Naar de gave van talen streven

Arthur O. Lono, Oost-Kasaï (Democratische Republiek Congo)

Ik deed tijdens mijn zending mijn uiterste best om Engels te leren, maar de gave van talen kwam niet meteen.

Afbeelding

wereldbol met woorden in het Engels en Frans

Toen ik mijn zendingsoproep opende, was ik blij dat ik naar het zendingsgebied Accra (Ghana) ging. Ik zou de Heer dienen door in het Engels het evangelie te verkondigen. Ik kom uit de Democratische Republiek Congo, dus mijn moedertaal is Frans.

Toen ik in het zendingsveld aankwam, kon ik mensen in het Engels begroeten, maar dat was het dan ook wel. Ik wist dat dit niet genoeg was om mijn plicht als zendeling te vervullen.

Ik dacht aan de profeet Joseph Smith, die het Boek van Mormon ‘door de gave en de macht van God’ had vertaald.¹ Ik dacht ook aan de leringen van de apostel Paulus over de ‘verscheidenheid van genadegaven’, waaronder ‘allerlei talen’ en ‘uitleg van talen’ (1 Korinthe 12:4, 10; zie ook Mormon 9:7, 24).

Ik kreeg een motiverend gevoel dat mij op de gedachte bracht dat ik naar de gave van talen kon streven en die kon ontvangen. Om die gave te ontvangen, besloot ik enkele dagelijkse doelen te stellen:

Om de gave van talen bidden.
De Schriften, en de leerstellingen en beginselen van het evangelie ijverig bestuderen.
Naar leiding van de Geest streven.
Naar conferentietoespraken in het Engels luisteren.
Engelse grammatica en belangrijke woorden voor zendelingen bestuderen.
Altijd Engels spreken.
Lofzangen in het Engels zingen.

Ik werkte heel hard aan mijn doelen. De gave van talen kwam echter niet meteen. Maar na een paar maanden, toen mijn collega en ik een van onze vrienden onderwezen, kreeg ik vertrouwen in de woorden die ik sprak. Onze eerste ontmoeting met die vriend was moeilijk geweest. Ik had toen nog geen vertrouwen in mijn Engelse spreekvaardigheid, maar nu reageerde onze vriend verbaasd.

‘Ouderling Lono, waar kom je vandaan?’ vroeg hij.

‘Ik kom uit de Democratische Republiek Congo’, antwoordde ik.

‘Weet je het zeker?’ vroeg hij.

‘Ja!’ antwoordde ik.

Het was nog niet tot mij doorgedrongen, maar mijn Engels was inmiddels zo vloeiend dat onze vriend dacht dat het mijn moedertaal was. Ik ben dankbaar dat de Heer me met de gave van talen zegende zodat ik goed Engels kon spreken.

Ik weet dat God zijn kinderen liefheeft en dat Hij ons met gaven van de Geest zal zegenen als we daar ijverig en met geloof in Jezus Christus naar streven.