2023
Opdat wij Hem altijd indachtig zijn
Juni 2023


‘Opdat wij Hem altijd indachtig zijn’, Liahona, juni 2023.

Opdat wij Hem altijd indachtig zijn

Ik getuig dat de heiligende macht van de Heilige Geest ons tot zegen zal zijn als we waardig aan het avondmaal deelnemen en ernaar streven het evangelie van Jezus Christus na te leven.

Afbeelding
placeholder altText

Foto, Jerry Garns

Nadat de Heiland en de twaalf apostelen samen waren gekomen voor hun laatste maaltijd, zei Jezus tegen hen: ‘Ik heb er vurig naar verlangd dit Pascha met u te eten, voordat Ik ga lijden’ (Lukas 22:15).

Jezus vertrok spoedig daarna met elf van de twaalf naar de hof van Gethsémané, waar Hij de zonden van de wereld op Zich nam. Hij werd ook onderworpen aan een schijnproces en moest zijn kruis naar Golgotha dragen. Maar vóór zijn grote lijden in de hof en aan het kruis bereidde de Heiland zijn discipelen voor op de individuele moeilijkheden en tegenspoed die ieder van hen uiteindelijk zou doorstaan.

‘En terwijl zij aten, nam Jezus het brood en toen Hij het gezegend had, brak Hij het en gaf het aan de discipelen en Hij zei: Neem, eet, dit is Mijn lichaam.

‘Hij nam ook de drinkbeker en nadat Hij gedankt had, gaf Hij hun die, en zei: Drink allen daaruit,

‘want dit is Mijn bloed, het bloed van het nieuwe verbond, dat voor velen vergoten wordt tot vergeving van zonden’ (Mattheüs 26:26–28).

Toen legde Hij als een van zijn laatste leringen in het sterfelijk leven uit:

‘Het is nuttig voor u dat Ik wegga, want als Ik niet wegga, zal de Trooster niet naar u toe komen; maar als Ik heenga, zal Ik Hem naar u toe zenden. […]

‘Maar wanneer Die komt, de Geest van de waarheid, zal Hij u de weg wijzen in heel de waarheid, want Hij zal niet vanuit Zichzelf spreken, maar wat Hij gehoord zal hebben, zal Hij spreken, en de toekomstige dingen zal Hij u verkondigen’ (Johannes 16:7, 13).

Afbeelding
Jezus breekt het brood

Het laatste avondmaal, Simon Dewey

‘Wat een zegen!’

Onlangs zei president Russell M. Nelson in een seminar voor zendingsleiders, nadat hij van het avondmaal had genomen: ‘De gedachte speelde door mijn hoofd dat het zojuist gesloten verbond veel belangrijker is dan de boodschap die ik zal brengen. Toen ik aan het avondmaal deelnam, sloot ik een verbond dat ik bereid was de naam van Jezus Christus op me te nemen en zijn geboden te onderhouden. Ik hoor vaak de uitdrukking dat we aan het avondmaal deelnemen om ons doopverbond te hernieuwen. Hoewel dat waar is, betekent het veel meer. Ik heb een nieuw verbond gesloten. U hebt een nieuw verbond gesloten. […] Daarop belooft [de Heer] dat we altijd zijn Geest bij ons zullen hebben. Wat een zegen!’1

In de avondmaalsgebeden vragen priesterschapsdragers de Vader het brood en het water ‘te zegenen en te heiligen’, opdat wij het mogen eten en drinken ‘ter gedachtenis van’ het lichaam en het bloed van zijn Zoon. En wij betuigen allen dat we gewillig zijn de naam van zijn Zoon op ons te nemen. We handelen naar dat getuigenis en versterken het door Hem altijd indachtig te zijn en zijn geboden te onderhouden. (Zie Leer en Verbonden 20:77, 79.)

Voor Jezus’ discipelen in de laatste dagen vereist de verordening van het avondmaal veel meer dan routinematige deelname en nonchalante toewijding.

Afbeelding
mensen nemen van het avondmaalswater

Foto, Robert Casey

President Nelson heeft gezegd: ‘Ieder voor zich denkt dan over de verzoening van Jezus Christus na. We denken na over de betekenis van zijn lijden in Gethsémané en zijn kruisiging op Golgotha. Dan beproeft ieder mens zichzelf (zie 1 Korinthe 11:28) en denkt na over de verbonden die hij of zij met de Heer heeft gesloten. Dan mediteren we over Gods heilige zaken.’2

Het eten en drinken van de zinnebeelden van het avondmaal zorgen niet voor de vergeving van zonden. Maar als we ons onder gebed oprecht voorbereiden en waardig aan de verordening deelnemen, onderzoeken we onze daden en de verlangens van ons hart, en nemen we de bekeringsuitnodiging van de Heer aan (zie Mozes 5:8). Als we het offer brengen dat Hij vraagt – een gebroken hart en een verslagen geest (zie 3 Nephi 9:20) – wordt ons beloofd dat we zijn Geest altijd bij ons mogen hebben. En door de heiligende macht van de Heilige Geest, die onze constante metgezel zal zijn, kunnen wij altijd vergeving van onze zonden verkrijgen en behouden (zie Moroni 6:4).

Het is onze plechtige taak om heilige gewoonten te ontwikkelen die de Geest van de Heer uitnodigen om altijd bij ons te zijn – gewoonten zoals verbonden nakomen, de geboden onderhouden, ons bekeren, vergeven, de Schriften onderzoeken, dienen en thuis, in de kerk en in de tempel aanbidden.

De discipelen van de Heiland in het Boek van Mormon hadden nog een heilige gewoonte: ‘Zij baden om hetgeen zij het meest verlangden; en zij verlangden dat hun de Heilige Geest zou worden gegeven’ (3 Nephi 19:9).

Afbeelding
Jezus bidt

Ons licht, Dan Wilson

De manier om indachtig te zijn

Net als de discipelen vanouds kunnen wij oprecht en constant bidden om de Heilige Geest en de bijbehorende zegeningen. De Heiland heeft beloofd: ‘De Trooster, de Heilige Geest, […] Die zal u in alles onderwijzen en u in herinnering brengen alles wat Ik u gezegd heb’ (Johannes 14:26; cursivering toegevoegd).

Het gezelschap van de Heilige Geest helpt ons om Jezus Christus altijd indachtig te zijn – zijn offer, zijn evangelie, zijn beloften aan ons, zijn liefde voor ons, en de verbonden waardoor wij ons juk samen met Hem dragen.

President Henry B. Eyring, tweede raadgever in het Eerste Presidium, heeft gezegd:

‘De manier om van een gedachtenis tot een getuigenis te komen, en dat in stand te houden, is de Heilige Geest tot onze metgezel te maken. Het is de Heilige Geest die ons helpt om te zien wat God zoal voor ons heeft gedaan. Het is de Heilige Geest die de mensen die wij dienen kan helpen om de zegeningen van God te herkennen. […]

‘Het is de Heilige Geest die getuigt dat Jezus Christus de geliefde Zoon van onze hemelse Vader is die ons liefheeft en wil dat wij met Hem in familieverband het eeuwig leven hebben.’3

En het is de Heilige Geest die ons helpt om in een wereld die steeds donkerder wordt, geestelijk voorwaarts te streven. In dit tijdperk van virussen en vaccins is lichamelijke ziekte niet ons enige gevaar.

‘De wereld wordt geteisterd door geestelijke ziekten die epidemische vormen aannemen. Het lukt ons niet ze aan banden te leggen. Maar we kunnen er wel voor zorgen dat onze jongeren [en wijzelf] er niet door besmet worden’, heeft president Boyd K. Packer (1924–2015), president van het Quorum der Twaalf Apostelen, gezegd.

Meer kennis en een getuigenis van het evangelie, samen met het gezelschap van de Heilige Geest, zijn als een vaccin dat ons tegen goddeloosheid en bedrog kan inoculeren, voegde hij daaraan toe.

In [betekent] “binnenin zijn” en oculeren betekent “oog plaatsen”’, legde president Packer uit. ‘We plaatsen een oog binnenin [ons] – de onuitsprekelijke gave van de Heilige Geest [zie Leer en Verbonden 121:26].’4

Dat oog zal ons leiden, troosten en beschermen. Voor heiligen der laatste dagen, die de gave van de Heilige Geest hebben ontvangen, kan en moet de leiding van de Geest constant zijn, en geen zeldzame gebeurtenis. De belofte aan het verbondsvolk van de Heer is tenslotte dat wij ‘zijn Geest altijd bij [ons] mogen hebben’ (Leer en Verbonden 20:77; cursivering toegevoegd).

Beloofde zegeningen

Indachtig zijn wat de Heer voor ons heeft gedaan, aan de verordening van het avondmaal deelnemen en zijn Geest altijd bij ons hebben zijn werkelijk prachtige zegeningen. Ik getuig dat de beloofde zegeningen ons zullen toevloeien als we ons wekelijks op het avondmaal voorbereiden en er waardig aan deelnemen, waardoor we onze verbondsrelatie met de Heiland versterken.