2013
De langste avondmaalsdienst
September 2013


Tot we elkaar weerzien

De langste avondmaalsdienst

De auteur woont in Lagos, Nigeria.

De avondmaalsdienst duurt normaliter zeventig minuten. Maar op zekere zondag leek het alsof de dienst eindeloos doorging.

Ik lees graag boeken die door heiligen der laatste dagen zijn geschreven. En omdat we in Nigeria niet zomaar aan die boeken kunnen komen, leen ik ze van een vriend. Ik probeer de boeken van mijn vrienden altijd binnen een paar dagen terug te geven, dus draag ik ze altijd bij me en lees ik ze in mijn vrije tijd.

Op de zondag dat ik als hogeraadslid in de avondmaalsdienst van de mij toegewezen wijk zou spreken, had ik een geleend boek bij me. Ik las in het boek terwijl ik wachtte om de bisschop een boodschap van het ringpresidium over te brengen. Toen de bisschop aankwam, vroeg hij of ik met zijn eerste raadgever wilde praten, omdat hij zelf een paar bezoekers wilde begroeten. Toen ik de boodschap aan de eerste raadgever had doorgegeven, ging ik op het podium zitten.

Maar toen ik daar zat, kwam ik er al snel achter dat ik het boek van mijn vriend niet meer bij me had. Omdat de dienst over vijf minuten zou beginnen en omdat de presiderende autoriteit al op het podium zat, besloot ik dat ik beter kon blijven zitten. Ik voelde mij schuldig dat ik het boek van mijn vriend kwijt was, waardoor het de moeilijkste en langste avondmaalsdienst werd die ik ooit had bijgewoond.

Ik hoopte dat de tijd voorbij zou vliegen, maar elk programmaonderdeel leek een eeuwigheid te duren. Ik was onrustig en vroeg God in stilte of Hij ervoor wilde zorgen dat er niets met het boek zou gebeuren. Eigenlijk waren de toespraken niet lang, maar een onredelijke bezorgdheid had vat op mijn gemoed gekregen. Vijf minuten voor het einde van de dienst kon ik er niet meer tegen. Ik gaf een briefje aan de eerste raadgever met de vraag of ik het boek bij hem had laten liggen. Had hij maar geknikt. Maar hij schudde met zijn hoofd.

Tijdens het slotgebed deed ik mijn ogen niet dicht maar zocht ik de twee overige plaatsen af waar het boek misschien zou kunnen liggen. Ondertussen besloot ik om zo nodig de zondagsschoolklassen af te gaan met de vraag of ze misschien het boek hadden gezien.

Maar tot mijn verbazing was ik me aan het eind van de avondmaalsdienst totaal anders gaan voelen en was ik niet meer bezorgd om het boek. De Heilige Geest toonde me — in een paar korte momenten van geestelijke verlichting — dat ik me ten onrechte zorgen maakte. Ik leerde dat wat er echt toe deed, was of ik beschermde wat God aan mijn zorg had toevertrouwd. Er kwam een lijst in mij op met hetgeen God me had toevertrouwd: mijn ziel, mijn gezin, mijn huisonderwijsgezinnen, de mensen om me heen die het evangelie nodig hebben, mijn overleden voorouders die de tempelverordeningen nodig hebben, enzovoort.

Na dit belangrijke gewetensonderzoek vond ik het boek uiteindelijk terug. Maar aan het eind van die lange avondmaalsdienst merkte ik ook dat ik nog heel wat aan mezelf moest verbeteren. En ik wilde meer gaan doen aan de prioriteiten die mijn hemelse Vader voor mij gesteld had.

Foto-illustratie Les Nilsson