2023
Interview met fervent strijder voor mensenrechten en godsdienstvrijheid: Hans Noot
Juni 2023


Regionaal Nieuws

Interview met fervent strijder voor mensenrechten en godsdienstvrijheid: Hans Noot

Hans Noot is nog steeds coördinator van het Seminarie en instituut (S&I) en is werkzaam in allerlei besturen van organisaties van mensenrechten en godsdienstvrijheid zoals Platform Freedom of Religion or Belief Worldwide, Human Rights Without Frontiers International. Tevens is hij oprichter en directeur van de Stichting Gerard Noodt.

Wat heeft godsdienstvrijheid met ons als kerkleden te maken?

Voor ons, als leden van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen, is de vrijheid van godsdienst en levensovertuiging een heel belangrijk element geworden van onze leer en beleving. Vader Lehi legt in 2 Nephi 2 al de noodzaak van keuzevrijheid in het heilsplan uit. Niet alleen in het voorsterfelijk leven moesten wij allemaal keuzen maken, maar het hele leven bestaat uit keuzen, waar wij individueel verantwoordelijk voor zijn.

Nederlanders gaan er prat op dat wij zo ‘tolerant’ zijn. Maar ook in Nederland kenden wij de nodige problemen – en nu nog. Diversiteit aan culturen en meningen veroorzaken altijd wrijving in een samenleving. En gek genoeg is deze wrijving beter dan iedereen te dwingen om dingen slechts vanuit één perspectief te zien. Het is juist de diversiteit die het leven interessant maakt, en waardoor we van elkaar kunnen leren.

Hoe raakte je betrokken bij je werk als mensenrechtenspecialist?

Al zo’n vijftien jaar geleden werd mij gevraagd deel te nemen aan enige conferenties over religie, zowel in Engeland, Frankrijk als Duitsland. In overleg met de faculteit der rechtsgeleerdheid van de BYU besloot ik mijn eigen niet-gouvernementele organisatie (ngo) op te richten, onder de vlag van een van mijn voorouders, Gerard Noodt uit de 17e eeuw. Gerard Noodt stond toen al bekend om zijn juridische aanpak van de strijd om godsdienstvrijheid in een tijd waarin de strijd voornamelijk ging over wie al dan niet gelijk had. Het moet dan ook in mijn genen zitten dat ik opkom voor de vrijheid van geweten, meningsuiting, religie en andere grondrechten. Ik bevond mij al gauw in de zeer complexe arena van de rechten van de mens. Mij werd gevraagd om aan bepaalde missies mee te doen. Een missie voor de Verenigde Naties in Israël; toen voor de Europese Commissie in Tajikistan, en later om bepaalde religieuze groepen te verdedigen in Japan en Zuid-Korea. Ook raakte ik al gauw betrokken bij het Europees Parlement en zijn waakhond voor de rechten van de mens (Fundamental Rights Agency – FRA). Mij werd gevraagd mee te denken over de vraag op welke elementaire mensenrechten Europa zich in de komende vijf jaar moest concentreren. Inmiddels ben ik regelmatig te zien in het Europees Parlement in Brussel, de Verenigde Naties in Genève, en tijdens congressen wereldwijd. En om een en ander goed te faciliteren en om bij te blijven met wat er allemaal speelt, heb ik een vinger in de pap van de raden van bestuur van een handvol organisaties.

Waarom richt je je op de vrijheid van godsdienst en levensovertuiging?

En nu gaat het niet alleen om de strijd voor religie en levensovertuiging. De Verklaring van de Rechten van de Mens uit 1948, die door zoveel landen werd ondertekend, bevat een aan basisrechten. Wat mij motiveert, is dat ik, conform de adviezen in Leer en Verbonden 88:79, kennis wilde opdoen van wat er zoal wereldwijd gebeurt. Gaandeweg ben ik gaan inzien hoeveel leed er in de wereld is. Dit raakt mij diep – tot op het bot en tot tranen toe. Je bewust zijn dat de wereld een puinhoop is en dat er veel onrecht is, kan een mens tot wanhoop voeren; of het kan hem bitter of cynisch of boos maken, zodat hij zich als slachtoffer gaat opstellen en lekker gaat mopperen op wat er allemaal verkeerd gaat in de wereld; of hij kan zoeken naar manieren om er iets aan te doen. Dat laatste is waarvoor ik heb gekozen. Ik ben aan het leren dat er verschillende instrumenten zijn die je strategisch kunt inzetten om dingen te veranderen.

Heeft wat je doet wel enig effect?

De eerste keer dat ik echt iets concreets zag, was toen we 69 getuigen van Jehova uit de gevangenis kregen door Zuid-Korea onder druk te zetten. We hebben toen een dansje gedaan. Ook toen de wet in Japan over het kidnappen van jongeren die toegetreden waren tot de Verenigingskerk op ons aandringen werd veranderd. Dit deden we door veel onderzoek te doen, en uiteindelijk door een oproep van een hele pagina in de grootste krant in Tokio. Een man die 12 jaar gevangen had gezeten, kwam vrij, en de wet werd veranderd. Meestal weet je niet of het gewenste effect wordt bereikt, want het is complex. En je doet het niet alleen. Een van de dingen waar ik invloed op heb, is de manier van samenwerken tussen de diverse mensenrechtenorganisaties in Europa. Ze werkten eigenlijk allemaal aan hun eigen werkgebied. Maar door samen te werken en elkaar te informeren, zitten we veel meer op een lijn.

Hoe ga je om met mensen met wie je het niet eens bent?

Godzijdank dat mensen niet denken zoals ik – dat zou een saaie boel worden, en ik zou ruzie krijgen met mijzelf en alle anderen. Maar door mensen niet alleen te tolereren (laatdunkend goedkeuren) maar respecteren, ja, het zelfs te prijzen dat ze anders denken dan ik, krijg je een heel andere kijk op anderen. De uitspraak van Joseph Smith raakte mij ooit diep, toen hij zei: ‘Als het is aangetoond dat ik bereid was te sterven voor een mormoon, durf ik voor de hemel te verklaren dat ik net zo bereid ben te sterven bij de verdediging van de rechten van een presbyteriaan, een baptist of een goed mens van welke denominatie dan ook; want hetzelfde principe dat de rechten van de heiligen der laatste dagen zou vertrappen, zou ook de rechten van de rooms-katholieken vertrappen, of van elke andere denominatie die impopulair is en te zwak om zichzelf te verdedigen. Het is de liefde voor vrijheid die mijn ziel bezielt – burgerlijke en religieuze vrijheid voor de hele mensheid.’

Hoe combineer je je werk met je hobby?

Ik werk nu al 44 jaar voor de kerk. Eerst als leerkracht in het opleidingscentrum voor zendelingen, en daarna als coördinator Seminarie en instituut. Dat heeft, naast mijn eigen gezondheid en gezinsverantwoordelijkheden, altijd mijn prioriteit gehad. Daarachter – dus op de tweede plaats – kwamen mijn kerkroepingen. Vaak werkte dat wel samen, maar ik hield altijd rekening met een prioriteitenlijstje van wat belangrijker was dan iets anders. Dat hielp mij om georganiseerd te werk te gaan en ook veel gedaan te krijgen. Mijn baan voor het Seminarie en instituut heeft altijd prioriteit, en in mijn vrije tijd doe ik mensenrechten. Ik probeer niet meer dan een dag per week aan mijn hobby te werken. Maar als ik ergens een afspraak heb om les te geven, dan doe ik altijd mijn uiterste best om dat als prioriteit te zien. Soms betekent het dat ik op één dag heen en weer moet naar een buitenlandse afspraak om die avond op tijd te zijn voor een instituutsles. Hoewel dat soms wel eens misgaat.

Wat heb je geleerd in de afgelopen jaren?

Ik ben opgegroeid in een omgeving waarin de evangeliebeginselen als absoluut werden gezien. En hoewel dat wel waar was, trok ik ongewild de conclusie dat alles wat buiten het evangelie wordt onderwezen niet waar of relevant was. Nou, daar ben ik van teruggekomen, en ik schaam mij er diep voor. Het evangelie van Christus is de levenswandel die ons onderwijst en beschermt. Maar er is zoveel meer te leren. En eigenlijk is dat allemaal onderdeel van het evangelie. Ik heb geleerd meer waardering te krijgen voor anderen en andersdenkenden. Ik heb, tot mijn schaamte, ontdekt dat er zo veel goede mensen zijn waar ik veel van kan leren. Er zijn ook veel mensen buiten de kerk naar wie ik opkijk. En ook binnen de kerk tref ik helden en heldinnen aan die geen kerkfunctie hebben, of die pas gedoopt zijn en nu pas beginnen in de kerk. En niet op z’n minst begin ik iets meer te begrijpen van het lijden van onze Heiland tweeduizend jaar geleden. Wat zal Hij geleden hebben. Hij zag zoveel meer van het onrecht dat mensen elkaar aandoen. Aan de ene kant leef ik in droefheid als ik dat zie gebeuren – hoewel het maar een speldenprikje is vergeleken met wat Hij zag. Aan de andere kant ben ik overtuigd van zijn vermogen om dit allemaal op te lossen, en zie ik uit naar de dag dat we in vrede en gerechtigheid samenleven in een wereld waar ik nu voor strijd – een wereld waarin iedereen zijn rechten kent en ontvangt, en die rechten dan ook aan anderen verleent.