Ik koos de goede weg
Als ik geen wijn zou drinken, werden mijn familie en ik misschien gestraft.
‘Leer in uw jeugd de geboden Gods te onderhouden’ (Alma 37:35).
Ik ging met mijn familie naar een nieuwjaarsviering in het dorp waar mijn ouders zijn opgegroeid. De afgelopen keer dat we daar waren, was drie jaar geleden, dus zagen we ernaar uit om onze vrienden en familieleden weer te zien. Bij aankomst werden we van harte welkom geheten.
Op nieuwjaarsavond kwamen we met de anderen bij elkaar voor een traditionele ceremonie om de oudste zoon van elk gezin bescherming, een lang leven en voorspoed toe te wensen. Ik ben de oudste zoon in mijn familie. Maar ik kwam erachter dat het bij de ceremonie hoorde dat iedereen wijn dronk.
Ik was heel bezorgd. Ik wist dat het tegen het woord van wijsheid ingaat om wijn te drinken. Maar ik wist ook dat ik misschien straf zou krijgen omdat ze me respectloos zouden vinden als ik geen wijn zou drinken — en misschien werd mijn familie ook gestraft. Toen dacht ik aan wat mijn moeder me geleerd had: als je de situatie niet in de hand hebt, bid dan tot je hemelse Vader en vraag Hem om je te helpen.
Ik bad in stilte: ‘Hemelse Vader, geef me leiding door uw Geest en help me om de goede weg te kiezen.’
Toen het mijn beurt was om van de wijn te drinken, was ik zenuwachtig, maar toch zei ik luid en duidelijk: ‘Mijn lichaam is een tempel. Ik zal het woord van wijsheid niet overtreden.’
De oudste van het dorp was erg verbaasd. Hij zei: ‘Het lijkt alsof je zeker weet wat je doet. Kun je ons alsjeblieft meer over je geloof vertellen?’
Mijn familie en ik kregen geen straf en ons geloof was sterker geworden. Ik weet dat mijn hemelse Vader me de moed heeft gegeven om de goede weg te kiezen.
Illustratie Steve Kropp