2022
Dapper discipelschap in de laatste dagen
Mei 2022


Dapper discipelschap in de laatste dagen

Laten we vertrouwen hebben in plaats van ons te verontschuldigen, dapper zijn in plaats van bedeesd, en getrouw in plaats van angstig, en laten we het licht van de Heer in deze laatste dagen omhooghouden.

Morele keuzevrijheid is een kostbaar geschenk van God aan al zijn kinderen.1 Wij zijn ‘vrij om vrijheid en eeuwig leven te kiezen door de grote Middelaar van alle mensen, of om gevangenschap en dood te kiezen, naar de gevangenschap en macht van de duivel’.2 God zal ons niet dwingen om het goede te doen, en de duivel kan ons niet dwingen om het kwade te doen.3 Sommige mensen denken misschien dat het sterfelijk leven een wedstrijd tussen God en de tegenstander is, maar met een enkel woord van de Heiland ‘wordt Satan het zwijgen opgelegd en wordt hij verbannen. […] Het is [onze] kracht die wordt beproefd, niet die van God.’4

We zullen daarom uiteindelijk oogsten wat we ons hele leven met onze keuzes hebben gezaaid.5 Wat zeggen al onze gedachten, verlangens, woorden en werken over onze liefde voor de Heiland, zijn uitverkoren dienstknechten en zijn herstelde kerk? Betekenen onze doop-, priesterschaps- en tempelverbonden meer voor ons dan de lof van de wereld of het aantal ‘likes’ op sociale media? Is onze liefde voor de Heer en zijn geboden sterker dan onze liefde voor alles en iedereen in dit leven?

De tegenstander en zijn volgelingen hebben altijd al geprobeerd de werken van Christus en zijn profeten te vernietigen. De geboden van de Heiland worden tegenwoordig door veel mensen zo sterk gerationaliseerd dat ze geen betekenis meer hebben. En vaak worden ze zelfs helemaal genegeerd. Boodschappers van God die ‘ongemakkelijke’ waarheden onderwijzen worden vaak niet serieus genomen. Zelfs de Heiland werd ‘een vraatzuchtig mens en een drinker’6 genoemd, en werd ervan beschuldigd de goede zeden te verstoren en verdeeldheid te zaaien. Zwakke en achterbakse personen ‘beraadslaagden hoe zij Hem op Zijn woorden konden vangen’,7 en zijn ‘sekte’ van de eerste christenen werd ‘overal tegengesproken’.8

De Heiland en zijn eerste volgelingen hadden met grote tegenstand van binnenin en buitenaf te maken. Wij maken hetzelfde mee. Tegenwoordig is het bijna onmogelijk om moedig ons geloof na te leven, zonder dat wereldlijke mensen ons af en toe met de vinger wijzen en ons uitlachen. Het loont om de Heiland vol vertrouwen te volgen, maar soms worden we op de korrel genomen door mensen die voor een filosofie van ‘eet, drink, en wees vrolijk’ pleiten.9 In deze filosofie worden geloof in Christus, gehoorzaamheid en bekering vervangen door de illusie dat God een kleine zonde wel zal rechtvaardigen omdat Hij zo veel van ons houdt.

Zei de Heiland niet ‘door [zijn] eigen stem [of] door de stem van [zijn] dienstknechten’10 over onze tijd dat ‘er een tijd [zal] komen dat zij de gezonde leer niet zullen verdragen, maar […] voor zichzelf leraars zullen verzamelen overeenkomstig hun eigen begeerten’ en dat velen ‘hun gehoor van de waarheid [zullen] afkeren en zich [zullen] keren tot verzinsels’?11 Beklaagde Hij zich niet dat ‘[zij Mij] tevergeefs eren, omdat zij leringen onderwijzen die geboden van mensen zijn’?12 Waarschuwde Hij hen niet dat ‘uit [hun] eigen midden mannen zullen opstaan die de waarheid verdraaien om de discipelen weg te trekken achter zich aan’?13 Heeft Hij niet voorzien dat ‘het kwade goed [zou worden genoemd], en het goede kwaad’,14 en dat ‘iemands huisgenoten zijn vijanden [zullen] zijn’?15

Hoe zit het dan met ons? Moeten we ons geïntimideerd voelen of angstig zijn? Moeten we onze godsdienst op periscoopdiepte beleven? Natuurlijk niet! Met geloof in Christus hoeven we de smaad van stervelingen niet te vrezen en niet verschrikt te zijn vanwege hun beschimpingen.16 Als de Heiland aan het roer staat en levende profeten ons leiden en de weg wijzen, ‘wie zal [dan] tegen ons zijn’?17 Laten we vertrouwen hebben in plaats van ons te verontschuldigen, dapper zijn in plaats van bedeesd, en getrouw in plaats van angstig, en laten we het licht van de Heer in deze laatste dagen omhooghouden.18

De Heiland heeft duidelijk gezegd dat ‘ieder dan die [Hem] belijden zal voor de mensen, die zal [Hij] ook belijden voor [zijn] Vader. […] Maar wie [Hem] verloochenen zal voor de mensen, die zal [Hij] ook verloochenen voor [zijn] Vader’.19

Daarom zouden sommige mensen liever een God hebben die geen geboden geeft, maar laten wij met de woorden van ouderling D. Todd Christofferson krachtig getuigen dat ‘een God die geen eisen stelt, het functionele equivalent [is] van een God die niet bestaat’.20

Sommige mensen leven liever alleen de geboden na die zij willen naleven, maar laten wij vreugdevol de uitnodiging van de Heiland aanvaarden om te ‘leven naar elk woord dat uit de mond van God uitgaat’.21

Veel mensen geloven dat de Heer en zijn kerk gedogen dat we ‘[doen] wat [ons] hart ook verlangt’,22 maar laten wij dapper verkondigen dat het verkeerd is om ‘de meerderheid [te] volgen in het kwaad’,23 omdat ‘menigten niet goed [kunnen] maken wat God verkeerd heeft verklaard’.24

‘O, bedenk, bedenk […] hoe streng [maar ook bevrijdend] de geboden van God zijn.’25 Duidelijk in die geboden onderwijzen, kan soms op anderen overkomen als onverdraagzaamheid. Laten we daarom respectvol tonen dat het niet alleen mogelijk maar ook van essentieel belang is om te houden van Gods kinderen die andere dingen geloven dan wij.

We kunnen anderen accepteren en respecteren, zonder hun daden en denkbeelden die botsen met de wil van de Heer, goed te keuren. Het is niet nodig om de waarheid op het altaar van welgevalligheid en sociale wenselijkheid op te offeren.

Zion en Babylon zijn onverenigbaar. ‘Niemand kan twee heren dienen’.26 Laten we ons allemaal de doordringende vraag van de Heiland herinneren: ‘Waarom noemt u Mij: Heere, Heere, en doet niet wat Ik zeg?’27

Laten wij onze liefde voor de Heer tonen met volledige, vrijwillige gehoorzaamheid.

Als u voelt dat u vastzit tussen uw discipelschap en de wereld, onthoud dan dat uw liefdevolle Heiland ‘[u uitnodigt], want de armen van barmhartigheid zijn naar [u] uitgestrekt, en Hij zegt: Bekeer u, en Ik zal u aannemen.’28

President Russell M. Nelson heeft gezegd dat ‘Jezus Christus enkele van zijn grootste werken [zal] verrichten tussen deze dag en de dag dat Hij terugkeert’.29 Maar hij heeft ook gezegd dat ‘wie ervoor kiezen de wil van de Heer te doen, kunnen rekenen op vervolging’.30 Soms zullen we ‘waardig geacht [worden], omwille van Zijn Naam schandelijk behandeld te worden’,31 als we ‘zijn stem voorrang [geven] boven alle andere’.32

‘Zalig is hij’, zei de Heiland, ‘die aan Mij geen aanstoot neemt.’33 Ergens anders staat dat ‘wie [zijn] wet liefhebben, diepe vrede [hebben]; voor hen ligt er geen struikelblok’.34 Geen struikelblok! Laten wij onszelf dus afvragen: Ben ik iemand van het ogenblik, en als er verdrukking of vervolging komt omwille van het woord, struikel ik dan meteen?35 Bouw ik op de rots van Jezus Christus en zijn dienstknechten?

Moreel relativisten bepleiten dat waarheid enkel een sociale constructie is, en dat absolute morele waarden niet bestaan. Wat ze werkelijk zeggen, is dat er geen zonde bestaat,36 dat ‘wat een mens ook [doet], het geen misdaad [is]’.37 De tegenstander eist met trots de verantwoordelijkheid op voor deze filosofie! Laten we daarom oppassen voor wolven in schaapskleren, die altijd bezig zijn om nieuwe mensen te ronselen en ‘[vaak] intellectuele excuses [gebruiken] om hun [eigen] dwalingen goed te praten’.38

Als we echt dappere discipelen van Christus willen zijn, zullen we daar een manier voor vinden. Anders biedt de tegenstander verleidelijke alternatieven. Maar als getrouwe discipelen ‘moeten [we] ons niet voor ons geloof verontschuldigen en ook niet terugkomen op de waarheid die we kennen’.39

Tot slot wil ik iets zeggen over de vijftien dienstknechten van God die achter me zitten. Hoewel wereldlijke mensen ‘tegen de zieners zeggen: U mág niet zien; tegen de [profeten]: U mág niet voor ons [profeteren]’,40 worden de ‘getrouwen […] gekroond met zegeningen van boven, ja, en met niet weinig geboden, en met openbaringen op hun tijd’.41

Het is niet verrassend dat deze mannen vaak als bliksemafleiders fungeren voor mensen die ongelukkig zijn met het woord van God, zoals dat door de profeten wordt verkondigd. Zij die de profeten verwerpen beseffen niet dat ‘geen enkele profetie van de Schrift een eigenmachtige uitleg toelaat’ of het resultaat van de wil van een mens dient te zijn, ‘maar [dat] heilige mensen van God [in deze tijd spreken], door de Heilige Geest gedreven’.42

Deze mannen van God ‘[schamen zich] niet voor het getuigenis van onze Heere’, net als Paulus. Zij zijn ‘gevangene’43 van Hem, omdat de leer die ze onderwijzen niet van henzelf is, maar van Hem die hen heeft geroepen. Net als Petrus ‘kunnen [zij] niet nalaten te spreken over wat [zij] gezien en gehoord hebben’.44 Ik getuig dat het Eerste Presidium en het Quorum der Twaalf goede en eerlijke mannen zijn, die God en zijn kinderen liefhebben, en dat God hen liefheeft. Wij moeten hun woorden ontvangen alsof ze uit de mond van de Heer zelf komen, ‘in alle geduld en geloof. Want door die dingen te doen, zullen de poorten van de hel [ons] niet overweldigen […] en de Here God zal de machten van duisternis voor [ons] uit verjagen’.45

‘Geen enkele onheilige hand kan de vooruitgang van het werk tegenhouden’;46 het zal zegevierend voortgaan, met of zonder u of mij. ‘Kies voor u [dus] heden wie u zult dienen.’47 Laat u niet voor de gek houden of intimideren door de luide tegengeluiden die uit het grote en ruime gebouw komen. Hun wanhopige decibels kunnen niet op tegen de serene invloed van de stille, zachte stem op een gebroken hart en een verslagen geest.

Ik getuig dat Christus leeft, dat Hij onze Heiland en Verlosser is, en dat Hij zijn kerk leidt door het Eerste Presidium en het Quorum der Twaalf Apostelen. Zo waarborgt Hij dat wij niet worden ‘heen en weer geslingerd door de golven en meegesleurd door elke wind van leer’.48

‘Ware discipelen van Jezus Christus’, heeft President Nelson gezegd, ‘zijn bereid om zich te laten zien en horen, en anders te zijn dan de mensen van de wereld. Ze zijn onverschrokken, toegewijd en moedig.’49

Broeders en zusters, het is een goede dag om goed te zijn! In de heilige naam van Jezus Christus. Amen.