lid van de Godheid hem leiden, inspireren en waarschuwen, en zal Hij de ingevingen van het kwaad onschadelijk maken.10

Hij die grotere kracht heeft dan Lucifer, die onze burcht en kracht is, kan ons steunen in tijden van grote verleiding. Hoewel de Heer nooit iemand met geweld uit zonde zal halen of uit de armen van zijn verleiders, wendt Hij wel zijn Geest aan om de zondaar ertoe aan te zetten om dat met goddelijke hulp te doen. En degene die zich overgeeft aan de fijne invloed en smeekbeden van de Geest en alles doet was in zijn vermogen ligt om zijn bekeerlijke houding te behouden, is verzekerd van bescherming, kracht, vrijheid en vreugde.11

Satan (…) probeerde Mozes over te halen zich aan hem te onderwerpen. (…)

‘Mozes, zoon des mensen, aanbid mij’, verleidde de duivel hem met beloften van werelden, luxe en macht. (…)

De profeet beval: ‘Ga heen, Satan (…)’ (Mozes 1:12, 16). De leugenaar, de verleider, de duivel — die niet bereid was dit eventuele slachtoffer op te geven, raasde nu ‘met luide stem en tierde op de aarde en beval, zeggende: Ik ben de Eniggeborene, aanbid mij’ (Mozes 1:19).

Mozes zag de misleiding in en zag de kracht der duisternis en de ‘bitterheid der hel’. Dit was een kracht waar niet makkelijk mee af te rekenen viel en die zich niet makkelijk liet wegjagen. Doodsbang riep hij God aan en beval toen met hernieuwde kracht:

‘Ik zal niet ophouden God aan te roepen (…) want zijn heerlijkheid heeft op mij gerust, daarom kan ik onderscheid maken tussen Hem en u. (…) In de naam van de Eniggeborene, ga heen, Satan’ (Mozes 1:18, 21).

Zelfs Lucifer, (…) de aartsvijand van de mens, kan de kracht van Gods priesterschap niet weerstaan. Bevend, vloekend, huilend, weeklagend en tandenknarsend verliet hij de overwinnaar: Mozes.12

Wij moeten klaar zijn om een duidelijk standpunt in te nemen voor het aangezicht van Satan (…) en vorstendommen en machten en heersers der duisternis. Wij hebben de hele wapenrusting Gods nodig om ze te weerstaan. [Zie Efeziërs 6:12–13.]13

‘Doet de [gehele] wapenrusting Gods aan’, volgens de aansporing van Paulus (Efeziërs 6:11). Met deze goddelijke invloed en bescherming zijn wij in staat om de misleidingen van de tegenstander te herkennen, ongeacht hoe die verpakt zijn in aantrekkelijke woorden en redeneringen, en kunnen wij ‘weerstand bieden in de boze dag en, [onze] taak geheel vervuld hebbende, stand […] houden.’ [Zie Efeziërs 6:13.]14

We moeten niet toegeven aan zelfs de kleinste verleidingen

Als we eerst toegeven aan kleine verleidingen, komt er ook ernstige zonde in ons leven. Slechts zelden begaat iemand een grotere overtreding zonder eerst toegegeven te hebben aan kleinere, die de deur openzetten naar grotere. Iemand noemde eens een voorbeeld van een bepaalde zonde en zei toen: ‘Een eerlijk mens wordt niet zomaar oneerlijk, net zo min als een schone akker zomaar ineens vol onkruid komt te staan.’

Het is bijzonder moeilijk, en misschien wel onmogelijk, voor de duivel om door een gesloten deur te gaan. Hij lijkt geen sleutels te hebben voor gesloten deuren. Maar als een deur op een kier staat, zet hij zijn teen ertussen, al gauw gevolgd door zijn voet, daarna zijn been, torso en hoofd, en uiteindelijk is hij helemaal binnen.

Deze situatie doet denken aan de fabel van de kameel en zijn eigenaar die door de woestijn reisden toen er een zandstorm kwam. De reiziger zette snel zijn tent op en ging naar binnen. Hij deed hem dicht om zichzelf te beschermen tegen de snijdende, schurende zandkorrels die de storm in het rond slingerde. De kameel bleef uiteraard buiten. Maar toen de krachtige winden zand tegen zijn lichaam aansmeten en het in zijn ogen en neusgaten kwam, vond hij het ondraaglijk en begon uiteindelijk te smeken om in de tent gelaten te worden.

‘Er is alleen maar ruimte voor mijzelf’, zei de reiziger.

‘Maar mag ik dan alleen mijn neus naar binnen steken, zodat ik lucht kan inademen zonder zand?’ vroeg de kameel.

‘Nou, ja, dat zou misschien wel kunnen’, antwoordde de reiziger, en deed de flap een heel klein beetje open, waarop de lange neus van de kameel de tent in kwam. Dat was best prettig voor de kameel! Maar al gauw werd de kameel zich bewust van het stekende zand in zijn ogen en oren (…):

‘De wind blaast het zand zo hard tegen mijn kop aan dat het aanvoelt als een rasp. Kan ik alleen mijn kop naar binnen steken?’

Weer redeneerde de reiziger dat toestemmen geen kwaad kon, want de kameel kon zijn kop in de top van de tent steken — een ruimte die hij zelf niet gebruikte. Dus stak de kameel zijn kop naar binnen en het dier was weer tevreden — maar slechts voor even.

‘Alleen mijn voorlijf’, smeekte hij, en weer gaf de reiziger toe. Al gauw bevonden de voorste schouders en benen van de kameel zich in de tent. Doordat het smeken en toegeven zo doorging, was de kameel uiteindelijk met zijn hele lijf in de tent. Maar omdat het nu te krap was voor allebei, schopte de kameel de reiziger de wind en storm in.

Net als de kameel wordt Lucifer ons al snel meester als we toegeven aan zijn eerste verlokkingen. Al gauw wordt het geweten helemaal het zwijgen opgelegd. Het kwaad krijgt vrij spel en de deur naar het heil wordt dicht gedaan totdat een grondige bekering die weer opendoet.

Hoe belangrijk het is om niet in de geringste mate aan verleiding toe te geven, wordt door het voorbeeld van de Heiland onderstreept. Zag Hij het gevaar niet toen Hij zich met zijn gevallen broer Lucifer op de berg bevond, en door de grote verleider in verzoeking werd gebracht? Hij had de deur open kunnen doen en met het gevaar kunnen spelen door te zeggen: ‘Goed, Satan, ik zal naar je voorstel luisteren. Ik hoef er niet aan toe te geven, ik hoef er niet voor te bezwijken, ik hoef het niet te aanvaarden — maar Ik zal naar je luisteren.’

Maar zo redeneerde Christus niet. Hij maakte meteen en duidelijk een einde aan het gesprek en beval: ‘Ga weg, Satan.’ En daarmee bedoelde Hij waarschijnlijk ‘Ik wil je niet meer zien — ga weg — ik luister niet — ik wil niets met je te maken hebben.’ En we lezen wat er vervolgens gebeurde: ‘Toen liet de duivel Hem met rust’ [Matteüs 4:10–11].

Dit is het goede voorbeeld voor ons als we zonden liever voorkomen dan genezen. Als ik het verhaal van de Verlosser en zijn verleidingen lees, weet ik zeker dat Hij zijn energie gebruikte om Zich tegen verleidingen te versterken in plaats van ermee te worstelen om ze te overwinnen.

Als we nu de juiste beslissingen nemen, kunnen we later verleiding weerstaan

Beslissingen nemen is voor iedereen een fundamentele taak. Tientallen keren per dag komen we bij een splitsing van wegen en moeten we besluiten waar we heengaan. Sommige alternatieven zijn lang en moeilijk, maar brengen ons in de juiste richting van ons uiteindelijke doel. Andere zijn kort, breed en makkelijk, maar gaan in de verkeerde richting. Het is belangrijk om onze uiteindelijke doelen duidelijk voor ogen te houden zodat we ons niet bij elke splitsing laten afleiden door de volgende vragen, die er niet toe doen: Welke weg is makkelijker of prettiger? Waar gaan anderen naartoe?

Het is makkelijker om de juiste beslissingen te nemen als we dat ruim van tevoren doen, met onze uiteindelijke doelen in gedachten. Dat bespaart ons bij de splitsing veel leed, als we moe en ernstig in verleiding zijn.

Toen ik nog jong was, nam ik een vast besluit om nooit thee, koffie, tabak of alcohol te proeven. Ik ondervond dat dit vaste besluit mij in veel verschillende ervaringen heeft gered. Er waren veel gelegenheden waarbij ik ergens een slokje van had kunnen nemen, iets had kunnen proeven, maar het reeds genomen onwankelbare besluit gaf mij een goede reden en de kracht om de verleiding te weerstaan.

(…) De tijd om te beslissen dat we met niets minder genoegen nemen dan een gelegenheid om eeuwig bij onze Vader te wonen, is nu. Dan wordt elke keuze die we verder nemen beïnvloed door onze vastbeslotenheid om niets in de weg te laten staan van het bereiken van dat einddoel.16

Ontwikkel zelfdiscipline zodat u steeds minder hoeft te beslissen en niet telkens opnieuw hoeft te beslissen wat u zult doen wanneer u telkens weer met dezelfde verleiding geconfronteerd wordt. Sommige dingen hoeven we maar één keer te beslissen.

Wat een grote zegen is het om niet steeds met een bepaalde verleiding te hoeven worstelen. Dat is namelijk tijdverslindend en uiterst gevaarlijk.17

We kunnen sommige dingen voor eens en voor altijd van ons afzetten! We kunnen één beslissing nemen over bepaalde zaken, die beslissing toepassen in ons leven en ze vervolgens deel van ons wezen maken zonder erover te hoeven tobben en honderd keer opnieuw te moeten beslissen wat we wel en wat we niet doen.

Besluiteloosheid en ontmoediging scheppen een klimaat waarin de tegenstander het beste gedijt, want hij kan in die omstandigheden veel slachtoffers maken onder de mensen. (…) Als u het nog niet hebt gedaan, besluit dan om te besluiten!18

Wat zou het fijn zijn als we elke jongen en elk meisje in de kerk al in hun jeugdjaren gewoon konden laten besluiten: ‘Ik zal nooit toegeven aan Satan of aan wie dan ook die wil dat ik mezelf vernietig.’19

De tijd om op te houden met het kwaad is vóórdat u eraan begint. Het geheim van een goed leven schuilt in bescherming en preventie. Zij die toegeven aan het kwaad zijn meestal diegenen die zichzelf in een kwetsbare positie gemaneuvreerd hebben.20

Wij weerstaan de tegenstander als we onze zwakheden erkennen en ernaar streven ze te overwinnen

Ik ben op een boerderij opgegroeid en ik herinner me dat ik, als de varkens naar buiten gingen, eerst keek naar de gaten waardoor ze eerder al eens ontsnapt waren. Als de koe in de wei naar groener gras elders stond te kijken, wist ik waar ik het eerst moest zoeken naar de plek waarlangs ze kon ontsnappen. Het was naar alle waarschijnlijkheid de plek waar ze al eerder over de omheining was gesprongen of waar de omheining kapot was geweest. En zo is het ook met de duivel — hij weet waar hij moet verleiden, waar hij zijn rake klappen moet uitdelen. Hij vindt de zwakke plek. Op het gebied waarop iemand eerder zwak is geweest, is hij het makkelijkst opnieuw te verleiden.21

Het lijkt erop dat het kwaad altijd om ons heen is. (…) Daarom moeten we voortdurend waakzaam zijn. We brengen onze zwakheden in kaart en concentreren ons op het overwinnen ervan.22

De meesten onder ons hebben zwakke plekken waardoor ons rampen kunnen overkomen als we niet heel goed beschermd en immuun gemaakt worden. (…)

In de geschiedenis zijn er veel (…) voorbeelden te vinden van kracht en trots, zowel individueel als landelijk, die bezweken voor een aanval op de zwakke plek. Hoewel die plekken vaak, althans op het eerste gezicht, fysiek waren, kennen Lucifer en zijn volgelingen ook ieders gewoonten, zwakheden en zwakke plekken, en maken ze er gebruik van om ons naar de geestelijke vernietiging te voeren. Bij de een kan het dorsten naar alcohol zijn. Bij een ander onstilbare honger. Weer iemand anders heeft toegestaan dat zijn geslachtsdrift de overhand kreeg. Nog iemand anders houdt van geld en van de luxe en het gemak die hij daarmee kan kopen. En weer een ander verlangt naar macht. Enzovoort.23

Laat hem die kwade neigingen heeft eerlijk zijn en zijn zwakheden toegeven. Ik zeg u dat de Heer ons geen zonde geeft. Hij heeft niemand slecht gemaakt. (…) De zonde is wél in de wereld toegelaten en het is Satan toegestaan om ons te verleiden, maar we hebben onze keuzevrijheid. We kunnen zondigen of rechtschapen leven, maar we kunnen onze verantwoordelijkheid niet ontlopen. De Heer de schuld geven van zonde, zeggen dat het ingeworteld en onbeheersbaar is, dat is laag en lafhartig. De schuld van onze zonden op onze ouders en onze opvoeding schuiven is vluchtgedrag. Onze ouders kunnen eventueel gefaald hebben. Onze eigen achtergrond kan frustrerend zijn geweest. Maar als zoons en dochters van een levende God hebben wij de kracht in ons om boven onze omstandigheden uit te stijgen en ons leven een andere wending te geven.24

Wij smeken onze leden overal: ‘Onderwerpt u […] aan God, maar biedt weerstand aan de duivel, en hij zal van u vlieden’ (Jakobus 4:7). (…)

Er zijn misschien mensen met een algemeen gevoel van onrust wegens de toestand in de wereld en het zich uitbreidende kwaad, maar de Heer heeft gezegd: ‘(…) indien gij voorbereid zijt, zult gij niet vrezen’ (LV 38:30) en ‘Vrede laat Ik u (…). Uw hart worde niet ontroerd of versaagd’ (Johannes 14:27).25

Als heiligen der laatste dagen moeten wij waakzaam zijn. De manier voor iedere persoon en ieder gezin om op te passen voor de slingers en pijlen van de tegenstander en zich voor te bereiden op de grote dag des Heren is vast te houden aan de ijzeren roede, meer geloof te oefenen, zich te bekeren van zonden en tekortkomingen, en ijverig bezig te zijn met het werk van zijn koninkrijk op aarde, namelijk De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen. Daarin schuilt het ware geluk voor alle kinderen van onze Vader.26

Ideeën voor studie en bespreking

Denk na over deze ideeën terwijl u het hoofdstuk bestudeert of u zich voorbereidt op uw onderwijs. Zie pp. V–IX voor meer informatie.

  • Welke leringen van president Kimball over Satan en zijn methodes vindt u nuttig? En waarom? (Zie pp. 115–117.)

  • Lees het onderdeel dat op pagina 117, derde alinea begint. Hoe kan de Heer ons helpen om het kwaad te weerstaan? (Zie voor een voorbeeld het verhaal op p. 115.) Wanneer hebt u dergelijke hulp ontvangen?

  • Lees de fabel op pagina’s 119–120. Waarom zou de reiziger de kameel in zijn tent hebben gelaten? Denk na hoe de Heiland verleiding weerstond (zie pp. 120–121). Noem enkele manieren waarop ouders hun kinderen kunnen helpen om zelfs de kleinste verleidingen te herkennen en weerstaan.

  • Lees de eerste alinea bovenaan p. 121. Vergelijk de manier om zonde te voorkomen met de manier om van zonde genezen te worden.

  • President Kimball heeft gezegd: ‘De juiste beslissingen zijn het makkelijkst te nemen als we ze lang van tevoren nemen.’ (Pagina 121.) Welke uitwerking kunnen vroegtijdig genomen beslissingen om ons te houden aan geboden zoals het woord van wijsheid op ons leven hebben? (Zie voor een voorbeeld pagina 121.) Welke onveranderlijke beslissingen inzake het naleven van het evangelie hebt u genomen?

  • Denk na over president Kimballs opmerkingen aangaande zijn varkens en koe (p. 122). Wat voor nut heeft het voor ons om onze zwakheden te erkennen en er verantwoordelijkheid voor te aanvaarden?

Relevante teksten: 1 Korintiërs 10:13; 1 Nephi 15:23–25; Helaman 5:12; Ether 12:27; LV 10:5

Noten

  1. Verslag gebiedsconferentie Brisbane (Australië) 1976, p. 19.

  2. ‘The Mission Experience of Spencer W. Kimball’, Brigham Young University Studies, herfst 1985, p. 126.

  3. The Miracle of Forgiveness (1969), p. 21.

  4. The Miracle of Forgiveness, p. 213.

  5. ‘The Role of Righteous Women’, Ensign, november 1979, p. 104.

  6. ‘President Kimball Speaks Out on Morality’, Ensign, november 1980, p. 94.

  7. ‘How to Evaluate Your Performance’, Improvement Era, oktober 1969, p. 12.

  8. ‘The Gospel of Repentance’, Ensign, oktober 1982, p. 2.

  9. Conference Report, april 1979, p. 5; of Ensign, mei 1979, p. 6.

  10. The Miracle of Forgiveness, pp. 14–15.

  11. The Miracle of Forgiveness, p. 176.

  12. Faith Precedes the Miracle (1972), pp. 87–88.

  13. ‘The Blessings and Responsibilities of Womanhood’, Ensign, maart 1976, p. 71.

  14. Faith Precedes the Miracle, p. 219.

  15. The Miracle of Forgiveness, pp. 215–217.

  16. ‘Decisions: Why It’s Important to Make Some Now’, New Era, april 1971, p. 3.

  17. ‘President Kimball Speaks Out on Planning Your Life’, New Era, september 1981, p. 50.

  18. Conference Report, april 1976, p. 70; of Ensign, mei 1976, p. 46.

  19. Verslag gebiedsconferentie Manilla (Filipijnen) 1975, p. 5.

  20. The Miracle of Forgiveness, p. 15.

  21. The Miracle of Forgiveness, p. 171.

  22. The Miracle of Forgiveness, pp. 209–210.

  23. The Miracle of Forgiveness, pp. 218–219.

  24. An Apostle Speaks to Youth — Be Ye Clean: Steps to Repentance and Forgiveness (pamflet, 1970), p. 13.

  25. Conference Report, april 1974, p. 6; of Ensign, mei 1974, p. 6.

  26. Conference Report, oktober 1982, p. 4; of Ensign, november 1982, p. 5.